Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 December 1897.
De Voorzitter kan niet nalaten, den heer Doparc,
oudste lid van den raad in dienstjaren en in leeftijd
dank te zeggen voor de hartelijke woordennamens den
raad en den secretaris tot hem gesproken. Hij is hoogst
gevoelig voor die woordendie tintelden van welge
meendheid en hartelijkheid.
De heer Duparc deed terecht uitkomen, dat de belangen
der gemeente voor een burgemeester eischen een geheel
man. Dit ambt is niet als een nevenbetrekking te be
schouwen maar als eene betrekkingwaaraan men zich
geheel moet wijden. Spr. hooptook in het vervolg dit
te zullen blijven doen.
De geachte vorige spreker maakte ook de opmerking
dat er wel eens verschil van meening heeft bestaan tus-
schen den raad en burgemeester en wethouders of spr.
Hij betreurt dit niet, doch is er dankbaar voor, want
du choc des opinions jaillit la verité.
Wanneer men een zaak voor oogen heeft, behoeft men
't niet altijd eens te zijn over de wijzeom tot dat doei
te geraken wanneer het verschil van meening maar
behoorlijk gemotiveerd is, en hiernaar hebben burgemeester
en wethouders en spr. steeds gestreefd. Wie gelijk had kan
niet terstond worden beslist, maar zal eerst later in de
toekomst blijken. Het is in deze vergadering nooit ge
weest een strijd om gelijk te hebben maar een streven
om te doenwat ieder lid naar de inspraak van zijn
geweten het meest in het belang van de gemeente achtte.
Spr. behoeft zeker niet te verzekeren dat ook in het
vervolg dit zijn streven zal zijn en hij alle krachten zal
aanwenden, om het gemeentebelang te bevorderen.
Hij gevoelt het echter diep, dat dit streven ijdel zal
zijn indien hij niet naar belmoren wordt gesteund door
burgemeester en wethouders, door den raad en door den
secretaris.
Indien hij dien steun mag genieten, dan twijfelt hij er
niet aan, of zijn werk zal ook in de volgende jaren strek
ken tot bevordering van het belang der gemeente. Dit
zal althans zijn eenig doel zijn.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verleenen van pensioen aan M. de Jong eervol ont
slagen metselaar bij de gemeentewerken
2. alsboven tot publieke verhuring van terrein Achter
de Hoven.
Deze voorstellen worden ter visie gelegd, om in eene
volgende vergadering te worden behandeld
3. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van liet grondplan voor de bebouwing langs liet
nieuwe kanaal en van de voorwaarden tot uitgifte van
bouwterreinen aan weerszijden van het kanaal.
Wordt besloten, dit voorstel, dat voor de leden ter
visie heeft gelegen heden te behandelen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
van het voorstel van burgemeester en wethouders lot on
bewoonbaarverklaring van woningen in de Amelandsbuurt
nos. 20222426283032363846 en 48.
De commissie deelt mede, dat deze woningen alle aan
de waterleiding zijn aangesloten, zoodat zij voorstelt, ge
noemde perceelen niet onbewoonbaar te verklaren.
Burgemeester en wethouders deelen mede, dat zij naar
aanleiding van den inhoud en de conclusie van het rap
port der commissie niet verder aandringen op aanneming
van hun voorstel.
Zonder discussie wordt overeenkomstig het voorstel der
commissie besloten.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders lot onder-
handsche verpachting van eenige bruggen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
voorbehoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten
voor den tijd van 12 Mei 1898 tot 12 Mei 1899 onder
hands te verpachten de opkomsten van de Vlietsterbrug
aan F. Kramer voor 107Boomsbrug aan H. Renses
voor f 77.50 IJzeren ophaalbrug aan P. Schaaf voor
25, Poppebrug aan S. de Boer voor f 5, Blauwebrug
aan M. Koen tegen het genot van de bruggelden en
eene vergoeding van f 25 uit de gemeentekas
en voorts op door burgemeester en wethouders vast te
stellen voorwaarden.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot in-
gtbruikgeving van schoolbanken borden enz.ten behoeve
van de Rijks-landbouwwinterschool.
Burgemeester en wethouders stellen voor, behoudens
goedkeuring van Gedeputeerde Staten ten behoeve van
de Rijks-landbouwwinterschool, de in de daarvoor afgestane
lokalen in het gymnasium aanwezige kachels, schoolbanken,
borden en gordijnen in gebruik af te staan, onder voor
waarde, dat de gemeente voor hare rekening zal nemen
het leveren der brandstoffenhet aanleggen en stoken
der kachelshet onderhoud van de kachels en gordijnen
en het schoonhouden der lokalen tegen eene vergoeding
van het Rijk van f 95 per cursus en per lokaalen het
Rijk zorg drage voor het onderhoud van de schoolbanken
en borden.
