2 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 9 Januari 1900. bericht, dat in eene tijdelijke opdracht van het onderwijs in werktuigkunde en werktuigkennis aan de burgeravond school aan den heer H. P. Priester zal worden berust, mits die opdracht niet geschiedt tot wederopzegging, doch uiterlijk tot het einde van het loopende cursusjaar. Wordt besloten, Overeenkomstig het verlangen van den Minister, het raadsbesluit d.d. 12 December 1899 no. 9 te wijzigen, door tusschen de woorden, „tot wederopzegging" en „te belasten" te plaatsen„uiterlijk tot het einde van het loopende cursusjaar" 2. eene missive van de commissie van administratie over de Stads Bank van leening, houdende voorstel tot wijziging der begrooting van die instelling, dienst 1899. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren R. H. Dijkstra, Jhr. W. C. G. van Eijsinga, en J. E. Kiers. 3. bericht van den heer Ds. E C. Jungius, dat hij de benoeming tot curator van het gymnasium aanneemt; 4. alsvoren van den heer Dr. J. A. Rörner, als lid dei- commissie van Toezicht op de scholen van Middelbaar Onderwijs 5. alsvoren van Mej. M. M. E. Roelants als tijdelijk leerares aan de Burgerdagschool 6. missive van Ged. Staten, houdende bericht, dat alle belastingverordeningen, welke op 1 Januari 1900 vervielen, zijn goedgekeurd; 7. resolutie van Ged. Staten, waarbij de gemeente rekening, dienst 1898, wordt goedgekeurd; 8. adres van C. Vermeer en anderen, allen directeuren bij de brandweer, houdende verzoek; om maatregelen te nemen, waardoor zij, ook na het bereiken van den bij de verordening bepaalden leeftijd, in functie kunnen blijven. Gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad 9. eene missive van den Voorzitter van het college van zetters, houdende kennisgeving van het overlijden van het lid Th. Ottema, en de benoeming in diens plaats dooi den Commissaris der Koningin in deze provincie van den heer P. Attema Dzn. 10. dat de openbare verkoop van bouwterrein aan het Nieuwe Kanaal heeft opgebracht 16 835,97. Bovendien zijn twee perceelen in erfpacht uitgegeven, waarvan de koopsom zou bedragen 1440.35 en waarvan dus als jaarlijksche erfpacht, berekend naar 4'/, °/0 der koopsom, (34.815 betaald moet worden. III. Wordt ter tafel gebracht 1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan Mr. C. L. baron van Harinxma thoe Slooten, naar aanleiding van zijn daartoe strekkend verzoek, als lid der Commissie van beheer over het Stads-Ziekenhuis en aanbeveling ter ver vulling van de te ontstane vacature 2. alsvoren tot vaststelling der voorwaarden voor de verpachting van standplaatsen op het Wilhelminaplein voor stoomearoussels enz. gedurende de kermis in 19<i0 3. alsvoren om afwijzend te beschikken op een ver zoek van H. Germeraad, W. Visser en K. Kool, om restitutie van een deel van door hen betaalde koopsom men van bouwterrein aan het nieuwe kanaal, in verband met de prijsverlaging der blokken VIII en IX 4. alsvoren op een verzoek van gelijke strekking ingediend door G. Jellema 5. alsvoren tot toekenning van eene schadeloosstelling aan de pachters van de Boom-, IJzeren-ophaal-, Blauwe en Poppebruggen wegens de tijdelijke vervanging van de Verveisbrug door eene vaste brug gedurende de vernieu wing van de Rijksbrug bij de Hoeksterpoort 6. alsvoren naar aanleiding van een plan tot bebou wing van een terrein aan de Spanjaardslaan en de Looijer- straat, ingediend door G. Jansen, om de Lijkvaart te onttrekken van den publieken dienst 7. alsvoren tot benoeming van onderwijzeressen in de handwerken aan gemeenteschool no. 1 8. alsvoren tot ontbinding van het met S. Berkenbijl gesloten contract, voor het bezorgen der wagenvrachten ten dienste der gemeentewerken 9. alsvoren, om met Mej. S de Vries eene overeen komst te sluiten, waarbij zij afstand doet van hare rechten op eene pomp aan den Eewal D>. alsvoren tot vaststelling van een besluit tot heffing van en eene verordening op de invordering van rechten voor het gebruik van de benzine-bewaarplaats. Al deze stukken zullen in eene volgende vergadering worden behandeld, terwijl het voorstel, genoemd onder no. 10, zal worden gedrukt als bijlage tot 's Raads han delingen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een adres van L. Schotanus, betreffende ver betering van een rijweg van de 2e Kanaalbrng naar den molen „de Kroon." Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming besloten aan den adressant mede te deelen, dat aan zijn verzoek zal worden voldaan. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot uit breiding der Veemarkt. Conform het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming besloten I. tot het stichten van twee weeghuisjes voor vee, het aanbrengen van verbeteringen in het bestaande weeghuis en het daarbij bouwen van een nieuw kantoortje; het aankoopen van twee bascules, het plaatsen van een hek, het inrichten van een terrein voor paardenmarkt en het aanbrengen van nieuwe schapenhokken op de veemarkt, volgens het door den Directeur der gemeentewerken op gemaakt plan en voor de uitvoering daarvan eene som toe te staan van ten hoogste 10,620.— II. burgemeester en wethouders uit te noodigen, te zijner tijd de vereischte finantieele voorstellen te doen tot bestrijding van de kosten van de onder no. I omschreven werken. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een adres van C. Groenendijk cs in zake. stratenaanleg op een perceel gelegen aan de Spanjaardslaan en den Stienserweg Dit vooorstel luidt als volgt Aan den gemeenteraad. Bij nevensgaand adres en bijlagen hebben de heeren C. Groenendijk en H. J. Albers, beiden wonende alhier, en A. Thoden van Velzen, wonende te Heerenveen, die door aankoop eigenaars zijn geworden van het perceel weiland, aan den Marssumer straatweg en de Spanjaardslaan kadastraal bekend in sectie D no. 874, en dat perceel als bouwterrein wenschen te exploiteeren, zich tot ons college gewend met het verzoek om o. goedkeuring op het door hen overgelegde plan van bebouwing en wegenaanleg b. toezegging, dat, wanneer dit plan overeenkomstig de toelichting en de gemeenteverordeningen zal zijn uitgevoerd, de straten met rioleering door de gemeente in beheer en onderhoud zullen worden overgenomen. De beschikking op beide verzoeken berust krachtens de verordening (Gemeentebladen no. 7 van 1898 en no. 5 van 1899) bij uwe vergadering. Ten einde U dienaangaande van advies te dienen, heb ben wij het adres e.a. gesteld in handen van den Directeur der Gemeentewerken en met het rapport van dien ambtenaar van uwe Commissie voor openbare werken. Zooals U uit de stukken, die hierbij worden overgelegd, en naar welker inhoud wij verwijzen, kan blijken, adviseert de Directeur tot inwilliging van het tweeledig verzoek Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 9 Januari 1900. 3 van adressanten, behoudens voldoening aan een aantal door hem aangegeven voorwaarden, en sluit zich voor noemde Raadscommissie, welke zich in hoofdzaak bepaalt tot enkele opmerkingen omtrent de door den Directeur ontworpen voorwaarden, bij dit gevoelen aan zij spreekt althans geen afwijkende zienswijze uit. Wat ons college betrelt, wij gaan gaarne mede met de uitgebrachte adviezen, voorzoover deze de gunstige beoor deeling betreffen van het sub a genoemde stratenplan met rioleering enz., mits bij de uitvoering van een en ander de bepalingen der verordening en de krachtens deze door burgemeester en wethouders te geven voorschriften worden in acht genomen, doch wij hebben bezwaar 0 in overweging te geven om, gelijktijdig met de vaststelling van de rooilijn der te stichten gebouwen en de breedte, richting, peil en rioleering der aan te leggen wegen en straten de toezegging te doen tot de sub b gevraagde over name in beheer en onderhoud. Art. 6 der betrokken verordening opent aan den Raad de gelegenheid om straten, met inachtneming van do «door den Raad gestelde voorwaarden op particulieren sgrond aangelegd en ingericht, op hiertoe strekkend verzoek, »voor de gemeente hetzij in eigendom, hetzij in onderhoud en beheer" over te nemen, en al zijn wij het met den Directeur der Gemeentewerken van gevoelen, dat »de «meest gewenschte toestand is, dat alle wegen in eigendom »aan de gemeente belmoren en bij haar in onderhoud zijn", wij zijn niettemin van oordeel, dat de Raad met het doen eener toezegging, als de door adressanten gevraagde, uiterst behoedzaam moet zijn. Vooreerst kan gegronde twijfel rijzen, of het aangehaalde artikel toelaat op een verzoek om overname te beschikken van straten, die nog niet zijn aangelegd en ingericht met inachtneming der gestelde voorwaarden, doch althans komt het ons voor, dat van eene toezegging tot overname in beheer en onderhoudzooals adressanten wenschen, geen sprake kan zijn, indien deze niet met eigendomsoverdracht gepaard gaat. Wij achten dit laatste noodzakelijk, opdat de gemeente ten aanzien der ontworpen straten c.a. de vrije hand hebbe en haar bij haar beschikkingen dienaan gaande geene beperkingen van de zijde der eigenaars kunnen worden in den weg gelegd. Achten wij het reeds op deze gronden niet raadzaam om aanstonds eene gunstige beschikking op het sub b gedane verzoek te nemen, ook al hadden adressanten overname in eigendom gevraagd, zouden wij niet tot eene andere slotsom zijn gekomen. Wij zijn namelijk in het algemeen van oordeel, dat overname van op particulieren grond aangelegde straten slechts behoort te geschieden, wanneer door belangheb benden op billijke wijze wordt tegemoet gekomen in de kosten van onderhoud, die voor het vervolg ten laste