78 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Zaterdag 9 Juli 1898. mochten zijn opgelegd, terwijl het fonds door den conces sionaris steeds op eene eenvoudige aanschrijving van bur gemeester en wethouders binnen 8 dagen daarna tot het bedrag van f 2500 moet worden aangevuld. Hetgeen van het waarborgfonds bij het einde van de concessie en nadat aan de bepaling van art. 31 is vol daan, zal blijken over te zijn, wordt aan den concessionaris teruggeven. Het geheele waarborgfonds is ten behoeve van de ge meente verbeurdindien de concessionaris op 1 Januari 1900 niet aan de hem bij de concessie of deze voor waarden opgelegde verplichtingen heeft voldaan. Art. 7. Aanleg en constructie, zoowel als onderhoud van weg en werkenblijven voor rekening en risico van den concessionaris, behoudens het recht van burgemeester en wethouders om daarwaar het volgens hun oordeel ge vorderd wordt, of gebreken ontdekt worden, den conces sionaris wegneming dezer gebreken te gelastendie deze onmiddellijk zal moeten herstellen. Behalve het onderhouden van eigen materieel en werken en de bij andere artikelen bepaaldelijk aan hem opge dragen onderhoudswerkenis de concessionaris mede verplichtgeheel op eigen kosten in den besten staat te onderhouden die gedeelten van aan de gemeente be- hoorende stratenwegen en bermendie tusschen de rails en tot op 0.45 M' daarbuiten gelegen zijn, alsook de kunstwerken, die door hem daarin aangebracht zijn. Art. 8. I)e concessionaris is gehoudenvolledig in alle deelen uitgewerkte plannen van alle werken in den openbaren weg ten minste drie maanden vóór het begin van uit voering daarvan aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders te onderwerpen. Vóórdat die goedkeuring op elk onderdeel verleend ismag met den aanleg niet worden begonnen. Van den weg in 't algemeen moeteen overzichtskaart worden overgelegd op een schaal van 1 ii 2500, met aanduiding van alle kadastrale perceelen op en binnen 30 meter ter weerszijden van den weg. Voor zooverre dit nader door burgemeester en''wet houders zal worden gevorderdmoeten van onderdeelen van den weg bovendien teekeningen op een schaal van 1 a 200 worden overgelegd en van kunstwerken op een schaal van 1 a 100een en ander met duidelijke omschrijving. Elke verandering of noodig gebleken wijziging in de in den openbaren weg gelegen werk moet de goed keuring van burgemeester en wethouders hebben ver kregen vóór zij wordt uitgevoerd. Art. 9. De concessionaris is verplicht, de ruimte tusschen de rails, waar burgemeesters en wethouders dit noodig achten, met klinkers te bestraten. Art. 10. Waar de afwatering van den weg of de bermen door ile ophooging of door de spoorstaven mocht worden be lemmerd, moeten, binnen zes weken na de daartoe door burgemeester en wethouders gedane aanschrijving en vol gens hunne aanwijzing, onder den weg de noodige ijzeren buizen met zinkkulken zijn gelegd, voor zooveel noodig met goten van klinkers op hun kant, bij gebreke waar van zulks van gemeentewege op kosten van den conces sionaris zal geschieden. Art. 11. De spoorstaven mogen geene belemmering opleveren voor den overgang van uitwegen naar aansluitende wegen en particuliere eigendommen. Waar deze overwegen niet bestraat zijn moet over drie meter breedte en tot 1.50 meter aan weerszijden van den tramweg daarin door klin kers op hun kant worden voorzien en in dien staat worden onderhouden. Art. 12. Het midden van den tramweg moet minstens 2.50 meter uit het hart van boomen en minstens 2 meter uit den buitenkant van rasterwerkengebouwen enz. verwijderd zijn. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wet houders hierop uitzonderingen toestaan. Art. 13. De te maken wissels moeten geheel buiten de kunst- banen der wegen vallen. In bijzondere gevallen of als burgemeester en wet houders dit noodig voorkomt, kunnen zij hierop afwijking toestaan. Spoorstaven of andere onderdeelen van den tramweg, die in de kunstwegen liggen, mogen noch ter buiten-, noch ter binnenzijde der rails enz., daarboven uitsteken. Waar burgemeester en wethouders dit, met liet oog op gewoon verkeer, noodig achten, zullen de rails moeten worden voorzien van contra-rails. Art. 14. Waar de tramweg waterlossingen