64
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1902.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders lot aan
schaffing van een achttienpits gaskroon voor de raadszaal
ter vervanging van de thans bestaande lampen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Lautenbach geeft toe, dat de verlichting van
de raadszaal verbetering behoeft, maar tot zijne verwon
dering zag hij bij het voorstel geen advies van den direc
teur der gasfabriek.
Spr. wil verder vragen, waarom burgemeester en wet
houders slechts bij één firma bebben geinformeerd, terwijl
toch verschillende goede in het land bestaan, o.a. Stok
vis te Arnhem, waarvan men met veel lof hoort gewagen.
Verder is spreker afkeerig van het idee bij aanbeste
dingen alleen stadgenooten te laten mededingen, maar
burgemeester en wethouders zijn hier in een ander uiterste
vervallen stadgenooten waren hier uitgesloten.
In iederen tak van handel en overal kan het voorko
men, dat minder courante artikelen niet voorradig zijn,
maar ieder is in staat die van elders in korten tijd te
betrekken.
Spreker stelt daarom de volgende motie voor
De Raad
spreekt de wenschelijkheid uit, dat vóór tot de uitvoe
ring van het werk wordt overgegaan, andere leveranciers,
bij name, die in de gemeente woonachtig zijn, in de ge
legenheid worden gesteld prijsopgaven in te zenden.
Deze motie ondersteund wordende, komt in behande-
ling tegelijk met het voorstel van burgemeester en wet
houders.
't Is met een gevoel van schroom, zegt de heer Fed-
dema, dat hij het woord vraagt over deze zaak, omdat
het allicht uit zijn gevoelen zal op te maken zijn, alsof
hij burgemeester en wethouders een „lesje" wenscht te
geven. Toch is dat geenszins het geval.
Zijn bezwaren vonden alleen hun grond in den wel
stand der raadszaal, die door de voorgestelde gaskroon
zal worden bedorven. De zaal is betimmerd in den stijl
van Lodewijk XV en daarin behoort geen koperen, maar
een glazen kroon te hangen.
Spr. heeft daarover ingewonnen het advies van den
heer Victor de Stuers, die stellig in zake stijl bevoegd is.
Alvorens het van den heer Stuers ontvangen bericht voor
te lezen, wenscht spreker er nog op te wijzen, dat de
bouwmeester de bedoeling heeft gehad ook van uit de
wanden deze zaal te verlichten, eene wijze, die naar het
hem voorkomt, zeer der overweging waard is.
Spreker doet voorlezing van het bericht en daaruit
blijkt, dat deze deskundige aanraadt twee glazen kronen
te hangen, in plaats van één, opdat het engelenkopje
in het midden ongeschonden bljjve, of gebruik temaken
van de bestaande koperen wandlusters. Hoofdzaak moet
blijven, dat het bestaande niet geschonden worde.
Spreker heeft op het archief de stukken nagezien om
trent de oorspronkelijke inrichting der zaal en om te
trachten gewaar te worden, wat de bouwmeester zelf heeft
bedoeld en daarbij bleek, dat voor kosten van bezichtiging
van glazen kronen voor zekeren Johan Wenzel Mosig
onder de uitgaven was uitgetrokken ƒ51,16. Daaruit
blijkt, dat men het er toen wel over eens was, dat er
glazen kronen behoorden te hangen.
De oorspronkelijke plattegrond van het plafond vertoont
dan ook 2 stukken, waaruit de bedoeling van den bouw
meester blijkt, dat de zaal twee kronen zou hebben. In dien
tijd is dat plan hoogstwaarschijnlijk afgestuit op de kosten
en toen heeft men één middenstuk, het thans bestaande,
aangebracht. Daar heeft blijkbaar nooit een kroon ge
hangen en toch zal men daarbuiten gelegenheid te over
hebben, zoo noodig twee kronen aan te brengen.
A\ aar nu de strijd tegen het vandalisme in deze dagen
zoo groot is, daar moet men hier werken overeenkomstig
het bestaande en niet vernielen, wat er is. Het plafond
heeft ƒ817,20 gekost en dat is wel de moeite waard
om behouden te blijven.
liet heeft den heer Lautenbach verbaasd, dat de direc
teur der gasfabriek niet is gehoord, het verbaasde spr.,
dat de directeur der gemeentewerken niet gehoord is.
De directeur der gasfabriek moge een technicus voor
bouwwerken zijn, maar voor stijl acht spreker dien amb
tenaar tot oordeelen onbevoegd. De directeur der ge
meentewerken had van advies moeten dienen omtrent
de inrichting der wandverlichtingwaarop de heer de
Stuers ook heeft gewezen, en welke wijze van verlichting
vrij zeker alléén voldoende zal zijn.
