114. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 23 October 1900. rissen in rekening brengen „een zeer matig en althans „geen hooger honorarium dan dat hetwelk daarvoor vol- „gens de plaatselijke gebruikendoor andere personen „gewoonlijk wordt gevorderd." Spr. is dan overtuigd, dat de argumenten der tegen standers in geen enkel opzicht hout snijden en komt op tegen de bewering van den heer Troelstra, dat eene andere handelwijze, dan de voorgestelde, niet verstandig is. Is dan een in flagranten strijd met de wet handelen als gemeentebestuur verstandiger In verband met het overlaten van alles aan den notaris, koestert spr. vermoedens, of niet eene opvoering van kosten de vorige maal in het spel was met het opzet te doen zien, dat de kosten nog boven de 7 °/o konden gaan waarom anders die advertentie met platte grond over een vol blad in de Leeuwarder Courant Spr. eindigt dan met te herhalendat hij handhaving der wettelijke voorschriften verlangt. In stemming gebracht wordt het amendement met 146 stemmen verworpen die der heeren v. Messel Wilhelmy, Jansen, Lautenbach, Baart de la Faille en Middelkoop. De overige artikelen van punt 4 en de punten 5 en 6 worden verder zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen. Derhalve zijn vastgesteld de volgende BEPALINGEN betreffende de uitgifte van bouw terreinen, gelegen aan het Nieuwe Kanaal, en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden. Art. 1. De uit te geven bouwterreinen zijn gelegen ten Noorden en ten Zuiden van het Nieuwe Kanaal en zijn op de bij deze bepalingen behoorende situatiekaarten in roode arcjure aangewezen, en verdeeld in Blok I, II a, b, c, d, III a, 6, c, Y, VI a, 6, c, d VII a, b, c, VIII en IX. De niet in een dezer blokken gelegen terreinen zijn aan deze bepalingen niet onderworpen. Art. 2. De in het vorig artikel omschreven terreinen worden uitgegeven in koop of in altijddurende erfpacht. De koopsommen van de terreinen zijn aangegeven in eene bij deze bepalingen behoorende lijst. Wordt een terrein in altijddurende erfpacht uitgegeven, zoo bedraagt de jaarlijksche erfpacht 4'/2 c'er lijst aangegeven koopsommen. Art. 3. Op de blokken I, V, VI, VII, VIII en IX en ook op de gedeelten n, b en c van blok II moet steeds de volle diepte gekocht of in erfpacht genomen worden. Op het gedeelte d van blok II en op blok III wordt deze diepte door burgemeester en wethouders bepaald. Onder diepte van een blok wordt verstaan de loodrechte afstand tusschen voor- en achterzijde en hierbij wordt aan genomen dat de voorzijden van de verschillende blokken liggen aan de volgende straten bij de blokken I en II a, b, c aan de Emmakade, bij blok V aan de Vredeman de Vriesstraat, bij blok VI voor a aan de straat I M, voor b, c en d aan de straat L M O, bij blok VII aan de Vredeman de Vriesstraat en aan de Emmakade, bij blok VIII en IX aan den weg Achter de Hoven. Op blok V worden de terreinen uitgegeven ter dubbele breedte van de daarop te stichten hoofdgebouwen. Deze hoofdgebouwen mogen geene blinde gevels hebben, voor ten hoogste twee gezinnen worden ingericht en door niet meer tegelijk gebruikt. Zij moeten als één geheel met den omringenden grond als tuin aangelegd en gebruikt worden. Bijgebouwen moeten door hetzelfde of dezelfde gezinnen en gelijktijdig met het hoofdgebouw gebruikt worden. Zij mogen slechts worden opgericht met vergunning van burgemeester en wethouders en op de plaatsen door dit college goedgevonden. De Gemeente behoudt aan zich de volgendehaar in eigendom behoorende slooten of halve slooten met een strook van één meter breedte daar langs, gemeten uit den waterkant op 0.50 meter boven F. Z. P. te weten a. die ten Westen van blok III b. die ten Oosten van blok VI c. die ten Noorden van blok VIIen d. die ten Westen van blok VIII. Art. 4. De uit te geven terreinen worden ter weerszijden be grensd door lijnen loodrecht getrokken op de as van den aangrenzenden weg. Bij gebogen richting van deze as, worden de loodlijnen getrokken op de raaklijnen van den boog. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid van deze bepaling af te wijken of afwijkingen toe te staan. Art. 5. Gegadigden zullen eene op zegel geschreven en door hen onderteekende aanvrage, ingericht naar de daarvoor tegen betaling der kosten van het zegel aan de secretarie der gemeente verkrijgbaar model, moeten bezorgen in eene daarvoor bestemde ter secretarie aanwezige buswelke eiken Zaterdag des namiddags te drie ure in eene open bare vergadering van burgemeester en wethouders zal worden geopend. De aanvrage moet vermelden de koopsom ook al wenscht men het terrein te bekomen in altijddurende erfpacht. In de aanvrage zal moeten worden opgegeven de aard en bestemming der op het terrein te stichten gebouwen. Art. 6. Indien bij het openen van de bus blijkt, dat 2 of meer aanvragen eenzelfde terrein betreffen zal aan de aanvra gers op nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen dag en uur gelegenheid gegeven worden om, ten overstaan van hun collegetegen elkander op te bieden door verhooging der koopsom per centiare. Wordt door geen der aanvragers de door hem geboden som verhoogd zoo beslist het lotaan wien van hen dat terrein provisioneel zal worden toegewezen. De aanvragerdie in dergelijk geval het door hem be geerde terrein niet in zijn geheel kan bekomenwordt desverlangd van zijn bod ontslagen. Art. 7. De gevraagde terreinen zullen door burgemeester en wethouders aan de aanvragers of in het geval van art. 6 aan den hoogsten bieder of den door het lot aangewezen aanvrager, provisioneel worden toegewezen, tenzij dat college van oordeel is: a. dat de uitgifte van een aangevraagd terrein nadee- lig is voor een goede bebouwing van het geheele terrein of, b. dat de aard of bestemming der te stichten gebou wen gevaar of hinder voor de eventueel omwonenden of nadeel aan de overige terreinen kan veroorzaken. Art. 8. Indien burgemeester en wethouders het noodig achten, dat vóór de provisioneele toewijzing door den aanvrager eene schriftelijke verklaring wordt overgelegd van een of meer bij hen als genoegzaam solvabel bekend staande personen waarbij deze zich voor den aanvrager stellen tot hoofdelijke borgen voor de richtige naleving der bij Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 23 October 1900. 1 15 eventueele toewijzing op hem rustende verplichtingen, zal daaraan door den aanvrager onmiddellijk moeten worden voldaan. Art. 9. De aanvrageraan wien een terrein provisioneel is toegewezen moet binnen acht dagen, nadat de toewijzing ter zijner kennis is gebracht, ter Secretarie der Gemeente, bij eene op zegel gestelde verklaringdoen blijken of hij het terrein in koop of in altijddurende erfpacht wenscht aan te nemen. Wordt die verklaring niet binnen den gestelden termijn ingezonden dan wordt de provisioneele verkrijger geacht het terrein in koop te willen aannemen tegen betaling van den koopsom in één termijn. Art. 10. De provisioneele verkrijger moet binnen tweemaal 24 uren nadat hij van de provisioneele toewijzing heeft kennis gekregenten kantore van den gemeente-ontvan ger als waarborg storten 5°/0 van do koopsom. Deze waarborgsom wordt teruggegeven wanneer aan de bepalingen der artt. 20 tot en met 30 voor zooverre van den kooper-erfpachter of hunne rechtverkrijgenden afhankelijkis voldaan. Art. 11. Indien het terrein in koop wordt verlangdmoet de koopsom ten kantore van den gemeente-ontvanger worden betaald in één termijn binnen twee maanden na de ver- teekening der koopacte of in twee termijnenin welk geval de helft op evengemeld tijdstip en de wederhelft zes maanden daarna zal moeten worden betaald. Van de wederhelft zal door den kooper eene rente moeten worden vergoed naar vier ten honderd in het jaaringaande twee maanden na de verteekening der koopacte en loop zullende houden tot de koopsom geheel is voldaan. Indien de kooper in het aanzuiveren van den eersten termijn van betaling nalatig is is de volle koopsom met de hiervoren bepaalde rentedie alsdan over de volle koopsom verschuldigd isdadelijk vorderbaar. Art. 12. De jaarlijksche erfpacht is verschuldigd van den dag af, waarop de acte van erfpacht door partijen is ver- teekend. Zij moet jaarlijks in één termijn vóór of op 31 Decem ber aan den gemeente-ontvanger worden betaaldhet eerste jaar tot een