20 Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 11 Februari 1902. wees, dat het mogelijk was, dat de regeering nachttarief wellicht niet zou sanctioneeren. Spr. vraagt daarom is dat bezwaar opgeheven? In principe is spr. voor nachttarief, omdat de diensten 's nachts zwaarder zijn, voor de arme schipperij is het voorgestelde nachttarief te bezwarend. Yoor de door vaart van de beide kanaalbruggen, "VVirdumerpoorts-, Prins Hendrik- en Ilarlingervaartsbrug moet nu 60 cents be taald worden, terwijl het nachttarief zou bedragen f 2. Arme schippers zullen van wege het finantieel bezwaar moeten blijven liggen, terwijl zij dan allicht weer een gunstigen wind verloren laten gaan. Bovendien zullen de bewoners van het Vliet een massa last ondervinden, daar zal het nachttarief slechts 10 cents voor de bruggen bedragen, dan moeten 4 brugwachters gewekt worden, aan het kanaal slechts twee, en daar de schippers daarvoor wellicht moeten blazen op hun hoorns, zal aanneming van het voorstel van burgemeester en wethouders voor genoemde bewoners onaangename ge volgen moeten hebben. Uit dezen hoofde kan spr. met het voorstel, zooals het daar ligt, niet medegaan en zal hij bij de artikelsgewijze behandeling eenige amendementen indienen. De heer van Messel sympathiseert met het denkbeeld van burgemeester en wethouders om de bruggaarders eene goede nachtrust te doen bezorgen, het is ook niet meer dan billijk, dat iemand die den geheelen dag in 't touw is, zijne behoorlijke nachtrust krijgt. Burgemeester en wethouders hebbenom dat doel te bereiken, twee denkbeelden geopperd: le. twee hulpgaarders aan te stellen. 2e. een nachttarief in te voeren. Spr. is het na lezing der stukken, met den directeur der gemeentewerken vol komen eens, dat het aanstellen van twee hulpgaarders practisch onuitvoerbaar is. Hij is daarom in principe voor nachttarief, maar kan zich in 't geheel niet vereenigen met het tarief, dat is voorgesteld, als zijnde naar zijne bescheiden meening veel te hoog, daarvoor heeft hij dezelfde bezwaren als de heer "Wilhelmij. Burgemeester en wethouders zeggen in hunne memorie van toelichting, „zal de bepaling am nachtrust te verzeke ren eenigszins doel treffen, dan is het het noodig dat het nachttarief op 40 ct. wordt bepaald (uitgezonderd de bruggen over het Vliet en de Vlietsterbrug.)" Zulk een tarief in te voeren is, m. a. w. gezegd naar spr. mee ning,, sluit de bruggenSpr. begrijpt, dat burgemeester en wethouders en eenige raadsleden niet zoo nauwkeurig op de hoogte zijn, welke belemmering het invoeren van het voorgestelde tarief aan de scheepvaart en handel te weeg zal brengen, daarvoor is het raadzaam, dat de raad hier afgaat op het advies dier leden, welke den handel vertegenwoordigen. Ter overtuiging zijner bezwaren zal spr. een voorbeeld stellen een schipper met 25 last graan, varende van Am sterdam naar eene plaatshaven Leeuwarden of Groningen, ontvangt daarvoor een doorsneê vracht van f 1.50 per last, dus in 't geheel f 37,50. Om nu desnachts door te varen, zal hij vanaf de Yerlaatsbrug tot en met de 2e kanaal- brug (binnen de gemeente Leeuwarden) f 2,bruggeld moeten betalen, voorzeker geenkleinigheid. Het behoeft geen betoog, dat daardoor voor de schipperij de strijd om 't brood onnoodig aanmerkelijk wordt verzwaard. Spr. ontkent niet, dat er somtijds misbruik wordt ge maakt, om de bruggaarders te plagen en in hunne nacht rust te storen, maar dat spruit voort uit het gelijke dag en nachttarief. Hij is overtuigd, dat, wanneer het nacht tarief eenigszins wordt verhoogd, die nachtruststoring een einde zal nemen. En waar nu blijkt, dat sedert 1899 de scheepvaart bij nacht met 61^6 is toegenomen, behoeft het geen betoog, dat door het voorstel van burgemeester en wethouders de scheepvaart en handel zonder twijfel belangrijk belemmerd zullen worden. Burgemeester en wethouders gaan zelfs verder, dan de directeur der gemeentewerken, die adviseert het dagtarief te verdubbelen, behoudens een paar buitenbruggen waar van hij 30 a 40 ct. wil heffen. Bij de Ilarlingervaartsbrug zal in geen geval verhooging noodig zijn. Wanneer daar een tweede gaarder wordt aan gesteld, kan de zaak tusschen beiden geregeld worden, en de nachtdienst om beurten worden verricht. Wanneer het tarief verhoogd wordt, dan wenscht spr. nog te doen opmerken, dat de meerdere opbrengst be hoort aan de gaarders en niet aan de gemeente. Ook hier geldt de spreuk: „geld verzoet den arbeid", dan wordt het den gaarders mogelijk, zoo gewenscht een plaats vervanger aan te stellen. Intusschen zal spr. de door