De heer de la Faille zegt, dat bekend is, dat tusschen
burgemeester en wethouders en curatoren van het gymnasium
correspondentie is gevoerd omtrent eenige nadere maat
regelen in verband met het onderwijs aan de landbouw-
winterschool, waarvoor een gedeelte van het gymnasium
gebouw in gebruik is afgestaan. Die maatregelen betroffen
o. a. het gebruik van schoolbanken, borden, gordijnen enz.,
ten behoeve van die school. Blijkens bij de stukken over
gelegde missive, hebben curatoren geen bezwaar gemaakt
tegen de ingebruikgeving van die voorwerpen.
Burgemeester en wethouders hebben in hun voorstel
echter niet gesproken over de diensten van den concierge
van het gymnasium ten behoeve van de landbouwschool
voor de verwarming, het schoonhouden enz., welke m
diezelfde correspondentie door hen zijn aangevraagd.
Curatoren gaven ook hieromtrent inlichtingen aan burge
meester en wethouders, en deelden hun mede, er geen
bezwaar tegen te hebben voor zoover die diensten vielen
buiten de schooltijden aan het gymnasium.
Is het de bedoeling, dat van die diensten zal worden
gebruik gemaakt Zoo jais dan in de vergoeding van
95 door liet Rijk te betalen begrepen de belooning
van den concierge voor de buitengewone diensten
Spr. zou gaarne willen wetenhoe burgemeester en
wethouders in dezen denken te handelen. Willen zij die
werkzaamheden niet aan den concierge, maar aan een
ander persoon opdragen dan moet spr. hun toch wijzen
op de moeilijkheden, die hieruit kunnen ontstaan.
De omstandigheid doet zich voor, dat de heer Bonnema,
leeraar aan het Gymnasiumook werkzaam is aan de
landbouwwinterschool. Curatoren hebben geen bezwaar
gemaaktdat hij voor laatstbedoeld onderwijs gebruik
maakt van de instrumenten enz.op het gymnasium ter
zijner beschikking gesteld.
Nu is het noodig, dat de concierge, die hem bij zijno
lessen aan de leerlingen van het gymnasium hulp verleent,
ook adsisteert bij zijn onderwijs aan de landbouwwinter
school. Hiervoor zal hy toch eene extra beloohing moeten
hebben.
Spr. vraagt nu of burgemeester en wethouders hier
omtrent reeds eene beslissing hebben genomen.
De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wet
houders deze zaak in tweeën hebben gesplitst. De werk
zaamheden aan de verlichting en verwarming van de
lokalen der landbouwwinterschool verbondenaan den
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 December 1897. 161
eenen en de diensten van den concierge van het gym
nasium, aan den beer Bonnema bij diens lessen aan die
schoolaan den anderen kant.
Het eerstgenoemd werk hebben burgemeester en wet
houders gemeend te moeten opdragen aan een werkman
bij de gemeentewerken. Bij het inslaan van turf in het
gymnasium kon natuurlijk niet worden gerekend op het
gebruik der lokalen voor de landbouwwinterschool. Do
brandstoffen voor deze school moeten dus van een andere
plaats worden aangevoerdhetgeen het best door een
werkman der gemeente kan geschieden.
De belooning voor de bovenomschreven diensten van
den concierge van het gymnasium kon worden gevonden
uit de door het Rijk te betalen vergoeding voor ingredi
ënten enz.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een verzoek van IJ. Tijsmahuurder van de
zathe en landen aan het Kalverdijkje en van G. J. Nieuw-
landhuurder van de zathe en landen de Magere Weide
om restitutie en vermindering van huur.
De adressanten verzoeken, restitutie te willen verleenen
van de pachtsommen over het loopende huurjaar en voor
de resteerende huurjaren de pachtsommen der door hen
bewoonde zathen en landen naar de tegenwoordige huur
waarde door deskundigen te doen bepalen.
Burgemeester en wethouders stellen voordit verzoek
te wijzen van de hand.
Zonder discussie wordt dienovereenkomstig besloten.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tol wijziging
van het grondplan voor de bebouwing langs het Nieuwe
Kanaal en van de voorwaarden lot uitgifte van bouwter
rein langs dat kanaal.
(Zie bijlagen nos. 27 en 28 tot het verslag van 's raads
handelingen.)
Burgemeester en wethouders stellen voormet inacht
neming van enkele door den heer Duparc aangegeven
redactie-wijzigingen te besluiten
I. In het grondplan van bebouwingvastgesteld bij
raadsbesluit van 2 Maart 1896, no. 3, sub 4° lett. 6, te
doen vervangen door de volgende bepaling
die, ten noorden van het geprojecteerde grasveld, benevens
den weg ten oosten van blok IX, van 12 meter,
die, tusschen de blokken VIII en IX, van 11 meter,
diein het verlengde van de Hellingbuurt en die, ten
noorden en oosten van blok V, van 10 meter.
