MMu ras ülnstt 22 Octoher 1901.
126 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 8 October 1901.
c. jaarlijks vóór of op den 12 November, het eerst vóór
of op den 12 November 1901, ten kantore van den ge
meenteontvanger worde betaald voor ieder straatje eene
recognitie ad. 1.als erkenning van het eigendoms
recht der gemeente op den grond, waarop de straatjes
worden gelegd.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan Mej.
A. Ooiman eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres
in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. 9.
gerekend te zijn ingegaan den 16 September 1901.
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aan
genomen.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen
van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst
1901.
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aange
nomen.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders om in de
koestallen der Magere Weide" drinkwater goten te laten
maken.
Heeft ter visie gelegen ter afdoening.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten
in de koestallen van het grootbuithuis en in drie der
achter in de schuur aanwezige stallen der boerenhuizinge
„de Magere Weide" cementsteenen drinkwatergoten te
laten maken, waarvan de kosten zijn geraamd op 250,
onder voorwaarde, dat de huurder van dat kostenbedrag
jaarlijks, te beginnen met 12 Mei 1902, 5% betale.
8. Rapport der commissie belast geweest met het onder
zoek der begrooting van de kosten voor de dienstdoende
schutterij voor het jaar 1902.
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aange
nomen en derhalve bedoelde begrooting voorloopig goed
gekeurd tot een bedrag in ontvang en uitgaaf van 4896.
Hierop wordt de vergadering gesloten.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 22 October 1991. 127
Tegenwoordig 21 leden. Omtrent de toelating van den
heer Jansma tot raadslid is nog geen eindbeslissing ge
nomen.
Afwezigde heer Jansen.
VoorzitterJhr. Mr. A. Röell. burgemeester.
I. De notulen der vorige op Dinsdag 8 October ge
houden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. procesverbaal van de opneming der kas van den
gemeenteontvanger op 12 October 1901
Heeft voor de leden ter visie gelegen.
2. missive van het bestuur van het St. Anthonij Gast
huis, houdende bericht, dat het besloten heeft om van het
jaar 1902 af tot wederopzeggens toe, een bedrag van
2500 in plaats van 1500 ter beschikking van de
gemeente te stellen ter tegemoetkoming in de kosten van
verpleging van zieken en desolate personen
Wordt besloten aan het bestuur voornoemd 's Raads
dank te betuigen
3. dankbetuiging van de bevolkingsagenten voor de
hun bij besluit van 8 October j.l. toegekende gratificaties
bij gelegenheid hunner 25-jarige ambtsvervulling
4. missive van den heer F. Jac. de Zee, secretaris van
Rauwerderhem betreffende toelating van het gebruik der
Friesche taal in de raadsvergaderingen.
Heeft voor de leden ter visie gelegen.
Wordt, daar dit gebruik niet verboden is, voor notifi
catie aangenomen
5. dankbetuigingen en aannemingen der benoeming
tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs
van de heeren Dr. H. F. Th. Ringnalda, Prof. Dr. C. P.
Burger en A. J. Brouwer;
6. Oproeping van den vice-President van den Raad van
State om inzake het beroep tegen de beslissing van Ge
deputeerde Staten tot niet-toelating van den heer Jansma
als raadslid, desgewenscht, nadere memoriën in te zenden
vóór den 30 October
De Voorzitter stelt voor geene nadere memoriën in te
zenden boven en behalve het aan H. M. de Koningin ge
richt adres en de daarbij overgelegde stukken.
De heer Duparc oordeelt, dat de Voorzitter wel wat
boudweg voorstelt, om geen nadere memoriën ter adstruc
tie van 's Raads standpunt in de zaakJansma aan
den Raad van State in te zendenzou het geen aanbe
veling verdienen al de stukken nader te stellen in han
den van de Commissie, die vroeger belast is geweest
met het onderzoek van den geloofsbrief van den heer
Jansma? Misschien vindt zij in de later over de zaak
uitgegane stukken aanleiding voor een nader advies.
