16 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 Februari 1809.
b. aan die alinea toe te voegen „en met bepaling, wat
het terrein sub a betreftdat één standplaats zal worden
aangewezen voor een hippodrome of manége, en de beide
overige bestemd zijn voor één of twee stoom-carroussels
of dergelijke inrichtingen, ter beslissing van burgemeester
en wethouders.
II. de aldus gewijzigde voorwaarden vast te stellen als
volgt
VOORWAARDEN waarop van wege
het gemeentebestuur van Leeuwar
den zal worden verpacht terrein
voor het plaatsen van carroussels
enz., tenten of kramen gedurende
de kermis van 1899.
Art. 1.
De te verpachten terreinen zijn gelegen op het
Wilhelminaplein. Zij dienen uitsluitend tot het daarop
plaatsen gedurende de kennis van 1899
o. van stoom-carrousselshippodromesmanéges of
dergelijke inrichtingen wat betreft het terrein ter diepte
van ten hoogste 22 meterwaarvan de oostelijke grens
is gelegen op 49 meter afstand van het plantsoen op de
oude veemarktde westelijke grens tegenover de westelijke
grenslijn van den tuin achter het huis Nieuwestad no.
108 en de noordelijke grens op ongeveer 25 meter van
de huizen in het Ruiterskwartier;
b. van draaimolens, wat betreft het terrein ter lengte
van ongeveer 55 nieterwaarvan de oostelijke grens is
gelegen op 24 meter afstand van het plantsoen op de
oude veemarkt en de zuidelijke grens op ongeveer 24
meter van het Old Burgerweeshuis
c. van beignet-wafel-zuur of dergelijke kramen of
tenten, waarin gelegenheid tot consumptie bestaatwat
betreft het terrein langs het westelyk hek om het plant
soen op de oude veemarkt ter breedte van ongeveer 14
meter, en het terrein ter breedte van ongeveer 10 meter,
waarvan de noordelijke grens valt in het verlengde van de
noordelijke grens van het terrein, sub a omschreven en de
oostelijke grens is gelegen op ongeveer 24 meter van
meergemeld plantsoen.
Het terrein sub a wordt verdeeld in driehet terrein
sub b in driehet terrein sub c, wat betreft hetgedeelte
langs het hek in zes en het overige gedeelte in twee
standplaatsen, met bevoegdheid om op twee aan elkander
grenzende standplaatsen van deze terreinen ééne inrichting
te plaatsen mits die beide standplaatsen geheel of nage
noeg geheel beslaat en met bepaling wat het terrein sub
a betreftdat een standplaats zal worden aangewezen voor
een hippodrome of menègeen de beide overige
bestemd zijn voor een of twee stoom-carroussels of der
gelijke inrichtingen ter beslissing van burgemeester en
wethouders.
De nadere indeeling der standplaatsen geschiedt in
verband met de bij de inschrijvingsbiljetten opgegeven
plaatsruimte.
Van de te verpachten terreinen wordt eene situatiekaart
opgemaakt, waarop de standplaatsen door volgnummers
worden aangeduid.
De juiste plaatsen worden nader door den commissaris
van politie aangewezen.
Op andere dan sub a en b omschreven openbare ge
meenteterreinen worden geeno inrichtingenals daarbij
vermeld toegelaten.
Op andere dan sub c omschreven openbare gemeente
terreinen worden geen beignet-wafel-zuur- of dergelijke
kramen waarin gelegenheid tot consumptie bestaattoe
gelaten die eene oppervlakte zouden beslaan van meer
dan 45 meter.
Art. 2.
de Maandag 17 Juli 1899 en eindigende Woensdag 26
Juli daaraanvolgende.
Niet vroeger dan vijf werkdagen vóór eejstgemelde
dagteekening mogen de terreinen in gebruik worden ge
nomen voor het opstellen van inrichtingen.
Het afbreken en wegvoeren der inrichtingen moet
binnen drie dagen na den laastgenoemden dag geschieden.
Op Zaterdag 29 Juli 1899 moeten de terreinnen ge
heel ontruimd en verlaten, in den toestand, waarin zij
zijn aanvaard weder ter beschikking der gemeente worden
gesteld. Blijft de pachter in gebrekehieraan te voldoen
dan geschiedt de ontruiming of het in den vorigen toe
stand terugbrengen der terreinen van gemeentewege voor
zijne rekening.
Art. 3.
De verpachting geschiedt bij enkele inschrijving op
gezegelde en door den aanvrager onderteekende biljetten,
ingericht overeenkomstig het daartoe ter gemeente-secretarie
verkrijgbaar model.
Voor elke standplaats moet afzonderlijk worden inge
schreven.
De inlevering der biljetten moet geschieden ter secretarie
der gemeente in eene daarvoor aangewezen gesloten bus
binnen een tijdvak door burgemeester en wethouders te
bepalen die daarvan aankondiging doen in een of meer
nieuwsbladen, alsmede van het tijdstip waarop de opening
der biljetten zal plaats hebben.
