Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 25 October 1898.
rekening van de gemeente te stichten waar voor parti
culieren gelegenheid zal bestaan grootere hoeveelheden
benzine te bergen. Hij zou hiervoor willen bestemmen
bet terrein voor grintberging enz. aan de Dokkumer Ee,
dat door water en gardeniersland is omgeven.
De kosten van deze bergplaats zijn geraamd op ƒ215.
De huur kan ruimschoots opwegen tegen de finantieele
opofferingen der gemeente.
Zoodra de bergplaats gereed iskan bij verordening
worden verboden om meer dan eene zekere hoeveelheid
benzine in een particulier gebouw te bergen.
Burgemeester en wethouders stellen nu voor, te besluiten
op het terrein, bestemd tot bergplaats van grint, gelegen
aan de Dokkumer Ëeeen gebouwtje te stichten ten
behoeve van ingezetenen tot berging van benzine tegen
betaling van een nader te bepalen huurprijsen de
kosten hiervan te bestrijden uit het fonds voor onvoor
ziene uitgaven.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Duparc zegt, dat de weg voor de aanneming
van het onderwerpelijk voorstel wel heel eenvoudigja
onschuldig schijntdochnaar hem voorkomtniet vrij
is van voetangels en klemmen. De voorgestelde maat
regel kan in de gevolgen nadeelig zijn.
Blijkens den bij het voorstel overgelegden door den
directeur der gemeentewerken opgemaakten staat, toch
zijn er onderscheidene perceelen in de stadwaarin
min of meer groote hoeveelheden benzine in voorraad
zijn. Hoofdzakelijk zijn het echter de apothekers of de
laboratoria van de apothekersdie op dezen staat voor
komen doch geen daarvan duidt eene grootere hoe
veelheid dan pl. ra. 10 liter aan en voor de bewaring
daarvan zouden bij plaatselijke verordening de noodige
voorschriften in het belang der openbare veiligheid
kunnen worden vastgesteldevenals dit bij de brand-
verordening is geschied ten aanzien van petroleum of
andere licht brandbare of licht ontplofbare stoffen. Groo
tere hoeveelheid is, blijkens den staat, vóór en na
aanwezig in het pand van de Langen en in den verfwin-
kel van Zandleven pl. m. 100 liter. Met deze inrichtingen
is het wat anders. Deze vallen onder de hinderwet;
burgemeester en wethouders hebben 't in de hand
om aan het hebben van deze inrichtingen zoodanige
voorwaarden te verbindendat zulke groote hoeveel
heden van de zoo gevaarlijke stof niet langer kunnen
worden bewaard in een binnen de bebouwde kom der
gemeente gelegen perceel. Het is een voortdurend gevaar
voor de openbare veiligheid, zooals nu reeds bij herhaling
is gebleken.
Spreker verschilt echter mot burgemeester en wethouders
in de wijze, waarop in deze zaak moet worden voorzien.
Terwijl zij hiervoor aan de gemeente de zorg willen op
leggen, is hij van gevoelen, dat deze zorg aan de belang
hebbenden zelf moet worden opgedragen.
De vraag zou kunnen worden gedaan, of, waar het
eene inrichting betreft, vallende in de termen der hinder
wet niet door burgemeester en wethouders bij het ver-
leenen van vergunning zoodanige voorwaarden zouden
kunnen worden opgelegd die het te duchten gevaar tot
een minimum zouden kunnen terugbrengen.
Afgescheiden hiervan is spreker echter van meening,
dat aan de gemeente niet moet worden opgedragen eene
verantwoordelijkheid en een risico, die inderdaad niet bij
haar behooren. Er zou tevens een precedent in het leven
worden geroepen. Later zouden de petroleum-handelaars,
de vuurwerkmakers en wie niet al meer allicht tot den
gemeenteraad kunnen komenom ook voor hen een
bewaar- of een werkplaats op te richten. Men vergete
voorts niet, dat de gemeente niet maar zoo voetstoots de
bedoelde bergplaats zal kunnen oprichten.