De Voorzitter doet den heer Duparc opmerken, dat de
uitnoodiging van den vice-President van den Raad van
State, om nadere bewijsstukken of memoriën in te zenden
vóór 30 Octoberaan den Raad is gericht, dat dus tot
vaststelling van een cntwerp-memorie door de Commissie
eventueel op te stellen nog eene buitengewone vergade
ring zal noodig wezenspr. gelooft, dat dit geheel over
bodig is, waar reeds alle betrekkelijke stukken bij het
adres aan II. M. de Koningin zijn overgelegd, en dus
alle licht is gegeven, dat de Raad van State kan wenschen.
De heer Troelstra gelooft ook, dat in deze zaak niet
meer licht ontstoken kan worden; alles is aangevoerd,
wat ter zake kan gezegd worden; niet alleen de offici-
ëele stukken, maar ook de verslagen der vergaderingen,
waarin de rapporten der Commissies tot onderzoek der
geloofsbrieven zijn behandeldzijn opgezonden. De ge
schilpunten zijn reeds zoo uitvoerig uitééngezet, dat spr.
het niet mogelijk acht nog nader iets aan te voerendat
afdoende is.
De heer Duparc wil gaarne aannemen, dat de Raad
van State reeds behoorlijk is ingelicht, doch het geldt
hier de nadere verdediging van de door Ged. Staten
vernietigde beslissing van den gemeenteraad.
Spr. zou het daarom wenschelijk vinden, gebruik te
maken van de bij art. 36 der wet op den Raad van State,
aan belanghebbenden, in casu óók den gemeenteraad, toe
gekende bevoegdheid, om afschrift te vragen van even
tueel ingekomen stukken en daarna eerst te beoordeelen,
of er termen zijn, al dan niet een nadere memorie in
te zenden.
De Voorzitter gelooft, dat op zichzelf tegen het vragen
van bedoelde afschriften geen bezwaar bestaat, maar dat
de Raad moet zwichten voor het practisch bezwaar, n.l.
om vóór den 30 October nog een besluit te nemen tot
het al dan niet indienen eener memorie. Hij handhaaft
dus zijn voorstel om geen nadere memoriën in te zenden
boven en behalve het aan H. M. de Koningin gericht
adres en de daarbij overgelegde stukken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten
de heer Duparc verklaart zich tegen.
7. Besluit van Gedeputeerde Staten van 17 October
1901 no. 28, 2e afd., tot goedkeuring van 's Raadsbesluit
van 8 October no. 6, waarbij aan G. Jansen vergunning
is verleend tot het leggen van straatjes voor huizen in
de Spanjaardslaan.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. voordracht voor de benoeming van een hoofd van
gemeenteschool no. 9
2. voordrachten voor de benoeming van onderwijzeressen
in de nuttige handwerken aan gemeentescholen no. 9 en 10;
3. prae-advies op een adres van den cursus tot oplei
ding voor de hoofdakte, om nog een der lokalen van de
burgerdag- en avondschool, met gebruik van vuur en
licht, tegen een billijke huur te mogen gebruiken
4. voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
leenen van pensioen aan J. Th. Noordraven, eervol ont
slagen stoker aan de gasfabriek
5. idem om den heer P. H. van Eden, geneesheer
directeur van het stads-ziekenhuis, wederom als zoodanig
voor den tijd van 3 jaren te benoemen, met ingang van
1 Januari 1992;
6. idem om aan R. J. Boelstra, S. Baarda en N. A.
Wassenaar, landbouwers onder Leeuwarden en Jelsiim,
vergunning te verleenen tot verharding van deTjessingaweg
7. idem om
a. het huurcontract betreffende den molen „de Arend"
aan de Westerplantage met 12 November e.k. te doen
eindigen
b bedoelden molen op afbTaak te verkoopen.
8. idem van de Commissie van Administratie voor de
Stads Bank van Leening tot verleenen van eervol ontslag
aan den heer A. F. de HaanDirecteur der Stads Bank
van Leening, wegens zielsziekte;
Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou
ders ter fine van praeadvies.
9. idem van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verhuring van het perceel gardeniersland op
Oldegalileën en bijbehoorend huis, aan S. H. en H. Ritman.
10. adres van W. Nieuwhof e.a. allen leden van het
Bestuur der Zakkedragersvereeniging houdende verzoek
om de zakkedragerswacht te vergrooten;
Wordt ter fine van praeadvies gesteld in handen van
burgemeester en wethouders.