82 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 10 Juli 1900. 3. Voorstel vau burgemeester en wethouders om den lieer 11. P. Priester wederom tijdelijkvoor den cursus 19001901, te belasten met het geven van onderwijs in de werktuigkunde en werktuigkennis aan de leerlingen der 2e klasse van de Burgerdagschool. De beraadslagingen worden geopend. Bij den heer Jansma is de vraag gerezenwaarom de heer Priester steeds tijdelijk wordt benoemd. Van een derden persoon, dien hij hierover gesproken had, kreeg hij ten antwoord Omdat de betrokken persoon niet de ver- eischte bevoegdheid heeft. Spr. vraagt, of dit zoo is en tevens, of de vorige functionaris ook dit uurloon van 2.50 heeft gekregen. De Voorzitter geeft eene uitlegging van den bestaan- den toestandna het overlijden van den vorigen. titularis heeft de commissie van toezicht gezocht naar een op volger, waarin zij echter niet geslaagd is. Dit vindt zijne oorzaak hierin, dat de Burgerdagschool, naar aanleiding van een voorstel om haar op te heffen, in een overgangstoestand verkeert: begrijpelijk is het der halve, dat niemand zich wagen wil aan eene dergelijke onzekerheid vandaar ook het voorstel om iemand tijde lijk te belasten met het onderwijs. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om mej. S. II. Klaar op haar verzoek eervol ontslag te verleenen uit de betrekking van leerares in de gymnastiek aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes en uit die van onderwijzeres in dat vak aan de lagere scholen 3, 4, 7 en 8, met toekenning van pensioen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con form besloten. De heeren Troelstra en Bekhuis komen ter vergadering. j>. Voorstel van burgemeester en wethouders omnaar aanleiding van het adres van N. van Hinte e.a.„ be stuursleden der vereeniging van gemeentewerklieden genaamd Ons Belangwaarbij zij verhooging van loo- nen enz. verzoeken voor de gemeentewerklieden en een nader adres van N. van Hinte e.awaarin zij de juist heid der in het prae-advies vermelde cijfers bestrijden aan adressanten te antwoordendat aan hun verzoekom algemeene verhooging der loonen niet kan worden vol daan dat er geene termen bestaan tot algemeene ver mindering van werktijd door uitbreiding van personeel dat eene betere regeling van den Zondagsdienst aan be zwaren onderhevig is; dat echter overwogen zal worden, of voor sommige diensten op Zondag extra belooning be hoort te worden verleend; dat ook overwogen zal worden of vergoeding voor het aanschaffen en onderhouden van gereedschap behoort te worden toegekend en eindelijkdat er bezwaar bestaat aan eiken werkman recht te geven op verlof voor ééne week per jaardoch dat de directeuren der onderscheidene takken van dienst zullen worden uit- genoodigd met dezen wensch rekening te houden. De beraadslagingen worden geopend De heer Middelkoop wenscht te constateeren speciaal in verband met het later ingediend request, dat het ver schil in de opgaven van burgemeester en wethouders en van requestranten niet is opgehelderd: behalve wat de loonen betreft. Wat dit aangaat hebben burgemeester en wethouders de emolumenten als weekloon voorgesteld, hetgeen onjuist iszij zijn immers geene bezoldigingen, maar komen van particulieren, moeten dus niet gerekend worden te behooren tot het weekloon. Het verschil der opgaven intusschen wordt opgehelderd door deze onjuiste voorstelling, niet echter wat den arbeidstijd betreft. Spr. vindt daarom noodig, een nader onderzoek in te stellen naar den toestand van de gemeentewerklieden. Met de H.H. D. Lautenbach, S. Jansma en S. Jansen, stelt hij de volgende motie voor: „Ondergeteekenden stellen hiermede voor, om, alvorens eene beslissing te nemen op het verzoek ter verbetering van den toestand der gemeentewerklieden (voor zoover zij niet vallen onder de stokers of machinisten der gas fabriek) eene commissie van drie leden uit den Raad te benoemen, welke een onderzoek zal instellen naar den toestand der werklieden in dienst der gemeente. Aan deze commissie wordt tevens opgedragen van haar onderzoek rapport op te maken en den Raad van advies te dienen op het rekest van Nicolaas van Hinte c.s." Het plan was eerst geweest zich te bepalen tot den arbeidsduur, maar daar dit mandaat te beperkt was, is voorgesteld het onderzoek uit te breiden tot den toestand der gemeentewerklieden in het algemeen. De Voorzitter stelt voor deze motie allereerst te be handelen, verzoekt de H.H. sprekers dus punt 5 buiten de orde te laten en zich te bepalen tot dit voorstel tot renvooi. De heer Troelstra vindt dit voorgestelde onderzoek tamelijk overbodig, wat doet men met zulk eene enquête naar den toestand van den werkman Zoodoende breidt men noodeloos de bemoeiingen van den Raad uitdeze heeft alleen te overwegen, of men kan aannemen, dat de inkomsten van de werklieden in dienst der gemeente in verband met hetgeen andere werklieden hier ter stede ver dienen, voldoende zijn. 