Vsriaflirii ras Dbilu 22 Januari 1901. 2 Terslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, aan Dinsdag 8 Januari 1901 2. besluit van Gedeputeerde Staten van 27 December 1900 no. 59 inhoudende goedkeuring der va-tgestelde begrooting voor 1901 en van het raadsbesluit tot het aangaan eener tijdelijke geldleening 3. idem, d.d. 13 December no. 26 houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 27 November 1900 no. 7, betref fende in gebruik afstaan van terreinen bij den Harlingersingel 4. idem, d.d. 20 December 1900 no. 23 tot goedkeu ring van het raadsbesluit van 11 December 1900 no. 7 tot wijziging der begrooting voor 1900. 5. kennisgeving van mr. A. M. Pleijte van het overlijden van Dr. David Cornelis Pleijte, oud-rector van hetgymnasium; 6. dankbetuiging van den HoogedelGestr. Heer S. J. P. Kruger, Staats-President der Zuid-Afrikaansche Republiek 7. missive van mr. H. D. van Ketwich Verschuur, houdende bericht van aanneming zijner hei benoeming tot curator van het gymnasium 8. dankbetuiging van mej. T. de Vries, T. Postma en C. C. Rameau voor de wijziging der pensioensverordening ten haren bate 9. besluit van Gedeputeerde Staten van 20 December no. 10 tot goedkeuring van 's raadsbesluit van 11 De cember no. 7 tot onderhandsehe verhuring van de woning St. Jobsleen 255 aan Sjoerd van der Heide 10. dat aan den burgemeester een verlof van een maand is toegestaan in te gaan 11 Januari; 11. Besluit van Gedeputeerde Staten van 27 Decem ber no. 76 tot vaststelling der rekening der gemeente Leeuwarden over den dienst van 1899 met de daarbij behoorende rekening van de dienstdoende schutterij. III. Wordt ter tafel gebracht 1adres van K. van Oosti um en J. Kooistradood gravers op de gemeentelijke begraafplaats om verhooging van hunne jaarwedden. Wordt ter fine van prae-advies gesteld in handen van burgemeester en wethouders 2. voorstel van burgemeester en wethouders Ie. te besluiten tot het instellen van eene com missie tot wering van schoolverzuim 2e. het aantal leden dezer commissie te bepalen op negen; 3e. over te gaan tot de benoeming dezer leden waartoe zij dubbeltallen aanbevelen 3«. voorstel van burgemeester en wethouders om te besluiten I. het perceel plaatselijk bekend Prins Hendrikstraat no. 13 te verbouwen volgens het plan en de begrooting van den Directeur der gemeentewerken overgelegd bij missive d.d. 19 December 1900 no. 906/76; II. burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zijner tijd de vereischte voorstellen te doen tot bestrij ding van de kosten van de sub I genoemde verbouwing III. de bovenwoning van het perceel Prins Hendrik straat no. 13 met ingang van den 12 Mei 1901 voor den tijd van drie jaren onderhands te verhuren aan mej. L. G. Reddingius, leerares in het teekenen aan de school van M. O. voor meisjes, tegen eene huursom van f 325 per jaar en verder op voorwaarden nader door burgemeester en wethouders vast te stellen 3b. adres van mej. L G. Reddingius, om te mogen huren de bovenwoning van Prins Hendrikstraat 13; 4. prae-advies van burgemeester en wetkouders op het adres van D. G. Westra om verhooging zijner jaarwedde; 5. voorstel van burgemeester en wethouders om met de Nederlandsche Tramweg-maatschappij eene ruiling aan te gaan waarbij de gemeente in eigendom aan die maatschappij overdraagt het perceel ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie D no. 1018, ter wijl de maatschappij aan de gemeente in ruil afstaat ten minste een even groot gedeelte van het perceel als boven bekend onder nummer 264; idem om aan Dirk de Boer onderhands met ingang van 5 Maart 1901 voor den tijd van 3 jaren te verhuren een stuk weiland bij de Bolswarderbrug aan den Harlingertrekweg. De punten genoemd sub 2, 3a en 5, 4, 5 en 6 zullen in eene volgende vergadering behandeld worden dat sub 4 te drukken als bijlage tot het verslag van 's raads- handelingen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een lid in de Plaatselijke Commis sie van Toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs. Met algemeene stemmen wordt herkozen de heer G. A. Escher. 