134 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1902. koop in bijzonderheden na te gaan. Hij is het met hem eens, dat de financiën van Leeuwarden, evenals die van andere gemeenten, er voor de toekomst niet bijzonder rooskleurig uitzien; de heer Middelkoop heeft echter reeds aangetoond, dat aan tal van uitgaven niet is te ontkomen, daar zij van hooger hand worden opgelegd. Zoo ook zal de woningwet, indien hare uitvoering Hink wordt aangepakt, geldelijke offers van de gemeente vorde ren, doch wanneer ook het Bijk daarin bijdraagt, gelooft spreker niet, dat die ofl'eis zoo groot behoeven te-zijn. Intusschen is het te verwachten, dat de uitgaven voor onderw ijs weder niet onbelangrijk zullen stijgen, terwijl de ervaring leert, dat vermeerdering van vele andere ge wone uitgaven moeilijk is tegen te houden. Veel elasticiteit in de bronnen van inkomst is er niet en daarom te meer dient zuinigheid in het oog te wor den gehouden, wil men het evenwicht tusschen inkom sten en uitgaven bewaren; maar niet moet er eene zui nigheid worden betracht, die de wijsheid bedriegt. Men moet in het oog houden, dat Leeuwarden is een centrum van verkeer en dat men trachten moet het leven hier wat aantrekkelijk te maken. Men kan de straten enz. niet gaan verwaarloozeu, dai; zou op den duur geheel achterop zijn. De begrooting nu is zeer zuinig berekend en er is dus op finaneiëele omstandigheden gelet. Dat de gasfabriek meer gedrukt zou worden door de nieuwe regeling, is eenvoudig eene persoonlijke op vatting van den heer Middelkoop. Men hoorde hier in den laatsten tijd soms beweren, dat de fabriek wel eens C0,U00 in het jaar in de gemeentekas deed vloeien. De winst wordt thans beperkt tot de som van /'27,0UÜ, behalve betaling van rente en aflossing van schuld en spreker kan niet inzien, dat de gasverbruikers nu meer worden gedrukt. Het is eerder andersom. Dat de raad den prijs der cokes zou bepalen op 0,45 per ILL.omdat dit cijfer in de toelichting wordt ge noemd, is niet juist; het genoemde bedrag is slechts een cjjferpost, eene raming. Nu de ontvangsten en uitgaven van de fabriek op de gemeentebegrooting gelijk geraamd zijn, zou wijziging van dat cijfer op deze begrooting van geen invloed zijn. De prijs wordt bepaald door de gascommissie. Spreker is het overigens eens met den heer Middel koop, dat de zuinigheid moet worden betracht, al ziet hij de toekomst niet zoo donker in. Hij gelooft, dat Leeu warden in nog heel wat betere conditie is dan enkele andere gemeenten, waarvan wij in deze dagen zooveel hooren. De heer Middelkoop weet heel wel, dat de meisjes te Leeuwarden op de meisjesschool haar opleiding krijgen en ontwikkeling. Maar wanneer hier eene kostschool was, dan kon die er in voorzien en dat zou de gemeente niets kosten. De hoogere standen zenden hunne meisjes toch buiten de stad. De heer Troelstra is het met spreker eens wat betreft de financiën, alleen ziet spreker het wat donkerder in. Alleen wat de gasfabriek betreft, bestaat er verschil van opinie. Wat de heer Troelstra zegt, is niet juist, dat de inkomsten beperkt zijn tot de opbrengst der bui zenleiding. De uitkomst van de exploitatie volgens de nieuwe regeling over een jaar zal doen zien, of het voor- deeliger is. Wat meer dan 45 cents wordt genomen voor de cokes, is winst en is dus niet beperkt. De retributie voor bui zenleiding is vaste winst, die op den prijs der cokes schommelt. De heer Hijikema wil naar aanleiding van de opmer king van den heer Middelkoop er op wijzen dat in de begrooting zijn opgenomen de gevolgen van de i ieawe ïegeling voor de gasfabriek. De heer Middelkoop nu heeft een verkeerd ideede gasfabriek is daardoor niet in slechtere conditie gekomen. Vroeger kwaml.e aldo aan de gemeente, thans wordt dat gebruikt voor buiten gewone aflossing van schuld. Vroeger accresseerde het schuldcijfer voortdurend en daardoor werd het rentecijfer hooger. Daarvoor is thans een meer vast bedrag gesteld en daaruit volgt, dat het rentecijfer, dat vroeger klom thans zal dalen, omdat de aflossingen daarop van invloed zijn. Daarom meent spreker, dat de gasfabriek er nu beter aan toe is en de gemeente minder zal trekken. Bovendien de raad heeft een en ander aangenomen en men zal thans de gevolgen moeten aanvaarden. Wat den prijs der cokes betreft, merkt spreker op, dat men aan dien prijs van 0.45 niet is gehouden. Dit is bovendien de netto-prijs, daarbij komt dan nog 5 cents voor kloppen en 5 cents