den heer Wilhelmij aan gekondigde amendementen afwachten. Den heer Hijlkema doet het genoegen, dat de heeren Wilhelmij en Yan Messel als vertegenwoordigers van den handel met nachttarief in principe medegaan. Of de re geering dit zal sanctioneeren? Spr. hoopt zulks, omdat de aangevoerde gronden alleszins steekhoudend zijn. Als het nachttarief effect wil sorteeren, dan moet het Hink hoog zijn. Nu komt het dikwijls voor, dat schepen een brug slechts doorvaren om daarna te blijven liggen en daartegen moet een hoog tarief waken. Spr. gelooft niet, dat dit zoo bezwarend zal zijn: als doorvaart niet absoluut noodig is, kunnen de schippers blijven liggen, de anderen moeten gelegenheid tot doorvaart hebben. Als de verhoogde opbrengst van het tarief aan de brug wachters werd uitgekeerd, dan zouden zij bij de voorge stelde maatregel 1 dubbel prohteeren. Dat is niet noodig. Plaatsvervangers mogen door hen niet worden aangesteld. De heer Troelstra brengt in herinnering, dat het vroeger nachttarief voor de Potinargebrug 50 cents be droeg en insgelijks voor de Prins Hendrik- en Wirdu- merpoortsbrughet voorstel blijft daarbeneden. Tegenover den heer Van Messel moet spr. doen opmerken, dat burgemeester en wethouders aan den anderen kant minder ver gaan dan de Directeur der Gemeentewerken, immers zij laten den nacht in den zomer om 5 uur eindigen, inplaats van om 6 uur, en dit is van groot belang, daarjuist na 5 uur een veel grooter aantal schepen doorvaart dan vóór dien tijd, dit blijkt uit den door burgemeester en wethouders in September 1899 overge- legden staat. Zonder behoorlijk nachttarief wordt het beoogde doel toch niet bereikt. De heer Melchers wijst er op, dat het hier weer is de oude strijd tusschen schipperij en wegenverkeer. Bur gemeester en wethouders gaan nu uit van het loffelijk doel om den brugwachters zooveel mogelijk nachtrust te verschaffen, maar ten opzichte van het geneesmiddel daar toe rijst bij hem de vraag, of dit niet erger is dan de de kwaal. Spr. gelooft niet, dat het noodig is om allen te bezwaren, ten einde enkele lastige schippers te treffen. Den heer Van Messel verwondert het ten zeerste, dat de heer Hijlkema als zijnde met den handel bekend, zoo krachtig het voorstel van burgemeester en wethouders ver dedigt. Die geachte spr. beweert, zal het nachttarief effect sorteeren, dan moet het flink hoog zijn, vooral om mis bruik te voorkomen. Spr. is 't met dat geachte lid niet eens, daar het toch van algemeene bekendheid is, dat geen enkele schipper onnoodig 10ja zelfs 5 cent brug geld zal betalen. Spr. meent in tegenstelling met den heer Hijlkema, dat het voorgestelde tarief zeer bezwarend zal zijn, en in alle opzichten de absuluut noodige doorvaart voor de schepen bij nacht onmogelijk maakt en daardoor de handel zeer belemmert. Dat de verhoogde opbrengst van het nachttarief niet Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 11 Februari 1902. 21 de bruggaarders, maar de gemeente behoort ten goede te komen, moet spr. tegensprekenhij meent, dat, waar burgemeester en wethouders zoo duchtig waken voor de nachtrust der bruggaarders, ook voor de storing daarvan betaald behoort te worden. Door uen heer Troelstra wordt in herinnering gebracht, dat het vroegere nachttarief in 1865, 50 cent bedroeg dit is spr. bij «le lezing der stukken niet ontgaan, maar hij meent daartegen te moeten aanvoeren, dat ook in dien tijd de vrachten hooger waren, zoodat het niet meer dan billijk is, dat ook thans bjj de vaststelling van het nacht tarief ook niet de tegenwoordige vrachtprijzen rekening worde gehouden. Do heer Troelstra meent, dat er eene vergissing in het spel is. Het voorgestelde is niet f 2 hooger, maar be draagt f 2 voor 5 bruggen, dus is f 1,40 hooger. De heer Wilhelmij antwoordt, dat hem niet ontgaan is, dat de verhooging f 1,40 bedraagt en niet f 2, De heer Beekhuis wil er op wijzen, dat niet alle schepen de genoemde 5 bruggen moeten passeeren, zij behoeven toch niet alle de geheele stad door te varen, maar som mige blijven daar liggen. De algemeene beraadslagingen worden daarop gesloten, waarna de onderdeelen van het voorstel aan de orde worden gesteld. Sub lo. De heer Wilhelmij stelt voor om in plaats van „40 cent" te lezen „25 cent". Dit amendement ondersteund wordende, komt in be handeling. De Voorzitter kan slechts herhalen, wat reeds is op gemerkt, dat het doel van de voorgestelde bepalingen dan geheel wordt gemist, alleen hij dringende noodzake lijkheid moeten de bruggen kunnen worden afgedraaid. Stelt men het tarief op 25 cent, dan is de schipperij