fsmfete ras Diöt 24 Jmari 1883. 2 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 10 Januari 1899. heden is gebracht over het voorstel tot afdamming van de Potmarge, waarvan de afdoening slechts wacht op den uitslag van een nader door burgemeester en wethouders ingesteld onderzoek aangaande enkele in het sectieverslag behandelde punten over de voorstellen van het dagelijkse!) bestuur tot vaststelling eener nieuwe verordening op het heffen van den hoofdelijken omslag en tot heffing eener belasting onder den naam van straatgeld, waaromtrent het afdeelingsverslag zeker eerlang zal worden uitgebracht, om u de overtuiging te schenken, dat al aanstonds in 1899 een ruim veld voor u open ligt, waarvan de bear beiding uwe krachten en gaven ruimschoots zal in beslag nemen. God geve u daarbij wijsheid en verstand, opdat uwe besluiten mogen strekken tot het waarachtig heil onzer geliefde gemeente I. De notulen van do vorige op 27 December 1898 gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Mededeeling geschiodt van 1. bericht dat de koninklijke goedkeuring is verkregen op het raadsbesluit tot helling van rechten voor het ge bruik van de beurs 2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd 0. de gemeentebegrooting voor 1899; b. de gemeenterekening over 1897 c. het 2e suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag over 1898 d. het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van de linnenbleekerij aan den Hoekstersingel e. het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van den molen „de Arend" het raadsbesluit tot onderhandsche aanbesteding van het leggen en onderhouden van bestratingen g. het raadsbesluit tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening 3. dat door den commissaris der koningin tot onbe zoldigd gemeenteveldwachter alhier is benoemd de heer F. J. van der Woude, bezoldigd armbezoeker bij de stads armenkamer 4. dat bij publieke aanbesteding door burgemeester en wethouders is gegund a. de levering van houtwaren voor 1899 aan den heer T. W. O vermeer b. het bezorgen van wagenvrachten voor de jaren 1898—1901 aan S. Berkenbijl; c. het onderhoud van pompen in 1899 aan F. Hel- linga, voor 104; d. het schoonmaken van glasruiten, hout- en cement- werken gedurende 1899 aan B. J. H. Meesterman voor ƒ470 e. het onderhouden, schoonmaken en gedeeltelijk leveren van gordijnen in gemeentegebouwen, in 18 perceelen, aan diversen het onderhoud van kachels en toebehooren in 5 perceelen aan G. P. Tilstra, J. Arends en E. J. Visser; g. de levering van diverse hekwerken aan J. Kroes, voor f 511 5. dat door den burgemeester ter vervanging van den heer J. A. Janssen, eervol ontslagen, tot inspecteur van politie titulair is benoemd de heer J. E. Bachofner, onbe zoldigd inspecteur van politie te Schiedam 6. dat zijn ingekomen de stukken, betrekking hebbende op de onteigening ten algemeenen nutte voor de stichting van een post- en telegraafkantoor van een gedeelte van het plantsoen in het Rui terskwartier. De voorzitter herinnert er aan, dat deze stukken tot 15 Februari op de secretarie voor ieder ter inzage liggen en noodigt de leden van den raad uit, er kennis van te willen nemen, daar hij in de volgende vergadering de vraag aan de orde zal stellen, of er ook termen bestaan, om tegen deze onteigening bezwaren in to brengen, waar toe de wet bevoegdheid geeft. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. een voorstel van burgemeester en wethouders om aan de firma Swildens Kuipers vergunning te verleenen, een bestrating te doen aanbrengen op den Harlinger- trekweg langs hare stoom meelfabriek aldaar 2. alsboven naar aanleiding van een verzoek van den heer M. Frantzen om goedkeuring van een plan van be bouwing van terrein aan het Molenpad 3. alsboven naar aanleiding van een verzoek van den heer mr. C. L. baron van Harinxma thoe Slooten om huur van een terrein aan de Emmakade 4. het verslag van de commissie van rapporteurs uit de sectiën van den raad omtrent de voorstellen van bur gemeester en wethouders tot vaststelling van een besluit tot heffing van eene belasting onder den naam van straat geld en van een besluit tot heffing van een hoofdelijken omslag naar het inkomen. Wordt besloten, de stukken sub 1 tot en met 4 voor de leden ter visie te leggen, om ze in eene volgende vergadering te behandelen en dat sub 4 te doen drukken in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelingen 5. een voorstel van do raadsleden Mr. H. D. van Kctwich Verschuur, N. T. Haverschniidt en Mr. W. Kolff, tot aanvulling van de verordening, regelende de jaarwedden der onderwijzers aan de openbare lagere scholen. Wordt om bericht en raad gesteld in handen van bur gemeester en wethouders. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstal van burgemeester en wethouders tot het toekennen van eene gratificatie aan mej. wed. Schaafsma Stoetl. Mej. wed. Schaafsma—Stoett, eervol ontslagen leerares in de handwerken aan de middelbare school voor meisjes, heeft die vacante betrekking waargenomen van den 1 September j.l. tot de kerstvacantie in het vorige jaar. De commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, heeft in overweging gegeven, haar daarvoor als belooning toe te kennen het evenredig bedrag, waarmede de jaar wedde van die leerares het haar verleend pensiobn overtreft. Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding daarvan voor aan mejuffrouw de wed. Schaafsma—Stoett voor de tijdelijke waarneming der betrekking van leerares in de handwerken aan genoemde school, gedurende vier maanden, toe te leggen eene gratificatie van 126.67. Zonder discussie wordt hiertoe besloten. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan- leiding van een verzoek van den heer K. Pringle tot afkoop van eene grondrente. De heer K. Pringle, ingenieur van den provincialen waterstaat alhier, verzoekt vergunning om de grondrente, die op het hem behoorend perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in sectie B no. 2492 ten behoeve der gemeente, te mogen afkoopen tegen den penning twintig. Burgemeester en wethouders deelen mede, dat blijkens ingesteld onderzoek de gemeente het recht heeft op deze grondrente tot een zuiver bedrag van 4 in het jaar. Zij achten het overeenkomstig eene goede comptabiliteit, dat de afkoopsom van grondrente op het grootboek der N. W. schuld wordt belegd. Indien echter de afkoop tegen den penning twintig plaats heeft, zou de gemeente hierdoor schade Jijden. Op deze gronden hebben zij bezwaar tegen een afkoop naar den penning twintig, en zouden slechts tot inwilliging van een verzoek tot afkoop kunnen medewerken, indien die werd verlangd tegen den penning drie en dertig. Zij stellen derhalve voor, aan den heer K. Pringle, onder mededeeling van het vorenstaande, te berichten, dat zijn verzoek, zooals het is liggende, niet voor inwil liging vatbaar is. Hiertoe wordt zonder discussie besloten. 3. Reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag dienst 1898. In verband met de behandeling hiervan, wordt de openbare vergadering gesloten. 7! ---ra Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Januari 1899. 3 Tegenwoordig 22 leden. Afwezig: de hoer J. F. H. Bekhuis. Voorzitter de heer Jhr. Mr. A. Röell, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 10 Januari j.l. ge houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat is ingekomen een schrijven van den heer M. Frantzen, waarbij hij intrekt zijn verzoek om goedkeuring van een plan tot bebouwing van terrein aan het Molenpad. 2. dat de koninklijke goedkeuring is verkregen op de raadsbesluiten tot het heffen van bruggeld voor het afdraaien of ophalen van de VIietster- en andere bruggen en tot het heffen van veergeld voor het gebruikmaken van pontveren. 3. dat aan de firma Faber en Zeilinga in altijddurende erfpacht is toegewezen een gedeelte van bouwblok VII aan het nieuwe kanaalter oppervlakte van ongeveer 550 M2. 4. dat door burgemeester en wethouders aan den heer J. J. Zijlstra op verzoek eervol ontslag is verleend uit zijne betrekking van opzichter bij de gemeentewerken, met ingang van 1 Februari e.k. 5. een schrijven van mej. de wed. SchaafsmaStoett, houdende dankbetuiging voor de haar toegekende gratificatie. 6. dat is ingekomen eene nadere toelichting van de heeren W. J. Oosterhoff en zes andere raadsleden op hun voorstel tot vaststelling van eene nieuwe verordening tot regeling van pensioen voor gemeente-ambtenaren werklieden en bedienden. Dit stuk zal gedrukt worden rondgezonden aan de leden en met het voorstel in eene volgende vergadering in behan deling worden genomen. III. Wordt ter tafel gebracht 1. het proces-verbaal van de opneming der kas van den gemeente-ontvanger op 17 Januari j 1. Wordt voor de leden ter visie gelegd. 2. een adres van den heer E. Hora Adema, houdende bezwaar togen het leggen van een dam in de Potmarge. Wordt gevoegd hij het betrekkelijk voorstel. 3. voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres mej. T. Wybrandi. 