't Kan zeer wel zijn, dat sommigen in verband met hunne behoeften te karig beloond worden, maar hierover gaat de quaestie nu nietde strekking van het request is eene algemeene verhooging en dit vraagstuk moet getoetst worden aan den loonstandaard van werklieden bij particulieren in dienst. Yan hunne kant hebben burgemeester en wethouders alles aangewend om den Raad geheel op de hoogte te stellen zelfs van den economischen toestand van eiken werkman en dan vraagt spr.waarom nu nog een onderzoek 't kan zijn, dat er verschil mogelijk is over de raming der fooien die kunnen een dubbeltje meer of minder in de week zijn, dan geraamd is, doch juiste gegevens zijn hier omtrent niet te verkrijgen spr. is van oordeel, dat ieder Raadslid bij machte is om aan de hand der verstrekte gegevens een oordeel uit te spreken en verzet zich der halve tegen een geheel overbodig onderzoek. De heer Jansma meent, dat de heer Troelstra het doel der motie niet begrijpt en daarom niet bevredigd is; het doel dan is, dat men hier wil uitlokken een onderzoek eerst in kleineren kring, om later daarop voort te bouwen. Als men vergelijkt hetgeen de gemeente^ uitbetaalt als loon met het gemiddelde, dan kan het er toch wel mee doormaar hiermede is hij niet voldaanmen moet vooruitschrijden en de arbeidende klassen moeten hierbij niet achteraan blijven, integendeel. Spr. lacht het denk beeld toe quaesties als deze te vóórkomen en dat zou zeer goed gaan, als er maar meer samenwerking bestond tusschen de werklieden en de ondernemers. Eene soort „kern", uit beide partijen gekozen en deze vertegenwoor digende, zoude hier zeer veel goeds kunnen verrichten en wel door netelige quaesties als deze ook, te vóórkomen. Bovendien is spr. voorstander er van, om het persoon lijk belang der werklieden bij den bloei eener onderne ming te betrekken, door de loonen in zekere verhouding met een deel der behaalde winsten te verhoogen. Aan de gasfabriek zou dit zeer goed zijn toe te passen. De Voorzitter wil spr. niet interrumpeeren maar doet hem toch opmerken, dat hij zich niet bepaalt bij de motie der H.H Middelkoop c.s., integendeel afdwaalt naar punt 6 der agenda. Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juli 1900. 83 De heer Jansma zegt, alleen te hebben willen aange ven de diepere gronden, waarop de motie berust. De heer Troelstra vindt, dat de woorden van den Jansma kunnen getuigen van zijn goed hart, maar hij herhaalt zijn vraag, waarvoor men zulk een onderzoek noodig heeft, waar men hier alleen heeft te oordeelen over den algemeenen loonstandaard en den arbeidstijd. Daarop geeft de heer Jansma geen antwoord. Tegen de opmerking van dezen, dat verhooging steeds gewenscht is, heeft hij niets te zeggen dit gaat hem als vertegen woordiger der gemeente, waar hij ook te letten heeft op den financieelen toestand, te hoog. Spr. geeft de volgende berekening van kosten Op de lijst komen 124 personen voor; vier van hen verdienen ook zeker naar het oordeel der voorstellers ge noeg er blijven dus 120 personen over. Hun loon met 1. per week verhoogende heeft men eene hoogere jaarlijksche uitgave van ruim 6400.stelt men voor vermeerde ring van personeel in verband met de inkrimping van den arbeidsduur eene uitgaaf van 40 X 500.— dan komt men dus tot eene hoogere jaarlijksche uitgave van 26000. en dan moet spr. zich afvragen kan één raadslid dit goed vinden Er zijn ingezetenen, die zeg gen kunnen ik moet wel 12 uren werken, en dan heb ik nog moeite en zorgen genoeg om rond te komen, waarom moeten de gemeentewerklieden dan een arbeids tijd van slechts 8 uur met een ruimer loon dan ieder ander werkman Neenop die manier komt men tot onbillijkheden. Over de motie heeft hij geen licht gekregen wat zal de commissie zien, als zij benoemd is dat de een rondkomt met 8.— terwijl de ander met de helft meer, nog in de schuld zit. Men komt zoo toch niets verder. Neen de vraag moet hier zuiver gesteld worden en deze iswat heeft de gemeente als werkgeefster te doen? als nevenvraag komt daarbij, wat de particulieren voor arbeidsloon betalen. Dat laatste moet in hoofdzaak de maatstaf zijn. De heer Middelkoop, naar aanleiding van het gezegde des heeren Troelstradat de redeneering van het lid Jansma hem te hoog gingmerkt opdat allen hier zitten in het belang der gemeente en nu vraagt hijIs in dat belang een welvarende arbeidersstand niet een zeer groot voordeel Door niet-belastingbetalenden op te voeren tot bijdragenden in de gemeentekas verkrijgt men zoo tevens het voordeel van eene algemeene en sterkere belangstelling in den loop der zaken der gemeente. Wat 's heeren Troelstra