Daarvoor is, volgens art. 27 der hinderwet, noodig de
vergunning van Gedeputeerde Staten, onder wier voort
durend toezicht de inrichting dan tevens staat. Dit is nu
wel geen overwegend bezwaarmaar het kan geheel
worden voorkomen indien men de zaak aan de belang
hebbenden zeiven overlaat.
De kosten van oprichting zullen wel niet hoog zijn
ze zijn slechts geraamd op 215, en voor het gebruik
zou dan een zekere huur, door burgemeester en wethouders
op f 5 per jaar voor ieder der twee belanghebbenden
gesteldkunnen worden verkregen. Men vergete echter
niet, dat telkens, als een voorraad uit de bergplaats moet
worden genomen, daartoe de dienst van een der bedienden
van den directeur der gemeentewerken zal moeten worden
ingeroepen.
De heer Beucker Andreae kan zich geheel met de
zienswijze van den heer Duparc vereenigen. Hij kan nog
aan het door dozen gesprokene toevoegen, dat, indien hij
goed is ingelichtvolgens de voorwaarden der Brand
waarborg-Maatschappij, de heer de Langen niet meer dan
10 liter benzine in huis voorhanden mag hebben.
Spr. is ook van raeening, dat het nemen van voorzorgs
maatregelen niet moet worden gebracht ten laste van de
gemeente.
De heer Wolff gelooftdat de heer Beucker Andreae
in zijne mededeeling minder juist is. Inrichtingen, als die
van de Langen, kunnen niet volstaan met een voorraad
van tien liter benzine. Alleen voor het wasschen van
een kleedingstuk heeft men blijkens mededeeling van den
directeur der gemeentewerken, ten minste 10 liter noodig.
Het komt spr. voor, dat de opmerkingen van den heer
Duparc aanneming van het voorstel van burgemeester en
wethouders eigenlijk nog aannemelijker maken. Die geachte
spreker zegt, dat men evengoed als ten opzichte van het
bewaren van petroleumvoor het bergen van benzine
voorschriften kan geven om het gevaar te voorkomen.
Spr. wijst er op, dat deze stoffen niet gelijk staan. Benzine
is een stof, die veel meer is blootgesteld aan ontploffing.
Ten aanzien van het bewaren van petroleum kan men
voorschriften geven om het gevaar tot een minimum
terug te brengen maar dit kan men niet voor benzine.
Hij herinnert aan het te Amsterdam voorgevallene bij
iemand, die, naar hij meent, vergunning had in zijn kelder
een vat.benzine te bewaren; ondanks de voorgeschreven
voorzorgsmaatregelendie behoorlijk waren in acht ge
nomen is die voorraad ontploftzonder dat men kon
nagaanwat de oorzaak daarvan was. Atmospherische
invloeden kunnen naar spr. wel eens heeft vernomen
met zulk noodlottig gevolg op benzine inwerken. De heer
Duparc zal zich dat geval zeker nog wel herinneren.
Spr. is van oordeeldat het wel op den weg van de
gemeente ligtomwaar dit met weinige kosten kan
geschieden, alle mogelijke voorzorgen tot voorkoming van
gevaar te nemen.
De heer Duparc wees er op, dat de gemeente voor de
oprichting van deze benzine-bergplaats vergunning noodig
heeft van Gedeputeerde Staten volgens de hinderwet
wat hij een secundair bezwaar noemde. Spr. verwacht
van de zijde van dat college geen bezwaar. De directeur
der gemeentewerken heeft een gebouwtje ontworpen van
eene zoodanige constructie, dat Gedeputeerde Staten geonc
bezwarende voorwaarden zullen opleggen.
De gemeente heeft 't nu in de hand om het gebouwtje
te plaatsen op een terrein, waar het gevaar tot een minimum
wordt gereduceerd. Het is geheel omgeven door water
en ligt op behoorlijken afstand van bewoonde perceelen
die bij een altijd nog mogelijke ontploffing schade zouden
kunnen lijden. Mochten Gedeputeerde Staten te bezwarende
voorwaarden opleggendan kan op de zaak worden
teruggekomen.
De heer Duparc acht zijne bezwaren geenszins weerlegd.
Hij had nog vergeten de aandacht er op te vestigen, dat
de diensten, van de directie der gemeentewerken in te
roepen, mede tot een zeker kostenbedrag, zij 't ook gering,
behooren te worden teruggebracht.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag
2o uctooer ïöao. izn
Indien het spreker vergund wareburgemeester en
wethouders een wenk to gevenhet zou deze zijn dat
zij, met het oog op het groote gevaar dat een bewaarplaats
van eene zekere hoeveelheid benzine oplevert, nooit ver
gunning tot de oprichting daarvan binnen de bebouwde
kom der gemeente gaven. De belanghebbenden zouden
altijd wel een buiten de bebouwde kom gelegen plaatsje
kunnen vinden, om er de inrichting op te richten.
De heor Troelstra deelt inedcdat burgemeester en
wethouders niet zonder gereede aanleiding tot het doen
van dit voorstel zijn overgegaan. Deze zaak heeft eene
geschiedenis. In de maand Juli van dit jaar is eene be
langrijke brand geweest ten huize van de Langen die
eene chemische wasscherij heeft in een perceel aan de
Nieuwestad. Do brandweer ontdekte tijdens het blusschings-
werk tot haar groote schrik de aanwezigheid van een
vat benzine, waarin zich nog ongeveer 75 liter bevond.
Had de brandweer geweten dat zij aan zulk een groot
gevaar zou blootgesteld zijndan had zij zich misschien
niet in dat pand gewaagd. Hot geeft ook voor do buren
aanleiding tot groote ongerustheid te weten welke ge
vaarlijke stof zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt.
De heer Duparc kan nu wel zeggen, dat burgemeester
bij verordening voorschriften kunnen worden gegeven
o. a. dat niet meer dan 10 liter in huis mogen worden
bewaard. Wie moer wil opslaan, moet dan maar zelf zorgen
voor eene veilige bergplaats buiten de bebouwde kom
der gemeente.
De heer Bekhuis was niet van plan zich in het debat
te mengen. Nu zich stemmen doen hooren tegen het
voorstel van burgemeester en wethouderswenscht hij te
verklaren, dat hij de stichting van eene benzine-bergplaats
door de gemeente in het algemeen belang wenschelijk acht.
De heer Duparc wil, dat ieder voor zichzelf zal zorgen.
Maar spr. ziet voor allen de moeilijkheid in, om een ge
schikt terrein te vinden. De eene zal een bergplaats hier
maken, do andere weer elders en zoodoende zal het gevaar
meer verspreid worden.
Indien de gemeente echter eene goed ingerichte berg
plaats sticht, dan wordt het gevaar, dat altijd in meerdere
of mindere mate zal blijven bestaan geconcentreerd op
één punt.
Spr. zou nog verder willen gaan dan de heer Wolff
en nog vrijgeviger bepalingen willen maken. Ieder, die
eene afdeeling in het gebouwtje huurt, moet geheel vrij
..i. ..v,. zijn in het brengen en halen van de benzine, zonder
en wethouders strenge voorschriften kunnen geven, maar controle. Hoe goedkooper en gemakkelijker men het gebruik
spr. zou dat geachte lid wel willen vragen of hij een maakt, hoe meer het zal beantwoorden aan het doel. Ook
plaats in het midden van de stad kent, waar eene goede is er geen bezwaar tegen, dat 2 a 3 personen te zamen
gelegenheid tot bewaren van benzine bestaat. Spr. zou dit een afdeeling huren.
niet direct weten te zeggen. Het denkbeeld van den heer Duparcdat ieder voor
En nu kan men wel zeggen leg de belanghebbenden zichzelf zoodanige inrichting make, zal wel tot de illusion
de verplichting op, om de benzine op eene meest veilige blijven behooren en daarom moet de gemeente hier optreden.
plaats te bergen maar dan moet daarvoor ook gelegen
heid bestaan De heer van Sloterdijck heeft van de discussion den
Het gebruik van benzine en andere dergelijke even indruk gekregen, dat de bezwaren van den heer Duparc
ontplofbare stoffen neemt gaandeweg toe o. a. ook voor door de argumentatie van de wethouders niet zijn ontzenuwd.