niet tevreden en de brugwachters zijn evenmin gebaat. De heer Wilhelmij is bang, dat door den achterdeur zal worden binnengesmokkeld, wat indertijd door den voordeur is uitgeworpen, want als het bruggeld voor de 5 bruggen van de Ilarlingervaart tot de 2e Kanaalbrug zoo verhoogd wordt, dan is de arme schipperij gedoemd te blijven liggen, tot de nacht voorbij is. De heer Hijlkema vindt, dat de heer Wilhelmij over drijft, er blijft tusschen hoog nachttarief en finale slui ting een groot verschil bestaan. Bij het laatste is door vaart onmogelijk, bij het eerste niet. Den heer Van Messel verwondert hetdat de heer Hijlkema, die met den handel bekend is, het voorstel zoo warm verdedigt. Zoodra er goede wind is, is het voor den schipper van het grootste belang om door te varen. Anders bestaat de kans, dat hij moet blijven liggen. "V erhoogt men het tarief tot b.v. 25 cent, dan bedraagt de geheele verhooging boven het dagtariefvoor 5 brug gen 75 cent en dan nog zullen alleen zij doorvaren, voor wie het hoognoodig is. Wat de opmerking van den heer Troelstra aangaat, dat voor circa 25 jaar geleden, het nachttarief nog hooger was, meent spr. te moeten aanvoeren, dat in dien tijd de vrachten ook veel hooger waren en men thans rekening moet houden met de tegenwoordige vrachtprijzen. Spr. waardeert de goede bedoeling van het voorstel, maar verzet er 'zich tegen den last daarvan te leggen op de arme schippers en den handel. Het amendement wordt daarop met 124 stemmen verworpen, die der heeren Wilhelmy, Lautenbach, Middel koop en van Messel. Het onderdeel wordt daarop aangenomen met 133 stemmen, die der heeren Wilhelmy, Melchers en Van Messel. (De heer Baart de la Faille had inmiddels de vergadering verlaten.) Sub 2°. De heer Van Messel stelt voor alle bedragen van 40 cent te veranderen in 30, 25, 25, 30, 30 en 15 cent. Dit amendement wordt ondersteund en verworpen met 124 stemmen, die der heeren Wilhelmy, Lautenbach, Middelkoop en Van Messel. Het onderdeel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen; de heeren Wilhelmij, Melchers en Van Messel verklaren zich tegen. De onderdeelen sub 3°6° worden zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen. Sub 7°. De heer Haverschmidt stelt als amendement voor Bur gemeester en wethouders uit te noodigen een nader voor stel te doen ten opzichte van den bouw eener brugwach terswoning. Dit amendement ondersteund wordende komt in be handeling. De heer Beekhuis erkent, dat het cijfer van f4500 inderdaad hoog is, maar men moet niet vergeten, dat de prijzen der materialen gestegen zijn in do laatste jaren. Hij kan niet begrijpen, dat de heer Haverschmidt, die zuinigheid aanbeveelt, nu een dubbele woning wil bouwen, terwijl de bestaande brugwachters woning nog zeer goed is en de mogelijkheid blijft bestaan om tegen de te stichten woning later een tweede bij te bouwen. De heer Haverschiïiidi vindt, dat de gemeente, wanneer ze langs den wandelweg houwt, wat goeds moet leveren, maar een brugwachterswoning van -1- 4500 gulden noemt spr. overilreven. De bouwprijzen mogen sinds 1895 ge stegen zijn, op gezag van een deskundige stelt spreker die stijging niet hooger dan 15 96. Zoo terloops zullen we thans even hesluiten tot stich ting van deze dure woning om binnen weinige jaren, want dit is maar een kwestie van tijd, er nog een vleugel of eene verdieping bij te voegen of er nog een tweede exemplaar naast te zetten. Voor de bouwcommissie is het plan ook eene verrassing en daar burgemeester en wethouders de goede gewoonte hebben alle bouwwerken van eenig belang aan het oordeel dier commissie te onder werpen, meende spreker, dat de commissie ook thans do bezwaren door hem ingebracht, eens onder de oogen moet zien. Het amendement-llaversclimidt wordt daarop door burgemeester en wethouders overgenomen; onderdeel sub 7° vervalt deswege. Het voorstel in zijn geheel wordt daarop zonder hoof delijke stemming aangenomen. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling eener verordening lot heffing van bruggeld voor het afdraaien van de heide kanaalbruggen met daarbij be hoor end e verordening op de invordering. (Bijlage no. 6.) Do heer Troelstra deelt mede, dat de cijfers op bladz. 2 dezer bijlage eenige wijziging behoeven. Het bedrag van f 100 voor tijdelijke vervanging hij ziekte en verlof is te laag en moet zijn f 250, de ver vanging geschiedt door gemeente-werklieden en natuur lijk moet ook hun gewoon daggeld worden in rekening gebracht. Dit nu was niet geschied.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1902 | | pagina 5