j (Gemeenteblad no. 24)en 58 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 Mei 1898. 3. voorstel van burgemeester en wethouders tot liet verleenen van vergunning aan het kerkbestuur der Paro chie van den H. Bonifacius en Gezellen tot aanbrenging van een stankvrije kolk in de openbare straat vóór perceel Bagijnestraat no. 60 4. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van eene wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1898 5. Rapport der reclame-commissie omtrent bezwaar schriften tegen aanslagen in den H. O., dienst 1898. Wordt besloten de stukken sub 3, 4 en 5 ter visie te leggen, om ze in eene volgende vergadering te behandelen 6. een voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhandsche verpachting van perceelen grasgewas; 7. alsboven tot vaststelling van een adres aan de Prov. Staten om het onderhoud van den Dokkumertrekweg c.a. te nemen ten laste der Provincie. Wordt besloten, de stukken sub 6 en 7, die voor de leden ter visie hebben gelegen, heden te behandelen; 8. een adres van het bestuur der afd. Leeuwarden van den Nederl. Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn houdende instemming met het raads besluit tot onderzoek van den omvang van de prostitutie in deze gemeente. Wordt gevoegd bij de vroeger ingekomen adressen. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der 7'aadscommissie omtrent het onderzoek der rekening en verantwoording van de Kamer aan koophandel en fabriekenover 1897. Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten deze rekening goed te keuren tot een bedrag in ontvang en uitgaaf van f 349.661. Wordt opgemerkt dat de heer Duparc, secretaris der Kamerniet tot het nemen van dit besluit heeft mede gewerkt. 2. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van de stads-armenkamerdienst 1897. Wordt besloten a. de rekening en verantwoording der stads-armenkamer en die van het stads-armhuisdienstjaar 1897, goed te keuren in ontvang tot een bedrag van44,037.99 in uitgaaf 42,940.79£ gevende een voordeelig saldo van f 1,097.19£ weJk saldo overgebracht dient te worden op den dienst van 1898 onder de inkomsten van bijzondere fondsen zooals is gespecificeerd aan het slot der rekening b. aan heeren voogden der stads-armenkamer 'sraads dank te betuigen voor hun zorgvuldig en nauwkeurig beheer. Wordt opgemerktdat de heer Menaldavoogd der stads-armenkamer, niet tot het nemen van dit besluit heeft medegewerkt. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot toe- i kenning van pensioen aan M. van den Berg. Zonder discussie wordt besloten aan M. van den Berg, eervol ontslagen arbeider bij den stads-reinigingsdienst, een jaarlijksch pensioen van f 174 te verleenen, in te gaan den 1 Juni 1898. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan het bestuur der Coöperatieve Sloomzuivelfabriek vergunning te verleenen tot het gebruik maken van eene barie bij dc 2e Kanaalbrug. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten aan het bestuur der Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Leeuwarden tot wederopzegging, uiterlijk voor den tijd van 5 jaren, gerekend te zijn ingegaan den 21 April 1898, vergunning te verleenen bij harden wind gebruik te maken van de ten oosten der 2e kanaalbrug door de gemeente aangebrachte barte, voor het lossen en laden van zuivel producten onder voorwaardedat de adressant in do meerdere kosten van onderhoud der barte bijdrage eene som van ƒ6 per jaar, telkens vóór of op den 12 November, voor het eerst vóór of op 12 November 1898 te storten ten kantore van den gemeente-ontvanger. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan S. Dijkstra vergunning te verleenenvóór het perceel Nieuweweg no. 5 een sloep te leggen op gemeentegrond. Burgemeester en wethouders stellen voor, te besluiten aan S. Dijkstra tot wederopzegging in gebruik af te staan eene strook gemeentegrond ter lengte van 5.40 meter en 1.25 meter breedte vóór en aansluitendo tegen het hem in eigendom behoorend perceel plaatselijk bekend Nieuweweg no. 5ten einde op die strook grond eene stoep te leggen onder voorwaarden a. dat de stoep van klinkersteen gemetseld en volgens door don directeur der gemeentewerken aan te geven hoogte en rooiing moet worden gelegd b. dat de adressant jaarlijks vóór of op den 12 November, voor het eerst vóór of op den 12 November 1898ten kantore van den gemeente-ontvanger moet betalen eene recognitie van 1 als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den in gebruik afgestanen grond. Zonder discussie wordt dienovereenkomstig besloten. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende onderhandsche verpachting van perceelen grasgewas. In de raadsvergadering van 26 April j.l. werden burge meester en wethouders gemachtigd het grasgewas van eenige plantsoenen en bermen langs gemeentewegen onderhands te verpachten aan daarvoor geschikte personen, voor sommen en onder voorwaarden door burgemeester en wethouders te bepalen. Gedeputeerde Staten aan wier goedkeuring dit besluit is onderworpen deelden bij resolutie d.d. 5 Mei j.l. no. 45, 2e afd., mede, dat op de daarin aangehaalde gronden het besluit niet voor goedkeuring vatbaar is. Zij deden daarbij echter reeds toezeggingdat zij aan eenna het voorbereiden der pachtovereenkomsten te nemen raadsbesluit om tot zoodanige verpachting over te gaan hunne goedkeuring zullen verleenen. Ter voldoening aan die resolutie stellen burgemeester en wethouders nu, onder overlegging der pachtvoorwaarden, waarin de onderscheiden perceelen zijn vermeld, voor, te besluiten aan de navolgende personen de achter hunne namen vermelde perceelen grasgewasvoor de daarbij gevoegde sommen, over het tijdvak van 1 Mei tot 12 November 1898 onderhands te verpachten Johannes Wijbenga perceel 1 voor f 7.35 dezelfde 3 4.10 Anne Buursma 2 17.25 Jan Wiebenga 4 15. dezelfde 12 25. Johannes Poelsma 5 8. dezelfde 6 3.50 Jacob S. Tjepkema perceel 7 en 8 17.55 H. G. Alves 9 sub b 2.50 G. J. de With perceel 10 10. Feiko Vuist 11 26.50 H. de Vos 13 7. J. B. Wiebenga 14 7.50 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Mei 1898. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling van een adres aan de Provinciale Stalen, om het onderhoud van den Dokkumertrekweg c. a. te nemen ten laste van de provincie. (Zie bijlage no. 10 tot het verslag van 's raads hande lingen.) De beraadslagingen worden geopend. De heer van Sloterdijck heeft het woord gevraagd, om tot burgemeester en wethouders eene vraag van onderge schikt belang te richten. In de tweede kolom op pag. 2 van het ontwerp-adres staatde instandhouding van den trekweg is een provinciaaldie van de landen een privaat belang. Spr. vermoedt dat hier een schrijffout in schuilt, en dat voor het woord „provinciaal" moet worden ge lezen „algemeen". De raad zou, door van „provinciaal belang" te spreken, vooruit loopen op de zienswijze van de Staten en hoogst waarschijnlijk van die zijde worden bestreden. De Voorzitter zegt, dat de opmerking van den heer van Sloterdijck juist is. Het woord „provinciaal" is een lapsus calami. Men zou de instandhouding van den trek weg wel een interprovinciaal belang kunnen noemen. Spr. deelt mede, dat burgemeester en wethouders het woord „provinciaal" doen vervangen door „algemeen". Het adres wordt nu zonder verdere discussie vastgesteld. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vervallen verklaring van de verordeningen betreffende de overdekte vischmarkt. (Zie bijlage no. II tot het verslag van 's raads han delingen.) Burgemeester cn wethouders stellen voor, deze veror deningen in te trekken met ingang van 1 Juni e.k. De heer Duparc is van meening, dat sub 1 zal dienen te worden gewijzigdwat betreft den daarbij gestelden 1 termijn van 1 Juni a.s. voor de intrekking van het daar bij vermelde besluit tot heffing enz. van een recht voor het gebruik van de vischmarkt. Het besluit tot afschaf fing van eene belasting moet, ingevolge art. 234 der ge meentewet, evenzeer als dat tot invoeren of wijzigen eener belasting, koninklijk worden goedgekeurd en nu is het te voorzien, dat deze goedkeuring niet vóór 1 Juni a.s. zal zijn verkregen. Er zal een later dagteekening voor de intrekking van het besluit dienen te worden gesteld, tenzij worde bepaalddat het tijdstip, waarop het Raadsbesluit na bekomen koninklijke goedkeuring in werking treedt door burgemeester en wethouders wordt bepaald. De heer Troelstra zegt, dat bij de samenstelling van i dit voorstel op de door den heer Duparc bedoelde om standigheid niet is gelet. Tegen wijziging van den datum van intrekking bestaat geen bezwaar en spr. stelt voor dien te stellen op 1 Augustus e.k. Dienovereenkomstig wordt het voorstel gewijzigd. Over het voorstel wordt verder geen discussie gevoerd en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten 1°. met ingang van 1 Augustus e.k. in te trekken en i alzoo als vervallen te verklaren a. do verordeningregelende het gebruik van de overdekte vischmarkt te Leeuwarden, vastgesteld den 10 November 1891 (Gemeenteblad no. 23); b. het besluit tot heffing en verordening op de in vordering van een recht voor het gebruik van de overdekte vischmarkt te Leeuwardenvan dezelfde dagteekening c. de verordeningregelende de werkzaamheden van den gaarder der vischmarktgelden aan de overdekte vischmarkt te Leeuwarden, mede van dezelfde dagteekening (Gemeenteblad no. 25) 2°. burgemeester en wethouders uit te noodigen aan den raad een voorstel te doen omtrent eene nadere be stemming aan het terrein en het gebouw der vischmarkt te geven. De voorzitter sluit de vergadering. Stoom Bock- en Steendrukkerij van N. Micdema Co., Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1898 | | pagina 2