156 Versing van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag den 25 November 1902.
is in de vergadering van 9 December aanstaande aan de
orde te stellen de motie-Tromp, betreffende wijziging der
verordening no. 16 van 1876.
VI. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1.
Benoeming van twee voogden der Stads-Armenlcamer'
Voor de vacatures, met 1 Januari 1903 ontstaande
door periodieke aftreding van de heeren N. T. Haver-
schmidt FJz. en B. L. C. de Haan, worden aanbevolen
respectievelijk
a. 1. de lieer F. A. Liefrinck;
2. Dr. H. F T. Ringnalda;
3. G. Blaauw;
b. 1. B. ten Cate;
2. J. Oosterhoff WJz.
3. Mr. A. J). II. Fockema Andreae.
Voor de eerste vacature wordt gekozen de heer Lief
rinck met 13 stemmen, terwijl er worden uitgebracht
op de heeren Ringnalda 3, Blaauw 2, Haverschmidt 2
en 1 stem blanco.
Voor de tweede vacature wordt gekozen de heer ten
Cate met 19 stemmen, terwijl worden uitgebracht op
den heer Oosterhoff 1 stem en 1 stem blanco.
2. Benoeming van een lid der commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs.
Voor de vacature, 1 Januari 1903 ontstaande door pe
riodieke aftreding van den heer J. W. Kramers, worden
door de commissie van toezicht op het middelbaar onder
wijs aanbevolen de heeren
1. J. W. Kramers.
2. Mr. II. Binnerts.
3. N. T. Haverschmidt JHz.
Met 16 stemmen wordt de heer J. W. Kramers be
noemd, terwijl 4 stemmen zijn uitgebracht op den heer
Binnerts en 1 stem op den heer Haverschmidt.
3. Rapport der commissiebelast geweest met het onder
zoek van de begrooting der Studs-Bank van Leening, diëtist
1903.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt beslo
ten de begrooting der administratie goed te keuren tot
een bedrag van 5837.
De Voorzitter deelt mede, dat de door de commissie
gemaakte opmerking, betreffende de vervanging van amb
tenaren in geval van ziekte, door hem bij de commissie
van administratie zullen worden ter sprake gebracht.
4. Voorste! van burgemeester en weihouders tot hel slui
ten eener tijdelijke geldleeninguitgetrokken op de begroo
ting voor het dienstjaar 1902.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Wilhelmy zal zich niet tegen het voorstel van
burgemeester en wethouders verklaren, maar het is hem
opgevallen, dat in het voorstel machtiging wordt gevraagd
deze leening.
tot het onderhandsch aangaan van
Wat wordt hier bedoeld met dat woord onderhandsch
Wanneer aan alle kassiers alhier de gelegenheid tot
inschrijven wordt geboden, dan
maar wanneer
in aanmerking komt, dan is spreker hiertegenhij was
van meening, dat het misschien de bedoeling van burge
meester en wethouders was om de kassiers buiten Leeu
warden uit te sluiten.
Wanneer het te doen is om eene leening van eenige
gaat spreker daarin mede,
het de bedoeling is, dat slechts één firma
duizenden, dan is het rationeel, dat daarvoor één firma wordt
aangezocht, maar waar het, zooals hier, geldt een bedrag
van 116,400.—, daar is het van belang de concurrentie
te openen, die onder die heeren even goed bestaat als
elders.
Spreker zag nog in het voorstel staan, dat »/4 °/o provisie
zal worden toegekend, hij acht dit te hoog, daar er hier
wel firma's te vinden zijn, die het geld willen leveren
voor l/8 °/c
Toen de heer Jansen de bij het voorstel gevoegde lijst
had ingezien, vond hij het bedrag wel hoog, maar het
was hem tevens duidelijk, dat daartegen weinig te zeg
gen viel, daar iedere post berustte op een raadsbesluit.
Maar aangaande een enkel punt wil spreker inlichtingen
vragen en wel omtrent de 28,400.voor rioleering,
bestrating enz. aan het Nieuwe Kanaal.
Daartoe is ook door den raad besloten, nadat het voor
stel was geweest in de vergadering van de commissie
voor openbare werken en als lid van die commissie her
innert spreker zich de berekening van den directeur der
gemeentewerken, die daarmee overeenstemde en waarop
bovendien voorkwam eene raming van opbrengst van den
verkoop der bouwterreinen van 75,000.—
Die 28,400.staan onder de buitengewone uitgaven
en daarvoor zal geleend moeten worden, maar daartegen
over staan dan toch inkomsten, voortvloeiende uit den
verkoop van bouwterrein. Spreker meende, dat die ont
vangsten, die nu toch al eenige duizenden beloopen, te
genover die uitgaven zouden worden gesteld. En nu is
sprekers vraag: Worden de ontvangsten geboekt onder
de gewone en de uitgaven onder de buitengewone?
De heer Troelstra kan den heer Wilhelmy antwoor
den, dat het de bedoeling is aan alle kassiers alhier ge
legenheid te geven op de leening in te schrijven.
De heer Jansen vraagt, of er nu ook geleend moet
worden voor het aanleggen van straten enz. aan de Zuid
zijde van het Nieuwe Kanaal, terwijl dit jaar toch zoo
veel bouwterrein is verkocht.
Spr. moet daarop antwoorden, dat het tegenwoordige
voorstel sechts strekt om gevolg te geven aan vroegere
besluiten van den raad en daartegen nu niet gereageerd
behoort te worden. De als tijdelijke opnemingen in de
begrooting uitgetrokken bedragen zullen nu eenvoudig
geeffectueerd worden, omdat men anders met de betalingen
vastraakt. Of het volle bedrag opgenomen moet wor
den, moet nog worden nagegaan.
De opbrengst van bouwterreinen, zou men, behalve tot
het bestrijden van buitengewone uitgaven voor de exploi
tatie dier terreinen, ook kunnen besteden tot buitengewone
aflossing van schuld, doch de leening is aangegaan voor
50 jaren met eene verplichte aflossing van 2 als mini
mum. Eene buitengewone aflossing zou dus alleen het
gevolg hebben, dat b.v. de leening in plaats van in 50
in 49 jaren werd afgelost. Het tegenwoordige geslacht
profiteerde dan slechts in zoover, dat de jaarlijksche rente
iets minder werd.
Nu is bij de behandeling der begrooting voor 1902
door den heer Konter in overweging gegeven om van
de opbrengst der bouwterreinen in 1900 een bedrag te
reserveeren voor een volgend dienstjaar met het doel,
om zoo veel mogelijk te komen tot een zeker bedrag
uit de opbrengst, dat bestemd zou kunnen worden tot
tegemoetkoming in rente en aflossing, waarmede de begroo
ting door de werken van het Nieuwe Kanaal worden
gedrukt.
Het strekte dus om een soort rekening-courant aan
te leggen van de opbrengst en de betrekkelijke rente en
aflossing en de raad is toen op dat denkbeeld ingegaan.
Burgemeester en wethouders wenschen dit stelsel te vol-
gen en hiermede zal dus rekening gehouden moeten
worden ook bij het uitschrijven eener definitieve leening-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1902.
157
Stelde men nu reeds tegenover de buitengewone uit
gaven voor de exploitatie van het bouwterrein een ge
deelte van de opbrengst van den verkoop van bouwter
rein in dit jaar, dan zou men op die regeling vooruit
loopen.
De heer Jansen betuigt zijn dank voor den ontvangen
uitleg, maar hij vat nog niet recht, waarom er zooveel
moet worden geleend. Hij zou meenen, dat dit bedrag
kon verminderd worden met een gedeelte van de gelden,
ontvangen voor bouwterreinen.
Spreker begrijpt zeer goed, dat van de oude leening
niet kan worden afgelost. Maar waar nu eene leening
wordt gesloten, daar is zijn vraagkan dat bedrag niet
minder zijn Zou dat niet mogelijk zijn, waar dit
jaar ƒ40,000.zal ontvangen worden, want men moet
wel bedenken, hoe minder er geleend wordt, hoe minder
rente er betaald moet worden.
Op de overgelegde lijst komt ook nog voor een post
groot 7,000.die volgens spreker onnoodig was, maar
uit eerbied voor een eenmaal genomen besluit van den
raad zal spreker daar niet verder op ingaan. Thans
moet dat bedrag ook worden uitgegeven en kon dat nu
ook niet uit de gewone ontvangsten worden bestreden
Sprekers hoofdvraag is echter: kan de leening niet
tot een minder bedrag worden aangegaan
De heer Middelkoop is evenals de heer Jansen van meening,
dat de 40,000. -, die dit jaar ontvangen zullen worden,
op het bedrag der leening kunnen worden gekort.
De zaak is spreker nog niet helder. Als het waar is,
wat de heer Troelstra zei, dat de gemeente niet meer
kan aflossen dan een bepaald bedrag volgens het contract,
dan zit zij daaraan vast en kan het overschot niet verder
worden gebruikt. De gansch'e zaak heeft spreker sterk
gefrappeerd en niet op de aangenaamste wijze.
De gemeente komt door die leening weer 100,000.
meer in de schuld. Bij de behandeling dor begrooting
heeft spreker volgens de stukken het bedrag opgemaakt,
maar hierop heeft hij niet gerekend, zoodat hij destijds
den financiëelen toestand nog te rooskleurig heeft voorge
steld.
In elke begrooting komt eene leening voor ter voor
ziening in de behoefte aan kasgeld, dat is niets anders
dan eene voorziening voor den ontvanger en naarmate de
inkomsten vloeien, wordt daarvan afgelost. Maar thans
blijkt die ƒ100,000.vaste schuld te zijn en daardoor zul
len de belastingen liooger worden. Dit is althans spre
kers opvatting van de ^aak en gaarne zal hij inlichtingen
ontvangen.
De heer Beucker Andreae had gehoopt, dat de heer
Konter den heer Middelkoop zou geantwoord hebben.