Burgemeester en wethouders beslissen omtrent de toe
wijzing der plaatsen binnen vijf dagen na de opening der
biljetten. Tot zoolang zijn de inschrijvers aan hunne in
schrijvingen gebonden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegduit de aan
biedingen eene keuze te doen of deze in het geheel niet
aan te nemenzonder opgave van redenen.
Art. 4.
De verpachte standplaats mag alleen worden gebruikt
door hem aan wien zij is toegewezen en voor de inrich
ting door hem bij inschrijving opgegeven.
Afstand of vervreemding van de pacht aan anderen
ruilen of verwisselen van standplaatsen mag niet geschieden,
tenzij met vergunning van burgemeester en wethouders.
Art. 5.
De betaling van het ingeschreven bedragverhoogd
met 6 °/0 t°t dekking der op de verpachting vallende
onkostenmoet plaats hebben bij de onderteekening
van het proces-verbaal van toewijzing der plaatsen.
Wordt aan deze bepaling niet voldaan dan wordt de
plaats aan een anderen inschrijver toegewezen of tot eene
nieuwe verpachting daarvan overgegaan behoudens ver
haal van beloopen schade op den in gebreke gebleven
pachter.
Voor verplichte latere openstelling der inrichtingen op
Zondag wordt geen restitutie of schadevergoeding toegekend.
Bij sluiting, op bevel van het gemeentebestuur, wordt
evenmin schadevergoeding toegekend. De pachter kan
echter in dit laatste geval aanspraak maken op eene
evenredige restitutie van de pachtsom mits die sluiting
niet het gevolg zij van eigen schuld of nalatigheid.
Art. 6.
Alle bij verordening gegeven voorschriftenwaaraan
houders van kramenspellen enz. op de kermis alhier
zich hebben te onderwerpenzijn ook van toepassing op
de in deze voorwaarden genoemde standplaatsen en in
richtingen.
Art. 7.
De verpachting geschiedt voor het tijdvak aanvangen- Bij onderteekening van het procesverbaal van toewijziug,
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 Februari 1899.
17
onderwerpt de pachter zich aan de bepalingen dezer voor
waarden en verbindt hij zich op verbeurte der standplaats,
stiptelijk te zullen opvolgen de bevelen, door of van wege
den commissaris van politie in het belang eener goede
orde te geven.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen
maken van een toegang in het lieurs en Waaggebouw van
de waag tot het beurslokaal.
Bij missive d.d. 14 Januari j.l. no. 232 bracht de Beurs-
commissie bij burgemeester en wethouders over een schrijven
van eenige kaas- en boterhandelaren en van beheerders
van zuivelfabrieken, die daarbij verzoeken, in het beurs
lokaal eene ruimte beschikbaar te stellen waar zij des
vrijdags ter behartiging hunner belangen zitting zullen
kunnen nemen.
De Beurscommissie adviseert gunstig op dit verzoek.
Zij deelt mede dat hij inwilliging er van voor de adressanten
nog 10 tafeltjes en 50 stoelen beschikbaar zullen moeten
worden gesteld.
De adressanten verzoeken casu quo tevens een toegang
van de waag naar de beurs.
De directeur der gemeentewerken deelt in zijn advies d.d.
28 Januari j.l. no. 59/7 mededat de kosten van het
aanbrengen van dien toegang zullen bedragen f 80 en de
aanschaffing van de benoodigde tafels en stoelen een uit
gaaf van f 162.50 zal medebrengen. Het komt ons voor, dat
er termen bestaan tot inwilliging van het tweeledig verzoek.
Wel zal dit een uitgaaf vorderen van f 250 ineens
maar de gemeente zal ruimschoots vergoeding vinden in
een meerdere opbrengst der beursrechten dooreen toenemend
beursbezoek.
Burgemeester en wethouders stellen voorte besluiten
I. in den muur die de waag schoidt van de ruimte,
welke toegang geeft tot de beurseene verbindingsdeur
te laten maken overeenkomstig het door den directeur der
gemeentewerken bij missive d.d. 28 Januari 1899 no.