2 Voorstel van burgemeester en wethouders om aan 11. Dolst ra, alhiervoor den tijd van vijf jaren ingaande 12 Mei 1901 onderhands te verpachten de opbrengst van het pontveer bij het Stads-ziekenhuis voor eene jaarlijksche pachtsom van f 650—onder de bestaande voorwaarden evenwel gewijzigd als volgt Artikel 3. Achter het woord „vrijgesteld" worden ge plaatst de woorden „de directeurde hoofdopzichter en de opzichters der gemeentewerken" Artikel 16. Wordt gelezen „Indien de pachter nalatig is in de naleving van het bepaalde bij de artikelen 4 tot en met 14 verbeurt hij voor iedere overtreding eene boete van ten hoogste drie gulden. Burgemeester en wethouders hebben het recht om, op kosten van den nalatigen pachter, die, zonder in verzuirnstelling, in verzuim zal zijn, onmiddelijk in den dienst te voorzien. Bij overtreding van artikel 3 verbeurt hij telkens eene boete van ten hoogste drie gulden. Het juiste bedrag der boeten wordt door burgemeester en wethouders bepaald. Is ziekte van den pachter oorzaak van de nalatigheid, dan kunnen burgemeester en wethouders ontheffing van de boete verleenen en alsdan op kosten van den pachter in den dienst doen voorzien. Toe te voegen de volgende artikels Artikel 20. Indien gedurende de loopende pacht eene brug op de plaats of in de nabijheid van het pontveer over de gracht wordt gelegd zal, van den dag af, dat de brug voor het publiek verkeer wordt opengesteld, de pacht ontbonden zijn. De pachtsom bedraagt in dat geval zooveel maal 1/365 van de jaarlijksche pachtsom als er dagen van het pacht- jaar verloopen zullen zijn. Artikel 21. Burgemeester en wethouders hebben het recht de plaats van het pontveer te verleggen zonder hiervoor aan den pachter eenige schadevergoeding ver schuldigd te zijn. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aan genomen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan Thomas Zandleven fabrikant en koopman alhier gedurende de jaren 1901, 1902 en 1903 op te dragen het vernieuwen van ruiten in verschillende gemeentege bouwen onder bijlevering van alle daartoe benoodigde materialen gereedschappenarbeidsloonen enz. overeen komstig het bestek en voorwaarden no. 2 van het jaar 1900 voor 10 °/0 lagere prijzen per M2 dan diewaar voor hij die werkzaamheden en leveringen over 1900 heeft aangenomen. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aan genomen. In verband met de behandeling van het laatste punt der agenda, de vaststelling van het tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag wordt de openbare vergadering tijdelijk gesloten. Na heropening daarvan wordt het tweede suppletoir kohier vastgesteld met een belastbaar inkomen van f 29,269.44, en het totaal der aanslagen ad ƒ1498.58. Hierop sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 22 Januari 1901. 3 aanvulling: te lezen sub III als no. 7 van het raadsverslag van 8 Januari Namens zijne mederapporteurs deelt de heer Beucker Andreae mede, dat het rapport van het in de secties behandelde ontwerp tot heffing van een hoofdelijken om slag spoedig verschijnen zal. De Voorzitter van oordeel zijnde, dat burgemeester en wethouders er waarschijnlijk prijs op zullen stellen dit rapport schriftelijk te beantwoorden stelt voor dit dan op een nader te bepalen dag te behandelen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Tegenwoordig 18 leden. Ééne vacature. Afwezigde heeren FeitzBaart de la Faille, Jansma en Tigler Wijbrandi. Voorzitterde heer J. Troelstrawethouder. I. De notulen van de op Dinsdag 8 Januari gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. berichten van afwezigheid van de heeren C. L. B. J. Feitz, D. Tigler Wijbrandi, S. Jansma en Dr. J. Baart de la Faille 2. missive van den heer Kiersdat hij tengevolge van zijn vertrek uit Leeuwarden ontslag neemt als lid van den Raad 3. proces-verbaal van de opname der kas van den gemeente-ontvanger op 10 Januari 1901. Wordt voor de leden ter visie gelegd 4. besluit van Gedeputeerde Staten van 10 Januari 1901 no. 35 inhoudende goedkeuring van het tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslagdienst 1900; 5. idem van 17 Januari 1901 no. 29, 2e afd. houdende goedkeuring van de raadsbesluiten van 8 Januari 1901 nos. 4 en 5 resp. tot onderhandsehe verpachting van het pontveer bij het Stads-ziekenhuis en tot onderhand sehe opdracht aan Th. Zandleven van het vernieuwen van ruiten in verschillende gemeentegebouwen 6. besluit van burgemeester en wethouders ingevolge art. 4 der verkoopsvoorwaarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 October 1900 no. 7 om de perceelen van blok IV, in het openbaar geveild, niet te gunnen. Al deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijving op verschillende posten der gemeente-begrooting dienst 1900 en tot het doen van buitengewone uitgaven uit het fonds voor onvoorziene uitgaven dienst 1900. 