Het vorige jaar was spreker met de heeren Konter en
Oosterhoff rapporteur over de gemeentebegrooting en toen
werd de wenschelijkheid betoogd en door den heer Konter
hoofdzakelijk aangetoond om in de jaren, dat veel terrein
wordt verkocht, rekening te houden met die jaren, waarin
minder van de hand wordt gedaan en dus dat gedeelte
in kas te houden, dat niet noodig zal zijn voor verplichte
aflossing en rentebetaling.
Daarvoor was noodig eene berekening van den stand
van zaken, die afgezonderd gehouden, ook in de gemeen
tebegrooting laat zien, hoe de rekening staat betreffende
den verkoop van terreinen aan het Nieuwe Kanaal. Een
en ander werd door den raad bij de behandeling der
begrooting goedgekeurd.
Spreker beschouwt de zaak aldus
Dit jaar kan men een groot gedeelte van de ontvang
sten afzonderen voor de mogelijk aanstaande magere
jaren. De post hier in de tijdelijke geldleening moet
voor later dus dienst doen, als er weinig wordt verkocht.
De leening dient niet alleen voor dit jaar, maar ook voor de
volgende. Anders lost men meer af, dan volgens het
contract noodig is en ontheft daardoor het nageslacht
ten nadeele van het tegenwoordige geslacht.
De heer Konter zegt, dat de heer Beucker Andreae
hem voor was, spreker is bereid mede te deelen, hoe
hem de zaak voorstaat, zulks ter aanvulling van hetgeen
de heer Beucker Andreae heeft gezegd.
Jaarlijks is de gemeentebegrooting belast met, naar
spreker meent, pl.m. 17,000.voor rente en aflossing van
de bouwterreinen. Het is billijk, dat de opbrengst der
terreinen dient om de begrooting hiervan te ontlasten.
Van de 5 jaren, die achter ons liggen, is er maar 1 ge
weest, dat dit bedrag verre heeft overschredentoen werd
pl.m. 42,000.— ontvangen, maar gemiddeld werden de
kosten voor rente en aflossing door den verkoop niet
gedekt.
Bij de commissie van rapporteurs zat de gedachte voor
om eene afzonderlijke exploitatierekening voor de bouw
terreinen aan te leggen en in het vervolg uit die reke
ning jaarlijks eene vaste som op do bcgrooting te brengen,
evenredig aan het bedrag, noodig voor rente en aflossing.
De kwestie of de verdere straten-aanleg ook daaruit
zal worden bestreden, is toen niet bepaald uitgemaakt,
doch rapporteurs waren van oordeel, dat dit, indien eenigs-
zins mogelijk, wel behoorde te geschieden, daar toch, nu
de hoofdwegen zijn aangelegd, die verdere aanleg dient
om de waarde der bouwterreinen te verhoogen.
Het komt spreker voor, dat deze kwestie ook nu niet
behoeft te worden beslist. Bij de vaststelling van het be
drag der definitieve leening, waarvan de heer Troelstra
sprak, kan dit punt worden geregeld.
Het voorgestelde bedrag is een maximumworden dit
jaar nog belangrijke sommen voor bouwterrein ontvangen,
dan kan zooveel minder geleend worden.
De heer Troelstra is het met den heer Konter eens
die ƒ28,400.staan tegenover de ontvangsten uit verkoop
van bouwterreinen. De vraag, of die buitengewone uit
gaven uit de opbrengst betaald moeten worden, is nog
niet door burgemeester en wethouders overwogen. Hier
betreft het nog slechts eene vlottende schuld, die eerst
het volgende jaar in eene definitieve zal overgaan en
dan eerst zal dit punt moeten worden beslist.
De heer Middelkoop verwart deze leeningen met de
leening van ƒ100,000.alleen ter voorziening in de be
hoefte aan kasgeld op de begrooting gebracht om te
voorkomen, dat de administratie, wanneer er weinig wordt
ontvangen, vastloopt. Nu kan het wel zijn, dat de heer
Middelkoop op de in uitzicht gestelde nieuwe vaste lee
ning niet gerekend heeft bij zijn overzicht van de
schulden, maar dit verandert aan de zaak niets en op
éénmaal genomen besluiten kan niet teruggekomen worden.
Het is reeds zeker, dat het volgende jaar nog meer moet
worden geleend tengevolge van den scholenbouw. Hieraan
is niets te veranderen, dat zijn noodzakelijke uitgaven
en praten er over zal er geen verandering in kunnen
brengen.
De heer Jansen wijst er eens vooral op, dat de heer
Troelstra wel eens een anderen uitleg geeft aan de woor
den hier gesproken, dan de sprekers daarin hebben willen
leggen, tenminste hij geeft die wel eens wat verdraaid weer.
Ten bewijze daarvan vraagt spreker, wie er gesproken
heeft van terugkomen op eenmaal genomen besluiten?
Integendeel, ieder erkent de noodzakelijkheid van de
leening, niemand heeft die woorden gebruikt, spreker al
thans niet.
De beraadslagingen worden gesloten en het voorstel
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Idem tot onderhandsche verhuring van de herberg
Je Bleek".