84 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 24 Augustus 1807.
De uitslag der gehouden stemming is, dat de heer
J. G. de la Fontaine Verwey met algemeene stemmen
wordt benoemd.
3. Benoeming van een lijdelijk directeur van de Bur-
gerdag- en avondschool vacature F II Scheffelaar Kluts!.
Door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld,
tot tijdelijk directeur van de Burgerdag- en avondschool,
met ingang van den nieuwen cursuc te benoemen den
heer J. van der Heide, leeraar aan deze school en hem
voor die benoeming eene toelage toe te kennen berekend
naar ƒ300 in het jaar, met behoud van zijn tegenwoordig
tractement en toelage.
De uitslag der gehouden stemming isdat de heer J.
v. d. Heide met algemeene stemmen wordt benoemd.
4. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de win- en
natuurkunde aan de burger dag en avondschool (vaca
ture F H. Scheffelaar Klots
Burgemeester en wethouders stellen voor, met ingang
van den nieuwen cursus tot wederopzegging te benoemen
tot tijdelijk leeraar in de wis- en natuurkunde aan de
burger dag- en avondschool den heer L. F. Wenniger,
candidaat in de philosophic aan de universiteit te Gro
ningen op eene bezoldiging van ƒ150 per maand.
Hot resultaat der gehouden stemming isdat met al
gemeene stemmen de heer L. F. Wenniger wordt benoemd.
5. Benoeming van leden van het stembureau voor de
verkiezing van een lid van den gemeenteraad in lui
derde kiesdistrict
De uitslag der gehouden stemmingen is dat worden
benoemd
Tot voorzitter de heer Dr. N. Reeling Brouwer met 13
en tot leden de heeren T. Konter en C. L. B. J. Feitz ieder
met 14 stemmen.
Tot plaatsvervangende leden worden benoemd de heeren
Mr. W. Kolff en N. T. Haverschmidt ieder met 13 stemmen.
6. Benoeming van eene commissie van onderzoek van
de rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente
over 1896.
Het resultaat der gehouden stemmingen isdat tot
leden dezer commissie worden benoemd de heeren R. H.
DijkstraT. Konter en C. L. B. J. Feitzonderscheiden
lijk met 8, 11 en 13 stemmen.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot inge-
bruikgeving van een strook grond op het oude Lekkumer
dijkje.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
I. te verklaren, dat het sub II bedoeld strookje grond
niet meer voor den publieken dienst zal zijn bestemd.
II. behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten
aan D. Meindersma tot wederopzegging vergunning te ver-
leenen tot het gebruiken van het op de teekening aangeduide
gedeelte van den ouden Lekkumerweg, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden sectie F no. 164 ter grootte van 22 M2
en tot het plaatsen van een staketsel aan de wegzijde van
dat gedeelte, zulks onder de volgende voorwaarden
a. dat hij ten allen tijde het gedeelte weg, zoowel als
de sloot achter zijn perceel, ten kadaster bekend gemeente
Jelsum, sectie D no. 1188, voor zoover deze op gemeente
grond ligt, moet onderhouden
b. dat hij op het gedeelte weg geen mesthoop mag
plaatsen on in de sloot geen ier mag loozen
c. dat het hekwerk (staketsel) in den besten staat
onderhouden en in lichte kleur helder geverfd moet worden
d. dat hij voor het gebruik van het gedeelte weg
telken jare vóór 12 November, voor het eerst vóór 12
November 1897, ten kantore van den ontvanger der gemeen
te Leeuwarden eene retributie van 3. moet storten.
8. Rapport <ler raadscommissie omtrent onbewoonbaar-
verklaring van het perceel Graclitswal no. 107.
Overeenkomstig de conclusie van dit rapport wordt
beslotenhet perceel plaatselijk bekend Graclitswal no.
107 onbewoonbaar te verklaren.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tol ver
nieuwing van de walbeschoeiing in den Harlingertrekweg
onder Uronrijp.
Burgemeester en wethouders stellen voor, te besluiten
a. hen te machtigen, de walbeschoeiing in den Har-
lingertrekweg te Dronrijp te doen vei vangen door een
walmuur van bazalt, waarvan de kosten zijn geraamd
op ongeveer 8000
b. hen uit te nooHigen, te zijner tijd financieele voor
stellen te doen tot vinding der kosten van het sub a
bedoeld werk
Naar aanleiding van de in de vergadering van 2
Augustus aan burgemeester en wethouders gedane uit-
noodiging, om te onderzoeken, of er ook termen zouden
kunnen bestaanaan de Provinciale Staten subsidie voor
deze vernieuwing te vragen, deelen burgemeester en
wethouders nu het resultaat van dit onderzoek mede
en komen zij tot de slotsom, dat dit onderzoek hun geen
aanleiding heeft gegeven tot het indienen van een voor
stel, om voor gemeld doel eene subsidie van de Provin
ciale Staten te vragen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
zonder discussie aangenomen.
