J'
T'-V»
122
Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 October 1899.
Alzoo is besloten
aan Lammurt Hendriks Hotsma, veehouder te Leeuwar
den, onderhands voor den tijd van zeven aaneonvolgende
jaren, in te gaan 5 Maart en 12 Mei 1900 te verhuren
de zathe en landen staande en gelegen op Wijlaarderburen
en wat één perceel betreft ten zuiden van den spoorweg van
Leeuwarden naar de Tijnje, ten kadaster bekend gemeente
Leeuwarden in sectie F nos. 405, 106, 409, 410, 410«,4
414, 419, 420, 423, 879, 886, 887, 1808, 1809, 1.87:1,
2275, G 3654, F 2273 en gemeente Huizum in sectie
D no. 56, samen groot 26 H. 87 A 35 cA., tegen een
jaarlijkschen huurprijs van 1775.50. met bepaling, dat
hij bovendien voor zijne rekening moet nemen de kosten
van 200 scheepstonnen beste, door de gemeente jaarlijks
aan te koopen terpaarde, alsmede de kosten van transport
der aarde van de terp tot de daarvoor door de verhuur
ders aan te wijzen pereeelen lar.d en verder op de voor
waarden, door burgemeester en wethouders nader vast te
stellen, in hoofdzaak overeenkomende met die vermeld in
het thans nog loopende huurcontract d.d. 10 Februari 1893.
4. Rapport der commissiebelast met het onderzoek
der gemeenterekening, dienst 1898.
Conform de conclusie van dit rapport wordt zonder
discussie of hoofdelijke stemming besloten
I. goed te keuren do rekening van ontvangsten en
uitgaven over hot jaar 1898 met de volgende eindcijfers:
f 1.137.024.26
'- 1.088.233.80''
bedrag der ontvangsten
uitgaven
voordeelig saldof 48.790.45
en vast te stellen het bijgevoegd ontwerp-besluit.
II. Hoeren burgemeester en wethouders 's Raads dank
te betuigen, voor het met zorg gevoerde finantieel beheer.
Wordt opgemerkt dat de voorzitter en de beide andere
wethouders tot het nemen van dit besluit niet hebben
medegewerkt.
De Voorzitter doelt nog mede, dat door burgemeester
en wethouders voorloopig zijn toegewezen van de bouw
terreinen VIII en IX aan het nieuwe kanaal, waarvan
do prijzen bij Raadsbesluit van den 26 September 1899
zijn gewijzigd
a.' in erfpacht een gedoelte van bouwblok VIII groot
310 cA. aan M. Meijer, berekend naar eene koopsom
a 5.25.— per cA.
De jaarlijksche erfpachtsom, berekend naar 4 Jvan
den koopprijs ad 310 X '>.'25.1627.50.
bedraagt dus 73.24.
b. in koop een gedeelte van hetzelfde bouwblok, groot
609 cA. aan C. Lerk, a 4.- per cA. 2436. -
en een gedeelte van bouwblok IX, groot 301 cA. aan
K. Wits a 4.— per cA., dus voor 1204,—.
In verband met de behandeling van punt 5 der agenda,
advies op reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken
omslag in beroep, dienst 1899, wordt de openbare ver
gadering hierna door den voorzitter gesloten.
!4
Stoom Iioek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co..
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Zaterdag 4 November 1899 123
Ttrymrii ra Zatrtï i Mamte 1833
Tegenwoordig eerst 20, naderhand 21 leden.
Afwezig de heeren mi. II. D. van Ketwich Verschuur
en E. H. Dijkstra.
Voorzitter: de heer Jhr. rar. A. Köell, burgemeester.
I. De notulen van de op 24 October jl. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
Hierna wordt overgegaan tot installatie van den heer
S. Jansma, die door den secretaris wordt binnengeleid.
De heer Jansma legt hierop in handen van den voor
zitter at' de verklaring van zuivering en daarna de belofte,
bedoeld bij art. 39 der gem een te wet.
De Voorzitter wenscht den heer Jansma geluk met
zijne benoeming als raadslid en met zijn installatie als
zoodanig.
Spr. hoopt, dat de benoemde veel tot heil der gemeente
moge tot stand helpen brengen en tot eigen voldoening
zal werkzaam zijn.
II. Wordt medegedeeld
1. Eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende
ontvangstbericht van een afschrift van het raadsbesluit
tot wijziging der verordening tot regeling van het lager
onderwijs
2. eene missive van de Algemeene Telefoon Maat
schappij, voorheen Ribbink van Bork Co., houdende
raededeeling, dat zij met de concessie-voorwaarden accoord
gaat, en de aanvaarding der concessie zal plaats hebben
vóór 19 December a.s.
Wordt ter tafel gebracht
1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
ingebruikgeving van lokalen der landbouwwinterschool tot
het houden van een cursus in paardenkennis.
Zal in de volgende vergadering worden behandeld
2. een adres van S. Krol, pachter der Ylietster- en
Boomsbruggen, om teruggave van een gedeelte der pachtsom.
Wordt gesteld in handen van burgemeester en wet
houders ten fine van prae-advies
3. een voordracht voor de benoeming van een voogdes
en een voogd van het Nieuwe Stads-Weeshuis
4. idem voor de benoeming van drie voogden der
Stads-Armenkamer.
