162 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1902.
bet ook alleen om liet voordeel, dat in den wederver
koop gelegen is, ook al gebruikt bij ze niet. Dadelijk
zullen daarvan de opkoopers profiteeren en dat is de be
doeling van adressanten toch niet. Nu is in Arnhem wel
is waar eene proef genomen, maar knoeierijen zijn daar
ook niet geheel te voorkomen, wrat blijkt uit de bepa
lingen op de kaart gedrukt, die de directeur van de gas
fabriek aldaar zond bij zijne missive.
De directeur der gasfabriek te Amsterdam zegt,
dat knoeierijen wel geconstateerd, maar niet voorkomen
kunnen worden.
Wat de bergruimte voor cokes betreft, is de Arn-
hemsche directeur het eens met zijne collega's, waar hij
zegt, dat als er geen gelegenheid is voor opslag door
gebrek aan ruimte, dan iedere reden van practischen aard
vervalt en de zaak alleen philanthropic wordt.
De gascommissie heeft niet alleen gemeend, burge
meester en wethouders van advies te moeten dienen,
maar ook beslagen op het ijs te moeten komen en daar
om zijn die adviezen ingewonnen van andere directeuren,
die deskundigen zjjn en allen hebben dezelfde bezwaren
tegen het plan als in het advies der gascommissie zijn
neergelegd.
De gascommissie heeft zich neutraal gehouden en
alleen aan andere directeuren gevraagd hun advies op
het adres, zonder meer.
Wijzende op het gevaar voor speculatie, waarop de
directeur uit Amsterdam wees, leest spreker verschil
lende adviezen voor tot staving van zijne bewering.
Het is spreker verder niet duidelijk, hoe adressanten
er toe gekomen zijn zich te beroepen op hetgeen voor
gevallen is te Groningen.
Te Groningen is juist niet geschied, wat adressanten
hier willen zien gebeuren, daar bestaat bovendien eene
gansch andere manier van verkoop. Daar worden des
zomers veilingen gehouden en de arbeider moet naar de
kooplieden gaan en betaalt daar waarschijnljjk nog meer
dan hier.
Den 30 Augustus 1900 deed de heer Schaper een voor
stel in den geest van adressanten, dat toen verworpen
werd met 26 tegen 1 stem.
Den 5 December 1901 w erd een voorstel aldaar gedaan
geen veilingen meer te houden en aan ieder ingezetene
2 H.L. cokes te verschaffen. Burgemeester en wethou
ders adviseerden tot afwijzing en zonder hoofdelijke stem
ming werd daartoe besloten, nadat een amendement om
aan alle ingezetenen, hoofden van huisgezinnen, op aan
vraag en voor eigen gebruik vanaf 1 Nov. 15 Maart
hoogstens 1 H.L. per week tegen verminderden prijs te
leveren, was verworpen met 25 tegen 3 stemmen.
Hoe deze beslissingen adressanten kunnen steunen bij
het doen van hun verzoek, is spreker niet duidelijk.
De gascommissie heeft haar advies uitgebracht na
ernstige overweging en wanneer men de zaak goed na
gaat, dan moet niet ingegaan worden op het voorstel van
de minderheid der gascommissie of het amendement.
Het ging den heer Lautenbach als den heer Middel
koop en nu geen algeheele prijsverlaging kan verkregen
worden, kan spreker wel meegaan met het adres.
liet amendement van de heeren Feddema en van
Messel trekt spreker wel aan, maar hij voelt de leemte,
dat daardoor uitgesloten worden zij, die niet bedeeld
worden en toch een kommervol bestaan hebben, zonder
dat hij een voorstel aan de hand kan doen, waardoor
dat bezwaar wrordt ondervangen.
Nu mag het voorstel van de heeren Feddema en van
Messel aanleiding geven tot onbillijkheid, omdat daardoor
niet allen bereikt worden, die het verdienen, maar het
is dan toch beter sommigen daardoor te gemoet te komen,
dan om deze reden, niemand.
Het bezwaar, dat er niet voldoende bergruimte is,
voelt spreker niet, omdat de cokesvoorraad niet grooter
zal worden en ook kan spreker niet inzien, dat de maat
regel invloed zal uitoefenen op de begrooting. "Wel za]
het totaal bedrag kleiner worden, maar men mag vragen,
wie profiteert het meest van de gasfabriek. Dat zijn de
burgers, die do meeste eigendommen bezitten en waar
nu de hoofdelijke omslag de sluitpost is van de begroo
ting, daar worden zij hierdoor het meest bevoordeeld.
