70 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 Mei 1901. aan Janssen en Altena voor 26K. Posthuma voor 20 en M. Meijer voor 16.50 onderhands in huur af te staan, resp. de perceelen I, II, en III van het terrein aan den weg Achter de Hoven, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, in Sectie G no. 4286, voor den tijd van één jaar, ingaande 12 Mei 1901, en verder op de bestaande voorwaarden. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders om 1. goed te keuren de verplaatsing van de kweekerij van jonge boomen van perceel in Sectie D no 1035, naar eenop nevensgaande situatie-teekening in rood gearceerd gedeelte van perceel no. 2107 van Sectie F der gemeente Leeuwarden 2. het perceel, kadastraal bekend in Sectie D no. 1035 der gemeente Leeuwarden ter grootte van 11 are in eigen dom over te dragen aan de Nederlandsche Tramwegmaat schappij voor een koopprijs van f 3881.45, benevens de kosten van overdracht en tenaamstelling. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aange nomen. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verla ging van het bruggeld voor de IJarlingervaartsbrug. (Zie Bijlage no. 11). Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten 1. in art. 2 van het besluit tot heffing van eene be lasting onder den naam van bruggeld, voor het afdraaien van de WirdumerpoortsbrugPrins Hendriksbrugde Harlingervaartsbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noorder- brug en de Verwersbrug, vastgesteld den 25 Januari 1898 en goedgekeurd bij kon. besluit van den 1 Maart 1898, No. 7, de woorden „voor de Harlingervaartsbrug 15 cent"', te vervangen door het volgende„voor de Harlinger vaartsbrug 10 cent, behalve voor trekschependie in geregelde beurt varenwaarvoor het bruggeld bedraagt 5 cent" 2. te bepalen, dat deze wijziging zal ingaan met den lsten Juli 1901 3. de verordening op het invorderen van het bruggeld voor het afdraaien der sub 1 vermelde bruggen, mede den 25 Januari 1898 vastgesteld, van voortdurende kracht te verklaren 4. aan K. Kuipers c s. mede te deelen, dat op hun verzoek is gelet 5. gelijke mededeeling te doen aan het Bestuur der Schippersvereeniging „Binnenvaarts Welvarengevestigd te Drachtenwat betreft zijn eerste verzoek, en dat bestuur verder te kennen te geven, dat aan zijn tweede verzoek niet kan worden voldaan. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot afwij zing van een verzoek van M. en E. Meijerom in gebruik te mogen krijgen een strook grond langs de sloot aan de westzijde van het bij hen in erfpacht zijnde perceel bouw terrein (deel van blok VIII) aan de Maria Louisastraat. Burgemeester en wethouders wijzen er op, dat artikel 13 der bepalingen omtrent de wijze, waarop en de voor waarden, onder welke ter bebouwing worden uitgegeven de terreinen aan het Nieuwe Kanaal (vastgesteld bij be sluit van 14 April 1896 no. 18 en gewijzigd bij besluiten van 28 December 1897 no. 7 en 26 September 1899 no. 5 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd) bepaalt, dat de slooten of halve slooten tusschen de bouwterreinen en de eigendommen van derden in gebruik kunnen worden gegeven, als zij gelegen zijn aan de Noordzijde van het Nieuwe Kanaalmet het doel eventueele vervuiling der achter blok VIII gelegen sloot te voorkomen, is juist in de laatste twee alinea's van artikel 13 bepaald, dat de koopers binnen 3 maanden na het sluiten der acte geheel op eigen kosten eene schutting, waarin geene deuren of andere openingen mogen zijn, langs de grens van bedoeld blok moeten plaatsen en onderhouden. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten, het verzoek van adressanten te wijzen van de hand. 8. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot wijziging van art. 38 der veror dening houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad no. 18 van 1896) (Bijlage no. 12). Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het volgende besluit genomen De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat er wenschelijkheid bestaat tot wijzi ging van artikel 38 der verordeninghoudende alge meene bepalingen van politie voor de gemeente Leeu warden (Gemeenteblad no. 18 van 1896) Gezien de artikelen 135 en 161 der gemeentewet; Besluit Voormeld art. 36 te wijzigen en te lezen als volgt: Hijdie zijne asch- of vuilnisemmers, vaten, bakken of dergelijke voorwerpen door de bij het vorige artikel ge melde bedienden bij de stadsreiniging verlangt te hebben geledigd magbehoudens het bepaalde bij het volgende artikeldeze voorwerpenbehoorlijk overdektop zijn stoep ofwaar geen stoep isop de straat tegen den voormuur van zijn huis plaatsen nadat de komst dier bedienden op hoorbare wijze is aangekondigddoch moet deze voorwerpen onmiddellijk, nadat zij zijn geledigd weder binnenshuis nemen. Bij gebreke hiervan wordt hij gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden. 9. Rapport der Commissiebelast geweest met het onderzoek der rekening en verantwoording van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over liet jaar 1900. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aange nomen de heer Duparc werkt niet tot het nemen van dit besluit mede. 10. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van een voorstel van burgemeester en wethou ders tot nadere wijziging der gemeentebegrooting dienst 1900. De conclusie van het rapport wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomenen derhalve is besloten I. Goed te keuren het door burgemeester en wethou ders aangeboden voorstel tot wijziging van de gemeente begrooting, dienst 1900 en de balans van die begrooting nader vast te stellen als volgt: Inkomsten 1,030,002.63^ Uitgaven 1.030,000.51. Waarschijnlijk saldo 2.12£. 11. Goed te keuren en vast te stellen het overgelegde ontwerp-besluit. II. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1901. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de con clusie van het rapport aangenomen en derhalve besloten de door burgemeester en wethouders voorgestelde wij zigingen in de begrooting voor 1901 goed te keuren, waardoor de inkomsten nader vastgesteld worden op ƒ1,026,295.04 en de uitgaven op1,026,294.15 sluitende met een waarschijnlijk saldo van 0.89 12. Voorstel van burgemeester en wethouders tot: a. af- en overschrijving van posten der gemeentebegroo- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 Mei 1901 71 tingdienst 1900, waarop niet zal worden beschikt, of die te hoog zijn geraamdop het fonds voor onvoorziene uit gaven b. versterking van de daarin aangewezen artikelen der gemeentebegrootingdienst 1900, uit het fonds voor on voorziene uitgaventot een gezamenlijk bedrag van f 17.942 c. afschrijving van den post voor onvoorziene uitgaven der gemeentebegrooting dienst 1900 wegens uitgaven die niet op de begrooting zijn omschreven en waarvan het bedrag als buitengewone uitgaaf aan die begrooting toegevoegd in de gemeenterekening onder den post van onvoorziene uitgaven verantwoord zal worden. De heer Duparc is gevallen over den post van 5535, als uitgave aan de gemeentelijke gasfabriek wegens leve- rantiën aan de gemeente gedaan. Hij weet wel, dat die zelfde post later weder onder de inkomsten voorkomt eigenlijk dus slechts een cijferpost is. Maar daarom juist vraagt hij, of zoodanige regeling die nu sedert eenigen tijd bij de gasfabriek bestaatniet een einde moet nemen, de gemeente zou dan direct aan de leveranciers betalen. De genoemde post is intusschen een gevolg van een besluit van den Raad. Bovendien echter is er nog een bedrag van ruim 1.1000.te verevenen een bedrag, wel niet buiten de begrootingmaar toch boven de raming uitgegeven. Spr. heeft vroeger reeds meermalen gewaar schuwd tegen dergelijk overschrijdingen der ramingal moge op de uitgave zelve niets zijn aan te merken. De Raad wordt hier weder gesteld voor een voldongen feit, enwaar het nu geldt betrekkelijk hooge cijfers treft dit spr. te meerals hij bedenkthoe bij de behandeling van de begrooting soms getwist