Vergadering van Dinsdag 11 Februari 1902. 12 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 28 Januari 1902. gedeelte van het voetpad, op den staat van de openbare tot den gcmeenen dienst van allen bestemde waterstaats werken in de gemeente Leeuwarden, niet in onderhoud of beheer bij het rijk, de provincie of bij waterschappen bekend als dat „van Olde-Galileën naar Snakkerburen", benevens een terreintje groot 9 centiare op bijbehoorende teekening in roode areure aangeduid, onder verplichting van gemeentewege om de opstal op dit terreintje af te breken, de afkomende houtwaren ter beschikking van de verkoopster te stellen en de in het aangrenzende gebouw aanwezige deur- cn lichtopeningen dicht te metselen. II. burgemeester en wethouders te machtigen a. tot het aanleggen van een voetpad tusschen het brugje bij „Krom en Recht" tot het Hellingbrugjeter breedte van 1,30 meter met een steunplank langs de sloot, tot een bedrag van ƒ652.80, onder voorwaarde, dat genoemde firma in de kosten daarvan bijdrage een som van 100 b. de open plaats, aangeduid op de bij het adres over gelegde teekening te doen bestraten en inrichten voor de plaatsing van aschvaten, waarvan de kosten ongeveer 20 zullen bedragen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 6. Praeadvies van burgemeester en wethouders op een adres van Wed. D. van der Kooij en van P. de Vries om de beneden- en bovenwoning ran het perceel Nieuwe- buren no. 1 te mogen blijven bewonen. Burgemeester en wethouders stellen voor te besluiten: aan de Wed. D. van der Kooij en aan 1'. de Vries onderhands te verhuren voor het tijdvak van 12 Mei 1902 tot 12 Mei 1903 respectievelijk de beneden- en de bovenwoning van perceel Kien weburen no. 1tegen een huurprijs van respectievelijk 2.10 en ƒ2.per week en onder nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 7. Voorstel van burgemeester cn wethouders tot verhu ring van de onlangs aangekochte perceelen weiland aan het Nieuwe Kanaal en de Tijnje aan P. V. van der Weide. De conclusie van dit voorstel luidt als volgt met ingang van den 5 Maart 1902 tot gelijken datum in 1908 de perceelen weiland, ten kadaster bekend ge meente Leeuwarden in sectie (3 no. 3572 ter grootte van 1 hectare 16 are 30 centiare en in dezelfde sectie no. 6087 ter grootte 17 are 80 centiare en no. 6088 ter grootte van 33 are 95 centiare of te zamen 4.6 ponde- maat, onderhands te verhuren aan Rein Eelkes van der Weidelandbouwer op Kleijenburgtegen een huursom van ƒ37 per 861are en verder op nader door burge meester en wethouders vast te stellen voorwraarden in hoofdzaak overeenkomende met die, vermeld in het huur contract van 12 November 1900, geregistreerd den 14en dier maand. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. De voorzitter sluit de vergadering, Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az. te Leeuwarden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 11 Februari 1902. 13 Tegenwoordig 17 leden; twee vacatures. Afwezig de heeren Jansen, Feitz, Beucker Andreae en Van Eysinga. Voorzitter: Jhr. Mr. A. Röell, burgemeester. I. De notulen der vorige, op Dinsdag 28 Januari 1902 gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid der heeren Jansen, Feitz en Beucker Andreae. 2. Dankbetuiging van den heer Steffering voor zijne benoeming tot Directeur der Stads-bank van Leening. 3. Resolutie van (led. Staten van 6 Febr. j.l no. 28. tot goed keuring van 's Raads besluit van 14 Jan. j.l. tot wijzi ging van het vastgestelde plan van aanleg der bouwter reinen aan het Nieuwe Kanaal. 4. Motie aangenomen in eene openbare vergadering op Dinsdag 7 Januari 1902, van den volgenden inhoud: „De vergadering, gehouden 7 Januari 1902, gehoord de bespreking van de motie „Melchers", acht het drin gend gewenscht, dat deze motie wordt aangenomen." Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan school No. 1. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot pen sioneering van den eervol ontslagen plantsoenwerker G. Jansen. 3. Idem tot stichting van een schaft- wasch- en bad lokaal hij de gasfabriek. 4. Rekening en verantwoording van .het beheer over den Prinsentuin over 1901. Wordt ter fine van onderzoek en rapport gesteld in handen eener commissie bestaande uit de heerenHaver- schmidt, Lautenbaeh en Menalda. 