kruist, moeten voor rekening van den concessionaris de duikers aldaar worden verlengd, versterkt of afzonderlijke duikers of bruggen gebouwd worden, van voldoende sterkte en afmetingen ten genoegen van burgemeester en wethouderseen en ander behoudens do rechten en verplichtingen van den concessionaris tegenover derden. Art. 15. De concessionaris is gehouden, zich bij de uitvoering der werken in 't algemeen stipt te gedragen naar de voorschriften dezer vergunning en de goedgekeurde ont werpen en bestekken. Kleine noodzakelijke afwijkingen zijn toegelaten mits onder voorafgaande machtiging van burgemeester en wethouders. Alvorens tot de uitvoering van eenig werk over te gaan, verschaft de concessionaris aan burgemeester en wethouders zoovele gewaarmerkte copieën van bestekken en teekeningen als deze noodig zullen oordeelen. Bovendien moet vóór don aanvang van den aanleg der werken de richting en de hoogte van den weg nauw keurig zijn uitgezet en goedgekeurd. Elke schadedie tengevolge van den aanleg of de exploitatie van den tramweg aan de gemeente-eigendom men wordt toegebracht, moet door en op kosten van den concessional is onmiddellijk hersteld worden ten genoegen van burgemeester en wethouders, bij gebreke waarvan dit college bevoegd is, daartoe op kosten van den concessio naris zelf over te gaan. Waar de bestrating wordt opgenomenmoeten de onbruikbaar gebleken steenen door geheel nieuwe beste van dezelfde soort worden vervangen. Bij elke afwijking in de voor de uitvoering gestelde voorwaarden is de concessionaris verplicht, het in strijd daarmede gemaakte op te breken en geheel overeen komstig het goedgekeurde ontwerp opnieuw te maken. Een en ander geschiedt ten genoege van burgemeester en wethouders. De concessionaris volgt de voorschriften op van dat college. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, de werken onmiddellijk te doen staken, zoodra in strijd met de goed gekeurde bestekken of met de voorwaarden dezer ver gunning, of met hunne bevelen gehandeld wordt. Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Zaterdag 9 Juli 1898. 79 Art. 1G. De concessionaris is verplicht, na schriftelijke kennis geving van burgemeester en wethouders, onverwijld die herstellingen aan den weg, de bermen, de kunstwerken enz. aan te brengen, welke door burgemeester en wet- houders noodzakelijk worden geacht, die daarbij een ter mijn stellen binnen welken de berstolling moet plaats hebben. Bij gebreke van herstolling binnen den bepaalden termijn is de gemeente bevoegd, van harentwege het ge brekkig werk voor rekening van den concessionaris te doen verbeteren. Art. 17. De concessionaris zal alle door de gemeente verleende of in het vervolg te verleenen concession voor den aanleg van gas-, water- en telegraatloidingen of andere onder nemingen moeten eerbiedigen. Hij zal de tot dit doel of om andere, volgens het oordeel van burgemeester en wethouders te billijken reden, te verrichten werkzaamheden langs of onder den tramweg moeten toestaan, zonder van de gemeenteof van ondernemingen of van bijzondere personentot het verrichten dezer werkzaamheden be hoorlijk gerechtigd, eenige schadevergoeding te kunnen eischen op grond van stoornis of staking in den dienst, welke daaruit mocht voortvloeien. Evenwel zal in dergelijke gevallen het gemeentebestuur die maatregelen nemen welke het noodig zal oordeelen ter vermindering der beletselen en ter voorkoming zooveel mogelijk van al datgene, wat de rechten en belangen van den concessional is zoude kunnen benadeelen. Art. 18. Indien de uitvoering van deze of gene werken van algemeen nut eene wijziging medebrengt van den open baren weg, met dit gevolg, dat het naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodig is, de richting of de hoogte van de sporen te veranderen, zal de concessionaris tot die verandering gehouden zijn op kosten van die ondernemingenvoor welke die verlangd worden. Indien evenwel die verauderingen noodig zijn voor werkendie rechtstreeks door en voor rekening van de gemeente worden gemaakt, zullen de kosten daarvan ten laste van den concessionaris blijven. Mocht volgens het oordeel van burgemeester en wethouders ook het privaat belang der gemeente eene wijziging van de richting of de hoogte der sporen vorderen, dan zal de concessionaris ook tot die verandering gehouden zijndoch hiervoor zullen hem dan de aan werldoonen en materialen te maken kosten van gemeentewege worden vergoed. Art. 19. De van den tramweg op te ruimen sneeuw mag niet op den kunstweg van den gemeenteweg gebracht worden. Mocht onverhoopt bij sneeuwopruiming van den kunstweg sneeuw op de spoorbaan komen, dan zal de concessionaris daaraan geenerlei recht tot schade vergoeding kunnen ontleenen. Voorts mag niet dan met speciale vergunning van burgemeester en wethouders sneeuw of ijs door kunst middelen, als zout of dergelijke, verwijderd worden. Art. 20. Aan alle aanschrijvingen van burgemeester en wet houders, alsmede aan de bevelen der politie, gedaan naar aanleiding van bestaande of te maken bepalingenten aanzien van den openbaren wegaltijd met eerbiediging van het bepaalde in art. 23, moet terstond worden vol daan, zonder dat het den concessionaris vrij staat, deswege eenige vergoeding voor geleden of beweerde schade in rekening te brengen. Art. 21. Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voor, om aan derden kosteloos vergunning te verleenen tot kruising der tramwegen. Eveneens heeft het gemeentebestuur het recht, tegen nader te bepalen aan den concessionaris te geven vergoe ding en door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden, vergunning te verleenen tot aansluiting van en tot medegebruik van een of meer gedeelten der tram wegen met spoorstaven en kunstwerken gelegen tusschen de Spanjaardslaan en het station der Staatsspoorwegen en van hier tot den Groninger straatweg. De vergoeding zal na verhoor van den concessionaris worden bepaald door drie deskundigen, te benoemen op de wijze zooals in art. 31 is voorgeschreven. Indien de gemeente zelf tot aanleg van een tramweg of tramwegen mocht overgaan zal zij dezelfde rechten hebben onder gelijke bepalingen en voorwaarden. Art. 22. Yoor het maken van bureauxhaltenof stations zoomede voor het vaststellen van los- en laadplaatsen voor goederen en vee, op gemeentegronden, moet de concessionaris zich geheel gedragen naar de voorschriften, welke hem deswege door burgemeester en wethouders zullen worden gegeven. De Willemskade, de Sophialaan, het Zuiderplein en de Grachtswal zullen in geen geval voor bedoelde los- of laadplaatsen gebruikt mogen worden. De verschillende halten en stations worden door te- lephoon- of andere eleetrische geleidingen verbonden. De gemeente zal het plaatsen der telegraafpalen op haren grond langs den weg, op door burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsen dulden zonder ver goeding. De concessionaris is evenweldesverlangdverplicht omwaar telegraafpalen of andere voorwerpen aanwezig zijn, geschikt tot bevestiging der draden, deze, behoudens de rechten van derdendaartoe te bezigen. Art. 23. Er zullen op eiken dag der week ten minste vier en Zondags ten minste twee trammen in iedere richting loopen. De prijs per peisoon zal per kilometer of gedeelte daarvan ten hoogste bedragen voor de eerste klasse 5 en voor de tweede klasse 3 cents. Het personeel der gemeente-politie heeftin dienst zijndevrijdom van vervoer. De reizigers kunnen, zonder daarvoor iets verschuldigd te zijn, in de tramwagens goederen van geringen omvang vervoeren, mits die, ter beoordeeling van den conducteur, door hun inhoud of afmetingen voor de andere reizigers niet hinderlijk zijn. De concessionaris heeft het rechtboven en behalve de treinen der dienstregelingvolks-pleizier- of andere extratreinen als ook goederen- en werktreinen te laten loopen. Art. 24. De wijdte der sporen moet die van normaal spoor wezen, terwijl de inrichting en aanleg zoodanig moet zijn, dat op het station van den Staatsspoorweg aangekomen goederenwagens direct, dus zonder overlading, over den weg kunnen worden vervoerd en tevensdat beladen wagens zonder veel oponthoud langs den tramweg kunnen doorrijden op het Staatsspoor. Art. 25. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, waar dit naar hun oordeel in het belang van het verkeer vereischt wordt, het plaatsen van een wachter voor te schrijven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1898 | | pagina 8