2. Idem tot wijziging der gemeente-begrooting voor 1901. Wordt gesteld in handen der commissie voor de begroo ting de heeren Jhr. Mr. W. C. G. van EijsingaC. L. B. J. Feitz en W. J. Oosterhoff Jz. 3. Idem tot verpachting van standplaatsen voor de kermis in 1901. 4. Idem tot het verleenen van eervol ontslag aan Mej. Hommemaonderwijzeres aan gemeenteschool no. 10. 5. Prae-advies van burgemeester en wethouders op een adres van S. Schilderman en S. van der Veen, waarin zij ontheffing vragen van eenige verplichtingen hun opge legd bij de goedkeuring van hun bouwplan aan de Paul Krügerstraat (Raadsbesluit van 12 September 1899 no. 4). 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder handsehe verhuring van eenige gemeenteëigendommen. 7. Idem om aan K. Koerts alhier, onderhands te ver pachten de opbrengst van het pontveer tusschen de Grachts- wal en de Oosterkade. 8. Aanbeveling voor de benoeming van eene tijdelijke leerares aan de middelbare school voor meisjes. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver koop aan A. Hiemstra van een gedeelte van bouwblok VIIImet afwijking van eene bepaling in art. 3 der bij raadsbesluit van 23 October 1900 no. 7 vastgestelde voorwaarden. Zal nog heden als laatste punt der agendaworden behandeld. 10. Verzoek van de voogden der stads-armenkamer om machtiging tot af-en overschrijving op den dienst van 1900. Wordt gesteld in handen eener commissiebestaande uit de heeren R. H. DijkstraN. T. Haverschmidt JHz. en S. Jansen. 11. Adres van W. Andringa en A. Brantsma om toe stemming tot het dempen van de sloot tusschen den Stien- serweg en de Landbuurt en het rooien of inkorten van het struikgewas aldaar. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou ders ter fine van prae-advies. 12. Adres van H. de Vries om onderhands te mogen koopen een gedeelte van blok IV. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou ders ter fine van prae-advies. De punten sub. 1, 3, 4, 5, 6, 7 en 8, zullen in eene vol gende vergadering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders atot het instellen van ééne commissie tot wering van schoolverzuim b. om het aantal leden dezer commissie te bepalen op negen en c. over te gaan tot de benoeming dezer leden. Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de onderdeelen van dit voorstel achtereenvolgens goedgekeurd, waarna ten slotte benoemd worden tot leden der com missie de heeren H. A. Vosman met 15 stemmen, C. W. Bolman met 12 stemmen beiden behoorende tot de in art. 22 sub 1° der Leerplichtwet bedoelde personen. J. L. Hooftman met 15 stemmen O. Reitsma met 12 stemmenbeiden behoorende tot de in art. 22 sub 2° bedoelde personen. J. N. Bresson met 18 stemmen S. Goënga met 18 stemmenbeiden behoorende tot de in art. 22 sub 3° bedoelde personen. Mr. J. M. van Hettinga Tromp met 15 stemmen de wed. G. L. Stellingwerf—Jentink met 16 stemmen en de heer D. Roorda met 18 stemmen allen behoorende tot de in art. 22 sub 4° bedoelde personen terwijl worden uitgebracht op de heeren A. RitsmaA. E. BergerJ. MollemaW. v. d. Laan, Dr. L. Woltring, F. J. van der Woude resp. 3, 6, 3, 6, 3, en 2 stemmen. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders om over te gaan tot eenige vertimmering in het huis op den hoek van de Prins Hendrikstraat en de bovenwoning van dat huis te verhuren aan mej. L. G. Reddingiusovereen komstig haar daartoe gedaan verzoek. De heer van Messel zal noch het le noch het 2e onderdeel der voordracht bespreken. Alleen het 3e punt betreffende de verhuring van de bovenwoning voor/325 per jaar kan hij niet onbesproken voorbij laten gaan. Niet, dat hij zich tegen eene onderhandsehe verhuring

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1901 | | pagina 1