5. De heer Duparc deelt mede, dat het antwoord der commissie van rapporteurs op de missive van den districts schoolopziener in zake de „schoolreorganisatie" bijna ge reed is. Wordt besloten dit antwoord als bijlage te doen druk ken en aan de leden te zenden. De punten sub 13 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van leden der stembureaux voor de Raads verkiezingen. Tot plaatsvervangend voorzitter in district I, waarvan de burgemeester voorzitter is, wordt gekozen de heer Oosterhoff met 16 stemmen. Tot leden worden gekozen de heeren Wilhelmy met 14 en Wijbrandi met 16 stemmen. Tot voorzitter van kiesdistrict II wordt gekozen de heer Ilijlkema met 16 stemmen en tot leden de heeren Beu cker Andreae en Menalda 'met 16 stemmen. De heer Haverschniidt vraagt het woord. Spreker wijst op den toestand van het stemlokaal in het gymnasium. Bij eenige belangstelling van het publiek is het lokaal veel te klein en het is er in dit seizoen zoo koud en tochtig, dat liet van raadsleden en burgers niet te vergen is, hier dienst te doen. De laatste keer, toen spreker er zitting had, kon men den geheelen dag geen hoed af zetten en geen overjas uittrekken; de voorzitter was in een reisdeken gewikkeld en toen het donker werd, kwam er een flescli met een kaars er op. Spreker vraagt, of er geen beter locaal in het district is. Hij wijst op tal van lagere scholen, bewaarscholen en gymnastiekscholenook het gebouw de „Ontwikkeling" op de Nieuweburen, dat geen vergunning bezit, heeft ge schikte ruime lokalen. De Voorzitter vreest, dat de wensch van den heer Haverschniidt ten minste niet voor de a.s. verkiezingen in vervulling kan komen, want de aanwijzing der stem lokalen voor elk district geschiedt volgens de kieswet bij plaatselijke verordening, waarvan afkondiging moet plaats hebben. Burgemeester en wethouders zullen intusschen over wegen, in hoeverre eene wijziging der bestaande veror dening voor volgende stemmingen is te verwezenlijken. De heer Haverschmidt verwacht wel eenige verbetering van eene andere plaatsing der stemhokjes. Waar de raad bij verordening van Juni 1897 het gymnasium heeft aan gewezen, is een ander lokaal in hetzelfde gebouw voor het doel misschien meer geschikt. De Voorzitter acht ook de verwezenlijking van den wensch zoo gemakkelijk niet, omdat de voorschriften van den algemeenen maatregel van bestuur in zake de inrich ting van het stemlokaal, de plaats en de inrichting der lessenaars moeten worden opgevolgd en het niet onmo- lijk is, dat eene overeenkomstig de wenschen van den heer' Haverschmidt gewijzigde plaatsing van een en ander met die voorschriften in botsing zou komen. De heer Baart de la Faille hoort met verwondering, dat de heer Haverschmidt van schoollokalen wenscht ge bruik te maken, die toch benoodigd zijn voor het onder wijs, daarom zou hij wel eenige uitzonderingen willen maken op de door dien spreker opgenoemde, o. a. voor het gymnasium, waar alle schoollokalen in gebruik zijn. De heer Haverschmidt doet den heer de la Faille op merken, dat het gebruik van een schoolvertrek als stem lokaal niets nieuws en in de groote Hollandsche steden regel is. Bij gebrek aan beter ziet spreker er geen be zwaar in, eene klasse van den heer Hoeneveld, of nog liever van eene bewaarschool, een dag vrij te laten. De Voorzitter zegt namens burgemeester en wethou ders overweging van de verschillende denkbeelden toe. 2. Benoeming van een lid der Commissie tot wering van schoolverzuim. Door burgemeester en wethouders worden aanbevolen uit de meerderjarige inwoners der gemeente, voor zoover zij niet vallen onder de categoriën genoemd in art. 22, 2> lid sub 13 der leerplichtwet (ibidem sub 4") ter vervulling van de plaats, opengevallen door het bedanken van den heer C. W. Bolman, de heeren: IJ. Tijsma, landbouwer. en T. van der Veen, kassiersbedionde, beiden alhier. Eerstgenoemde wordt benoemd met 12 stemmen, ter wijl op den heer van der Veen 5 stemmen worden uit gebracht. 3. Voorstel van burgemeester en weihouders om aan A. E. Popma vergunning te verleenen tot het leggen van een riool en kol ken in gemeentegrond Burgemeester en wethouders stellen voor te besluiten Aan A. E. Popma, timmerman alhier, vergunning te ver leenen tot het leggen van twee kolken ter grootte van 50 c.M. bij 30 cM. en 50 c.M. diepte binnenwerks, en van een riool in gemeentegrond ten behoeve van de aan sluiting van het huis op den hoek van liet Heer Ivo Straatje en de Boterhoek aan het gemeentelijk riool, onder voorwaarde,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1902 | | pagina 1