10. liet le suppletoir kohier der directe belasting op
het ii.komen, dienstjaar 1897.
In verband hiermede wordt de vergadering tijdelijk met
gesloten deuren voortgezet.
Na heropening der vergadering wordt besloten
a. het le suppletoir kohier der belasting op het in
komen ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar
1897 op een belastbaar inkomen van 58,675,33^ en
een totaal van aanslagen ten bedrage van 3121.6
vast te stellen
b. de aanslagen invorderbaar te stellen in drie ter
mijnen, vervallende den 15 October, 15 November en
31 December 1897.
VI. De Voorzitter meent er aan te moeten herinneren,
dat het heden de laatste raadszitting isdie door de
heeren van Eijsinga en van der Scheer wordt bijgewoond.
Beide heeren hebben gedurende een geruim getal jaren
aan de beraadslagingen van den raad deelgenomen en in
ruime mate medegewerkt aan het tot stand komen van
vele voor de gemeente belangrijke zaken. Spr. twijfelt
nietof de ingezetenen zullen hun daarvoor dank weten.
De raad betreurt hun heengaan, ofschoon de motieven
hiervoor eerbiedigende.
Spr. beveelt zich in hun vriendschappelijk aandenken
aan en hoopt, dat de aftredende leden in hun verder
leven steeds met genoegen zullen herdenken den tijd
dien zij op deze plaats zijn werkzaam geweest.
Met deze woorden zegt spr. van de aftredende leden
afscheid te nemen.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 24 Augustus 1897.
85
De heer van Eijsinga betuigt zijnen dank aan den
voorzitter voor diens waardeerende woorden en aan zijne
medeleden voor hunne instemming daarmede.
Zooals de voorzitter zegt, is spr. vele jaren lid dezer
vergadering geweest. Nu het oogenblik is gekomen om
afscheid te nemen moet hij eerlijk bekennendat 't hem
meer moeite kost, dan hij zich had voorgesteld.
Hij neemt de aangenaamste herinnering mede aan de
vriendschappelijke wijze van omgang, die steeds tusschen
spr. en den voorzitter van den raad de raadsleden en
den secretaris heeft bestaan. Deze herinnering zal hem
steeds bijblijven.
Nu spr. de vergadering voor goed verlaat, spreekt hij
de hoop uitdat die goede verstandhouding mag voort
duren ook wanneer hij later in andere betrekkingen met
zijne vroegere medeleden zal samen zijn. Hij zou dat
zeer op prijs stellen.
Ten slotte wenseht hij den leden van den raad alles
goeds toe in hun huiselijk en maatschappelijk leven.
De heer van der Scheer kan zich in hoofdzaak aan
sluiten aan het door den heer van Eijsinga gesprokene. Ook
hij zal van den tijd, dien hij als lid van den raad zitting
heeft gehad, de aangenaamste herinnoringon bewaren.
Hoewel hij niet behoorde tot de leden, die hunne gedach
ten over de voorkomende zaken veelvuldig ondor woor
den brachten, toch meent hijsteeds naar zijn beste
weten te hebben medegewerkt tot het totstandbrengen
van zaken, die in het belang der gemeente waren. Hij
is wel geen geboren Leeuwarder, maar voelt zich na een
jarenlang verblijf burger dezer stad en gaarne had hij
zijne plaats in den raad nog niet verlaten, doch zijn
vergevorderde leeftijd alleen heeft hem genoopt», zich niet
weder herkiesbaar te stellen voor het lidmaatschap van
den raad en zijne plaats voor jongere krachten te moeten
inruimen.
Spr. wenseht den leden dezer vergadering toe dat het
hun gegeven moge worden), nog vele jaren in het belang
der gemeente werkzaam te zijn en beveelt zich in aller
vriendschappelijke herinnering aan.
De voorzitter sluit de vergadering.
^3
Stoom noek- on Steendrokkei ij van N. MIKDEMA en Oo., Nieuweburen 103, Leeuwarden.