JA -
J6 V i UK" -JT
122 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 September 1901.
van hetgeen hij in zijn eerste termijn gezegd heeft, een
amendement in te dienenbepaalde hij er zich toe tegen
te stemmen, dan zou door zijne medewerking het voorstel
verworpen kunnen worden met het gevolg, dat het salaris
onveranderd bleef. Dit zou zijn in strijd met zijne be
doeling en daarom stelt hij voor het tractement van den
heer Hofkamp te bepalen op 3100 dan nog blijft de
bezoldiging boven die van andere steden van ongeveor
gelijke grootte. Overigens vindt spr., dat de ter vergelijking
genoemde gemeenten niet veel steun aan het voorstel
kunnen geven, omdat niet alle gemeenten van ongeveer
denzelfden omvang zijn genoemd en de verdeeling der
salarissen bij de openbare werken verschillend is geregeld.
Het amendement, ondersteund wordende, komt in behan
deling.
Den heer Baart de la Faille doet het leed, dat dit
amendement is ingediend, vooral na het uitvoerig betoog
van den heer Middelkoop, dat de geldswaarde van den
arbeid zoo moeilijk is te schatten. Nog veel moeilijker
mag het geacht worden, de geldswaarde van een persoon
te schatten. Waar burgemeester en wethouders die moei
lijke taak op zich hebben genomen, is er alle reden om
zich daarbij aan te sluiten. Waarom zou nu niet het
volle maximum aan den tegenwoordigen directeur wor
den toegekend
Op grond van hetgeen spr. reeds gezegd heeft, blijft
hij het voorstel aan burgemeester en wethuuders ten
zeerste ondersteunen?
De heer OosterhofF was naar de vergadering gegaan
met het denkbeeld om, indien het door een ander niet
werd voorgesteld, voor te stellen om de verhooging van
de jaarwedde van den directeur te beperken tot 3000.
maar is, na hetgeen hij hier gehoord heeft van verschil
lende zijden, van meening veranderd en zal dus zijn stem
niet geven aan het amendement van den heer Konter,
maar met het voorstel van burgemeester en wethouders
medegaan.
Spr. wil hier echter nog een wensch uiten de directeur
ontvangt, als het voorstel wordt aangenomen, van den
Raad een blijk van waardeeringbij zou nu ook van
dezen iets willen vragen, lil. om samenwerking met den
directeur der gasfabriek zooveel mogelijk te bevorderen
wel zou hij de laatste zijn om te beweren dat het gebrek
aan samenwerking uitsluitend aan den directeur der ge
meentewerken moet worden toegeschreven, maar hij is
van oordeel, dat ook hier geldt, wat men van kijvenden
zegt„waar twee kijven, hebben twee schuld."
Hij spreekt dien wensch uit, omdat het hier een ge
meentebelang geldt.
Het amendement van den heer Konter wordt daarop
verworpen met 11 6 stemmen.
Vóór stemmen de heerenTigler Wijbrandi, Konter,
Wilhelmij, Jansen, Lautenbach en Middelkoop tegen de
heeren: Troelstra, Beucker Andreae, van Ketwich Verschuur,
Oosterhoff, Bekhuis, Beekhuis, v. Eijsinga, Duparc, Menalda,
Haverschmidt, Feitz, Baart de la Faille en Hijlkema.
Het tweede gedeelte van het voorstel van burgemeester
en wethouders wordt vervolgens aangenomen met 136
stemmen do stemmenverhouding is dezelfde, met uitzon
dering van den heer Wijbrandi die vóór en de heer
Bekhuis die tegen stemt.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot hel
aanbrengen van de waterleiding in perceel Arendstuin 41
Heeft ter visie gelegen ter afdoening.
Dr. J. Ariëns Kappers, als huurder van bovengemeld
perceel, verzoekt in het genot te worden gesteld van water
uit de gemeentelijke waterleiding en verklaart zich bereid
als vergoeding der onkosten, vallende op den aanleg, be
groot op 117.90, jaarlijks eene som van 10.te
betalen.
Burgemeester en wethouders stellen voor te besluiten,
het verzoek van adressant in te willigen en derhalve het
perceel, plaatselijk bekend Arendstuin no. 41, aan de
waterleiding te doen aansluiten en in de woning buizen
te laten aanbrengen op voorwaarde, dat door hem jaar
lijks 10.meer huur betaald wordt.
