88 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 5 September 1899.
De Voorziter meent, dat de heer Troelstra zich vergist,
als hij meent, dat de Raad onbevoegd zou zijn om van
het adres kennis te nemen. Dit is aan den Raad gericht
en adressanten verwachten van dit lichaam eene beschikking.
De Raad is z. i. volkomen gerechtigd, om voorschriften
en wenken te gevendie burgemeester en wethouders bij
het opmaken van bestekken hebben in acht te nemen.
De heer Bekhuis zegt, dat deze kwestie voor eenige
jaren bij herhaling in den Raad werd behandeld en hij
meent dat het laatste besluit, dat hieromtrent is gevallen,
luidt, dat burgemeester en wethoudeis worden uitgenoodigd,
om bij elk bestek, dat hen daarvoor geschikt voorkomt,
bepalingen omtrent minimum loon voor te schrijven.
In dit adres nu wordt gevraagd, als spr, dit goed heeft
verstaanhet minimum-loon in de bestekken bepaald
te verhoogen, maar dan ligt het op den weg van burge
meester en wethouders, om dergelijke bepaling aan te
brengen. Vroeger, toen er sprake was van het beginsel,
toen men van meening was, dat de aanbestedingssommen
door het bepalen van een minimum-loon verhooging zou
den ondergaan, bleef de beslissing aan den Raad. Spr.
meent echter, dat, nu het beginsel is aangenomen, en alléén
wordt gevraagd om verhooging van het minimum-loon,
burgemeester en wethouders op het verzoek eene beschik
king kunnen nemen.
De heer Konter gelooft, dat de heer Bekhuis zich eenigs-
zins vergist.
Het door dien spr. aangehaalde sloeg alleen op het
minimum loon in de gemeente-bestekken. Thans echter
heeft men rekening te honden met maxi mum-arbeidstijd
en minimum-loon beide. Hij zal daarom gaarne meegaan
met het voorstel van den voorzitter.
De heer Troelstra is in beginsel voor het opnemen van
bepalingen als adressanten wenschen. Niet alleen in deze
vergadering, ook in de Prov. Staten heeft hij hiervan blij
ken gegeven.
Men moet niet uit het oog verliezen, dat indertijd Oed.
Staten, ongenegen waren bepalingen omtrent loon en werk
tijd in de bestekken op te nemen.
Toen nu de Staten gelegenheid hadden daaromtrent
hunne inzichten en wenschen kenbaar te maken heeft spr.
met enkele anderen voor opneming dezet bepalingen in
het algemeen mede een lans gebroken
Maar hij herhaaltdie wensch behoeft hier niet te
worden uitgesproken, en meer dan een wensch kan de
raad te dezer zake toch moei el ijk uitspreken.
Bepaaldelijk kan de Raad niet 'oeoordeelen, of een loon
van 16 of 17 cent, om maar een cijfer te noemen, te hoog
of te laag is. Daartoe zijn burgemeester en wethouders
beter in staat, zij informeeren van tijd tot tijd naar den
loon-standaard. Dit geldt eveneens voor een maximum
werktijd die van zoovele omstandigheden afhangt.
Spr. meent dus, dat, geheel overeenkomstig de bedoeling
der gemeentewet, de adressen gerust aan burgemeester en
wethouders kunnen worden gerertvoieerd ter afdoening,
desnoods met toezegging van de zijde van het dagelijksch
bestuur, dat op de geuite wenschen zal worden gelei.
De heer Jansen wenscht naar aanleiding van het door
den heer Troelstra gesprokene, dat burgemeester en wet
houders zich in eik bijzonder geval de vaststelling van
bestekken kunnen voorbehouden, dien spr. te wijzen op art.
142 dor gemeentewet;
Het eerste lid van dit art. luidt:
,.Hij (de Raad) kan zich do vaststelling der plannen en
„voorwaarden van aanbesteding der werken en leverantiën,
„ten behoeve der gemeente te doen, voorbehouden."