bezwaar betreft, dat een onder zoek hier eene overbodige zaak zou zijndaaromtrent wil spreker opmerken dat hij daarbij geen gewag heeft gemaakt van het bezwaardat de opgaven van de direc teuren, bepaaldelijk omtrent den arbeidsduur, niet kloppen met die der werklieden. Al laat zich ophelderen het verschillend opgeven der weekloonen door al of niet bijtelling der emolumenten een zwak punt blijft toch, dat men niet weet, hoe de directeuren aan die cijfers komen en of die wel geheel juist zijn. De mogelijkheid blijft dan wel degelijk bestaan, dat de commissie tot de conclusie kan komen, dat met de uitbetaalde loonen een menschwaardig bestaan te leiden, niet mogelijk is. Spreker vindt dus wel aanleiding tot benoeming eener commissie te adviseercn en haar in dat onderzoek geheel de vrije hand te laten. De heer Konter Over do emolumenten (fooien, opbrenst van afval etc.), zal het onderzoek licht kunnen ontsteken. Spr. komt het voor, dat deze meerendeels wel bij het loon gerekend moeten worden. Zooals reeds is opgemerkt, staat het verschil tusschen de door burgemeester en wethouders overgelegde loon- staten en de opgaven der werklieden, hiermede in verband. Omtrent het verschil tusschen de beide opgaven, wat den werktijd betreft, is nog geene opheldering verkregen. Het onderzoek is derhalve wenschelijk en kan in geen geval schadelijk zijn. De heer Baart de la Faille wenscht te verklarendat prae-advies en gegevens hem volkomen bevredigen. Als burgemeester en wethouders aan directeuren alle vragen hebben voorgelegd omtrent loon bijverdiensten arbeidsduurschafttijdZondagsrust, enz. en wij krijgen volledige opgaven van hen dan is er geen reden voor hendie de gemeentebelangen moeten behartigenom niet mede te gaan met het prae-adviesde kennis, goede trouw en eerlijkheid van directeuren staan ons hiervoor borg. De heer Jansma struikelt over een woord, dat de heer Baart de la Faille zich heeft laten ontvallen. Ook hij twijfelt niet het minst aan de goede trouw, enz. van de directeuren maar er bestaat toch verschil in de op gaven en wat reden heeft hij nu om te twijfelen aan de eerlijkheid van de werklieden, die van hunne kant inlich tingen geven De Raad zal toch, met de motie mede- gaande, werkelijk zijn prestige niet verliezen. De heer Baart de la Faille merkt op, dat het zeer moeilijk iswaar het geldt loon en tijdbestaande ge schillen onder cijfers te brengen het is onmogelijk voor ieder individueel te komen tot getallen, waarover geen verschil van gevoelen mogelijk iszulk eene voikomene overeenstemming is niet denkbaar, daar toch niet iedere dag precies hetzelfde werk wordt verricht, noch de Zon dagsdienst tot in kleinigheden bepaald is. Als het nu waar isdat er overeenstemming is tus schen directeuren en werklieden (zooals spr. meent te kunnen gelooven waar hij gelezen heeft in de opgaven van den Directeur der Gemeentewerken, dat zij verkregen zijn door samenspreking met de arbeiders) en men daarbij uitgaat van het denkbeelddat er wederzijdsch vertrou wen bestaatdan blijft voor spreker geen twijfel meer over en gaat hij verder door er ook op te bouwendat burgemeester en wethouders die kennis door middel van hunne bevoegdheid in het belang des werkmans zullen aanwenden. De heer Dijkstra verklaart zich tegen de motie: niet, omdat hij het nut eener dergelijke enquête niet inziet (op een ander tijdstip zou zij van groot nut kunnen zijn) maar omdat hij haar niet noodig acht in verband met het aanhangig voorstel van burgemeester en wethouders. Waar dit college met zorg deze zaak heeft voorbereid en de Raad er zich geheel mede op de hoogte heeft kunnen stellen, meent hij, dat zij thans ook rijp is voor de behan deling en betwist hij de opportuniteit van een bij de motie bedoeld onderzoek. De heer Troelstra: naar het hem schijnt zijn de voor stellers het erover eens, dat geen verschil bestaat, wat de inkomsten der arbeiders aangaat, daarover behoeft dus het onderzoek niet te loopen, alleen ten aanzien van de arbeidsduur is verschil. Kan dit nu misschien niet daaruit voortspruiten, dat werkdag en arbeidstijd met elkander verward worden Op den werktijd komt het aan. Nu kan men verschillen omtrent de vraaghoe lang de werktijd per dag moet zijn. In het wetsontwerp tot regeling van arbeids- en rusttijden is, naar spr. meent, voorgesteld een maximum van 11 uur. De dagelijksche werktijd van de meeste stads-werklieden is gemiddeld lager en in elk geval niet hooger dan van de werklieden in particulieren dienst. Spr. heeft de staten der directeuren en die der werklie den wel niet tegen elkander vergeleken, maar wanneer daarin eenig verschil is dan zal dit van weinig beteeke- nis zijn en misschien een enkele maal van bijzondere

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1900 | | pagina 2