Bij aanneming van het amendement zullen zij, die op
de laagste sport van welvaart staan, profiteerenzooals
zij, die op de hoogste sport staan in grootere mate reeds
genieten. Dit bezwaar voelt spreker dus niet erg en hij,
zal stemmen voor het amendement. Spreker wil er nog
op wijzen, dat, welk verschil er overigens ook moge
bestaan tusschen diaconieën en armbesturen krachtens hun
beginsel, zij dit allen gemeen hebben (uitgezonderd het
burgerlijk armbestuur, dat slechts politiezorg is), dat zij
allen om Gods wil barmhartigheid beoefenen. Het bezwaar
van den heer "Wilhelmy, dat feitelijk door prijsverlaging
de diaconieën zullen profiteeren,bestaat niet in werkelijk
heid, zij zullen zich blijven beijveren zooveel maar moge
lijk is de armen wèl te doen.
De heer Oosterholf heeft hooren zeggen, dat de heer
Middelkoop behoorde tot de minderheid in de gascom
missie; spreker wil ter voorkoming van misverstand
mcdedeelen, dat de heer Middelkoop de minderheid is.
Wat betreft de bewering van de heeren Middelkoop
en Feddema, dat het advies van den directeur te Aruhem
meer waarde heeft, dan dat van de anderen te zamen,
omdat de eerste alléén uit ondervinding spreekt, het
komt hem voor, dat die bewering niet weinig overdreven
is. Vergist hij zich toch niet, dan staat de directeur te
Arnhem nog maar korten tijd aan het hoofd der fabriek
en is de bedoelde maatregel zeker nog van jongen datum,
zoodat men gerust van eene proefneming kan spreken.
Daarom zou hij die leden, welke over de andere be
zwaren kunnen heen stappen, welke hij intusschen niet
gering schat, willen raden om hun stem aan het voorstel
van burgemeester en wethouders te geven en aan Arnhem
de proef te laten nemen, daar aan het nemen van eene proef
dezelfde voorbereidende werkzaamheden zijn verbonden,
die moeten voorafgaan aan de invoering van het bedoelde
stelsel.
Desverkiczende zou men dan na verloop van een jaar
opnieuw information kunnen nemen, maar het komt hem
dan wenschelijk voor om niet alleen den directeur, maar
ook de leden der commissie van de gasfabriek te Arnhem
te hooren. Is toch de maatregel van den directeur uit
gegaan, dan laat het zich denken, dat deze niet zoo
spoedig zal erkennen, dat de proef niet tot het gewenschte
resultaat heeft geleid.
De lieer Middelkoop heeft bemerkt, dat de heer Hijl-
kema tot zijne oude liefde is weergekeerd en hij in de
gasfabriek niets anders ziet dan eene industrieele onder
neming en zelf staat op het koopmansstandpunt.
I Iet loyale" is er nu weer af.
Dit is volkomen logisch.
Spreker heeft meermalen aangetoond, dat eene vermin
dering van den cokesprijs niet leidt tot het betreden van het
terrein der armenzorg of der philanthropic, maar zjjn
argumenten werden door den heer Hijlkema niet weer
legd, zelfs niét aangeroerd.
Spreker blijft dan ook bij zijne reeds vroeger ontwik
kelde opinie.
Spreker heeft den heer Hijlkema hooren zeggen, dat
de prijs van het gas zoo laag kon worden gesteld, omdat
de gemeente het monopolie van het gas heeft.
Van monopolie is hier sprake, wanneer men het heeft
over gas. Doch waar men het terrein verruimt en uit
strekt tot alle kunstlicht, daar komt men in concurrentie met
petroleum en is er geen monopolie.
De heer Hijlkema wees ook nog op de nevenproducten
en noemde de teer, waarvan de verkoop slecht gaat.
Maar teer moet niet vergeleken worden met cokes,
want teer wordt bijna niet door de ingezetenen gebruikt,
vergeleken bij de cokes en daarbij komt, dat de opbrengst
van teer, vergeleken bij die van de cokes, miniem is: teer
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1902.
