44 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 12 April 1898. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders lot hel verleenen van eervol ontslag aan den onderwij:' r W. .1. Zanstra. Wordt beslotenaan W. J. Zanstra op verzoek mot ingang van 1 Mei 1898eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan de gemeenteschool no. 4. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders om eenige voorwerpen ran de gemeente in bruikleen te staan voor de tentoonstelling van vrouwenarbeid te 's Gravenhage. Wordt besloten aan het bestuur van de Historische afdeeling van de Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid, in den aan staanden zomer te 's Gravenhage te houdeneenige aan de gemeente behooronde teekeningen, portretten en boek werken van Friescbe schrijfsters voor deze tentoonstelling in bruikleen af te staan onder voorwaarde 1. dat de kosten van verpakking, verzending, verze kering tegen brandschade en diefstalwederinpakking en terugzending komen voor kosten van den adressant 2. dat het bestuur der afdeeling verantwoordelijk worde gesteld voor alle schade, aan de voorwerpen tijdens de reis en het verblijf op de tentoonstelling toegebracht 3. dat de waarde der voorwerpen door den archivaris worde bepaald en aan hem overgelaten, welke portretten, teekeningen enz. zullen worden afgestaan. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot in- gebruikgeving van het terrein ten westen van het beurs en waaggebouw voor eene tentoonstelliing van konijnen. Zonder discussie wordt besloten aan de Vereeniging tot bevordering van Nijverheid, Landbouw, Veeteelt en Tuinbouw, alhier, bovengemeld terrein in gebruik af te staan voor het houden van eene tentoonstelling van konijnen op 2930. en 31 Mei e.k. en toestemming te verleenen dat terrein af te sluiten van Vrijdag 27 Mei 1898, des namiddags 3 uur, tot Donderdag den 2 Juni d.a.v.'s middags 12 uur, onder voorwaarde, dat het terrein vóór den 3 Juni e.k. in den vorigen toestand moet zijn teruggebracht ten genoegen van burgemeester en wethouders. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende demping van eene sloot Achter de Hoven en verharding van den weg aldaar. W. Lachnietgardenier alhierheeft bij missive van 18 December 1897 hot gemeentebestuur in kennis gesteld met zijn voornomen om zijn huis met gardeniersland gelegen aan den weg Achter de Hovenpubliek te verkoopen. Aangezien het twijfelachtig werd geacht, of die pcrceelen, als zij als bouwterrein werden verkocht, wel meer zouden opbrengen dan dat ze als woonhuis met gardeniersland ten verkoop werden aangeboden wenschte hij die eigen dommen op tweederlei wijze te veilen I. de huizinge met het gardeniersland als één perceel en II. de huizinge mot erf in één perceel en de op het terrein aangeduide perceelen, aan den weg Achter de Hoven, in vijf gedeelten voor hot stichten van woonhuizen en het daarachter lig gende land in twee perceelen als gardeniersland. In geval bij den verkoop mocht blijken, dat de tweede wijze van veiling eene hoogero opbrengst gaf dan de eerstgenoemdezoude de sloot tusschen don weg en het bouwterrein moeten worden gedempt, teneinde tot de te stichten woningen toegang te kunnen krijgen. Om aan dit plan uitvoering te kunnen geven, verzocht W. Lachniet te mogen vernemen, onder welke voorwaarden vergunning zoude kunnen worden verleend tot demping der bovenbedoelde sloot. Teneinde te voorkomen, dat bij stichting van woningen op dat terrein de afwatering daarvan ongerogeld zoude blijvenhebben burgemeester en wethouders aan den adressant te kennen gegevendat zij bereid warende veroischte vergunning tot demping te verloenen indien hij zich bij eene door den raad later goed te keuren overeenkomst verbond, om in het te verkoopen bouwterrein riolen aan te leggen tot afvoer van het water naar de Potmarge. Het bij de stukken ovorgelegd contract is van de onderhandelingen het gevolg geweest. Zooals daaruit blijktheeft Lachniet daarbij ook de verplichting op zich genomen, om, nadat aan de voorwaarde van rioleering