164 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1902.
men den prijs met een zeer luttel bedrag vermindert
maar dan treft de maatregel geen doel.
Spreker haalt een voorbeeld aan ten opzichte van het
verstrekken van water uit standpijpen. Menschen, die
twee emmers per dag gratis konden halenverkochten,
wat zij niet noodig hadden aan eene water- en vuurne-
ring en dat kon dan nog maar eene kleinigheid voordeel
opleveren.
Zoo zal het ongetwijfeldalthans hij eene eenigszins
belangrijke prijsvermindering, ook dikwijls gebeuren, dat
de cokes voor iets anders wordt overgedaan.
De heeren Feddema en van Messel stellen nu voor
om de levering tegen verminderden prijs te beperken tot
bedeelden en dan alleen gedurende de wintermaanden.
Alsof bedeelden in den zomer geen brandstof noodig
zouden hebben
Waar de heeren de bedeelden willen tegemoet komen,
zou het rationeel geweest zijn om voor te stellen hun
de cokes gratis te leveren. Dan kon het wat helpen
Maar dan zou de gemeente optreden als bedeeier en dat
wil men ook weer nietwant het woord philanthropie
willen sommigen in deze zaak niet hebben gehoord.
Trouwens de gemeente als zoodanig behoeft, God dank
nog niet als bedeeier op te treden, of het moest zijn in
tijden van buitengewonen nood.
De weldadigheidszin in Leeuwarden is groot. Als
officiëele of particuliere instellingen van liefdadigheid
niet naar belmoren in de behoeften der armen kunnen
voorzien, dan worden vele beurzen extra geopend. Wij
kunnen het beoefenen van liefdadigheid vooreerst nog
gerust aan de ingezetenen overlaten.
Overigens verdient het voorstel, zooals het gedaan is,
niet anders dan den naam van „knutselarij."
De heer Haverschmkt is in principe geen tegenstan
der van afgifte van cokes aan minvermogenden tegen
lageren prijs. Een dergelijke maatregel tast het karakter
van de gasfabriek als industriëele onderneming volstrekt
niet aan en wil men bet philanthropie noemen, dan is
het er eene van geen beteekenis. Naar Arnhemschen
maatstaf, waar men alleen de koudste weken kan beschik
ken over 2 hectoliter tegen 10 cent beneden den gewo
nen prijs, wordt het eene philanthiopie van 20 cent per
week.
Spreker heeft echter een practisch bezwaar.
Zal men de menschen 's winters kunnen helpen, nu de
plaatsruimte ontbreekt om de zoinerproductie te reserveeren
en de wiuterproductio steeds vlot van de hand gaat?
De productie van cokes, voor den verkoop bestemd, is
niet zeer groot, slechts 86,000 hectoliter in een geheel
jaar, weinig meer, dan men in Arnhem voor minvermo
genden des zomers reserveert.
Bovendien verkeert de fabriek in het bijzondere geval,
dat de andere nevenproducten moeilijk en tegen lagen
prijs worden afgezet, terwijl juist de cokes bet geheele
jaar door een goeden prijs kan behalen.
Door de levendige vraag is er 's winters geen voorraad
van beteekenis; spreker weet bij ervaring, dat eene be
stelling van 20 hectoliter nog in twee partijen wordt
uitgevoerd, terwijl men gedurende de felste koude gewoon
op de lijst wordt geplaatst en zijn beurt moet afwachten.
Spieker weet, dat er andere argumenten zijn aange
voerd, die meer gewicht in de schaal leggen, maar hij meent,
dat gebrek aan voorraad den maatregel reeds moeilijk
uitvoerbaar maakt.
Dc heer Oosterhoff wijst er op, dat de gascommissie
in haar advies een voorbeeld heeft aangehaald, dat door
den heer Middelkoop, zooals het schijntniet goed is
begrepen. De commissie ging uit van de volgende re
deneering
Gesteld, dat de cokes tegen lageren prijs verkrijgbaar
wordt gesteld voor allen, die niet of naar de le klasse
van den hoofdelijken omslag zijn aangeslagendan zal
een gezin, b.v. bestaande uit vier personen, waarvan het
hoofd naar de 1 e klasse wordt aangeslagenvan den
nieuwen maatregel profiteeren, terwijl een gezin, waar
reeds kinderen zijn en waar de behoefte dus veel grooter
zijn, niet in de termen valt, wanneer de verdiensten van
het hoofd zoo groot zijn, dat even het maximum van de
le klasse wordt overschreden.