II. In het besluit tot vaststelling der voorwaarden tot
uitgifte van bouwterrein, vastgesteld den 14 April 1896,
no. 18
a. In art. 3 te roieeren de woorden „voor het eerst
met ingang van 1 Januari 1899 en daarna telkens om
de drie jaren".
b. In art. 13, 2e alinea, op het woord „worden" te
laten volgen „behoudens het bepaalde in de vier vol
gende alinea'sen het leesteeken achter het woord
„worden" te doen vervangen door een
c. Op voormelde alinea te doen volgen
Aan de noordzijde van het kanaal behoudt de gemeente
in eigendom de slooton of halve slooten tusschen de
bouwterreinen en de eigendommen van derdenalsmede
één meter breedte langs die slooten gemeten van den
waterkant op 50 centimeter boven Friesch zomerpeil.
Deze uitzondering is niet van toepassing op het noordelijk
gedeelte van blok VI.
De uitgezonderde gedeelten kunnen door burgemeester
en wethouders aan de koopers of verkrijgeis van het terrein
tot wederopzegging in gebruik worden gegeven tegen eene
jaarlijksehe retributie van 10 cent per strekkende meter.
Verder worden aan de noordzijde van het kanaal van
de uitgifte uitgesloten
le. de smalle strook grond gelegen tusschen de blokken
I en II
2e. eene lengte van 10 meter langs den weg gemeten,
te rekenen van eene lengte van 129.5 nieter, gemeten
van uit de westelijke grens van blok II
3e. het terreingelegen ten noordwesten van het
verlegde Molenpad.
d. In art. 16, le alinea, de woorden „huizen gebouwd"
te doen vervangen door„gebouwen gesticht", en in
de 2e alinea „bouwen huis" te doen vervangen door
„stichten gebouw".
e. Aan art. 17 toe te voegen de volgende alinea:
Burgemeester en wethouders hebben het recht, om
terrein van blok II uit te geven voor het stichten van
aanééngesloten gebouwenindien aanvragen daarvoor in
komen. In dit geval zijn daarop van toepassing de bepalingen
van de artt. 11 tot en met 16, met dien verstande, dat
dan de rooilijn wordt bepaald op 5 meter uit en even
wijdig aan den weg en de te stichten gebouwen aan de
zijde van den weg eene breedte moeten hebben van ten
minste 7 meter.
In art. 18, le alinea, het woord „huizon" te doen
vervangen door„gebouwen", en het woord „gebouwd'1
door„gesticht".
g. In te lasschen een nieuw artikel 18bisluidende
Aan koopers van een geheel bouwblok kanop hun
verzoek, door den raad afwijking van de bepalingen van
de artt. 11 tot en met 18 worden toegedaan.
Deze bepaling is niet van toepassing op blok V.
h. In art. 19, le alinea, op het woord „vermeld" te
doen volgen of die volgens art. 186is toegestaan.
i. Art. 33 te lezen als volgtDe raad behoudt zich
het recht voor, de bepalingen van dit besluit aan te
vullen en te wijzigen.
j. De prijslijst te wijzigen en aan te vullen als
volgt
1°. Het vermelde in de kolommen 2 en 3 ten aanzien
van blok II te lezen als volgt
a. het westelijk gedeelte langs den weglang
50 meterƒ5.—
b. liet daaraanvolgende gedeelteter lengte
van 79.5 meter4.
c. liet overige ter uitgifte bestemde gedeelte
(zie art. 13, alinea 6)3.50
2°. Hierop te laten volgenIndien terrein wordt
uitgegeven voor aanééngesloten terreinenworden do
prijzen daarvan bepaald als volgt
o. bet westeiyk gedeelte langs den weg, lang
50 meter6.
6. het daaraanvolgende gedeelteter lengte
van 79.5 meter5.
c. het overige tot uitgifte bestemde gedeelte
(zie art. 13, alinea 6)4.50
3". Aan de prijslijst toe te voegen do volgende alge-
meene bepalingAan de koopers van terreinen wordt
15 °/0 reductie verleend op de in deze lijst vermelde
prijzen of de volgens art. 8 der voorwaarden geboden
koopsommen. Deze reductie zal van den lsten Januari
1899 af telken jare met 1/5 verminderen.
Bovendien zal aan koopers van 1000 tot en met 2000
centiare op de koopsom 10 °/o vermindering worden
toegestaan en bij aankoop van meer terrein 15
De volgens deze bepalingen berekende koopsom strekt
mede tot grondslag voor de berekening van de verschul
digde erfpachtsom volgens art. 7 alinea 4 der voor
waarden.
III. Te bepalen, dat dtze wijzigingen en aanvullingen in
werking zullen treden, dadelijk nadat daarop de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten zal zijn verkregen.
IV. Te besluiten dat aan de vroegere koopers van
terreinen van de bouwblokken VIIVIII en IX eene
restitutie van 15 °/0 van de door hen betaalde koopsommen
zal worden verleend.