De vaststelling of bepalingen van minimum loon en
maximum werkdag behooren ook tot die voorwaarden, en
kan de Raad dus de vaststelling daarvan zich voorbehouden.
Wordt hier nu aangenomen dat de behandeling der
ingekomen adressen niet tot de competentie van den raad
behoort, dan zullen in 't vervolg bij iedere aanbesteding
wel raadsleden gevonden worden die zich speciaal met
die voorwaarden willen bemoeien en zicb do bepalingen
en voorwaarden volgens de wet doen voorbehouden.
Spr. gaat dus met den voorzitter mee, om de adressen
in den raad te behandelen.
De Voorzitter zegt, dat de quaestie eenvoudig deze is,
of nu reeds zal worden uitgemaakt, dat de adressen niet
tot de kennisneming van den Raad behooren. Hij acht dit
niet wenschelijk. Intusschen is het zeer goed mogelijk,
dat het onderzoek der aanvragen zal leiden tot het
advies van den Raad, om de aangelegenheid aan burge
meester en wethoudeis over te laten en dat de Raad
hiertoe besluit, indien hij zich met de daarvoor aangevoerde
gronden kan vereenigen. Het komt hem echter voor, dat
een aan den Raad gericht adres alleen dan Ier beschikking
kan worden gerenvoveeidwanneer uit eenige bepaling
van wet of verordening blijktdat liet aan een verkeerd
college is gericht. Spr. handhaaft derhalve zijn voorstel.
De heer Troelstra verklaart na de toelichting van den
voorzitter, zich bij diens voorstel te zullen neerleggen.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van den
voorzitter besloten.
4. Eene missive der commissie van toezicht op den
cursus tot opleiding van kweekelingen bij het bewaarschool-
onderwijs, gelijdende een exemplaar van de rekening en
verantwoording, dienst 1898/99. de begrooting, dienst
1899 1900, benevens het jaarverslag van den cursus.
Deze stukken worden voor de leden ter visie gelegd.
5. een adres van C. Lerkom in koop te mogen er
langen 609 cA. grond, deel uitmakende van het bouw
blok VIII aan het Nieuwe Kanaal.
6. een adres van de wed. Beintema, geb. Bangma,
om het gardeniersland aan de Eestraat te mogen inhuren.
11e beide laatste stukken worden in handen van bur
gemeester en wethouders gesteld ten fine van prae-advies.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
goedkeuring van een door S. v. d. Veen en S. Schilder
man overgelegd plan tot bebouwing van een térrein aan
den Noordersingel, uiikeering van een bedrag ad 1700.—
voor kosten van rioleering en bestrating, en overname
in eigendom van een straat aldaar, tegen den vroeger
vastgestelden prijs van ƒ3.—.
2. de ontwerp-gemeente begrooting voor den dienst
1900.
Wordt naar de sectiën verzonden, met bepaling, dat het
onderzoek binnen vier weken moet zijn afgeloopen.
3. het 3e suppletoir kohier van den hoofdulijken om
slagdienst 1899.
4. voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
hooging der jaarwedde van den leeraar aan het Gymna
sium J. H. Bonnema.
5. Idem tot verkoop van een perceel bouwterrein aan
het Nieuwe Kanaal aan Gebrs. Meijer.
6. Rapport der Raadscommisssie omtrent de begrooting
der inkomsten en uitgaven van het Stadsziekenhuis voor
het jaar 1900.
De stukken, onder nos. 1, 3, 4, 5 en 6 vermeld, zullen
in de volgende vergadering worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vernielde punten.
1. IIenoeming van tuiee wethouders (periodieke aftreding
van den heer Mr. C. Beekhuis en de aftreding van den
heer mr. 1. Wolff als raadslid/.
De uitslag der gehouden stemmingen is, dat de heeren
Mr." C. Beekhuis en W. J. Oosterhoff Jzn. respectievelijk
met 15 en 10 van de 19 geldige stemmen worden benoem I.
