10
'Cv
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag Dl Januari 1903.
een. Er is beweerd, dat die inrichtingen alleen in haven
plaatsen kunnen bestaan; daartegenover wijst ook spreker
op Osch en Rotterdam, vanwaar het vleescli, voor Engeland
bestemd, op Vlissingen wordt gedirigeerd, waaruit blijkt,
dat die inrichtingen ook in /nwrfplaatsen recht van be
staan hebben.
Voor zulk eene inrichting acht spreker dit terrein nu
niet bijzonder geschikt, liet ligt niet aan den spoorweg
en nu is er wel gezegd, dat de tramwagens op den
Staatspoorweg en de wagens van de Staatspoorweg-Maat-
schappij op de trambaan aldaar kunnen komen, maar
als spreker goed is ingelicht, dan laden die laatste waggons
10,000 K.G., terwijl de tramwagens slechts 5,000 lv.G.
laden.
Men heeft dus met het oog ook op de kosten voor dat
vlecschvervoer wagens van de Staatspoorweg-Maatschappij
noodig en ieder weet, dat de eischen van de maatschappij
dikwijls hoog zijn en zeker zal ook de tram-maatschappij
zich bijzonder laten betalen voor het toelaten dier waggons
op hare baan enkel om geladen te worden en een paar
honderd meter te rijden. De geldelijke offers zouden
dus voor de vervoerders allicht te zwaar blijken, zoodat
de kans op slagen niet groot schijnt.
Drang tot oprichting van eene exportslagerij, zich uitend
in adressen enz., blijkt ook niet. De gemeente zou dus
eene exportslagerij oprichten en moeten wachten tot de
slagers komen.
Èn nu moet men de kosten van zulk eene inrichting
niet licht achten. De exportslagerij van de firma Muller
en Co. aan den Hoek van Holland, op bescheiden voet in
gericht, kostte ongeveer 100,000; de in aanbouw zijnde
exportslagerij van de firma Iludig en Picters aldaar zal
/"250,000 kosten. Beide firma's zijn agenten van stoom-
booten op Engeland en doen die groote uitgaven om
het vlecschvervoer tot zich te trekken.
De gemeente zal alzoo komen te staan voor aanzienlijke
uitgaven voor groote gebouwen, want het is noodzakelijk,
daf er spoedig en dus veel te gelijk zal kunnen geslacht
worden. Het inrichten eener dergelijke slagerij voor
varkens vooral is kostbaar, ook al dewijl de spekzijden
van varkens boven de zestig kilogram vóór het vervoer
op de slachtplaats licht gezouten moeten worden; daarvoor
dienen dan ook de noodige installaties te worden gemaakt.
Het komt spreker derhalve voor, dat: le dit terrein
niet geschikt is voor exportslagerij en 2o dat ook de
kosten van eene dergelijke inrichting te hoog zouden zijn.
Had men te beslissen over de oprichting van een abattoir,
dan kon daaraan op bescheiden schaal eene gelegenheid
tot exportslacliten verbonden worden, doch zou spreker
dan tevens willen vragen, of er niet een geschikter en
goedkooper terrein daarvoor is te vinden?
De heer Feddefifia acht het bijna onnoodig na hetgeen
reeds gesproken is, het voorstel van burgemeester en
wethouders te bestrijden, maar spreker wil toch gaarne
nog even zijn persoonlijke meening zeggen aan de hand
van het voorstel en de memorie van toelichting.
Yoor eene exportslagerij, die het vleesch naar landen,
over zee gelegen, zal willen zenden, is Leeuwarden niet
de aangewezen plaats en alhoewel eene exportslagerij
die het vleesch per spoor naar Duitschland of België zal
willen zenden, hier tot bloei zou kunnen geraken, getui
ge eene reeds bestaande inrichting van dien aard hier ter
stede, ligt dit terrein voor zulk eene inrichting al zeer
ongeschikt, omdat het niet ligt aan het spoorweg-empla-
cement.
Het wil spreker voorkomen, alsof burgemeester en
wethouders niet serieus een onderzoek hebben gedaan naar
gunstiger gelegen land, zooals er ligt vlak tegen het
stations-emplacement aan, dat spreker in handen heeft
gehad en dat de eigenaren, de heeren Verbeek van der
Sande en Halbertsma, nog bereid zijn af te staan. Ook
het land van den heer Mr. Nap te Groningen is voer
het beoogde doel geschikt en kost, naar de informaties
hem verstrekt, f 1500 per pondemaat. Dat ligt wel aan
den locaalspoorweg, maar is toch goed bereikbaar langs
deze lijn.