In eene volgende vergadering zal tot de benoeming
worden overgegaan
5. een adres van de vereeniging tot bevordering van
volksgezondheid, waarbij de oprichting van een abattoir
in deze gemeente wordt aanbevolen.
Wordt gesteld in handen van burgemeester en wet
houders ten fine van prae-advies
6. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige en fraaie
handwerken aan gemeenteschool no. 4
7. voorstel van burgemeester en wethouders tot het
aangaan van eene tijdelijke geldleening. Zal nog heden
worden behandeld
8. alsvoren tot indeeling van het bouwterrein aan de
zuidzijde van het Nieuwe Kanaal en tot openbaren verkoop
van een gedeelte van dat terrein in verband met het
voorstel van de heeren Duparc en Oosterhoff.
Zal worden gedrukt als bijlage tot het verslag en in
eene \olgende vergadering behandeld;
9. eene missive dd. 3 November j.l. no. 838 van de
commissie van toezicht op de scholen van middelbaar
onderwijs, inhoudende voorstel tot voorziening in de tijdelijke
waarneming der lessen van den leeraar Mr. S. J. Cohen
aan de burgerdag- en avondschool, gedurende diens ziekte.
Zal nog heden worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van het verzoek van den heer K. ten Bruggencate
om eervol ontslag als leeraar aan het gymnasium.
Burgemeester en wethoudejs stellen voor te besluiten
a. Aan den heer K. ten Bruggencate met ingang van
15 November e. k. eervol ontslag te verleenen als leer
aar in de Duitsche en Engelsche talen aan het gymna
sium alhier.
b. van genoemden datum af totdat zal zijn voorzien
in de door dat eervol ontslag onstano vacature, tijdelijk
te belasten met het onderwijs aan het gymnasium
le in het Duitsch den heer II. Boonstra, onderwij
zer aan gemeenteschool no. 4,
2e. in het Engelsch den heer L. van der Wal, leeraar
j aan de rijks hoogere burgerschool alhier, ieder op eene
1 bezoldiging berekend naar 100.— per feitelijk lesuur
per week.
c. In de ontstane vacature te voorzien door aanstel
ling, hetzij van één leeraar in de Engelsche en Duitsche
talen op eene jaarwedde van 2000.a ƒ2500.—, of
van een leeraar in de Duitsche taal en van een leeraar
in de Engelsche taal, ieder op eene jaarwedde van
1000.— a 1500.-
De heer Duparc zou wel willen voorstellen, aan het
j eerste lid toe te voegen de woordenonder dankbetui-
I ging voor de gedurende vele jaren bewezen belangrijke
diensten.
Spr. meent, dat de uitstekende wijze, waarop de heer
ten Bruggencate gedurendo een reeks van jaren twee
leervakken, Engelsch en Hoogduitsch, heeft gedoceerd,
de door hem voorgestelde toevoeging alleszins wettigen.
De heer Baart de la Faille ondersteunt gaarne het
voorstel van den heer Duparc. Hij is het met hem eens,
dat eene bijzondere dankbetuiging hier op hare plaats is.
Spr. zou echter wel ingelicht willen zijn, waarom het
ontslag van den heer ten Bruggencate eerst op 15 No
vember kan ingaan. Is spr. wel ingelicht, dan zou deze
leeraar wenschen zoo spoedig mogelijk zijn ontslag te
ontvangen. Ook kan men zich voorstellen, dat de drukke
dagen, die met eene verandering van woonplaats gepaard
gaan, niet het meest geschikt zijn tot het geven van
onderwijs. Bovendien de heeren van der Wal en Boonstra
kunnen reeds onmiddellijk tijdelijk zijne lessen waarnemen.
Zou het nu ook aanbeveling verdienen, het eervol ontslag
terstond te doen ingaan
De Voorzitter geeft de heer Baart de la Faille ten
antwoord, dat de aanleiding van het eervol ontslag op
15 November te stellen, gelegen is in het overgelegd
schrijven d.d. 31 October van den heer ten Bruggencate
zelf, waaruit blijkt, dat de Minister van Binnenlandsche
Zaken zijne infunctietreding als inspecteur van het M. O.
op 16 November wenscht, op grond waarvan hij tegen
dien datum eervol ontslag uit zijn betrekking aan het
gymnasium verzocht.
Wat betreft het voorstel van den heer Duparc, doet
spr. opmerken, dat burgemeester en wethouders slechts
hebben overgelegd het advies van curatoren, die recht
streeks met den Raad correspondeerenwelk advies geen
voorstel bevatte omtrent eene toevoeging als door den
heer Duparc gewenscht. Burgemeester en wethouders
kunnen zich daarmede ewenwel zeer goed vereenigen.
De heer Baart de la Faille meent namens heeren cu
ratoren van het gymnasium te kunnen spreken, als hij
zegt, dat zij met ingenomenheid een voorstel begroeten,
om 's Raads dank aan den scheidenden leeraar te betui
gen voor de uitnemende wyze, waarop hij zijn taak heeft
vervuld.