VmaMi w Diislai 12 Muur 1899 92 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 5 September 1899. voor de volgende 50 vierkante decimer, per dM1. 17/8 cent, voor elke dM1. boven de 100 vierkante decimeter 1 ct. voor langer tijdvak tot het einde van het belastingjaar: voor de eerste 50 vierkante decimeter, per dM2. 5 cent' voor de volgende 50 vierkante decimeter, per dM2. 38/» cent' voor elke dM2. boven de 100 vierkante decimeter 27t cent- De aanplakborden moeten door den huurder worden geleverd. De plaats voor het aanhechten der borden en van de in gebruik te nemen muurvlakten wordt door de waag- commissie aangewezen. Art. 10. Het recht van gebruik volgens de artt. 8 en 9 is geheel persoonlijk en mag niet duurzaam of tijdelijk aan een ander worden overgedragen of afgestaan. Indien dit plaats heeft, vervalt het recht van gebruik onmiddellijk, buiten en behalve de bepalingen van art. 271 der gemeentewet. Art. 11. Het recht van gebruik volgens de artikelen 8 en 9 eindigt in elk geval met het einde van het belastingjaar, waarin het is ontstaan. In geen geval wordt restitutie van betaalde rechten verleend. Art. 12. De rechten in artikel 2 vermeld, zijn verschuldigd door den eigenaar der ter waag gebrachte goederen of door hemdie de weging heeft verlangd. Zij zijn dadelijk na de weging of verwerking der goederen invorderbaar. De rechten, in art. 7 vermeld, zijn verschuldigd dooi den eigenaar der boter, of die hem vervangt. Zij zijn invorderbaar telkens na het eindigen van een tijdvak als in gemeld artikel is bepaald. Geene goederen mogen uit de waag worden weggevoerd, zonder dat de daarvoor verschuldigde rechten zijn betaald. Overtreding dezer bepaling wordt als ontduiking van belasting beschouwd. De rechten, in de artt. 8 en 9 vastgesteld, zijn ver schuldigd door hen, die aanvrage om een standplaats of een aanplakbord of muurvlakte hebben gedaan. Zij zijn dadelijk na de aanwijzing door de waagcommissie voor het volle bedrag invorderbaar. Art. 13. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met ultimo December. Art. 14. Dit besluit treedt in werking den lsten Januari 1900. 2 VERORDENING op de invordening der waag- rechten. Art. 1. De invordering der waagrechten geschiedt door den waagmeester. Art. 2. Ingeval van verschil over het bedrag der verschuldigde rechten, is de schuldenaar niettemin verplicht, het dooi den waagmeester gevorderde bedrag dadelijk te voldoen, behoudens beroep op de waagcom missie, die ten deze in het hoogste ressort beslist, en, indien zij het beroep ge grond acht, den waagmeester gelast het te veel gevorderde terug te betalen. Art. 3. De waagrechten, die, om welke reden ook, niet aan den waagmeester op diens vordering worden betaald worden ingevorderd overeenkomstig de voorschriften van de artt. 258—261 der gemeentewet. Art. 4. Deze verordening treedt in werking den lsten Januari 1900. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan J. II. Kuhlmann vergunning te verleenen tot het plaatsen van een stankvrije kolk vóór het perceel Kleine Kerk- straat no. 32. Overeenkomstig het voorstel wordt beslotenaan adres sant de gevraagde vergunning te verleenen onder voor waarden a. dat de bedoelde kolk worde gelegd in het bestaande voetpad. b. dat deze zoo laag worde geplaatst, dat de klinkers van het voetpad hooger liggen dan de kolk. c. dat de kolk en hare bedekking zoo sterk worden ge maakt en onderhoudendat zij voldoenden weerstand bieden aan alle daarover te vervoeren vrachten. d. dat door den adressant telken jare vóór of op den 12 November, voor het eerst vóór of op 12 November 1899, ten kantore van den gemeente-ontvanger worde betaald eeue retributie van ƒ0.25, als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den ten dezen in gebruik afgestanen grond. 11. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan N J. v. d Woude in eigendom af te staan een gedeelte van de Doorgaande Steeg en een strook grond daarnevens. Conform het voorstel wordt besloten aan N. J. van der Woude te Leeuwarden in eigendom af te staan het op de overgelegde teekening met roode arceering aangeduide gedeelte van de Doorgaande steeg ter oppervlakte van on geveer 35 centiare en het noordelijk gedeelte van het perceel ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie A no. 1240, eveneens op de teekening rood gear ceerd, ter oppervlakte van ongeveer 87 centiare, alzoo te zamen ongeveer 122 centiare tegen eene koopsom van 1per centiare en zulks onder voorwaarden: dat de betaling moet geschieden bij het verteekenen der akte van overdracht. b. dat de kosten van overdracht komen voor rekening van adressant. c. dat hij tegelijk met den grond, in eigendom en onderhoud overneme het in die steeg liggende riool met toebehooren. De rechten van derden op het loozen van menage- en hemelwater door dit riool blijven bestaan. d. dat hij binnen eene maand na de vertoekening der koopacte het op de teekening rood gearceerde terrein aan de noord- en zuidzijde van den gemeentegrond afscheide en wel aan de noordzijde door een deur, welke geplaatst moet worden in de rooilijn der gebouwen, en aan de zuidzijde door een muur, ter hoogte van ten minste 1.90 meter, waarin ter bede een deur zal mogen worden ge plaatst. e. dat de rood gearceerde oppervlakte, zoowel hetgeen thans als steeg gebruikt wordt, als het van vroegere amotie overgebleven terrein, nimmer worde bebouwd, noch daarop eenig getimmerte worde geplaatst. Tot handhaving dezer voorwaarde zal het gekochte met een erfdienstbaarheid worden bezwaard ten voordeele van den aan de gemeente verblijvenden grond. dat het huis en erf, kadastraal bekend sectie A no. 1171, recht van uitgang door de bestaande tuindeur in de steeg naar de Nieuweburen en 'recht van uitzicht, zoowel ten behoeve van de bestaande als van de eventu eel in dat huis aan de zijde van de steeg te maken licht openingen, zal hebben. g. dat hij op het overblijvende gedeelte van de Door- gaandesteeg en de daaraan te geven uitbreiding tot aan de Bargejagerssteeg geenerlei recht van uitgang kan doen gelden, wanneer dat gedeelte eventueel ook aan den publieken dienst mocht worden onttrokken. De Voorzitter sluit de vergadering. Stoom Boek- en Steendrnkkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 12 September 1899. 93 Tegenwoordig eerst 19, naderhand 20 leden. Afwezig de hoeren Hijlkema, Menalda en Jansma. Voorzitter.' de heer Jhr. Mr. A. Röell, burgemeester. I. De notulen van de op 5 September j. 1. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. H. Wordt medegedeeld I. Eene missive van den heer A. G. v. d. Meij, hou dende bericht, dat hij de hem bij Raadsbesluit van den 18 Maart 1898, no. 12, verleende vergunning om gebruik, te maken van den Harlinger trek weg, niet kan aannemen. 2. Dat aan het blok woningen aan den weg naar Cara- buur de volgende straatnamen zijn gegeven de westelijke straat„Noordvlietstraat", de oostelijke „Cambuurstraat", de zuidelijke: „1 e Cambuurdwarsstraat", de noordelijke„2e Cambuurdwarsstraat." 3. Dat benoemd is tot inspecteur van politie 2e kl. de heer W. J. M. Wesser, inspecteur van politie 3e kl. te Amsterdam. 4. Adressen van de afd. Leeuwarden van het Ned. Werkliedenverbond „Patrimonium" en van de Soc.-Dcra. Arbeiderspartij in Nederland, waarbij adhaesie wordt betuigd voor de in de vorige vergadering ter tafel gebrachte adres sen betreffende bepalingen omtrent maximum-werktijd en minimum-loon in bestekken. Wordt besloten deze te voegen bij de betrekkelijke stukken en daarmee op dezelfde wijze te handelen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. De door den schuttersraad ter voorloopige goed keuring ingezonden begrooting voor de dienstdoende schut terij voor 1900. Wordt om onderzoek en rapport in handen gesteld van de heeren Beucker Andreae, Konter en Middelkoop. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een besluit, waarbij wordt bepaald, dat de bruggen, waarvan de opbrengst wordt gegaderd, gesloten zul len zijn tusschen 10l/, uur 's avonds en 4i/i uur 's morgens in de maanden April, Mei, Juni, Juli, Augustus en September, en tusschen 10 uur 's avonds en 5 uur 's morgens in de overige maanden, zulks behoudens buitengewone gevallen, waarvoor door den burgemeester of een van zijnentwege aan te wijzen ambtenaar, vergunning voor het afdraaien der bruggen kan worden verleend. Wordt besloten dit voorstel te doen drukken als bijlage tot het Raadsverslag en in de volgende vergadering te behandelen. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een verzoek van C. Lerk tot aankoop van grond nabij het Nieuwe Kanaal. Zal in de volgende ver gadering worden behandeld. 