bedrag, berekend van af de dagteeke- ning der acte tot het einde des jaars. Alle belastingendie op den in erfpacht uitgegeven grond of op de daarop gestichte gebouwen mochten lig gen of gelegd worden zijn voor rekening van den erf pachter. Art. 13. Op het uitgeven in erfpacht zijn behalve bepalingen van het vorige artikelmede van toepassing de artt. 767 783 met uitzondering van art. 776 2e alinea van het Burgerlijk Wetboek, met dien verstande, dat het ter rein in altijddurende erfpacht wordt uitgegeven. Art. 14. De acte van koop of erfpacht moet worden opgemaakt binnen dertig dagen na de termijn, vermeld in de eerste alinea van art. 9. Art. 15. Het terrein kan worien aanvaard, zoodra de in het vorig artikel bedoelde acte is verteekend. Van af dat tijdstip gaat de hoed, noed en het onderhoud van het terrein over op den verkrijger. Art. 16. De verkrijger moet het terrein ontvangen zoo goed en kwaad als het moge wezen, voor de, grootte, die het in de acte is verklaard te hebben, en in den toestand, waarin het is bij de verteekening der acte met alle daaraan ver bonden bekende of onbekende gebreken, lusten, lasten, actiën, heersehende en lijdende erfdienstbaarheden, mas- saliteiten, bezwaren van onderhoudsrechten en verplichtin gen en wat van dien aard meer moge zijn, zonder dat de verkrijger eenig verhaal zal kunnen uitoefenen tegen de gemeente, die geene andere vrijwaring belooft, dan voor den eigendom of het volle genot van het terrein, indien de verkrijger daarin mocht worden gestoord. Art. 17. Tot waarborg voor de onbetaalde kooppenningen en renten, wordt door de gemeente het recht van eerste hy potheek op het afgestane terrein voorbehouden met onher roepelijke volmacht om bij gebreke van behoorlijke voldoening van kooppenningen en rente op de aangewezen tijdstippeu, het terrein met alle daarop gestichte gebouwen of getim merten in het openbaar volgens de plaatselijke gebruiken te doen verkoopen, ten einde uit de opbrengst zoowel de koopsom als de renten en kosten te verhalen. Zoolang de koopsom niet volledig is voldaan, zal de kooper het terrein, bebouwd of onbebouwd, niet anders dan met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders mogen verhuren en zal, ingeval van willigen verkoop, geene zuivering van hypothecaire inschrijvingen ten voordeele van de gemeente genomen, kunnen wor den gevorderd. Art. 18. Alle kosten op den verkoop of de uitgifte in erfpacht, die der hypotheekstelling en inschrijving daaronder begre pen, komen ten laste van den verkrijger. De kosten van uitmeting door een landmeter komen echter ten laste van de gemeente. Art. 19. De kooper of erfpachter en alle volgende rechtverkrij genden zijn op straffe van verbeurte eener boete, ten be drage van de koopsom of twintig maal de jaarlijksche pacht, ten voordeele van de gemeente, verbonden de be palingen van art. 19 tot en met 30 na te leven, en die bij overdracht hunner rechten in de acte van overdracht op te nemen. Bovendien heeft de gemeente het recht om, wegens het niet naleven dezer bepalingen de ontbinding van koop of de vervallen-verklaring van het erfpaehtsrecht te vorderen. Art. 20. De koopers en erfpachters zijn, behalve tot naleving der weiten en verordeningen op het bouwen en inrichten van woningen, mede gehouden de volgende bepalingen in acht te nemen. Art. 21. De gebouwen moeten zijn voltooid binnen vijf jaren na de dagteekening der acte van koop of erfpacht. De eigenaar of erfpachter verbeurt voor iedere maand vertraging eene boete van 5 van de koopsom of het bedrag van een jaar erfpacht. Art. 22. De rooilijn voor de te stichten gebouwen is voor de verschillende blokken vastgesteld zooals op de teekening is aangewezen met roode stippellijnen. De ingeschreven getallen duiden den afstand aan tus schen den kant van den weg en de rooilijn. Waar op de teekeniugen geen roode stippellijnen even wijdig aan de wegen voorkomen is de rooilijn voor be bouwing langs den weg. Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van het in dit artikel bepaalde toestaan. Art. 23. Behoudens de hieronder genoemde uitzondering moeten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1900 | | pagina 4