50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 April 1900. doend middel van bestaan geeft. Spr. kan zich dus vol komen voorstellen, dat voor deze betrekking geen sollici tanten werden opgeroepen. De heer Duparc is mede van oordeel, dat voor een tractement van 650.— zich wel geen sollicitanten uit andere plaatsen zouden aanmelden. Toen het in 1898 be trof een gemeentearts, tevens Directeur van het Stadszie kenhuis, was het iets anders. De beraadslaging wordt gesloten, en tot stemming over gegaan. Het resultaat hiervan is, dat de heer Dr. H. F. Veld man met algemeene stemmen wordt benoemd. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van eene bleek op Oldegalileën aan J. van der Hoek. Overeenkomstig het voorstel wordt zonder discussie ot hoofdelijke stemming besloten aan J. van der Hoek, winkelier alhier, onderhands voor den tijd van drie aaneenvolgende jaren, in te gaan den 12 Mei 1900, en te eindigen den 12 Mei 1903, te verhuren de bleek, gelegen vóór het perceel plaatselijk bekend Oldegalileën no. 79, tegen eene huursom van f 2.50 per jaar, onder voorwaarden 1. dat de gemeente het recht hebbe de huurovereen komst gedurende den huurtijd te doen eindigen, mits van het voornemen daartoe 3 maanden te voren schriftelijk opzegging geschiede, in welk geval de huurder geen aan spraak heeft op eenige schadevergoeding, welke dan ook; 2. dat de huur telken jare vóór of op den 12 Mei, voor het eerst vóór of op den 12 Mei 1900, worde betaald ten kantore van den gemeente-ontvanger; 3. dat de huurder het om de bleek staande hekwerk ten genoegen van burgemeester en wethouders onderhou- de en zorg drage, dat het steeds in eene lichte gelijke kleur geverfd zij. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- liandsche verhuring van een deel van een aan de gemeente behoorend perceel land aan het bestuur der Friesche tuin- bouwvereeniging alhier. Burgemeester en wethouders stellen voor om te besluiten aan het bestuur de Friesche tuinbouwvereeniging, ge vestigd te Leeuwarden, tot het aanleggen van een proef tuin ten behoeve van het Rijkstuinbouwonderwijs, onder hands voor den tijd van tien aaneenvolgende jaren, in te gaan den 1 November 1900 en eindigende op gelijken datum in 1910, te verhuren het westelijk gedeelte van het perceel ten kadaster bekend gemeente Huizum in sectie B no 892 ter breedte langs de Huizumerlaan gemeten van 30 meter en ter diepte van ongeveer 140 meter tot aan de noordelijke scheidingssloot op de overgelegde teekening rood gearceerd en zulks tegen eene huursom van 10. per jaar, onder voorwaarde 1. dat partijen wederzijds het recht hebben de huur overeenkomst tusschentijds te doen eindigen mits daar van 3 maanden vooraf aan de wederpartij kennis worde gegeven 2. dat de huurder het gehuurde op voldoende wijze afscheide en bevredigeten genoegen van burgemeester en wethouders 3. dat door den huurder op zijne kosten worde ge maakt en onderhouden een toegangsweg tot het gehuurde terreinwaartoe vergunning moet worden gevraagd en verkregen van het gemeentebestuur van Leeuwarderadeel 4. dat de huurder op zijne kosten de slooten om het gehuurdevoor zoover de verhuurder daartoe verplicht isnaar behooren onderhoude 5. dat het gehuurde terrein worde gebruikt als proef tuin ten behoeve van het Rijks-tuinbouwonderwijs en dat op dat terrein niet dan met vergunning van burgemeester en wethouders getimmerten worden geplaatst 6. dat in geen geval het gebruik van het terrein geheel of gedeeltelijk aan derden worde overgedragen. De beraadslaging wordt geopend, De heer Jansen heeft onder de voorwaarden sub. 3 aangetroffen de bepaling, dat de huurder op zijne kosten een toegangsweg tot het gehuurde terrein zal moeten maken en onderhouden. De bedoeling hiervan is klaarblijkelijkdat de huurder verplicht zal zijn een dam te maken in de sloot aan de Huizumerlaan waarvoor hij de vergunning moet vragen aan het gemeentebestuur van Leeuwarderadeel. Spr. acht hot wenschelijkdat in de voorwaarden wordt opgenomen eene bepalingdat de huurder na expiratie van den huurtijd dien toegang moet verwijderen. Indien dit niet wordt voorgeschreven kan de gemeente naderhand de kosten der wegruiming betalen daar het wel niet de bedoeling van burgemeester en wethouders zal zijn om dien toegangsweg daar te behouden. De heer Beekhuis doet den heer Jansen opmerken, dat don huurder bij het te sluiten huurcontract de verplich ting zal worden opgelegd (eene bepaling die in alle ge lijksoortige overeenkomsten wordt opgenomen), dat hij na het eindigen van den huurtijd het land moet opleveren zooals hij het heeft gevondendit sluit dus met zich in het verwijderen van den eventuëe) te maken dam. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 5. Rapport der commissie tot onderzoek van eene aan vrage van de voogden der Stads-Armenkamer om machti ging tot af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1899. Overeenkomstig de conclusie van het rapport wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, de gevraagde machtiging te verleen en. 6. Rapport der commissie tot onderzoek van eene aan vrage der commissie van beheer over het Stadsziekenhuis om machtiging tot af- en overschrijving op de begrooting dienst 1899. Wordt besloten, de gevraagde machtiging te verleenen. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van een stukje greidland aan P. G. Rosch alhier. Conform het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming besloten een stukje greidland, zijnde het noordoostelijk gedeelte van bouwblok VI, Achter Pietersburen, op het terrein door piketten aangewezen, ter groote van ongeveer 1,8 are onderhands vóór één seizoen tot den In November 1900 te verhuren aan P. G. Bosch alhier, voor eene som van 8.en verder op door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. Punt 8 der agendavoorstel tot verkoop van grond aan het Nieuwe Kanaal aan G. Jellema voor het stichten van eene fabriek van vruchtensappen vervalt in verband met de heden medegedeelde missive van den adressant. 9. Voorstel tot onderhandschen verkoop aan Jhr. Mr. C. van Eijsinga van een gedeelte sloot voor slichting van een schiphuis. Overeenkomstig het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming besloten aan den heer Jhr. Mr. C. van Eijsinga alhier voor het stichten van een schiphuisonderhands te verkoopen een gedeelte van de slootten kadaster bekend gemeente Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 April 1900. 51 Leeuwarden in sectie G no. 5932 en 5934 over eene lengte van 25 meter en eene breedte van 2 meterop de overgelegde teekening met blauwe arceering aangeduid en zulks voor een koopprijs van f 25, behalve de kosten op de overdracht vallendeen verder onder voorwaarde a. dat de sloot voortdurend als zoodanig worde onder houden en blijve dienen tot afwatering van het omlig gende land b. dat de kadastrale perceelen nos. 5931 en 5932 van sectie G dit laatste voor zoover het aan de gemeente zal verblijvenniet als toegang tot de sloot worden gebezigd, tenzij met toestemming der huurders; c. dat het bestaande schiphuis vóór 1 Juli e.k. van zijne tegenwoordige plaats worde verwijderd. De Voorzitter sluit de vergadering. StooiA Hoek- en Steendrukkerij van N. MIEDKMA Oo. Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1900 | | pagina 2