Buitengewone Vergadering van Dinsdag 4 December 1310. Verslag van cle handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 December 1900. 153 Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren J. E. KiersMr. H. D. van Ket- wich Verschuur, S. Jansma, D. Lautenbach en C. L. B. J. Feitz. Voorzitter: de heer Jhr. Mr. A. Röellburgemeester. I. De lezing der notulen van de vergadering op 27 November j.l. wordt aangehouden tot de eerstvolgende gewone vergadering. II. "VVordt medegedeeld dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van de heeren J. E. Kiers, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, S. Jansma en D. Lautenbach. III. De Voorzitter geeft te kennen dat deze vergade ring is belegd tot het behandelen van een voorstel van burgemeester en wethouders om aan den heer S. J. P. Krügerpresident van de Zuid-Afrikaansche Republiek een telegram te richten op den dag zijner ontvangst door den Raad der gemeente Amsterdam en verzoekt den secretaris het voorstel voor te lezen. De vergadering betuigt hare instemming met dit voorstel. De beraadslaging wordt geopend. Naar de meening van den heer Jansen behoeft het vrij zeker geen betoog dat alle leden het voorstel met sympathie hebben begroet en allen getroffen waren door de warme woorden waarmede burgemeester en wethou ders den grooten man hulde wilden brengen. Het komt hem evenwel voor dat een telegram, in welke warme bewoordingen dan ook gesteld, altijd eenigszins koud is en het bevreemdt hem dan ook dat burgemeester en wethouders niet hebben voorgesteld om, als afgevaar digden, de tolk te zijn van 's Raads gevoelens, en den President persoonlijk een adres van hulde te overhandigen. Bij eene te houden toespraak kon dan tevens getracht worden den heer Krüger over te halen, indien zijn verblijf in Nederland eenigen tijd duurt, ook de provincie Fries land en dan tevens de hoofdstad een bezoek te brengen. Het vermoeden bestaat dat ook andere gemeenten dit zullen trachten te doen en spreker wijst er op dat men meer in den geest der bevolking zou handelen dan door het zenden van een telegram. Het doet den heer Troelstra veel genoegen dat het voorstel van burgemeester en wethouders met grooten bijval door den Raad is ontvangen, wat trouwens ook te verwachten was, de belangstelling der ingezetenen hierbij in aanmerking genomen, welke met kloppend hart de wisselingen van den oorlog in Zuid-Afrika hebben gevolgd. Nu wil de heer Jansen een stap verder gaan en spreker wil gaarne verklaren dat hij zich persoonlijk zeer goed kan vereenigen met diens denkbeeld, om den heer Krüger een adres van hulde aan te bieden, wanneer eene receptie in Amsterdam plaats vindt. Wat evenwel het andere door dien spreker te berde gebrachte punt betreft, n.l. den President uit te noodigen een bezoek aan Leeuwarden te brengen, hij gelooft dat vooralsnog en in de gegeven omstandigheden een dergelijk verzoek moeilijk tot den heer Krüger kan worden gericht. Mocht hij later Leeuwarden wenschen te bezoeken dan zou men zeker andere maatregelen moeten treffen afge scheiden van het tegenwoordig voorstel. Wanneer derhalve het geamendeerd voorstel van bur gemeester en wethouderswaarbij spreker zich gaarne aansluit, bijval vindt bij den Raad, dan meent hij dat men zich voorshands daartoe moet bepalen. Ook de heer Baart de la Faille heeft met groote ingenomenheid het initiatief van burgemeester en wet houders begroet, en brengt hulde aan de voortreffelijke bewoordingenzoowel van het voorstel als van het telegram Toch moet hij verklaren nu de heer Jansen zijn stem heeft verheven om verder dan dat voorstel te gaan en burgemeester en wethouders heeft uitgenoodigd om per soonlijk den President te begroeten en hem namens den Raad een adres van hulde te overhandigen dat die spreker hem de woorden als het ware uit het hart heeft gegrepen. Een telegram hoe warm de inhoud dan ook zij is ook naar de meening van sprekeraltijd eenigszins koud het komt uit de verte. Wat het tweede gedeelte van het door den heer Jansen gesprokene betreftook spreker kan zich daarmede minder goed vereenigen. Hij meent dat daaraan èn voor den heer Krüger èn voor de gemeente groote be zwaren kunnen zijn verbonden. En waar nu de oudste wethouder zelf zich bij het eerste gedeelte van het voorstel-Jansen aansluitaarzelt hij geen oogenblik zijne instemming met het denkbeeld van den heer Jansen te betuigen. De beraadslaging wordt gesloten. Overeenkomstig het denkbeeld van den heer Jansen wordt hierna zonder hoofdelijke stemming besloten Burgemeester en wethouders uit te noodigen, in stede van het voorgestelde telegram, den heer S. J. P. Krüger, namens den Raadpersoonlijk een adres van hulde te overhandigen. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. MIEDEMA. Co. Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1900 | | pagina 1