wordt over betrekkelijk kleine bedragen. Spr. geeft toedat het dikwijls onmogelijk is vooraf met juistheid het bedrag der uitgaven te berekenen maar het is wel toevalligdat het ook nu weder juist de begrootingen van den Directeur der gemeentewerken en der stadsreiniging zijn, die bij verscheidene posten zijn over schreden. Spr. geeft daarom burgemeester en wethouders in overweging hun aandacht op deze zaak gevestigd te houden opdat herhaling van belangrijke overschrijding der begrootingssommen in het vervolgzooveel mogelijk worde voorkomen. De heer Troelstra Uit de voordracht blijkt, dat enkele posten voor de gasfabriek de begrooting hebben overschreden, doch de oorzaken daarvan zijn in de toelichting medegedeeld. Dit komt meermalen voor, doch daarvoor is dan ook af- en overschrijving toegestaan. De meerdere uitgaaf van 5535, die de aandacht heeft getrokken, is voor zinkers enz., waarvoor de Raad de gelden bij afzonderlijk besluit heeft toegestaan. Dat de post hier voorkomt is een gevolg van de manier van boekhouden bij de gasfabriek. Der gelijke uitgaven worden bij ds fabriek in ontvang geboekt, omdat er later rente ten behoeve der gemeente voor ge rekend wordt. Zij worden nu dubbel gemandateerd, eens voor de betaling van de leveranciers en later als uitgaaf aan de gasfabriek, waar ze dan weer als ontvangst worden geboekt. Dit is een omslachtige en onnoodige manier van boek houden, die vroeger niet zoo in het oog viel, omdat toen op de gemeentebegrooting voor die mandateering een af zonderlijk artikel was uitgetrokken. Spr. kan den heer Duparc verzekeren, dat met den Commies voor de Financiën en ook met den boekhouder der gasfabriek over de zaak gesproken is, van welke be sprekingen het resultaat is, dat het volgende jaar die dubbele mandateering vermeden zal worden. Dit jaar kon het nog niet. Met deze inlichtingen hoopt spr. aan het verlangen van den heer Duparc voldaan te hebben. De heer Duparc is den geachten wethouder van finan ciën zeer dankbaar voor diens toezeggingdat aan de dubbele mandateering een einde zal worden gemaakt, hij gelooft echter door dezen niet geheel juist te zijn begrepen. Spr. heeft van de 17.000—, die nu moeten worden geregulariseerd, juist afgetrokken de post van 5535, omdat de Raad verleden jaar tot het doen der uitgaaf voor zinkers ten behoeve der gasfabriek machtiging had verstrekt. De opmerking van spr. had betrekking alléén op de overige, zonder 's Raads machtiging gedane, uitgaven. De heer Troelstra heeft, tot zijn spijt niet de oorspron kelijke begrooting bij de handmaar kan toch niet toe geven, dat de begrooting voor de gasfabriek is overschreden met een bedrag, als de heer Duparc opgeeft. Misschien, dat hij dien geachten spr. op dit punt niet goed heeft begrepen. De heer Duparc verwondert zich, dat de heer Troelstra niet kan begrijpen, dat de begrooting is overschreden, omdat nu slechts wordt geregulariseerd. De geachte wethouder zal toch onmogelijk kunnen ont kennen dat, wat Me ruim 11.000betreft, de raad eerst in kennis is gesteld van uitgavennadat zij zijn gedaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen. 13. Rapport der Commissie belast geweest met het onderzoek der rekening en verantwoording der admini stratiekosten der Stads-Bank van Leening over het jaar 1900. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de con clusie van het rapport aangenomen en derhalve besloten a. de rekening der administratiekosten van de Stads- Bank van Leening over 1900 goed te keuren tot een bedrag in uitgaaf van 5994.58 (de begrooting bedroeg 6415.-) b. aan de commissie van administratie der Stads-Bank van Leening 's Raads dank te betuigen voor het nauw keurig gevoerde beheer. 14. Rapport der Reclamecommissie omtrent ééne reclame in beroep. Ter behandeling van dit punt in besloten vergadering, wordt de openbare vergadering gesloten. Stoom Doek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co. Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1901 | | pagina 2