der gemeente zullen komen. Naar ons gevoelen dient tot op zekere hoogte het voorbeeld van Groningen te worden gevolgd, waarvan de Directeur der Gemeentewerken in zijn rapport melding maakt. Zeker, de eischen, waaraan in genoemde gemeente voor overname van straten wordt beantwoord, zullen alhier niet kunnen worden gesteld, doch eene retributie, zij het dan tot een belangrijk minder bedrag, kan en behoort o.i. voor overname van straten te worden gesteld. Doet men dit niet, dan zal de gemeente daarvan ten slotte de nadeelen ondervinden, daar de overname der door adressanten ontworpen stratenwaaraan wellicht meer aanzienlijke huizen zullen verrijzennoodwendig zal worden gevolgd door aanvragen om overname van straten in arbeiderswijken gelegenaanvragen die niet zullen kunnen worden afgewezen, wanneer deze straten met inachtneming der verordening zijn aangelegd en inge richt. Alléén dan zou het vorderen eener retributie als bovenbedoeld o.i. kunnen worden nagelaten, indien werd overgegaan tot het heffen eener belasting, ingevolge artikel 240 litt. j der Gemeentewet, wegens gebouwde eigendommen, die zelve of wier aanhoorigheden aan de openbare straten of wegen der gemeente belenden. Het ontwerp eener zoodanige heffing is bij uwe vergadering aanhangig, en van verwerping of van de aanneming en goedkeuring daarvan is het dus afhankelijk, of wij aan eene gunstige beschikking op de door adressanten gevraagde overname al dan niet het betalen eener jaarlijksche retributie in de onderhoudskosten als voorwaarde zouden willen gesteld zien. Naar aanleiding van het vorenstaande meenen wij uwe vergadering ernstig in overweging te moeten geven om vooralsnog geene beschikking te nemen op het verzoek van adressanten, voorzooveel aangaat de overname van de, door hen geprojecteerde straten c.a. Of, en onder welke nadere voorwaarden voor die over name termen aanwezig zijn, kan o.i. slechts met vrucht worden beoordeeld, wanneer over het lot der straatbelasting is beslist, b. hot verzoek strekt tot overname in eigendom, c. de aanleg en de inrichting van het stratenplan zijn voltooid, en alsdan zal zijn gebleken, of daarbij aan alle bepalingen der verordening is voldaan en alle door bur- meester en wethouders krachtens die verordening te geven voorschriften zijn inachtgenomen de aansluiting aan den Marssumerstraatweg, waarvoor vergunning van Rijkswege wordt vereischt, is bewerkstelligdaan de wenken der commissie voor openbare werken betreffende het leggen van buizenv voor gas- en waterleiding is gevolg gegeven en de aansluiting van de riolen der Landbuurt aan de door adressanten ontworpen rioleering is verkregen. Het komt ons voor, dat de Raad zich bij de beoordee ling van het onderwerpelijk adres slechts moet stellen op het standpunt der verordening en zich derhalve thans moet bepalen tot de vaststelling van hetgeen krachtens artikel 1 dier verordening (Gemeenteblad no. 1 van 1899) aan den aanleg der nieuwe buurt moet voorafgaan. Wij hebben derhalve de eer uwe vergadering in over weging te geven om I. In overeenstemming met het door C. Groenendijk c.s., ingevolge artikel 3 der verordening (Gemeenteblad no. 7 van 1898), overgelegd plan van bebouwing en we genaanleg a. als rooilijnen voor op perceel 874 van sectie D te stichten gebouwen vast le stellen de op dat plan getrok ken roode lijnen b. de op dit plan aangegeven breedte en richting der aan te leggen straten goed te keuren c. het peil en de rioleering dier straten vast te stellen overeenkomstig artikel 4 litt b, k en l der aangehaalde verordening zulks met te kennen geving, dat bij den aanleg en de inrichting der straten niet mag worden afgeweken van eenige bepaling der verordening of van eenig voor schrift krachtens dezelve door burgemeester en wethouders te geven. II. Adressanten, voor de vereischte vergunning tot aansluiting van de straat, op het plan gemerkt A, aan den Marssumerstraatweg te verwijzen naar den Commissaris der Koningin in de provincie Friesland III Aan adressanten te berichten, dat eerst wanneer de straten c.a. overeenkomstig het bepaalde sub I van dit besluit zullen zijn aangelegd en ingericht, kan worden overwogen, of en onder welke eventueel nader te stellen voorwaarden, een verzoek om overname in eigendom dezer straten voor de gemeente voor inwilliging vatbaar zal blijken. De beraadslaging wordt geopend. De heer Bekhuis heeft tegen de conclusie van het voorstel geen bezwaarwel echter tegen sommige be schouwingen van burgemeester en wethouders. Het is daarom dat hij het woord heeft gevraagd. De eerste opmerking, die hij wenscht te maken, betreft de zinsnede in het voorstel, dat van eene toezegging tot overname in beheer en onderhoud zooals adressanten wen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1900 | | pagina 2