Afgescheiden van al deze overwegingen meent spreker,,
dat waar nu het abattoir door den wethouder Beekhuis,
op den voorgrond wordt gesteld, dit land daarvoor dan
nog in elk geval veel te duur is. Spreker mist bij de
stukken een taxatie-rapport van twee deskundigen, zoo
als in andere gevallen altijd pleegt te gebeuren.
Wanneer b. v. het land als bouwterrein wordt ver
kocht volgens de vigeerende verordening op het bouwen
van woningen en den aanleg van straten dan zjjn de
kosten, waarop voor stratenaanleg, rioleeringen enz. te
rekenen valt, zoo groot, dat de netto-opbrengst zeker 25
mille niet zal te boven gaan. Bovendien heeft de ge
meente zelf bouwterrein genoeg en behoeft zij tegen
exorbitanten prijs niet meer bij te koopen.
De voorzitter wees er in zijne nieuwjaarsrede op, dat
belangrijke uitgaven te wachten zijn en de inkomsten
zullen blijken niet op te wegen tegen de te verwachten uit
gaven eene aansporing te meer om de finaneieele zorgen
niet te vergrooten.
De heer Duparc heeft niet zonder verbazing van den
geachten jongsten wethouder, den heer Beekhuis, ge
hoord dat noch het vaste doel om eene exportslagerij
op te richten, nóch dat tot stichting van een abattoir,
burgemeester en wethouders tot het doen van het onder-
werpelijke voorstel heeft geleid. In de toelichting van
dat voorstel staat toch letterlijk: „Reeds sedert jaren is.
geblekendat er in de gemeente behoefte bestaat aan een
nieuw en doelmatig gebouw voor exportslagerij" en verder,
„dat zoodanige inrichting eene goede toekomst zal hebben
en in eene dringende behoefte zal voorzien." Spreker is
van meening, dat het voorstel onmogelijk van zijn toe
lichting dus niet van de voor den voorgestelden aankoop
aangevoerde argumenten kan worden gescheiden. Alleen
de beantwoording van de vraag, of de raad tot dien aan
koop wil besluiten voor het genoemde doelkan en moet
daarom de stem van de raadsleden hier bepalen.
De heer Beekhuis heeft nu wel gesproken van de ge
schiktheid van het terrein ook voor andere doeleinden.
Daargelaten echter, dat de prijs van 40.000 veel te
hoog zou zijn, indien men voor het terrein nog geen vaste
bestemming zou weten aan te wijzen, brengt spreker in
herinnering, dat reeds voor veel meer dan dertig jaren
een stuk land werd aangekocht, om daarop een nieuw
stads-ziekenhuis te bouwendochwegens de ongeschikt
heid van de plaats voor dit doel, van dezen bouw niets
is gekomen en het land nog altoos wordt gebruikt als
land. Aankoopen van dezen aard zullen altijd
zijn schadeposten voor de gemeente.
Wat de heer van Ketwich Verschuur in het midden
bracht omtrent de exportslagerijen te Osch en Rotterdam
bewijst volgens spreker, hier niets. Deze inrichtingen
zijn er nu eenmaal. Men mag echter gerust aannemen
dat anders niemand er aan zou denken, daar, evenmin
als op andere, niet aan zee gelegen, plaatsen eene export
slagerij op te richten.
De heer Baart de la Faille heeft met ingenomenheid
kennis genomen van het voorstel van burgemeester en
wethouders en is daarin versterkt door het betoog van
den beer Beekhuis.
Spreker wil graag toegeven, dat alvorens tot stichting
van eene exportslagerij over te gaan de raad de beschik
king hebben moet over meerdere gegevens, maar terecht
is er de nadruk op gelegd, dat dit terrein waarde heeft
voor de stad, vooreerst door de ligging buiten de be
bouwde kom der gemeente en voor het doel, aangegeven
in de memorie van toelichting tot het voorstel.
