Vergadering van Dinsdag 27 Mei 1902.
(52
"V orslag van de handelingen van den gemeenteraadvan Leeuwarden, van Dinsdag 13 Mei 1902.
sprokene door den heer Feddema, als een particulier
architect met de teekeningen, en een ander met de
uitvoering belast wordt, wat dan wel de andere ambte
naren uitvoeren op het bureau van gemeentewerken,
terwijl er nu geen enkel groot gemeentelijk werk onder
handen is, waarmee de ambtenaren het druk kunnen
hebben
De heer Jansen wil zeggen, wat hij van deze kwestie
weet.
De opzichter De Groot is onmiddellijk, nadat hij in
betrekking bij de gemeentewerken is gekomen, begonnen
met de herstellingen aan de groote kolenloodsdie na
gedaan onderzoek bleek in gevaarlijken toestand te ver-
keeren. De balken waren voor bet grootste deel in de
muren vergaan. Aan deze loods is hij langen tijd
werkzaam geweest, en heeft alles verricht wat noodig was
details gemaakt en toezicht gehouden. Ook ander onder
houdswerk aan de gasfabriek is onder zijn toezicht uit
gevoerd.
Later heeft De Groot grondboringen bij de gasfabriek
gedaan en het onderzoek geleid om tot de wetenschap
te komen, welke grondlagen er zich bevonden onder de
gasfabriek.
Yerder heeft spr. den heer De Groot weer ontmoet
bij den aanleg van wegen en riolen aan het Nieuwe Ka
naal doch voor zoover hem bekend, weet hij niet, dat
De Groot werk heeft gedaan ten behoeve van het schaft-
locaalin alle geval kan de som die volgens den heer
Lautenbachals salaris aan De Groot is betaaldniet
gerekend worden bij het kostenbedrag van het schaft- en
waschlokaal te behooren.
De heer Lautenbach meent op goede gronden, dat de
heer Jansen abuis heeft. Had hij alle cijfers genomen,
dan zou hij gekomen zijn ongeveer op 't dubbel bedrag voor
de Groot bestemd. Dit heeft hij echter gedaan als tee
kenaar en daarvoor is hij betaald. De vraag is misschien
onnoozel, maar: wie besteedt voor f 4000 aan en geeft
dan nog f 900 uit voor teekeningen
De
A oorzitter sluit hierop de vergaderin°'.
Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az. te Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1902.
63
Tegenwoordig 19 leden, deheeren: Beekhuis, Schoon-
dermark, Tigler Wijbrandi, Beucker Andreae, Wilhelmij,
Feddema, Hijlkema, Van Ketwich Verschuur, Ilaver-
schmidtDuparc Jansen, Van MesselMiddelkoop,
Kon ter, Lautenbach, Feitz, Troelstra, Wolff, Baart de la
Faille.
Afwezig de heerenOosterhoffMenalda en van
Eijsinga.
1 vacature.
Voorzitter: Jhr. Mr. A. Röell, Burgemeester.
I
I. De notulen der vorige vergadering, op Dinsdag 13
Mei jl. gehouden, worden gelezen en vastgesteld.
II. De Voorzitter houdt de volgende toespraak
Mijne Heeren!
Sedert Uwe vorige bijeenkomst beeft de groote be
zorgdheid, die het verloop der ziekte, waardoor Hare
Majesteit de Koningin werd aangetast, alom in den lande
en zeker niet bet minst in onze gemeente heeft gewekt,
plaats gemaakt voor een gevoel van verademing bij het
ontvangen der meer gunstige berichten en nu de laatste
buitengewone Staatscouranten van eene toenemende beter
schap gewagen, mag de natie wederom hoopvol gestemd
zijn ten aanzien van het volledig herstel harer geliefde
Vorstin.
De angst en de bekommering, die wij hebben gevoeld,
als in de verloopen weken ganseh Nederland werd ge
slingerd tusschen hoop en vrees, moet bij ons allen weder
de overtuiging onzer verknochtheid aan het Oranjehuis
hebben verlevendigdhet bewijs, hoe innig wij gehecht
zijn aan het bezit onzer beminde Koningin, is weder op
onomstootelijke wijze geleverd, toen dat bezit zóó wankel
scheen.