En waar nu iemand van dit gezag oordeelt, dat deze
kroon, hoe fraai en degelijk ook, hier niet behoort te
hangen, daar oordeelt spreker het wenschelijk, dat de
Raad het dagelijksch bestuur zal uitnoodigen bij be
voegde personen inlichtingen in te winnen omtrent de
verlichting der raadszaal, speciaal omtrent de wandver
lichting.
De heer Van Messe! heeft de motie-Lautenbach onder
steund, daar het ook zijne aandacht heeft getrokken, dat het
thans voor de tweede maal zou zijndat de inwoners
van Leeuwarden voorbij zijn gegaan bij eene leverantie
aan het gemeentehuis.
De eerste maal was het bij het aanschaffen van een
tapijt op de burgemeesterskamer, dat zelfs werd gelegd
door menschen van buiten de gemeente.
Spr. is het bekenddat dit onder de werklieden in
Leeuwarden veel ontevredenheid heeft teweeggebracht
en zeker terecht. Z.i. is het niet meer dan billijk, dat
den ingezetenen van Leeuwarden, die de belasting opbren
gen, de gelegenheid moet worden gegeven bij leverantiën
aan de gemeente te kunnen mededingen.
De heer Lautenbach acht het beter de behandeling van
zijne motie te verschuivenna hetgeen door den heer
Feddema is voorgesteld.
De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Feddema
nog geen voorstel heeft gedaanzoodat de motie van
den heer Lautenbach nog aan de orde blijft.
De heer Baart de la Faille wil vragen, of de voorge
stelde kroon geacht kan worden te zijn in overeenstem
ming met den stijl van de wandlusters en of zij is van
verguld of glad koper.
De heer Hijlkema kan niet beter doen dan de kleine
geschiedenis ophalen, die tot dit voorstel heeft geleid.
Meermalen heeft de Raad* het beleefd, dat de "Wenham-
lampen slecbt licht gaven, als de lengte van den dag niet
bestand bleek tegen den duur der vergadering. Men heeft toen
de gascommissie verzocht om verandering en deze heeft
den directeur der gasfabriek gevraagd, of verbetering
mogelijk was.
Hij oordeelde dit met behoud der bestaande lampen
niet mogelijk, bovendien zijn zij geen sieraad voor deze
zaal. Daarom is men een anderen weg uitgegaan. Vroe
ger hingen hier 4 groote kronen, die ook niet voldaan
hebben.
En daarom is het advies ingewonnen om een andere
voldoend licht gevende en tevens bij de zaal passende
kroon aan te brengen van de firma Becht Dyserinck,
die aan de gascommissie als de beste was gerecomman
deerd.
Deze zond een zaakgelastigde, die de zaal heeft opge
meten en dadelijk adviseerde een kroon te hangen van
Had koper in het midden der zaal. Er is ook geinfor
meerd naar een kroon geheel in den stijl van Lodewijk
XV maar die moest apart gemaakt worden en kostte
15001700 gulden, wat de commissie te duur voor
kwam.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1902.
65
Deze kroon is echter ook in stijlzij heeft een vlucht
van 1,5 Meter en is van voldoende capaciteit om de zaal
te verlichten.
De indruk, dien de deskundige maakte, was gunstig.
De directeur der gasfabriek is destijds aangezocht om
plannen in te dienen, waaraan hij nog niet heeft vol
daan. Daarom heeft de gascommissie de zaak zelf aan
gepakt. Men heeft zich niet gewend tot stadgenooten,
daar deze geen fabrikanten zijn. Daarom heeft men recht
streeks onderhandeld zonder het intermediair van stad
genooten.
De heer Feddema sprak van een glazen kroon deze
hing hier vroeger en hangt nog hier boven, maar dat was
een kaarsenkroon, die niet in te richten is voor gas. Of
glas meer in den stijl der zaal is, durft spreker niet te
beslissen.
De heer Feddema meent, dat, waar de vorige spreker
hit heeft over „deskundige" en „smaken", hij de hoofdzaak
voorbijziet.
De deskundige is bevooroordeeld en is bovendien vrij zeker
nog geen deskundige voor stijl. Over smaken valt na
tuurlijk niet te twisten, maar hier is het geen kwestie van
smaak, maar van stijl en de groote vraag is blijven we
in den stijl der zaal
De voorgestelde kroon is fraaimaar terwijl de wet
houder der gasfabriek de waarschijnlijkheid uitspreekt,
dat er vroeger een glazen kroon gehangen heeft, die in
stijl was met de zaal, daar mag men met reden vragen,
of dit met de voorgestelde nu óók het geval zijn zal.
Een glazen kroon voor gasverlichting ingerichtis te
krijgen.
Spreker begrijpt niet, waarom het dagelijksch bestuur
zijn wenk niet wil overnemendaarom doet hij in dien
geest een voorstel, dat luidt
De Raad
besluite, dat burgemeester en wethouders hun voorstel
omtrent de aanschaffing van een 1 Spits kroon zullen
terugnemen, en bij bevoegde personen advies zullen in
winnen omtrent de verlichting der raadszaal, in verband
met den stijl van het geheel.
