YirtiMil van OiasJai U SaiitoniDer 1901. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 September 1901. 117 Tegenwoordig 19 leden. Omtrent de toelating van den heer Jansma tot raadslid is nog geen eindbeslissing genomen. Afwezigde heeren Melchers, Wolff en van Messel. Voorzitter: Jhr. Mr. A. Röell, burgemeester. I. De notulen der vorige, op Dinsdag 10 September gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid der heeren Melchers, Wolff en van Messel 2. adres van de Leeuw. Bestuurdersbond en van de Protestansch-Christelijke Timmerliedenvereeniging houdende adhaesiebetuiging aan het adres der Gemeente Werklieden vereeniging „Ons Belang" tot verhooging der loonen voor de werklieden in dienst der gemeente Worden, als ongezegeld, ter zijde gelegd. 3. missive van den heer W. G. Hoeneveld houdende aanneming zijner benoeming tot lid der Commissie tot wering van schoolverzuim 4. besluit van Ged. Staten van 12 September 1901, no. 22, 2e afd. F, tot goedkeuring van 's Raads besluit van 3 September no. 14 tot nadere wijziging der gemeente- begrooting voor 1901; 5. missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 13 September 1901 no. 6530, afd. O, waarbij hij bericht te berusten in het besluit van den Raad van 27 Augustus no. 11 tot tijdelijke opdracht gedurende den cursus 1901/1902 van het onderwijs in de staathuishoud kunde aan de burgerdagschool aan den heer D. A. G. Vastenou 6. de Voorzitter deelt mede, dat hij van eenige zijden is aangezocht te willen bevorderen, dat de termijn, waar binnen het onderzoek der voorstellen, neergelegd in bijlage 22, moet zijn afgeloopen, verlengd worde derhalve stelt hij voor dien te stellen op 15 October in plaats van 1 October. Dienovereenkomstig wordt besloten. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. voordracht voor de benoeming van een niet-ambte- lijk en een plaatsvervangend niet-ambtelijk lid van de Commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 lb en 2 der wet tot heffing eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten 2. aanbevelingen ter vervulling van de met 1 Januari 1902 te ontstane vacatures in de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs 3. praeadvies op een adres van K. Weijdema, eervol ontslagen agent van politie, om toekenning van pensioen 4. voorstel van burgemeester en wethouders om aan G. Jansen alhier, vergunning te verleenen op gemeente grond, voor elk der huizen, Spanjaardslaan 7, 9 en 11, tot aan den straatweg eene bestrating te leggen 5. idem tot regeling van de financieele verhouding tusschen de gemeente en de gasfabriek Zal als bijlage gedrukt en aan de leden gezonden worden. 6. idem om aan mej. A. Ooiman eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. 9 7. Idem tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1901 8. Begrooting van uitgaven der Stads Bank van Lee ning voor 1902. Wordt gesteld in handen eener Commissie bestaande uit de heeren Wolff, Feitz en Haverschmidt. De punten sub 17 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een onderwijzer aan Gemeenteschool no. 6, (vacature-Tolsma). Door burgemeester en wethouders worden voorgedragen J. Westra te Stiens, C. Swarts te St.-Jacobi Parochie en P. van der Molen te Leeuwarden. De uitslag der gehouden stemming is, dat op J. Westra 11 stemmen worden uitgebracht, op P. van der Molen 1 en op C. Swarts 7 stemmen, zoodat eerstgenoemde be noemd is. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver leenen van eervol ontslag aan mej A. G. Meeuwis, als onderwijzeres in de nuttige handioerken aan school no. 10, met ingang van 1 November. Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aan genomen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi ging der verordening, regelende den rangenz. der amb tenaren en werklieden van de gemeentewerken (Gemeente blad no. 18 van 1895) en tot verhooging der jaarwedde van den directeur. Bijlage no. 20). De conclusie van het voorstel luidt: I. Met wijziging van art. 5 der verordening, regelende den rang, het getal, de benoeming, de bezoldiging enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken, vast gesteld den 8 October 1895 (Gem. blad no. 18), de be zoldiging van den directeur te bepalen op ten minste ƒ2800 en ten hoogste 3300. II. Met ingang van den 1 Januari 1902 de bezoldi ging van den heer W. C. A. Hofkamp, directeur der ge meentewerken, te bepalen op 3300. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Wilhelmij zegt het volgende: Het heeft mij wel eenigzins verbaasd, mijnheer de Voor zitter! dat thans alweder een voorstel van burgemeester en wethouders bij den Raad is ingediend, om een der ver ordeningen te wijzigen, om daardoor te komen tot trac- tementsverhoogingik zeg alwederomdat voor eenigen tijd ditzelfde is geschied, met de klerken van de gemeente werken, wier maximumjaarwedde van 600 in 800 is veranderd dit zijn telkens van die schijnbaar kleine wijzi gingen, die echter voor de gemeente zeer duur te staan kunnen komen want bij de besprekingen der begrooting, wordt telkens de zinsnede aangehaald„burgemeester en wethouders blijven binnen de perken der verordening," met andere woorden hieraan is niets te doen, tenzij een der leden van den Raad een voorstel indient in eene raadszit ting, en dan is het zeer moeijelijk eene meerderheid te verkrijgen mijns inziens zoude het beter zijn, laat, zoo mogelijk, de verordeningen onveranderd, maar geef aan die beambten, die zich boven anderen onderscheiden, eene personeele toelage. Bij het benoemen van eenen nieuwen titularis staat de Raad dan op een vrijer standpunt. Wat de bezoldiging van den directeur aangaat, in de toelichting van burgemeester en wethouders wordt gezegd, dat de finantiëele positie van den directeur veel minder werd met een tractement van 2400 tot 2800dit is niet geheel juist, want de directeur is benoemd op een salaris van 2400, welk salaris reeds in 1898 is verhoogd tot het maximum van 2800het zoude waar zijn, indien steeds dezelfde functionaris zoude zijn geblevenmaar deze directeur is op bovenstaand salaris benoemd, en wist dus wat zijn salaris wasook moet niet worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1901 | | pagina 1