Als wij ons dan thans weder verblijden mogen, dat
het dierbaar leven is gespaard gebleven, dat het gevaar
is afgewend en een aanvankelijk herstel is ingetreden
dan gevoelt Gij met mij behoefte om aan deze gevoelens
van dankbare vreugde openlijk uitdrukking te geven.
En boe kunnen wij dit beter doen, dan door aan de
Vorstelijke personen, in Wier zware beproevingen wij
zóó hartelijk hebben gedeeld en in Wier blijdschap over
den gelukkigen keer, die de ziekte ten slotte heeft ge
nomen wij ons zóó oprecht verheugen, de eerbiedige
verzekering te geven van onze'warme belangstelling, onze
vurige wenschen te vertolken voor het spoedig en alge
heel herstel van onze geliefde Koningin
Ik ben verzekerd M. H.dat mijne woorden bij U
algemeene instemming zullen vinden, en heb daarom de
eer U voor te stellen mij te machtigen de deelnemende
gevoelens en oprechte wenschen Uwer Vergadering langs
telegraphischen weg over te brengen aan Hare Majesteit
de Koningin, aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder en
aan Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Neder
landen.
De Baad betuigt zijne instemming met dit voorstel.
III. Wordt medegedeeld
1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van
de heeren Oosterhoff en Menalda
2. dat zijn ingekomen twee ongezegelde betuigingen
van adhaesie van het Bestuur van den Leeuwarder Be
stuurders-Bond
één met het adres van de gemeente-werklieden, waarin
zij verhooging van loon verzoekenen
één met het adres van het Bestuur der Gardeniers
inzake het verzoek om een lokaal voor maaiers en hooiers.
IV. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
huring van een kast in het beurslokaal aan A. C. Wes-
terbaan te Franeker.
Te behandelen in de volgende vergadering.
2. Aanbeveling voor de benoeming van een curator
van liet gymnasium, ter vervulling van de vacature,
ontstaan door het aftreden van den heer E. C. Jungius.
Op de aanbeveling komen voor de heeren G. J. Paré,
M. L. Deenik en D. Pont, allen predikanten alhier.
De heer Baart de la Faille vraagt, met het oog op de
naderende examens, of de Raad nog heden tot de benoe
ming zou wdllen overgaan.
De Voorzitter heeft zijnerzijds hiertegen geen bezwaar.
Dienovereenkomstig wordt besloten terstond tot de
benoeming over te gaan.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat 15 stem
men worden uitgebracht op den heer G. J. Paré3 op
den heer M. L. Deenik en 1 op den heer D. Pont
zoodat de heer G. J. Paré is benoemd.
De Voorzitter wijdt, nu de vacature is vervuld, eenige
waardoerende woorden aan den afgetreden heer Jungius,
die alleen door zijn geschokte gezondheid genoodzaakt
was af te treden en wenscht hem volledig herstel en een
welverdiende rust toe.
3. Adres van C. Groenendijkbouwkundige alhier
houdende verzoek aan hem af te staan hetzij in koop
hetzij in erfpachteen gedeelte van het perceelkadas
traal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie F. No. 2193,
eigendom der gemeente, gelegen aan het begin van den
Groninger straatweg, tot het doen oprichten van een bad
en zweminrichting.
Wordt gesteld in handen van burgemeester en wet
houders ten fine van prae-advies.
4. Rekening en verantwoording van het Stads-Zieken-
huis over 1901.
Wordt gesteld in handen eener Commissie, bestaande
uit de heeren Beucker Andreae, Middelkoop en Wilhelmij,
ten fine van onderzoek.
Rapporten worden uitgebracht
a. door den heer Van Messe! namens de Commissie,
belast geweest met het nazien der rekening en verant
woording van de Stads-Armenkamer en het Stads-Ar-
menhuis over 1901
b. door den heer Haverschmidt namens de Commissie,
belast geweest met het nazien der rekening en verant
woording van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
over 1901
c. door den heer Beucker Andreae namens de Com
missie, belast geweest met het onderzoek van eene wij
ziging van de gemeentebegrooting, dienst 1902.
Wordt besloten deze rapporten in eene volgende ver
gadering te behandelen.
Namens rapporteurs deelt de heer Beucker Andreae
mede, dat gereed is het rapport omtrent de financieele
verhouding van de gemeente tot de gasfabriek.
Dit rapport zal als bijlage van 's Raads handelingen
worden gedrukt en op een nader te bepalen dag wor
den behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op
den oproepingsbrief vermelde punten