De heer Middelkoop citeerde eene verklaring van den
directeur te Arnhem en spreker stemt toe, die verkla
ring staat er woordeljjk. Hij vreest echter, dat de di
recteur de zaak te rooskleurig voorstelt en wel op grond
van het volgende
In den Groningschen gemeenteraad raadde de heer
Schaper, van wien men mag veronderstellen, dat hij zijn
Pappenheimers wel kent, aan de cokes te doen bezorgen
en de brengers te doen toezien dat de bergplaats leeg
was. Anders moesten zij den te brengen voorraad weder
mede terugnemen. Waar de heer Schaper dit noodig
oordeelde, daar meent spreker recht te hebben den uit
spraak van den Arnhemschen directeur te rooskleurig te
noemen.
De heer Menalda heeft den heer Wilhelmy tegen het
amendement het bezwaar hooren aanvoeren, dat, wanneer
de gemeente cokes tegen lageren prijs beschikbaar stelt,
zij aan de armbesturen de armenzorg voor een deel uit
handen neemt.
Spreker heeft tegen het amendement nog ditformeele
bezwaar, dat daardoor de taak der armbesturen noode-
loos ingewikkeld wordt en daarmede moet ook rekening-
worden gehouden. Ook zal er strijd ontstaan met de
Armenwet door de aanneming van het amendement der
heeren Feddema en van Messel, daar ten opzichte der
kerkelijke bedeeling dubbele bedeeling zoude plaats heb
ben, zoodat spreker nog minder te vinden is dan vóór
deze om het gedane verzoek in te willigen. Juist het
amendement heeft hem de bezwaren, die daartegen bestaan,
nog duidelijker gemaakt.
De heer Feddema wil nog een enkel woord spreken,,
ook al voelt hij zeer goed de strooming in den raad.
Waar de heer van Messel beweerd hoeft, dat geen
armbestuur zijne toelage, aan armen verstrekt, zal vermin
deren, wanneer de gemeente cokes voor hen beschikbaar
stelt tegen verminderden prijs, daar verwondert het
spreker zeer, dat juist de heer Wilhelmy, die zelf aan
het hoofd van een kerkelijk armbestuur heeft gestaan,
dit bezwaar heeft geopperd, hoewel hij zeer goed weet,
dat geen enkele administratie daarvan zal profiteeren.
Wat het formeele bezwaar van den heer Menalda
betreft, dit vervalt, wanneer cokes tegen verminderden
prijs wordt gegeven, den prijs op de begrooting als zoo
danig uitgetrokken. Geleverd tegen deze vergoeding, kan
deze maatregel nimmer bedeeling genoemd worden, te
meer niet, wijl de raad zelf reeds eenmaal dit cijfer bij
de begrooting goedkeurde.
De heer Hijlkema heeft den heer Feddema over den
prijs hooren spreken en spreker wil er op wijzendat
de prijs van 45 cent netto is en dat daarbij nog 10 cent
komt voor thuisbrengen en kloppen.
De heer van Messel heeft spreker verweten, dat hij een
verschillend standpunt innam omtrent het koopmansschap
ten opzichte der gasfabriek, al naarmate het in zijn kraam
te pas kwam. Spreker moet daartegen protesteeren, daar
hij altijd hetzelfde standpunt ingenomen heeft. De heer
van Messel mag tot eene andere conclusie komen, dat is
zijne zaakmaar spreker verklaart positief, dat dit niet
zoo is. Wat de heer van Messel al of niet wil rang
schikken onder philanthropie, is zijne zaak spreker blijft
beweren, dat wat adressanten willen, leidt tot philanthro
pie en dat deze van de gasfabriek ver moet worden
gehouden.
Op hetgeen de heer Middelkoop gezegd heeft, zal spre
ker niet verder ingaan.
Met de uitdrukking het „loyale koopmansstandpunt"
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 2o November 1902,
heeft spreker bedoeld, dat van den loyalen koopman
niet dat van hem, die den hoogst mogelijken prjjs tracht
te krijgen in tijden van schaarschte.
De beraadslagingen worden gesloten en het amende
ment, in stemming gebrachtwordt verworpen met 14
tegen 7 stemmen die der heeren FeddemaJansen
Lautenbach, Tromp, Kuipers, van Messel en Middelkoop.
Daarna wordt het voorstel van burgemeester en wet
houders in stemming gebracht en aangenomen met 16
tegen 5 stemmendie der heeren Jansen, Lautenbach,
Duparc, van Messel en Middelkoop.
In verband met
11. Behandeling min eene reclame tegen hel primitief
kohier van den hoofdelijken omslagdienst 1902
wordt de openbare vergadering door den Voorzitter
gesloten.
Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az., Leeuwarden.