Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 8 Maart 1898. van de 2e sectie tot voorzitter de heer Dr. N. Reeling Nu is gebleken, dat bij de begrooting van dit werk. Brouwer en tot leden de heeren Jhr. Mr. V. C. G. van waarop het voorstel van burgemeester en wethouders van Eijsinga, T. Konter, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur. 13 Juli 1897 was gebaseerd, niet kon gerekend zijn op H. Beucker AndreaeMr. A. MenaldaP. A. Wilhelmij de kosten van toezicht bij de uitvoering van dit werk. en J. F. H. Bekhuis; Rapporteurs konden dit niet weten, maar moesten in- dat de begrootingen niet te hoog moeten worden opgevoerd, maar rapporteurs zijn ook van meeuing, dat de begrooting- 3. Benoeming van leden der raadscommissie voor het cijfers niet te laag moeten worden gesteld, in ieder geval stedelijk muziekkorps. 200 dat in de meeste gevallen de aannemingssom de begrooting niet te boven gaat. Het resultaat der stemmingen is, dat tot leden dezer voorts is uit het schrijven van den directeur ge- commissie worden benoemd de heeren Mr. J. L. van bleken. 'lat na he* bes'ult va" de» raad' °,nl 'ot dlt werk Sloterdijck, D. Tigler Wijbrandi, Mr. H. D. van Ketwich ovor. te Saan door, burgemeester en wethouders eemge Verschuur en Jhr. Mr. V. C. G. van Eijsinga. ieder met «ijzrgmgen in bet plan schijnen te zijn aangebracht die 20 stommen zeker ook aanleiding tot verhooging der kosten hebbon gegeven. An- i i Met het oog vooral op dit laatste punt, zijn rapporteurs 4. Benoemmq van een onderiuiizer aan de (lemeente- f iv ti versterkt in hunne overtuiging, dat het wenschelijk ware school no. 10 (vacature J. Zanstrau i geweest, dat burgemeester en wethouders de meening van De uitslag der stemming is, dat 17 stemmen op P. den ™ad eerat lladden ingewonnen, vóórdat tot de aan- Geertsma en 4 stemmen op C. Stuvel zijn uitgebrachtbesteding werd overgegaan, zoodat eerstgenoemde wordt benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burge- De Voorzitter doet opmerkendat de heer Beucker meester en wethouders worden bepaald. Andreae, behalve de door hem gememoreerde omstandig heden heeft voorbij gezien datsedert het besluit van 5. Jlapport der raadscommissie omtrent hel onderzoek den raad, in de laatste maanden de prijzen van bazalt en van eene wijziging der gemeente-begrootingdienst 1898. van vurenhout zijn gestegen. Dit heeft natuurlijk veel tot De commissie deelt mede, dat het onderzoek haar aan-1 eene hoogere aannemingssom bijgedragen. leiding tot eene opmerking gaf. In uitgaaf wordt gebracht ]je beraadslagingen worden gesloten, een post tot een bedrag van 9300 ten dienste der aan te brengen walmuur te Dronrijp Het voorstel der commissie wordt hierop zonder hoofde- de belichting blyktdat door den raad hier- Ujke stemmi aangenonien. voor was toegestaan 8000, maar dat de aannemings- J som bedraagt f 8988. als gevolg van de hooger geworden f prijzen der te verwerken specieen dat nog dient in 6- ""l'P0''1 drr raadscommissie omtrent de rekening berekening te worden gebracht de belooning van een en verantwoord,ng over het beheer van den Stads-of Brin- opzichter geraamd op f 312. sentuindienstjaar 189/. De commissie acht het moeielijk aan te nemendat destijds bij de berekening de belooning van den opzichter De commissie stelt vooronder dankbetuiging aan is weggelatenmaar buitendien komt het haar voor, dat j burgemeester en wethouders voor hun met zorg gevoerd het verschil tusschen de door den directeur der gemeente- beheer, de rekening van den Stads- of Prinsentuin over werken gemaakte berekening en de som die nu blijkt 1897 goed te keuren tot een bedrag in ontvangsten van noodig te zijn, te groot is, om daarop niet met een enkel f 6888.597, in uitgaven van f 5744.10' 2 alzoo met woord te wijzen. een batig saldo van f 1144.49. Het ware naar het oordeel der commissie wenschelijk geweest, dat in deze vooraf de opinie van den raad warej Dienovereenkomstig wordt besloten, gehoord. Het had toch kunnen zijn, dat, met het oog op