het repareeren van rijwielen. Hoe zal men dan, ook al Die bezwaren zijn voor spr. van ernstigen aard. Het
worden behoorlijke voorschriften gegeven voor het bergen betreft hier een zeer gevaarlijke stof; waar die eigenschap
dier stof, altijd kunnen nagaan of die voorschriften in j zóó in 't oog springt, moet men strenge bepalingen maken
allen deele worden nageleefd omtrent het bewaren van die stof, maar het mag er niet
Het verdient dus in alle opzichten in het belang van toe leiden, dat de gemeente de zorg en verantwoordelijk-
de veiligheid van bewoners en ook van de brandweer, heid, die op particulieren rusten, overneemt. Want waar
aanbeveling, het voorstel aan te nemen. Weet men, dat!'
er
best nu
geen gevu
m,ui r—-
nbevelinghet voorstel aan te nemen, weet menum is dan de grens? Waarom zal de gemeente dan ook niet
een bergplaats isonder toezicht van het gemeente- overgaan tot stichting van bewaarplaatsen van petroleum,
stuur, en op een plaats, waar eene mogelijke ontploffing van buskruit en vuurwerk? Zeker, er bestaat verschil in
en gevaar voor omwonenden zal opleveren dan keert den graad van het gevaar, maar dit moet leiden tot ver-
I
veel van die stof moet gebruiken zal ze in 't groot op- dit zeer bedenkelijk. Iemanddie een
slaan en gaarne van de ontworpen bergplaats gebruik heeft en het gebouwtje vrij in- en uit kan gaan, om benzine
makendaar het aanschaffen van kleine hoeveelheden te halenzonder controlezal er too komen om eene
vrij duur is.
De heer Wolff geeft, naar aanleiding van het bezwaar
van den heer Duparcdat men niet moet letten alleen
op de kosten van stichting van het gebouwtje, maar ook op
grootere hoeveelheid in zijn huis te nemen hij behoeft
't dan niet telkens te halen. Dit zal het gevaar vergrooten.
De heer Troelstra zeidedat het gebruik van benzine
algemeener wordt. Dit is voor* spr. eene reden te meer
„r voor grooter waarborg tegen het gevaar, door verscherping
de belooning van een daarvoor noodigen persoon, te I van voorwaarden. Eenige personen, die benzine gebruiken
kennen, dat die geachte spreker over het hoofd ziet, dat voor hun bedrijf, kunnen te zamen een bergplaats stichten,
zij, die voor berging van benzine van het gebouw gebruik Burgemeester en wethouders, die volgens de hinderwet
zullen maken, 5 in het jaar huur zullen moeten betalen, vergunning hiertoe moeten geven, kunnen dan alle mogelijke
terwijl telkens voor het inbrengen en het uithalen van voorwaarden die zij tot voorkoming van gevaar noodig
een vat benzine 1 verschuldigd zal zijn. Hieruit kunnen achten hieraan verbinden.
de kosten van rente en bediening worden bestreden. Wanneer de gemeente eene bewaarplaats oprichtzal
zij van Gedeputeerde Staten vergunning moeten erlangen
De heer Duparc wijst er op, dat er in het wezen der en hieraan zullen ook wel de noodige voorwaarden worden
zaak geen verschil van gevoelen bestaat tusschen hem en verbonden,
burgemeester en wethouders. Trouwenswie zou er niet
dat de strengste maatregelen werden genomen De heer Beekhuis erkent de gegrondheid van het be-
1 1 zwaar van den heer van Sloterdijck tegen de opvatting
van den heer Bekhuis, dat men de belanghebbenden geheel
moet laten in het gebruik van de bergplaatszoodat
voor zijn
tegen de oprichting van inrichtingen, die gevaar, schade
of hinder kunnen opleveren Het verschil bestaat alleen
hierin, spreker doet dit nog eens nadrukkelijk uitkomen,
dat hij de gemeente niet wil laten zorgen voor eene zaak,
die niet bij haar behoort, en daarom haar niet geheel onnoodig
groote verantwoordelijkheid wil opleggen. Hij herhaalt, dat
vrij
zij de benzine kunnen halenzonder aan eenige controle
gebonden te zijn. Maar dit bezwaar blijft hetzelfde, wanneer
het gaan zal, zooals de heer van Sloterdijck zich voorstelt