voor thuis brengen, te zamen dus 0,55 per II.L. Een begrootingspost is niet precies te maken, het is een cijferpost. De heer Middelkoop voor de derde maal het woord bekomend, wil verder debat over den cokesprijs uitstel len tot het betrekkelijk artikel der begrooting. Spreker wil den heer Hijikema alleen opmerken, dat de winst werd besteed voor aflossing en dan kwam de- winst direct in de gemeentekas, anders indirect. De vaste post der schuld klom vroeger ook, maar dat zat in het fictieve van de schuld. Bij deze wijze van doen zou zij vroeger ook gedaald zijn, want die daling is het gevolg van aflossing. Wat thans onder den naam van winst uit de gasfa briek wrordt getrokken, strekt in mindering der nog be staande fictieve schuld, is die afgelost dan komt zij recht streeks in de gemeentekas, zoodat ook de tegenwoordige winst indirect de gemeente ten goede komt. De heer Wolff wilde een paar opmerkingen maken biji de besprekingen over de gasfabriek naar aanleiding van hetgeen de heer Middelkoop thans in het midden heeft gebracht. Hij zou dan hebben doen opmerken, dat toen de nieuwe regeling werd gemaakt, dat niet gedaan werd om de gasfabriek in eene gunstigere conditie te plaatsen, maar alleen om eene zuivere regeling te krijgen. De basis is thans gezonder dan vroeger. Of de retribu tie voor de buizenleiding zal stijgen of dalen, is iets wat toen bij de behandeling niet in aanmerking kwam. De vroegere basis steeg steeds door bijschrijving van hetgeen geleverd werd in het debet der fabriek, terwijl de be haalde winst op de leeningen niet in mindering werd gebracht. Het is bekend uit de behandeling, althans wat spre ker en naar hij meent het meerendeel van den raad be treft, dat de doorslag om deze zaak op nieuw te regelen, gegeven is, onafhankelijk van het meer of minder te beha len voordeel en alleen om van het oude, ongezonde stel sel af te komen. De heer Middelkoop wil alleen dit constateerenHij heeft niet gezegd, dat de raad van meening was om den druk op de gasfabriek te verminderen, doch hij heeft er aan herinnerd, dat hij (spreker) ten doel had om, door eene nieuwe finaneiëele regeling der verhouding, de gas fabriek te ontlasten. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Aan de orde is de behandeling der uitgaven. Volgnos. 7789 worden ongewijzigd aangenomen. Volgno. 90. De heer Feddaoia heeft tegen vernieuwing van den vloer voor de raadzaal in de sectiën reeds bezwaar gemaakt. Spreker heeft den vloer nog eens nagezien en is van meening, dat wanneer hij aan een particulier behoorde, Y erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1902. 135 er dan aan vernieuwing niet zou gedacht worden. Her stelling is best mogelijk, waardoor zulk een belangrijke post niet is gemotiveerdwaarom spreker voorstelt dien post te doen vervallen. De heer Oosterhoff steekt als ambtenaar van den bur gerlijken stand dat pleintje dikwijls over. In de kwestie of herstelling al dan niet mogelijk is, wil spreker niet treden, daar hij dat niet kan beoordeelen. Wel weet hij, dat de toestand daar onhoudbaar is en dat de con cierge bjj regenachtig weder genoodzaakt is eene plank uit te leggen, daar men anders zijne woning niet droog voets kan binnengaan. Verbetering is dan ook nood zakelijk. De heer Jansen zegt het amendement van den heer Eeddema te hebben ondersteund niet met de bedoeling, dat het werk niet zou worden uitgevoerd. Maar spreker meende, dat bij stemming zou worden uitgemaakt, of met minder kosten eene behoorlijke herstelling mogelijk was. Den gansehen post wilde hij niet schrappen. De heer Feddema zegt, dat de heer Oosterhoff hem niet goed schijnt te hebben verstaan. Spreker wil geen algeheele vernieuwingwanneer het mogelijk is b.v. door een verhoogd voetpad droogvoets het stadhuis te bereiken. De heer Oosterhoff verklaart, dat hij meende, dat de heer Feddema ook verbetering van het plein niet noodig rekende. De heer WolfF meent, dat het doel kan bereikt worden door het amendement in te trekken en aan burgemeester en wethouders te verzoeken te willen overwegen, of aan het verlangen tot verbetering niet kan worden voldaan. De heer Jansen wijst er op, dat hierover verschil van opvatting bestaat. De directeur der gemeentewerken b.v. acht reparatie niet mogelijk. Toch zou spreker de lage plaatsen willen uitkappen en oplioogen. Dat maakt het geheel wel niet mooier, maar ƒ553 acht spreker te hoog voor het pleintje, dat geen toegang is tot de raadszaal. De