de hooge kosten de raad zou besloten hebben op zijn Wordt opgemerktdat de wethouders tot dit besluit eens genomen besluit terug te komen om een minder nje{ hebben medegewerkt, kostbaar plan daarvoor in de plaats te stellen. De comraisie heeft gemeend deze opmerking te moeten n r> a i i i ïi." La. i i-i i 7. Rapport der commissie omtrent het onderzoek van maken opdat in het vervolg zooveel mogelijk zal worden m<e na,Z machti i Ull hel doKn van a,_ m gezorgd, dat de begrootmgscijfers met blijven beneden de fl ,,fi b 'oting van het stads-ziekenhuis, aannemingssommen. dienst 1897 /.ij stelt voor, burgemeester en wethouders uit te noodigen, van deze opmerking nota te nemen, en overigens de voorgestelde wijziging der begrooting goed te keurenWordt besloten, de gevraagde machtiging te verleenen. tengevolge waarvan de ontvangsten worden geraamd op 933,468.37, de uitgaven op 933,465.67, en een waar- 8. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek schijnlijk batig saldo van f 2.72. van eene aanvraaq van den schuttersraad om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen op de begrooting De beraadslagingen worden geopend. van de d.d. schutterijdienst 1897. De heer Beucker Andreae verklaart, oak namens zijne Overeenkomstig het voorstel der commissie wordt be- mede-rapporteursdat het hun genoegen deedbij de s|otel)i <}e gevraagde machtiging te verleenen. stukken aan te treffen eene missive van den directeur der gemeentewerken, die daarbij toelichtte, wat aanleiding9. De legger van onderlioudplichtigen van den Dok- heeft gegeven, dat de aannemingssom voor het maken van 1 kumer trekweg en van de daarin gelegen bruggen. een bazaltmuur in den Harlinger trekweg te Dronrijp de begrooting te boven ging. Hierdoor is in deze zaak meer Zonder discussie wordt deze logger voorloopig vast- licht verkregen. gesteld. Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwardenvan Dinsdag 8 Maart 1898. 25 10. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een adres van F. Broersma e. a.in houdende het verzoek om medewerking lot het verbeteren van de sloot langs den Ilollandersdijk. Bij raadsbesluit van 8 Februari j.l. werd ten tine van advies in handen van burgemeester en wethouders gesteld een adresd.d. 26 Januari 1898met memorie van toe lichting, van F. Broersma en 10 anderen, eigenaars en bewoners van perceelen aan den Hollandersdijk onder Hnizum, inhoudende bet verzoek te willen bevorderen, dat een gedeelte van de sloot, gelegen langs dien weg, worde overwelfd en de weg verbreed, 't zij door het rijk, hetzij door het rijk en de betrokken gemeenten. Naar aanleiding van dit verzoek deelen burgemeester en wethouders mede, dat de Hollandersdijk is gelegen in de gemeente Leeuwarderadeel. Een gering gedeelte der sloot langs de noordzijde van dozen dijk behoort over de halve breedte aan eigenaren van in deze gemeente staande huizen, welke eigenaren ook met het onderhoud dier halve sloot zijn belast. De wederhelft dier sloot behoort bij den weg van den rijksweg naar de perceelen van adres santen. Adressanten hebben zich in 1897 met een gelijk verzoek als het onderhavige gewend tot Gedeputeerde Staten. Blijkens resolutie d.d. 6 Januari 1898 no. 55, heeft dat college geene termen gevonden om in betrekking tot deze zaak handelend op te treden. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heeft zich evenwel niet ongenegen verklaard, zijne medewerking tot verbetering te verleenen, indien, hetzij de gemeentebesturen, hetzij andere belang hebbenden orntren t de te nemen maatregeleneen aan nemelijk voorstel doen. Burgemeester en wethouders brengen in herinnering dat bij raadsbesluit van 11 Juni 1895, naar aanleiding van een verzoek tot demping van de sloot langs den Hollandersdijk adressanten zijn verwezen naar de onder lioudplichtigen van dezen weg en de sloot. Burgemeester en wethouders zijn van meening, dat het bestuur der gemeente Leeuwarderadeelaan wie toch de zorg voor de instandhouding, bruikbaarheid en veiligheid van den