en demping was voldaande gedempte sloot aan de gemeente in eigendom over to dragen, terwijl de kosten van overdracht ten laste van de koopers der bouwterreinen komen. De gemeente zal het recht hebben een riool, tot afvoer van watervan den weg aan te sluiten aan het door Lachniet te leggen rioolterwijl zij verplicht zal zijn, op de gedempte sloot eene bestrating aan te leggen en te onderhouden. Den directeur der gemeentewerken is opgedragen eene begrooting op te maken van de kostenvereischt tot verharding van het terrein dor gedempte sloot met straat paden van den weg naar de te stichten woningen en van de afwatering van den weg. Volgens die begrooting bedragen de kosten van eene gestrate goot van 50 centimeter breedte, langs den weg, naar beide zijden afwaterende, van straatjes van de per ceelen bouwterrein no. 2 tot en met 6 en van de bepui- ning en hot begrinten van den overblijvenden grond f 300. Zooals uit de situalie-teekening blijktis de weglangs het vroegere gardeniersland gelegen, zeer smal. Door de demping der sloot en overdracht van het gedempte terrein aan de gemeentezal de weg aldaarin het belang van het verkeer, belangrijk kunnen worden verbreed." Deze verbetering is vooral hier gewenschtomdat be doeld gedeelte weg een gebogen richting heeft. In verband daarmede en met het oog op de goede regeling van den afvoer van water van de bouwterreinen, zijn burgemeester en wethouders van meeningdat dit eene tinantiecle opoffering van f 300 voor de gemeente waard is. Onder mededeeling van het vorenstaande, stellen burge meester en wethouders voorte besluiten I. goed te keuren de overeenkomst den 4 Januari 1898 verleden voor den notaris Andringa alhierin afschrift overgelegdmet dien verstandedat de woorden„de alsdan te maken bestratingLeeuwarden", worden gelezen als volgt„de alsdan te maken verharding met afwatering van dit terreinbenevens het aanleggen der klinkervoetpaden naar de perceelen der kooperskomen geheel ten laste van de gemeente Leeuwaiden, die" enz. II. burgemeester en wethouders te machtigen tot het doen aanleggen van eene goot op de te dempen sloot tusschen het gardeniersland van W. Lachniet en den weg Achter de Hoven, en van straatjes van de bouwter reinen no. 2 tot en met 6 tot den wegtot het laten bepuinen en begrinten van den grondtusschen de go- projecteerde straatjes gelegen er voor de uitvoering dier werken een cfediet te verleenen van f 300. De beraadslagingen worden geopend. De heer Reeling Brouwer wenscht eenige toelichting te geven op de nader door burgemeester en wethouders aangebrachte wijziging in de conclusie van hun voorstel. Hunne bodoeling ishier ter plaatse een toestand te scheppen ongeveer gelijk aan dien langs de woningen ten westen van dit terrein gesticht. Nu is in hot contract, dat opgemaakt istoen nog niet bekend was hoe het terrein van Lachniet zou worden verkochtopgenomen eene bestrating langs de gedempte sloot. Burgemeester en wethouders wcnschen geene bestrating op de gedempte Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 12 April 1898. 45 sloot aan te brengenmaar die ruimte te verharden. Zij meenen eene kleine financicole opoffering van wege de gemeente te mogen voorstellen om daar ter plaatse waar de weg vrij smal is, een goeden rijweg te verkrijgen. De beraadslagingen worden weder gesloten. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 11. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver koop van eenige spoorstaven en wagentjes aan L. J. Fokkens te Britsum. Deze voorwerpen zijn gebruikt voor den aanleg der werken aan weerszijden van het Nieuwe Kanaal. Burgemeoster en wethouders hebben tegen den verkoop geen bezwaar, en stellen voor, 3 spoorwagentjes200 meter spoorstavenwaaronder twee lengten krom en een wissel, voor den prijs van f 340 te verkoopen aan L. J. Fokkenstimmerman te Britsum. Hiertoe wordt zonder discussie besloten. De voorzitter sluit do vergadering. Stoom Doek- en Steendrukkerij van N. Miedeina Co., Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1898 | | pagina 2