heer Feddema kan met het plan om het pleintje te herstellen meegaan en wijzigt daarom zijn amende ment, dat thans luidt de post, „vernieuwing van den gemetselden vloer op de binnenplaats voor de raadszaal" te verlagen met ƒ400. De heer Hijikema acht het gevaarlijk dezen post te verlagen met ƒ400, zooals de heeren Feddema en Jansen willen, want nu kan het gebeuren, dat de directeur der gemeentewerken zegt voor dat bedrag de herstellingen niet te kunnen doen en dan zou de toestand dezelfde blijven, wat alles behalve gewenscht is. De heer Van Messel constateert, dat door een lid van het dagelijksch bestuur wordt verklaard, dat, wanneer de directeur der gemeentewerken, die een ambtenaar van de gemeente is, verklaart een werk voor eene bepaalde som niet te kunnen uitvoeren, het dan nutteloos is voor den raad daarover te discussieeren. Spreker meent, waar hier door twee leden van den raad, die technici zijn, wordt beweerd, dat de vloer niet behoeft te worden vernieuwd, echter gerepareerd, de raad volkomen verant woord is, indien hij daarin medegaat. Ilij zal dus voor het amendement stemmen. Do heer Troelstra meent, dat burgemeester en wet houders vóór do uitvoering van dit werk de bouwcom missie kunnen hooren. Dan zal deze kunnen adviseeren over vernieuwing of verbetering van het plein. De heer Feddema noemt een bedrag van ƒ153, maar hoe kan hij wetenof die som voldoende is. Ilij heeft geen opneming gedaan, de werkelijke kosten zouden dus even goed hooger als lager kunnen zijn. Het amendement in stemming gebracht, wordt ver worpen met 12 tegen 7 stemmen, die der heeren Schoon- dermark, Konter, Feddema, Lautenbach, Jansen, Middel koop en van Messel, waarna hot volgnummer ongewijzigd wordt aange nomen. De volgnummers 91-1 Of worden ongewijzigd vastgesteld. Volgno. 105. De heer Feddema wil vragen, of het niet beter was te wachten, tot de raad in beginsel besloten had tot de op richting van een abattoir, alvorens burgemeester en wet houders een bedrag ter beschikking te stellen voor reis- en verblijfkosten. Do wethouder van financiën zelf heeft erkend, dat de toestand der financiën niet gunstig is en daarom acht spreker dit wenschelijk. De abattoirkwestie is van velen een stokpaardje en de commissie voor volksgezondheid heeft ook wel ding ui O o voorgestaan, die niet practiseh zijn. Sprekers hoofdbezwaar tegen een abattoir zijn de enor me kosten. Daarom wil spreker eerst eene principiëele beslissing en voor de gevolgen daarvan dan eerst gelden toestaan. De Voorzittel' herinnert er aan, dat de stand der abat- toirkwestio deze is, dat burgemeester en wethouders nog steeds pracadvies moeten uitbrengen op een adres van de Yereeniging tot bevordering der Volksgezondheid, waar in de stichting van een abattoir wordt verzocht. Zal dat pracadvies deugen, dan moeten daarbij globaal do kosten van oprichting worden opgegeven en daartoe moet het dagelijksch bestuur de gelegenheid hebben zich persoon lijk op de hoogte te stellen van andere soortgelijke instellingen. Door het toestaan hiervoor van crediet, wordt niet geprejudiceerd over de vraag, of hier een abattoir zal komen. Dat de oprichting van een abattoir enorme kosten met zicli zou sleepen, die de finaneiëele toestand der gemeente niet gedoogt, moet spreker ontkennen, daar hier, zooals overal elders, de inkomsten de stichtings- en exploitatie kosten moeten dekken. Indien de heer Duparc den heer Feddema goed heeft begrepen, dan wil deze eene principieele beslissing, of de raad een abbattoir wil of niet. Het gaat echter niet om bij de behandeling eener be grooting principieele punten zoo maar incidenteel af te doen. Afgescheiden echter hiervan moet spreker er op wijzen, dat de raad nu eenmaal van burgemeester en wethou ders een praeadvies heeft gevraagd op een adres van de Yereeniging tot bevordering van Volksgezondheid om te Leeuwarden een abattoir op te richten. Om nu een goed praeadvies te kunnen uitbrengen, moeten burgemeester en wethouders op plaatsen, waar zoodanige inrichting bestaat, een onderzoek instellen en daarom moet de raad begin nen burgemeester en wethouders daartoe in staat te stellen. Volgnummer 105 wordt daarna ongewijzigd vastgesteld evenals die onder 106116. Volgno. 117. De heer Haverschmidt sprak reeds in 1898 en met hem de heer de la Faille in 1S99 over de hinderlijke paaltjes tusschen üiaconessenhuis en Zwemschool. Ze

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1902 | | pagina 3