4. De heeren Duparc en Oosterhoff dienen hierop, bij monde van eerstgenoemde, een voorstel in, strekkende om 1. in beginsel te besluiten tot geleidelijken openbaren verkoop van de bij Raadsbesluit van 14 April 1896, no. 18, ter bebouwing aangewezen terreinen, gelegen ten noorden en ten zuiden van het Nieuwe Kanaal, zooveel noodig onder de bij genoemd Raadsbesluit vastgestelde bepalingen en voorwaarden, en 2. Burgemeester en wethouders, uit te noodigen, de vereischte voorstellen ter uitvoering van het bij het lc lid van dit besluit bepaalde met behoorlijken spoed den Raad aan te bieden. In de daarbij gevoegde toelichting wordt medegedeeld, dat het niet kan worden ontkend, dat niet is beantwoord aan de in 1896 gekoesterde verwachting, dat de ten noor den en ten zuiden van het Nieuwe Kanaal gelegen bouwterreinen spoedig koopers zouden vinden. Er is tot dusver toch slechts een zeer gering gedeelte van deze terreinen verkocht. Niets schijnt aan te duiden, dat er in dit opzicht weldra eene belangrijke verbetering zal komen. Intusschen worden de gemeente-financiën van jaar tot jaar niet weinig gedrukt door de uitgaven, noodig voor de betaling van de rente en van de aflossing der geld- leeningen, aangegaan tot bestrijding van de voor den aan leg van het kanaal gemaakte kosten. Deze kosten hebben volgens de gemeente-rekeningen van 1891 tot en met 1898, in het geheel bedragen j 679,646.59, als: voor aankoop van vastigheden f 280,600voor uitgevoerde werken 399,046.59. De som van 679,646.59 moet worden verminderd met1. het bedrag van het provinciaal subsidie ad 135,000; 2. de opbrengst van bouwterreinen 18,639.04, te zamen f 153,639.04, zoodat overblijft 526,005.55. Voor rente en aflossing moet nu weder in 1900 worden betaald onderscheidenlijk p. m. 16,000 en f 11,000, te zamen dus f 27,000. In mindering van de rente komt echter de huur van overgebleven land ad 425.55 blijft dus 26,574.45. Door verkoop nu van de genoemde terreinen zou allicht eene opbrengst worden verkregen, méér dan voldoende om te voorzien in de verplichte jaarlijksche aflossing, waarvan het bedrag thans uit de gewone inkomsten moet worden gevonden. Kwam het tot eene hoogere opbrengst, dan zou tot buitengewone aflossing kunnen worden overgegaan, waar door het rentebedrag opnieuw zou dalen. Door een en ander zou de hoofdelijke omslag langza merhand niet onbelangrijk kunnen worden verminderd. De Voorzitter stelt voor, in de volgende vergadering te besluiten omtrent het in overweging nemen van dit voorstel. Aldus besloten. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op don oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een wethouder wegens het bedanken van den heer W. J. Oosterhoff Jzn. De uitslag der gehouden stemming is, dat van de 19 stemmen op den heer S. H. Hijlkema worden uitgebracht 10 en op den heer J. F. H. Bekhuis 6 stemmen, terwijl de heeren Beucker Andreae, van Eijsinga en Konter elk ééne stem verkrijgen, zoodat de heer Hijlkema is benoemd. Den heer Hijlkema, niet ter vergadering tegenwoordig, zal schriftelijk van zijne benoeming kennis worden gegeven, ten einde binnen 3 dagen na ontvangst daarvan zich te kunnen verklaren omtrent de aanneming. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot goed keuring van een door S. v. d. Veen en S. Schilderman overgelegd plan tot bebouwing van een terrein aan den IS oor der singel. De beraadslaging wordt geopend. De heer Oosterhoff heeft onder de voorwaarden ééne aangetroffen, die hoewel niet van overwegend belang, toch hard genoemd mag worden. Het is deze, dat voor het eventueel van gemeentewege uit te oefenen toezicht op de werken, door de aannemers per dag 1.50 moet wor den betaald. Spr. kan het toezicht billijken het strekt natuurlijk om te bevorderen, dat alles geheel overeen komstig de bouwverordening geschiedt. Doch dat dit toezicht door de ondernemers moet worden betaaldacht hij in strijd met de billijkheid. Bovendien is spreker van meening, dat hier sprake is van eene nieuwe bepaling. Hem werd toch door den timmerman v. d. Veen mede gedeeld, dat deze, eenigen tijd geleden, zestien woningen had gebouwd in de Spanjaardstraat, waar ook toezicht van wege gemeentewerken had plaats gehad, evenwel zonder dat er hem iets voor in rekening was gebracht. Is deze inlichting juist dan geeft spr. in overweging, deze voorwaarde te doen vervallen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1899 | | pagina 1