Hoeveel voordeel er ook in eene exportslagerij, in een
havenstad gevestigd, is gelegen, dat betreft toch alleen
maar den uitvoer naar Engeland, terwijl die naar Duitsch
land ook mogelijk is. De economische toestanden daar te
lande doen het oog slaan op de voordooien, die daarin
t
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag b3 Januari 1903. 11
zijn gelegen. Er is beweerd, dat de exportslagerijen in
het binnenland nu eenmaal bestaan, maar dat de groote
trek naar de havenplaatsen is. Toch zijn de afstanden in
ons kleine land niet zoo groot, dat van uit ons binnen
land zoowel in die richting als naar de tegenovergestel
de, export mogelijk zal zijn.
Intusschen spreker wil liever zijn aandacht wijden aan
de bestemming van het terrein voor abattoir, waarvoor
het door zijne ligging, dicht bij stad en veemarkt, als
aangewezen is.
Daardoor wordt tevens eene noodzakelijkheid vervuld,
die vroeg of laat toch onder de oogen moet worden ge
zien.
En mocht aan dat terrein die bestemming niet worden
gegeven, dan is het toch voor de gemeente van groot
belang dit terrein in eigendom te hebben.
Door den heer Beekhuis werd daarop reeds gewezen,
dat dit denkbeeld recht van bestaan heeft door de waarde,
die dit land heeft.
Spreker voor zich vindt ongeveer f 1 per M» geen
exorbitanten prijs voor land van die ligging met het oog
op de uitbreiding der gemeente.
Aan het Kanaal is indertijd land onteigend waarschijn
lijk niet voor geringer prijs en daarom is het nog geen
roekeloosheid dit terrein te koopen.
Spreker zegt dit vooral met het oog op eene zeer
recente mededeeling. Gisteren avond is gehouden de eer
ste vergadering der alhier bestaande gezondheidscommissie
en daar is vanwege den woning-inspecteur medegedeeld,
dat hij met verbazing gezien heeft, dat hier ter stede
geen enkele ledige woning is, die betrokken zou kun
nen worden door personen, wier huizen op grond der
woningwet eerlang mochten onbewoonbaar verklaard wor
den. Die menschen staan dan eenvoudig op straat.
Maar nu de gemeente zal worden geroepen woningen
te bouwen krachtens die wet, daar meent spreker, dat dit
land daarvoor in de eerste plaats in aanmerking kan
komen.
"VVel is er terecht gezegd, dat de gemeente bouwterrein
genoeg bezit, maar het is niet gewenscht in een bepaald
gedeelte eener gemeente woningen te bouwen, alle van
dezelfde soort. Daarom moeten terreinen daarvoor be
stemd worden op verschillende punten gelegen.
Om die reden gaat ook spreker mee met dit gedeelte van
het program van den Vrijzinnig-Democratischen Bond, dat
de gemeente zich zooveel mogelijk dient meester te ma
ken van de omliggende terreinen, ongeacht de bestem
ming, die eventueel daaraan zal worden gegeven.
De heer Hylkema moet eerlijk bekennen, dat het er
met het voorstel van burgemeester en wethouders niet
rooskleurig uitziet. Toch zal de raad verstandig doen
het voorstel aan te nemen.
Te eeniger tijd zal er alhier een abattoir moeten ge
sticht worden en dan moet er eene inrichting gesticht
worden niet alleen voldoende voor plaatselijke behoefte,
maar ook voor hier en in den omtrek bestaande en nog
op te richten exportslagerijen.
Het is voldoende bekend, dat het buitenland zeer klaagt
over de kwaliteit van het daar ingevoerde vleesch en
de regeering heeft reeds besloten aan de klachten tegemoet
te komen door exporteurs in de gelegenheid te stellen
een keur op hun vleesch te verkrijgen.
De heer Duparc beweerde, dat eene exportslagerij kier
geen recht van bestaan heeft en unaniem wordt zulk
eene inrichting hier eene doodgeboren vrucht genoemd
er blijkt alweer uit, dat deskundigen niet altijd eenstemmig
zijn, immers er zijn er ook, die er geheel anders
over denken. Deze laatsten redeneeren aldus
„Leeuwarden heeft de grootste veemarkt van het land,
dus de grondstoffen voor eene exportslagerij. Het daarvoor
bedoelde terrein ligt aan tramspoor en waterzoodat
het gevolg van de oprichting zal zjjn, dat de export
slagers, reeds uit eigen belang in liet abattoir zullen
laten slachten om aldus een stempel te verkrijgen voor
den uitvoer van hun vleesch. De deskundigen spreken
elkaar dus tegen.