De heer Lautenbach heeft in de stukken niet kunnen
vinden, wie het waterverbruik betaalt; alleen heeft hij
gezien dat de gemeente de kosten van aanleg betaalt
en dat daarvoor een zekere som jaarlijks als vergoeding
betaald zal worden.
Gaarne ontving hij hieromtrent eenige opheldering.
De Voorzitter antwoordt den heer Lautenbachdat de
huurder-adressant de kosten van waterverbruik zal betalen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop het voorstel
van burgemeester en wethouders aangenomen.
V. De heer Lautenbach vraagt en verkrijgt het woord tot
het bespreken eener zaak vreemd aan de orde van den dag.
Spr. wil de aandacht van burgemeester en wethouders
vestigen op den verschrikkelijk vervuilden toestand van
het Pieterseliewalletje en zou hun willen vragen daaraan
een einde te laten maken tal van omwonenden onder
vinden nu grooten last van dien staat van vervuiling.
De Voorzitter zegt den heer Lautenbach toe de quaestie
ter sprake te brengen in de vergadering van burgemeester
en wethouders.
De heer Beekhuis doet opmerken, dat het geval door
den heer Lautenbach aangehaald, een van de talrijke pun
ten is, waarop de vereeniging ter bevordering van volks
gezondheid in haar bekend rapport de aandacht heeft ge
vestigd intusschen zijn reeds eenige verbeteringen daar
ter plaatse aangebracht, o. a. is de waterleiding gelegd
sedert dat enkele particulieren daartegen geen bezwaar
meer hadden.
Op de agenda van burgemeester en wethouders blijven
dergelijke punten geplaatst, maar niet altijd is dit college
in staat doeltreffende maatregelen te nemen, daar in de
meeste gevallen alles afhangt van den goeden wil der
particulieren.
De heer Troelstra meent, dat aan het door den heer
Beekhuis gesprokene nog enkele woorden moeten worden
toegevoegd.
De wijze en de toon, waarop de geachte spr. zijn inter
pellatie als men ze dien naam kan geven heeft
gedaan, zou den indruk kunnen geven, alsof burgemeester
en wethouders ten deze al zeer in gebreke waren.
De omwonenden, die zoo zeer klagen over verontreini
ging van de sloot, zijn gewoonlijk grootendeels zelf de
verontreinigers en op de eigenaren rust de taak de sloot
schoon te houdenniet op de gemeente.
Burgemeester en wethouders hebben slechts toezicht te
houden op den staat, waarin dergelijke slooten verkeeren.
En dat doen zij, maar veel moeite kost het meestal om,
ondanks dat burgemeester en wethouders aanbieden, om
door de gemeentereiniging de sloot en schoon te doen maken,
alle eigenaars te bewegen om hun aandeel in de kosten
te dragen. Wat het Oranjewaltje betreft, zoo kan spr.
mededeelen, dat burgemeester en wethouders dezer dagen
zich die schoonmaak weder hebben aangetrokken en den
directeur der gemeentereiniging is opgedragen met de
eigenaren daarover te spreken. Het zal nu moeten blijken,
of de last waarover geklaagd wordt, werkelijk zoo groot
is, dat ze voor de opruiming van het vuil de kosten over
hebben.
Arerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 24 Septomber 1901. 123
De heer Lautenbach heeft noch rechtstreeks noch zijde
lings burgemeester en wethouders willen beschuldigen,
maar vraagt alleen een prikkel om hen, die tot schoon
houden verplicht zijn, daartoe aan te zettenhet was
hem bekend, dat de sloot in quaestie een particuliere was.
De heer Baart de la Faille heeft ook geconstateerd,
dat de toestand, waarop de heer Lautenbach de aandacht
heeft gevestigd, en waarop de vereeniging voor volksge
zondheid ten vorige jare in haar uitvoerig rapport reeds
heeft gewezen, onhoudbaar is.
Hij gelooft ook, dat een sterke aandrang door burge
meester en wethouders en den directeur der gemeente
reiniging uitgeoefend, heilzaam zal werken.
VI. Voor de behandeling van het laatste punt der
agenda, het suppletoir kohier op den hoofdeiijken omslag,
dienst 1901, wordt de openbare vergadering geschorst.
Na heropening wordt dit suppletoir kohier vastgesteld
met een belastbaar inkomen van 74,607.59s en een
totaal der aanslagen ad 3730.31, waarvan 99 °/o> of
3692.95s, zal worden ingevorderd.
Hierop sluit de Voorzitter de vergadering.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden.