136 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1902. staan er nog altijd en spreker zou er niet op terugko men, M anneer zich geen nieuwe feiten hadden voorgedaan, waaruit blijkt, hoe leelijk die palen in den weg staan. Men vrage in de eerste plaats eens aan de brandmees ters, hoe ze de palen hebben verwenscht, toen de spui ten werden opgehouden, terwijl de brand in de Paul Krugerstraat in hevigheid toenam. Met veel inspanning en op gevaar af het nieuwe materieel te zien kantelen zijn ze ten slotte langs den hellenden wal om de palen heengetrokken. Het tweede feit dateert van het vorige jaar. Eene vrouwelijke patient, die in het Diaconessenhuis geopereerd moet wordenkomt met den trein aan. De toestand is zoo ernstig, dat ze voorzichtig por brancard Wordt vervoerd. Zoo bereikt men de Zwemschool. Gepast en gemeten, maar de brancard kan er niet door en de patient, die van eiken schok hinder heeft moet den lan gen omweg maken door de Spanjaardslaan, een afstand van 1 kilometer. Spreker zal er niets bijvoegen. Hij verwacht, dat de uiededeeling dezer feiten voldoende is om in den loop van het jaar de paaltjes weg te nemen en den weg te verharden. De Voorzitter doet opmerken, dat de discussion, waaraan de vorige spreker herinnert, burgemeester en wethouders meermalen hebben doen overwegen om den geheelen Noordersingel open te stellen voor het verkeer met rij en voertuigenmaar tot dusverre is dit afgestuit op do kosten en op de te geringe breedte van den wegdaar men toch niet vergeten moetdat het geheele verkeer tusschen den Harlinger- en Groningerstraatweg zich we gens den kortoren afstand zal verleggen van de Span jaardslaan naar den Noordersingel. Intusschen kan er wel onderzocht worden, of do paaltjes, die tot bezwaren hebben aanleiding gegeven welke ook spreker erkent, zoover uit elkaar kunnen wor gen geplaatst, dat daartusschen brancards en brandspui ten kunnen passeeren. De heer Schoondermark heeft ook bemerktdat het voor de patiënten van het Diaconessenhuis een groot bezwaar is, dat de Noordersingel geen rijweg is. Spreker wil in overweging geven de paaltjes aldus in te richten, dat zij kunneu worden omgeslagen en den sleutel der sloten dan in bewaring te geven bij de directrice van het Diaconessenhuis. De heer Haverschmidt dankt voor de toezegging, maar merkt toch op, dat doctoren en omwonenden nog weinig gebaat worden. Liever zag hij openstelling als rijweg, desnoods met eenige beperking. De geringste breedte is volgens spreker 3'/« Meter tusschen de boomen gemeten. Het volgnummer wordt ongewijzigd vastgesteld. Evenzoo volgnos. 118120. Volgno. 121. De heer Feddema wijst er op, dat er bij de oude "S iscli- markt een oud monument staat. De schoonheid er van is verloren, de kop en de hoeken zijn er af, de steenis gescheurd en het is een sta-in-den-weg voor de ver schillende middelen van vervoer vooral op Vrijdag. Nog onlangs heeft daar een fietsrijder bijna een ongeluk ge had. liet dient tot niets en waar de oudheidkundige waarde gering is, daar vraagt spreker de aandacht van burgemeester en wethouders dit te verwijderen. De Voorzitter zegt overweging van dit denkbeeld toe. Het volgnummer wordt ongewijzigd goedgekeurd. Volgno. 122. De heer Van Messet heeft de sectievergadering van het on derzoek der begrooting niet bijgewoond, deels uit onge steldheid, deels omdat hij redenen van overwegenden aard had. in den breede wil spreker hierover niet uitweiden, omdat hij een onaangenaam debat in deze vergadering wenscht te vermijden, maar liever verwijzen naar de sectie-vergadering, waarin de financiëele voor stellen betreffende gasfabriek en gemeente zijn behandeld. De bejegening, spreker toen aangedaan door de leden der eerste sectiewaarvan de voorzitter toen ook voorzitter was, was van dien aard, dat hij daarin aan leiding vond geen sectie-vergadering meer bij te wonen, daar hij de vrees koesterde, dat hem dezelfde bejegening wederom mocht wedervaren. Niet alleen de bejegening hem aangedaan, maar ook de wijze, waarop zijne opmerkingen werden ontvangen deden hem aldus besluiten. Men dacht zeker: praat maar toeDe leden dier sectie zullen zelf wel gevoelen, hoe eene dergelijke bejegening smaakt. Spreker heeft niet geschroomd van zijne ervaring aan enkele leden van den raad mededeeling te doen. Spreker wil niet te kennen geven, dat het in zijne bedoeling ligt om geen enkele sectie-vergadering weer bij te wonen, integendeel hij stelt sectie-vergaderingen op hooge waarde. Maar alléén dan en daarop legt hij den nadruk wanneer het onderzoek in de sectiën, serieus gebeurt en door rapporteurs