4. advies van burgemeester en wethouders op het voorstel van do heeren Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, N. T. Haverschniidt JHz. en Mr. W. Kolff tot aanvulling van de verordening tot regeling van de jaarwedden van de onderwijzers aan do openbare lagere scholen. De stukken sub 3 en 4 zullen worden ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der raadscommissie omtrent het voorstel van bnrgemeesler en wethouders tot wijziging van de gemeente- begrooting voor het dienstjaar 1898. Zonder discussie wordt besloten, de voorgestelde wijziging goed te keuren. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders om uan de firma Swildens en Kuipers vergunning te verleenen lot het hebben van eene bestrating op een gedeelte van den Harlinger trekweg. De genoemde firma heeft bij schrijven van 8 December 1X98 verzocht, een gedeelte van den weg langs de fabriek van gemeentewege te doen bestraten. Zooals bekend is laat de gemeente voor hare rekening geene bestrating leggen op terrein langs wegen, ten behoeve van particulieren. Kr bestaat echter geen bezwaar tegen om adressante vergun ning te verleenen, op hare kosten de gewenschte bestrating aan te brengen, tegen betaling van eene jaarlijksche retributie als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den grond. Adressante heeft te kennen gegeven, dergelijke vergun ning te willen aanvaarden. De directeur der gemeentewerken heeft bij missive mede gedeeld, dat het nu te bestraten terrein eene oppervlakte van 35.50 M1. heeft, doch blijkens nadere opmeting bedraagt die oppervlakte slechts 29.50 M5. Daar adressante reeds in 1878, ingevolge mondelinge vergunning, eene oppervlakte gemeentegrond van 70.50 M\ aldaar heeft doen bestraten, stelt zij er prijs op, die ook in de nu te verleenen ver gunning op te nemen. De directeur der gemeentewerken stelt voor, de te betalen retributie te stellen op 0.50 per jaar. Burgemeester en wethouders kunnen zich hiermede ver eenigen en stellen mitsdien voorte besluiten aan de firma Swildens en Kuipers vergunning te ver leenen tot het hebben van eene bestrating op een gedeelte van den Harlinger Trekweg, ter oppervlakte van 100 M2. langs hunne stoommeelfabriek aldaar, onder voorwaarde: a. dat deze bestrating ten genoegen van het gemeente bestuur door adressante moet worden onderhouden b. dat door de adressante tolken jare vóór den 1 Mei (voor het eerst vóór den 1 Mei 1899) ten kantore van den gemeente-ontvanger worde betaald een som van 0.50 als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den te bestraten grond. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dien overeenkomstig besloten. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een verzoek van den heer M.Frantzen tol goed keuring van een plan tot bebouwing van terrein aan het Molenpad. Naar aanleiding van de heden medegedeelde missive van den'heer M. Frantzen, waarbij hij zijn verzoek intrekt, blijft dit voorstel buiten behandeling. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een verzoek van den heer mr. C. L. baron van Ifarinxma thoe Slooten om huur van grond aan de Emmakade noordzijde. In de Raadsvergadering van 11 Oct. 1898 werd om bericht en raad in handen van burgemeester en wethou ders gesteld een adres van den heer mr. C. L. baron van Harinxma thoe Slooten, die daarbij verzoekt, in huur te bekomen een stuk bouwterrein aan de Emmakade (noord zijde)tusschen het perceel van den heer mr. J. L. van Sloterdijck en een op bouwblok I door den heer G. Jel- lorna gesticht woonhuis. Ter voldoening aan deze opdracht deelen burgemeester en wethouders mede, dat zij het adres met het daaromtrent ingewonnen advies van den directeur der gemeentewerken om bericht, consideration en advies in handen van de commissie voor openbare werken heb ben gesteld. Bij schrijven van 5 Dec. 1898 geeft de commissie in over weging, het verzoek toe te staan en betreffende de afschei ding van het terrein van de openbare straat te volgen het plan-A van den directeur der gemeentewerken. Burgemeester en wethouders kunnen zich hiermede ver- ecnigen en hebben den adressant bericht, dat zij genegen waren aan den Raad voor te stellen, hem onderhands voor den tijd van 5 achtereenvolgende jaren, in te gaan den 12en Mei 1899, te verhuren het westelijk gedeelte van bouwblok I bovenbedoeld, ter grootte van ongeveer 350 M2 met inbegrip van 30 M2 sloot, tegen eene huursom van f 50 per jaar, op de voorwaarden a. de huurder moet voor zijne rekening het terrein omheinen of afschutten, wat de zuidzijde betreft door een ijzeren hek ter hoogte van ten minste 1.80 M. boven de straat. Het onderhoud van de omheining, schuttingen en ijzeren hek komt ten laste van den huurder, terwijl

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1899 | | pagina 1