Voor de vacature mr. C. Beekhuis zijn 3 stemmen op den
heer Konter en eene stem op den heer Oosterhoff uitge
bracht, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
Voor de vacature Mr. I. Wolft' zijn 6 stemmen op den
Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Loeuwardon, van Dinsdag 3 September 1899. 89
heer Bekhuis, en op elk der heeren Beucker Andreae, Ha-
verschmidt en Konter ééne stem uitgebracht, terwijl even
eens een brielje in blanco is ingediend.
Op de vraag van den Voorzitter of de benoemden zich
reeds dadelijk omtrent de aanneming van hunne benoeming
kunnen verklaren, antwoorden deze, dat zij. met dankbetui
ging voor het in hen gestolde vertrouwen, gebruik wenschen
te maken van den termijn van beraad, hun bij de wet
toegekend.
2. Benoeming van heer ambtenaren ran den Burger
lijken stand (vacatures W. J. Oosterhoff en mr. I. Wolff).
De heer W. J. Oosterhoff on Mr. C. Beekhuis worden
als zoodanig benoemd, onderscheidenlijk met 16 en 10
van de 19 geldig uitgebrachte stemmen.
Voor de eerste vacature is op elk der heeren S. Jansen,
N. T. Haverschmidt en T. Konter ééne stem uitgebracht,
terwijl een briefje in blanco is ingeleverd.
Voor de tweede vacature zijn op den heer N. T. Haver
schmidt zes stemmen en op de heeren Konter en Jansen
elk eene stem uitgebracht. Een briefje in blanco.
Dc heeren Oosterhoff en Beekhuis verklaren, onder
dankbetuiging voor het in hen gestelde vertrouwen, hunne
benoeming aan te r.emen.
3. Benoeming van 4 leden der Commissie voor open
bare werken.
De uitslag der gehouden stemmingen is, dat de heeren
-J. I. H. Bekhuis. R. H. Dijkstra, N. T. Haverschmidt en
T. Konter met 18, 16, 18 en 16 stemmen worden benoemd,
terwijl op elk der heeren Jansen Hijlkema en Wilhelmy
eene stem wordt uitgebracht. Een briefje wordt telkens
in blanco ingeleverd.
4. Benoeming van 4 leden der commissie voor de
gemeentelijke bewaarscholen.
Dc heeren Dr. J. Baart de la Faille, H. Beucker Andrea-
en D. Tigler Wijbrandi worden bij de eerste stemming
gekozen met 15, 18 en 18 stemmen. De heer Middelkoop
verkrijgt twee stemmen en de heer Haverschmidt eene stem.
Een briefje is van onwaarde en een in blanco ingeleverd.
Voor de vierde vacature worden op de heeren Wil
helmy 6, op den heer Haverschmidt 8 stemmen, en op elk
der heeren Jansen, Hijlkema, Oosterhoff, Kiers en Middel
koop eene stem uitgebracht. Een briefje is in blanco
ingeleverd. Dientengevolge moot eene tweede vrije stem
ming plaats hebbendaar geen volstrekte meerderheid
van stemmen is verkregen.
De uitslag dier tweede stemming isdat de lieer Ha
verschmidt met 10 stemmen wordt verkozen. De heer
Wilhelmy verkrijgt 7 stemmen en de heeren Jansen en
Middelkoop elk eene stem. Een briefje is in blanco
ingeleverd.
De heer de la Faille verlaat de vergadering.
5. Benoeming van 4 leden der commissie voor hef
ontwerpen van Strafverordeningen.
De uitslag der gehouden stemmingen is, datdebeeren
A. Duparc, Mr. II. D. van Ketwich Verschuur, Mr.
C. Beekhuis en Mr. A. Menalda worden verkozen met
15, 15, 10 en 11 stemmen.
Op de heeren Bekhuis, Middelkoop, van Eijsinga worden
respectievelijk 4, 2 en 2 stemmen uitgebracht, en op den
heer Wilhelmy eene stem.
6. Benoeming van 4 leden der commissie voor de
gemeentelijke gasfabriek.