163
bracht volgens de laatste opgaven op 1,880.— en de cokes
44,000.—
Aan verlaging van den cokesprijs knoopt de heer
Hijlkema vast verhooging van den gasprijs, maar daarmee
is sprekers argument niet weerlegd en dat zal alleen het
geval zijn, wanneer de gasfabriek vooraf vastgestelde
winst moet opbrengen óf uit cokes óf uit gas.
De heer Lautenbach vergist zich, als hij meent, dat door
inwilliging van het verzoek er in 't geheel niet wordt
geprofiteerd door groote gezinnen. Dat heeft wel plaats.
Waar groote en kleine gezinnen elk 1 H.L. cokes tegen
verminderd tarief krijgen, daar geniet het kleine gezin het
meest, doch het groote is daardoor niet van elk profijt
uitgesloten.
In volgende jaren kan rekening worden gehouden met
de grootte der gezinnen, nu wordt dat nog niet gedaan,
omdat het een voorloopige maatregel is.
Wanneer do proef slaagt, dan moet er op gelet worden, dat
er naar evenredigheid cokes wordt verkrijgbaar gesteld.
In Arnhem wordt gegeven 2 mud per hoofd, de heer
Oosterholf raadt aan daarop niet in te gaan, omdat men in
Arnhem ook nog verkeert in het stadium van proefne
ming. Spreker wil desnoods beginnen 1 mud per gezin
beschikbaar te stellen, maar acht eene proefneming van
een jaar, zooals in Arnhem, voldoende om over de resul
taten te oordeelen. De directeur aldaar zegt in zijne missive:
„Tegen de practische uitvoering bestaat niet eenig be
zwaar" enz. Dit kan niet sterker worden uitgedrukt.
Hij vervolgt: „mits deze (d.i. de uitvoering) geschiedt
„als in Arnhem, waar wij door ondervinding geleerd
„hebben alle fraude (anders een zeer ruim veld) te
„voorkomen".
En al verkocht nu zulk een minvermogende een klein
deel van een mud aan anderen, zou dat dan zulk een
bezwaar zijn om dezen maatregel niet te nemen, die het
goeddoen beoogt
De heer Lautenbach wees er reeds op, dat gebrek aan
bergruimte geen motief tot afwijzing zijn kan, want we
hebben geen aparte bergplaats noodig voor de cokes, be
stemd om voor lageren prijs verkocht te worden. Om
dat uit elkaar te houden, daarvoor dient de boekhouding.
De lieer Hijlkema noemde die directeuren deskundigen,
volgens spreker moet een deskundige ondervinding hebben
en bovendien begaan allen dezelfde fout, behalve de
directeur te Rotterdam, dat zij het koopmansstandpunt
stellen tegenover de armenzorg.
Spreker dringt daarom aan op het nemen van deze
proef, die niets meer is dan eene proef en tot niets bindt.
Men moet de miugegoeden te hulp komen in dit gure
seizoen.
De lieer Vail Messel heeft met genoegen vernomen, dat
do heeren Jansen en Lautenbach vóór het amendement
zullen stemmen, alhoewel naar hunne meening de grens
nog te eng is gesteld, maar juist-om het praktische be
zwaar, dat door de gascommissie tegen het stellen der
grens werd geopperd, uit den weg te ruimen, is door den
heer Feddema en spreker het amendement ingediend.
Door den heer Hijlkema is in het midden gebracht,
in de eerste plaats, een principiëel bezwaar, n.l. dat de
gasfabriek zich dient te stellen op een industrieel en
koopmansstandpunt. Met groote verwondering, ja zelfs
met verbazing, heeft spreker dit van de wethouderstafel
vernomen. Hij doet er aan herinneren, dat toen de finan-
ciëele regeling tusschen gemeente en gasfabriek aanhangig
was, het spreker juist van de wethouderstafel verweten
werd, dat hij dit bestreed uit het standpunt van een in
dustrieel en koopman. Maar, waar het nu den geachten
wethouder in zijn kader te pas komt, daar keert deze
zeer eenvoudig en handig maar niet handig genoeg
de rollen om.
Indien men in den raad op deze wijze te werk gaat,
zal men tot in het oneindige kunnen debatteeren en nimmer
tot een zuiver eindresultaat komen.