59/7 gedane voorstel
II. burgemeester en wethouders te machtigen tot het
aankoopen van 10 tafeltjes en 50 stoelen tot vermeerdering
vau het meubilair in het beurslokaal
III. burgemeester en wethouders toestemming te ver-
leenon, de volgende posten der gemeentebegrooting dienst
1899 te versterken uit het fonds voor onvoorziene uit
gaven te weten „hoofdstuk III, afdeeling III, art. 6
onderhoud en schoonhouden van het beurs- en waaggebouw
met f 80 en „hoofdstuk III, afdeeling III, art 5" aankoop
eu onderhoud van meubelen enz. in de beurs met f 162.50.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hijlkema zal gaarne met het voorstel van burgem.
en wethouders raedegaan. Toch vindt hij aanleiding eene
vraag te richten tot hen. üit het schrijven van de beurs
commissie blijktdat de boter- eu kaashandelaren er op
rekenendat hun de toegang tot het beurslokaal zal
worden verschaft op de gewone conditiën. Maar nu
vraagt spreker, of de 10 nieuwe tafels dezelfde strekking
zullen hebben als die in de andere afdeelingen nl. of
voor het gebruik van deze tafels ook huur zal moeten
worden betaald voor het gebruik der tafels in de af-
rekenkamers wordt niet betaald maar wel voor de tafels
in de afdeelingen voor den graanhandel en voor den vlas
handel. Uit geen der stukken blijkt, hoe dit met de
nieuwe tafels het geval zal zijn. Hieraan is blijkbaar
niet gedacht.
De Voorzitter zegt, dat, blijkens het advies der
beurscommissiede tien nieuw aan te schaffen tafels
„gewone tafeltjes" zullen zijn dus alleen om aan te zit
ten niet om er aan te werken zooals aan de tafels der
andere afdeelingen.
De heer Vlaskamp doet opmerkendat mag worden
aangenomen dat aan de nieuwe tafels zal worden gewerkt,
nl. voor de uitbetalingen. De bezoekers van de waag
doen dit tot nu toe in de naburige koffiehuizen.
De heer Troelstra deelt mede, dat op den toegang
van de boter- en kaashandelaren tot het beurslokaal
natuurlijk toepasselijk zal zijn de verordening op het ge
bruik van de beurs. Men zal zich hieraan houden. Voorden
vlas- en den graanhandel zijn afzonderlijke tafels geplaatst
zoodat ieder handelaar zijn eigen tafel heeft t waarop hij
zijn waren kan uitstallen. Voor de boter- en kaashande
laren zal echter alleen van gewone tafels sprake zijn.
De heer Hijlkema wijst er op, dat de boter- enkaas-
handelaren aanwijzing van eene bepaalde afdeeling vragen
met gebruik van de daarin geplaatste tafels. De graan
handel betaalt voor de in zijne afdeeling geplaatste tafels,
onverschillig of er iets op uitgestald wordt of niet.
Evenzeer is dit het geval met den vlashandel. Nu is
sprekers vraagof de boter- en kaashandel ook voor het
gebruik van tafels zal moeten betalen.
In het midden van het beurslokaal is een afdeeling
voor het algemeende daar geplaatste tafels zijn ten
gerieve van alle beursbezoekers en voor het gebruik van
dezen wordt niets betaald. Het komt spreker echter billijk
voordat de boter- en kaashandelaren huur betalen voor
het gebruik van de speciaal voor hunne afdeeling geplaatste
tafels In ander geval zou er met twee maten worden
gemeten.
De heer Troelstra zegt, dat er geen bezwaar tegen
isom het voorstel aan te nemen en de uitvoering aan
te houden ten einde deze zaak vooraf zoo noodig nader
te onderzoeken. Bestaat er aanlei ling toedan zullen
burgemeester en wethouders hierop bij den raad terugkomen.
De heer Tigler Wijbrandi vermeent, naar aanleiding
van het door de heeren Hijlkema en Vlaskamp gesprokene,
dat tegen aanneming van het voorstel van burgemeester
en wethouders geen bezwaar bestaat. De tafelsnu voor
de boter- en kaashandelaren aan te schaften znlien alleen
voor de afrekening dienen. Het zullen geen speciale
tafels zijn als voor de andere afdeelingen waar de huurders
alleen het gebruik hebben.
Men moet het voorstel met beide handen aannemen
in het belang van den handel.
De heer Hijlkema is het met den heer Wijbrandi niet
eens. Maakten de boter- en kaashandelaren gebruik van de
gewone afrekenkamers en de daar geplaatste tafelsdan
behoeven zij niets te betalenmaar zij vragenzooals
spreker reeds deed opmerken, eene afzonderlijke afdeeling
verkeeren zij dan niet in dezelfde positie als de graan-
en de vlashandeldie wel moeten betalen voor het gebruik
van de in hunne afdeelingen geplaatste tafels Zullen zij
geen reden tot beklag hebben indien anderen ook van
hunne tafels gebruik maken?
Spreker zal nu echter aan het voorstel zijne stem
geven na de toezegging van den heer Troelstradat zal
worden overwogen of de verordening op de heffing van
rechten voor het gebruik van do beurs en de daar geplaatste
meubelen ook ten dezen van toepassing zal zijn.
De heer Vlaskamp, zal na de toelichting van den heer
Troelstrageheel met het voorstel medegaan.
Hot voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De Voorzitter sluit de vergadering.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Mikdema Co.Leeuwarden.