De heer Hijlkema meent, dat het woord „bevoegden"
zeer rekbaar is. Hij zeide, dat de deskundige den indruk
maakte een bevoegd persoon te zijn bij had reeds op
meer plaatsen dergelijke groote kronen aangebracht.
De heer Feddema ontkent, dat deze persoon deskun
dige was, maar op welken grond En wie zijn bevoegde
personen
De heer Lautenbach meende, dat dat was de directeur
der gasfabriek. De heer Feddema zei, deze is geen des
kundige daarvoor -moet men gaan naar den directeur
der gemeentewerken. Daarom wil spreker van den heer
Feddema gaarne een aanwijzing hebben, wat hij onder
bevoegde personen verstaat.
De gascommissie stelt zich in deze geen partij zij is
gaarne voor het beste.
Den heer Feddema komt het voor, dat het voor de
hand ligt, dat de hoofdambtenaar, de heer Hofkamp, in
deze de aangewezen persoon is, naar wien de heer Hijl
kema vraagt.
De indruk, dien de deskundige maakte, was wel goed,
maar spreker zou willen vragen, of diens naam op dit
gebied ook een goeden klank heeft, zoodat men daarop
zonder nader onderzoek kan ingaan. Bovendien kan de
firma Becht Dyserinck alleen koperen kronen leveren
en geen glazeniets, dat deze firma bevooroordeeld doet
zijn.
De heer Schoondermark wenscht den weg te gaan,
dien de heer Feddema voorstelt.
Spreker meent, dat één vlek het gansclie kleed bederft
en het is zoo'n fraai kleed.
Wanneer men volgt het advies van den heer de Stuers,
dan weet men zeker, dat men iets krijgt in overeenstem
ming met den stijl der zaal. De uitgaaf is dan misschien
wel grootmaar men weet dan zeker, dat men ook iets
goeds krijgt.
De Voorzitter zal thans het voorstel-Feddema in stem
ming brengen wordt het aangenomen, dan vervalt de
motie-Lautenbach.
De heer Troelstra stelt voor de motie-Feddema in
zoover te wijzigendat burgemeester en wethouders
voorloopig hun voorstel terugnemen.
Zooals de heer Feddema wil, zal men 't misschien wel
veel fraaier krijgen, maar dat zal dan ook zeer duur
kunnen zijn.
Het voorstel betrof alleen de kroon en nu wil men
nog de kandelabres ook opnemen in de verandering.
Overigens is spreker voor de motie.
De heer Feddema heeft tegen deze aanvulling geen
bezwaar.
De Voorzitter verklaart daarop, dat burgemeester en
wethouders het aldus gewijzigde voorstel overnemen
waarna zonder hoofdelijke stemming aldus wordt besloten.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
aanbrengen van herstellingen en wijzigingen in de wonin
genKalvergloppe Nos. 197 en 199.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt
zonder discussie of hoofdelijke stemming besloten.
3. Rapport der Raadscommissiebelast geweest meteen
onderzoek inzake minimum-loon en maximum-werktijd.
(Bijlage No. 17 van 1901.)
De Voorzitter doet opmerken, dat de conclusie der
Commissie tweeërlei is: 1". „de Raad besluite eene ver
ordening vast te stellen" en, als dit is aangenomen, wordt
2« het opgemaakte ontwerp in overweging gegeven.
Rationeel zou dus zijn eerst punt 1« te doen beslissen,
daarna algemeene beschouwingen te houden over het ont
werp en eindelijk over te gaan tot de artikelsgewijze
behandeling daarvan.
Aangezien echter bij de beraadslaging over punt 1° van
zelf ter sprake zal komen de wijze, waarop de commis
sie zich de uitvoering daarvan denktis spr. van oor
deel, dat de bespreking het vruchtbaarst zal zijn, als de
algemeene beschouwingen over het ontwerp gelijktijdig
met die over de principieele vraag worden gevoerd. Daarna
zal hij die vraag in stemming brengen en, mocht zij beves
tigend worden beantwoord, de artikelen van het ontwerp
der Commissie aan de orde stellen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Jansen vraagt het woord voor een vóórwoord
en een kleine redactiewijziging in de conclusie van de
commissie.
De Voorzitter vraagt, of de commissie een redactie
wijziging in een der artikelen wil voorstellen; zoo ja,
geeft hij den heer Jansen in bedenking, daarmee te wach
ten tot de artikelsgewijze behandeling van de verorde
ning. Er hebben toch reeds twee sprekers vóór hem het
woord gevraagd.
De heer Jansen antwoordt, dat het alleen een kleine
redactiewijziging betreft in de conclusie, niet in het
ontwerp.