Hollandersdijk is opgedragen, zijne medewerking behoort te verleenen tot verbetering van den toestand. Dezerzijds kan daarop geen invloed worden uitgeoefend. Zoo dikwijls zulks noodig werd geacht, zijn de onderlioud plichtigen van de halve sloot op het grondgebied dezer gemeente aangemaandom voor een voldoend onderhoud zorg te dragen. De bemoeiingen van burgemeester en wethouders konden zich niet verder uitstrekken. Burgomeester en wethouders stellen voor, te besluiten aan de adressanten te berichtendat de raad geene termen heeft gevonden, omtrent de te nemen maatregelen tot verbetering van den Hollandersdijk, hetzij zelfstandig, hetzij met het gemeentebestuur van Leeuwarderadeel of andere belanghebbenden een voorstel aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid te doen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dien overeenkomstig besloten. 11. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot wijzi ging en opnieuw vaststelling van de verordening, regelende het getal en de bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretariezoomede van de beambten voor den ver,teren dienst in het gemeentehuis. (Zie bijlage no. 5 tot het verslag van 's raads hande lingen.) Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt vast gesteld navolgende VERORDENING, regelende het getal en de bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretarie van Leeuwarden zoomede van de beambten voor den verderen dienst in het gemeentehuis. Art. 1. Ten behoeve der secretarie van de gemeente Leeuwarden kunnen worden aangesteld a. op het hoofdbureau twee commiesen, ieder op eene jaarwedde van f 1200 tot f 1500 drie adjunct-commiesenieder op eene jaarwedde van 800 tot 1200 zes klerkenieder op eene jaarwedde van 400 tot 800 b. op het bureau van den burgerlijken stand twee adjunct-commiesen, ieder op eene jaarwedde van 800 tot 1200; twee klerkenieder op eene jaarwedde van f 400 tot f 800. De nadere bepaling van het bedrag der jaarwedden geschiedt door burgemeester en wethouders. Art. 2. Ten dienste van het gemeentebestuur, zoomede van de bureaux der secretarie en voor den verderen dienst in het gemeentehuiskunnen worden aangesteld twee bodenieder op eene jaarwedde van f 600 een concierge, op eene jaarwedde van f 600, benevens vrije woning in hot gemeentehuis, vuur, licht en vrijdom van de rijks personeele belasting. Art. 3. Deze verordening treedt in werking den 1 April 1898, met welk tijdstip vervalt de verordening, vastgesteld den 24 Maart 18S1 (Gemeenteblad no. 5), gewijzigd bij raads besluiten van 8 November 1883 (Gemeenteblad no. 20), 22 September 1891 (Gemeenteblad no. 20) en 25 October 1892 (Gemeenteblad no. 13). 12. Voorstel der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningentot aanvulling van de verordening op het bouwen en op het inrichten van woningen en tegen het bewonen van voor de gezondheid nadeelige of voor het leven gevaarlijke woningen. (Zie bijlagen nos. 4 en 6 tot het verslag van 's raads handelingen.) De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Troelstra erkent, dat de door de commissie ontworpen verordening tot aanvulling van de verordening op het bouwen en op het inrichten van woningen in vele opzichten tot verbetering zal kunnen leidenmaar dit neemt toch niet weg, dat hij aanleiding heeft gevonden om aan de commissie enkele inlichtingen te vragen. In de eerste plaats had spr. gaarne gezien, en voor eene gemakkelijke uitvoering bevorderlijk geacht, dat alle bepalingen, het bouwen betreffende, in één verordening waren opgenomen. Men zal in het vervolg te doen heb ben met de bouwverordening van 1888 en metdeonder- werpelijke verordening tot aanvulling, terwijl men ten opzichte van het bouwen ook nog zal te letten hebben op art. 58 der verordening, houdende algemeene bepalingen van politie. Dit dunkt spr. niet bevorderlijk voor eene toepassing in de practijk. Hij zal echter hierin nu wel moeten berusten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1898 | | pagina 2