In de tweede plaats was het bezwaar van den heer Hijl
kema philanthropiewas dit zoo, dan zou men o. a. ook
philanthropie kunnen noemen: het verstrekken door de ge
meente van waterleidingkaartenhet door de gemeente
Maasticht verschaffen van cokes tegen verminderden prijs
aan de werklieden der gasfabriekliet door het Rijk op
de Rijks koogere burgerscholen kosteloos plaatsen van
leerlingen, alles ten behoeve van mindergegoeden. Een
dergelijk begrip van philanthropie houdt geen steek en is
onverdedigbaar.
In de derde plaats had de heer Hijlkema het oog op
het practische bezwaar, wat betreft het trekken der greus;
het komt spreker voor, dat dit toch zoo duidelijk mogelijk
in het ingediende amendement is uitgedrukt.
Het vierde bezwaar van den heer Hijlkema was de
verhooging van den gasprijs; 't is toch ondenkbaar, dat
door het aannemen van dit amendement de gasprijzen
zullen moeten ivorden verhoogd.
En nu ten slotte wordt door den heer Hijlkema, voorzit
ter van de commissie voor de gasfabriek, beweerd, dat men
zich dient te onderwerpen aan het advies van pl.m. 16
deskundigenallen directeuren van gasfabrieken (die
nota bene geen van allen de proef hebben genomen).
De heer Oosterholf, lid der gascommissie, beweert
„Arnhem heeft wel eene proef genomen met vermindering
„der cokesprijzen en beveelt het aan." Maar waar bewijst
men mij, dat Arnhem's directeur een deskundige is
Daarbij wil de lieer Oosterholf het resultaat dier proef
eerst afwachten, terwijl die reeds vanaf 1900 in werking
is en dus voldoende kan worden beoordeeld.
Maar nu door den voorzitter der commissie voor de
gasfabriek het middel „deskundigen" wordt gebruikt ter
verdediging van zijn advies, daar wordt door liet lid
der gascommissie Oosterhoff hetzelfde middel aange
voerd ter bestrijding van het ingediende amendement;
ergo spreken voorzitter en lid elkander tegen.
Resumeerendc komt spreker tot de conclusie, dat de
ingebrachte bezwaren geheel in het water vallen en vol
komen zijn weerlegd en dat die bezwaren eigenlijk
hierop neerkomen, dat men bevreesd is, dat de revenuen der
gasfabriek eenigszius minder zullen worden.
Spreker durft nu beweren op het gevaar af weder
vlijmend scherp te worden genoemd dat, waar de
gemeente reeds gedurende 37 jaren als woekeraar tegen
over de gasfabriek is opgetreden, daar wordt ons
amendement aangenomen dan die mindere revenuen
gerust op die 3ïjarige rekening zullen kunnen worden
afgeschreven.
Velen mogen tegen dezen maatregel gekant zjjn, omdat
de opbrengst waarschijnlijk verminderen zal, maar spreker
meent, dat den raad daarover geen verwijt zal treffen
van den kant van de ingezetenen.
De heer Troelstra wil er op wijzen, dat over deze
zaak reeds langer dan een uur is gedebatteerdterwijl
door niemand nog de vraag is gesteld, voor hoeveel min
der dan de gewone prijs de cokes aan de arbeiders moet
worden verkocht.
Men wil verkoop tegen verminderden prijsdoch de
commissie voor de gasfabriek moet die vermindering
bepalen.
Wat wil men nu moet de prijs met 5 of met 10 of
met 25 cent worden verlaagd? Daarover is met geen
woord gesproken.
De productieprijs is genoemdmaar het zal hoogst
moeilijk zijn die te bepalen, waar de fabriek ook andere
producten levert.
Zoo hangt alles in do lucht.
En nu wil de heer Middelkoop om zijn denkbeeld
voor ons aangenaam te makenbij wijze van proef één
hectoliter in de week aan arbeiders tegen verminderden
prijs verstrekken. Ter besparing van een stuiver of een
dubbeltje in de week voor die menschen, wil men dan
de administratie lastiger makenterwijl men het mis
bruik, dat van die verstrekking het gevolg zal zijn, niet
schijnt te tellen. Dat zal toch dikwijls gebeuren, tenzjj