goede nota wordt genomen van de bezwaren, die door de leden worden geopperd. Hij hoopt dat het sectie-onderzoek voortaan geene aan leiding zal geven tot klachten in de openbare raadsver gadering. Deze opmerkingen meent spreker aan zijne beschou wingen te moeten laten voorafgaan om het verwijt te ontkomen, dat hij zijne opmerkingen had moeten maken in de sectie-vergadering. Tot zijn onderwerp komende herinnert spreker er aan, dat er bij de begrooting voor 1902 door hem is gewezen op den slechten toestand der urinoirs, die eene schande voor de stad zijn en de aandacht gevestigd op andere gemeenten. llapporteurs deelden toen mede, dat de urine -wordt opgevangen in tonnen en dat doorspoeling met water niet mogelijk is, omdat de verordening het loozen van faecaliën in de grachten verbiedt. Spreker heeft toen opheffing van die bepaling verzocht. In den loop van 1901 is de raad begonnen de straf bepalingen te wijzigen betreffende het verbod van kleeden- kloppen naar aanleiding van een adres van de Vereeni ging ter bevordering van Volksgezondheid, opgrond, dat van 89 de kinderen naar school gaan en van 910 de heeren naar hunne kantoren, die de schadelijke bacte riën konden inademen, terwijl men toen zijne aandacht niet gevestigd heeft, op dat publiek, dat na 10 uur op straat is. In de tweede plaats is de verordening gewijzigd, wat betreft het schoonmaken en -houden van wanden en stinkende slooten, in de derde plaats waren aan de beurt de nuchtere kalveren. De raad ging met deze wijzigingen mede, meenende daardoor de volksgezondheid te bevorderen. Het heeft spreker verwonderddat dit punt nog niet is gewijzigd, want de urinoirs zijn in zoodanigen toestand, dat men vreezen moet zijn voet daarbinnen te zetten. Spreker hoopt, dat burgemeester en -wethouders daaraan hun aandacht willen wijden en zoo mogelijk de verordening doen wijzigen. Men doet tegenwoordig zooveel voor de verfraaiing van de stad, men legt plantsoenen aan enz., maar dit moest voorgaan. Spreker wil nog wijzen op de noodzakelijkheid van een urinoir bij de Vischmarkt, waartoe een adres is inge diend door de omwonenden. Spreker weet uit ondervin ding, dat het een schrik is daar te passeeren, terwijl de muren der Vischmarkt worden gebruikt voor urinoir. Wanneer daarin geen spoedige verbetering komt, dan vreest spreker, dat dit, wanneer de nieuwe brug geopend is, nog erger zal worden. V erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1902. 137 Wat het laatste gedeelte van de rede van den heer van Messel betreft, deelt de Voorzitter mede, dat zooals hij in 1901 den vorigen spreker heeft toegezegd, door hem eene poging is gedaan om art. 51 der politieveror dening te wijzigen. Hij heeft zich daartoe bij uitvoerig schrijven tot de Vereeniging ter bevordering van Volks gezondheid gewend, op wier advies het bekende verbod indertijd is opgenomen. De vereeniging heeft de zaak in overleg met den inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht nauwkeurig onderzochtdoch hem geant woord, dat zij met eenparige stemmen, na rijpe overwe ging, intrekking of ontheffing van het verbod beslist meende te moeten ontraden. Dit antwoord heeft spreker in de commissie voor de strafverordeningen gebrachtdie op grond daarvan van oordeel was, geen wijziging van art. 51 te kunnen voor stellen. Nu dringt de heer Van Messel andermaal aan op spoe dige wijzigingspreker acht dit niet mogelijk, omdat in Augustus j.l. de gezondheidswet in werking is getreden. Ingevolge die wet moet over bepalingen omtrent onder werpen als het thans besprokene de gezondheidscom missie -worden gehoorddeze is echter voor deze ge meente nog niet benoemd en kan dus vooralsnog niet worden geraadpleegd. Trouwens spreker verwacht van eene nieuwe poging geen succeshoe gaarne hij voor zich het verbod niet gehandhaafd zou willen zien en dus eene nieuwe poging wil doen de gezondheidscommissie zal vermoedelijk over de zaak niet anders denken dan de vereeniging voor volksgezondheid. Wat den toestand betreft bij de Vischmarkt, als de nieuwe brug voor het verkeer wordt geopend, zal ernstig moeten worden overwogenwat er met de Vischmarkt moet gebeuren en is het niet' onmogelijkdat af braak daarvan zal worden voorgesteldin elk geval kan de plaatsing van een urinoir aldaar in bedenking worden genomen. De heer Beucker Andreae heeft den heer van Messel hooren klagen over de behandeling, hem aangedaan in de vergadering van de 1ste sectie. Wanneer spreker hem goed begrijptdan verwijt de heer van Messel aan rap porteur en leden eene minder heusche bejegening hem aangedaan en dat er geen nota is genomen van de op merkingen, door hem gemaakt. Spreker meent daartegen te moeten opkomen, omdat dit verslag komt onder de oogen van het publiek, dat wellicht hieruit zou afleiden, dat in de sectie-vergaderin gen allerlei dingen worden behandeld, die daar niet thuis behooren. Integendeel, alles wordt daar zoo goed moge lijk behandeld. Wanneer een lid zoo iets beweert, dan moet hij feiten noemen. Het staat spreker als rapporteur niet voor den geest, dat iemand den heer van Messel onheusch heeft behan deld. Alleen heeft spreker hem gevraagd eene nota te willen indienen, waarin opgenomen waren de becijferin gen die de heer van Messel in die vergadering voor zich had, omdat er zoo niet over te oordeelen viel. Daar aan is door den heer van Messel niet voldaan. Spreker meende tot juist begrip een en ander in het midden te moeten brengen. De heer van Messel dankt den voorzitter voor de gegeven inlichtingenechter wil hij nog in over weging geven, indien de gezondheidscommissie niet mocht besluiten art. 51 op te heffen, alsdan de muren der urinoirs in hardsteen of anderszins te doen optrekken en de bakken weg te nemen. Wat het tweede punt betreft, zijn verwijt aan de leden der eerste sectie is volkomen gegrond. Spreker heeft dat alleen gememoreerd om het verwijt te ontgaan, dat hij zijne bezwaren niet in de sectievergadering heeft te berde gebracht. Bij de behandeling van het kohier van den hoofdelij- ken omslag is het spreker eens overkomen, dat hem dit verwijt trof. Wat betreft het antwoord van den heer Beucker An dreae, dat het publiek eene verkeerde meening zou krij gen over de sectievergaderingen, spreker vindt, dat het publiek zeer wel mag weten, hoe de raadsleden daar worden behandeld. Niet spreker wordt daardoor gecom promitteerd, maar wel de raadsleden, die hem die beje gening deden ondergaanhun houding dien avond ver diende elke afkeuring. Den heer Beucker Andreae persoonlijk heeft spreker geen verwijt gemaakt over eenige onheusche bejegening alleen wjjt spreker hem, dat zijne opmerkingen niet zijn opgenomen in het sectieverslag aangaande de linancioele verhouding tusschen de gasfabriek en gemeente. Spreker ontkent pertinent dat hij eenige notazijne opmerkingen inhoudende, heeft beloofd. Het zou eene dwaas heid zijn te eischen, dat elk lid, dat opmerkingen maakt, deze zou belichamen in eene nota. Aan spreker is alleen na afloop der vergadering toezending gevraagd van het door hem overgelegde uittreksel uit de gemeente-boeken van de aangegane leeningen en aflossingen ten behoeve der gas fabriek, maar van toezegging van eene nota was geen sprake en dat is een hemelsbreed verschil. Volgnos. 122 en 123 worden ongewijzigd goedgekeurd. Volgno. 124. De heer Lailtenbach heeft vernomen, dat twee tim merlieden hier ter stede de Oldehove willen pachten voor f 100, zonder dat zij iets berekenen voor het luiden dei- klokken. In de sectievergadering heeft spreker dit mede gedeeld, maar waar in het verslag daarover gezwegen wordt, wil hij dit hier herhalen, omdat hij vreest, dat er anders niets van terecht zal komen. Spreker meent, dat dit aanbod wel overweging ver dient en beveelt het aan in de aandacht van burgemees ter en wethouders. De heer Wiihelmij zegt, dat de reden waarom dit niet in het verslag der 3e sectie opgenomen werd, is, dat de voorzitter de zaak bij burgemeester en wethouders zou bespreken. De Voorzitter zegt, dat dit reeds terloops is geschied nu de heer Beekhuis deze vergadering niet kan bijwonen, stelt hij voor dit punt te laten rusten, dat burgemeester en wethouders tot zich zullen nemen. De hoer Schoondermark merkt op, naar aanleiding van het onderhoud van het metselwerk aan de Oldehove, dat de oorzaak van de scheuren, die telkens daarin ontstaan, ligt in den stoel, waarin de klok hangt. Deze is gebrek kig en daardoor lijdt de Oldehove zwaar. Spreker wil daarom in overweging geven, in plaats van telken jare de scheuren te dichten, de oorzaak daarvan weg te nemen door den klokkenstoel beter in te richten, al zullen de kosten daarvan ook aanzienlijk zijn. Tevens wil spreker in overweging geven, zoolang het gebrek niet verholpen is, de klokken niet te luiden. De Voorzitter verwijst naar de memorie van antwoord, waarin een voorstel wordt toegezegd betreffende het uur werk in de Oldehove. Het ligt in de rede, dat bij de vernieuwing daarvan, ook bezwaren, als waarop de iieer Schoondermark wijst, zullen worden onder de oogen gezien. Het volgnummer wordt ongewijzigd goedgekeurd^en- zoo de volgnos. 125 en 126. Volgno. 127.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1902 | | pagina 4