De heer van Ketwich Verschuur geeft te kennen, dat
hij thans reeds in twee raadscommissien zitting heeft,
waarom hij verzoekt, hem van het lidmaatschap der
commissie voor de gem. gasfabriek te excuseeren.
De uitslag der gehouden stemmingen is, dat bij eerste
stemming worden benoemd de heeren W. J. Oosterhoff
en J F. II. Bekhuis, resp. met 17 en 16 stemmen. De
heeren Dijkstra, van Eijsinga en Lautenbach verkrijgen
elk oeno stem, terwijl een briefje in blanco wordt ingeleverd.
De heer Hijlkema wordt bij tweede stemming benoemd
met 10 stemmen van de 18. Op den heer Dijkstra zijn
1 en op den heer Lautenbach 2 stemmen uitgebracht,
terwijl de heoren Jansen en Konter ieder ééne stem ver
krijgen.
Een briefje is in blanco ingeleverd.
Voor de vierde vacature verkrijgt do heer Jansen 7,
de heeren van Eijsinga en Dijkstra elk 5 stemmen, op den
heer Lautenbach is eene stem uitgebracht. Een brielje
in blanco.
Bij de tweede stemming verkrijgen de heeren van
Eijsinga en Jansen ieder 7 stemmen, de heer Dijkstra 3
en de heer Lautenbach 1 stem. Een briefje in blanco.
Bij de herstemming tusschen de heeren Jansen en van
Eijsinga verkrijgen zij van de 17 uitgebrachte stemmen
elk 8, zijnde een briefje in blanco ingeleverd.
Daar dus de stemmen staken, moet volgens art. 45 van
het reglement van orde voor de vergaderingen van den
Raad het lot beslissen. De uitslag hiervan is, dat uit de
bus wordt getrokken het briefje, waarop de naam van den
heer Jansen voorkomt, zoodat deze is benoemd.
7. Ilegeling der rangorde van zitting der leden ter
vergadering
De Voorzitter geeft in overweging, om bij deze loting
en bij die voor do sectiën het er voor te houden, dat de
nieuw benoemde wethouders hunne benoeming hebben
aangenomen.
Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, dan kunnen
zij later ruilen met do leden, die in hun plaats zullen
worden benoemd.
Bij loting wordt aangewezen
plaats
no.
1 aan
den
heer
Jhr. Mr. W. C. G. v. Eijsinga.
9
2
9
N. T. Haverschmidt.
9
3
J. F. H. Bekhuis.
9
4
9
Mr. II. D. v. Ketwich Verschuur.
9
5
9
9
A. Duparc.
6
9
9
9
T. Kon ter.
9
7
9
9
D. Tigler Wijbrandi.
9
8
9
Mr. A. Menalda.
9
9
9
9
D. Lautenbach.
9
10
9
S. Jansma.
9
11
9
9
R. H. Dijkstra.
9
12
9
9
S. J. van Messel.
9
13
9
9
S. Jansen.
9
14
9
9
9
Dr. J. Baart de la Faille.
9
15
9
9
J. I']. Kiers.
9
9
16
9
9
S. H. Hijlkema.
9
17
9
9
H. Beucker Andreae.
18
9
9
0. L. B. J. Feitz.
9
9
19
9
9
9
P. A. Wilhelm ij.
9
9
20
9
9
9
Z. Middelkoop.
8.-
Vernieuwing van de
sectiën van den Raad.
De uitslag der gehouden loting is dat worden aange
wezen
lot leden der Ie sectie, waarvan voorzitter is de bur
gemeester, de heeren H. Beucker Andreae, R. II. Dijkstra,
Dr. J. Baart de la Faille, S. Jansen, S. Jansma, J. F. H.
Bekhuis on Mr. C. Beekhuis.
Tot leden der 2e sectie, voorzitter de lieer W. J. Ooster
hoff, de heeren
Mr. A. Menalda. S. H. Hijlkema, A. Dnparc, Jlir. Mr.
W. C. G. van Eijsinga. J. E. Kiers, C. L. B. J. Feitz en
N. T. Haverschmidt.