Deze kwestie behoeft hier echter nog niet te worden
uitgemaakt.
Met het oog echter op de mogelijkheid, dat wij een
abattoir op groote schaal moeten bouwendient men in
elk geval vóóraf van een alleszins geschikt en voldoende
groot terrein verzekerd te zijn.
En wil de raad later al van geen abattoir wetendan
is de gemeente nog volstrekt niet bekocht met dezen
aankoop. Ook voor andere doeleinden is het zijn geld
wel waard.
De heer Haver3Chmidt zegt, dat do geachte wethouder
door de tram te noemen eene teere kwestie heeft aan
geroerd. Wanneer men de tram kon gebruiken, dan
was het terrein iets minder ongeschikt, maar de aan
sluiting zonder overlading, het onmiddellijk overgaan
van geladen waggons op de lijnen der Staatsspoorzooals
de bouwcommissie dat indertijd voorschreef, is een der
vele dingen, die met de tramwegmaatschappij zijn over
eengekomen maar waarin de gemeente werd teleur
gesteld.
De heer Middelkoop heeft met zeer veel genoegen ver
nomen, dat de heeren Beekhuis en Baart de la Faille
althans één punt van het vrijzinnig-democratisch program
beamen en spreker twijfelt niet, of zij zullen na onder
zoek ook voor andere punten symphathie gaan gevoelen,
zoodat zij in de toekomst als partijgenooten hier zullen
zetelen. Spreker begrijpt niet, wanneer dit terrein zoo
uitstekend gelegen is, waarom de gemeente dan indertijd
het naastliggend terrein aan de tramwegmaatschappij heeft
verkocht
Dat de Vrijzinnig-Democratische Bond aanraadt ter
reinen in den omtrek der gemeente te koopen, is spreker
ontsnapt, maar tevens zal de bedoeling wel zijn, dat
daarbij met plaatselijke toestanden wordt rekening gehou
den en zoo duur land te koopen, zal wel niet de bedoe-
ling zijn.
De heer van Ketwich Verschuur heeft gewezen op
de exportslagerij te Osch, maar die verkeert in eene
bijzondere positie. Zij heeft namelijk een zeer voordeelig
contract met de maatschappij Zeeland, waardoor het tarief
voor vervoer zeer laag is. Het is zeer de vraag, of de
staatspoorwegmaatschappij daarvoor ook zou te vinden
zijn. Dat is eene zaak van groot risico, waaraan de ge
meente zich niet mag wagen.
De heer Hijlkema opperde het denkbeeld, dat ook vreem
de exportslagers genegen zouden zijn hier te komen
slachten. Spreker betwijfelt dat en herinnert aan eene
exportslagerij, die to Rotterdam was gevestigd en naar
Kralingen werd verplaatst. Toen Kralingen bij Rotterdam
werd gevoegd, werd zij weder verplaatst, alles om de
f 2.50 te ontloopen, die volgens verordening per stuk
vee in het abattoir verschuldigd is.
De heer van Messel heeft met groot genoegen van den
heer Beekhuis vernomen, hetgeen door den heer Hijlke
ma is bevestigd, dat het voorstel te mager is toegelicht,
dat het eigenlijk te doen is oin land aan te koopen voor
de eventucele stichting van een abattoir. Maar dan acht
spreker den aanhef van het voorstel treurig gekozen, want
immers sedert 189G zeggen burgemeester en wethouders
reeds bezig te zijn te zoeken een stuk land, geschikt voor
eene exportslagerij. Het was dan ook royaler geweest,
wanneer dat in het voorstel stond te lezen, dan waren de
debatten vermeden en veel tijd bespaard.
De lieer van Ketwich Verschuur beriep zich op export-
slagerijen, die in het binnenland liggen en bloeien en op
die te Rotterdam gevestigd zijn. Spreker meent daartegen
te moeten aanvoeren, dat het vervoer van Rotterdam
naar den Hoek van Holland veel korter is dan van Leeu
warden, en dat vooral in de warme zomerdagen de lange
reis van Leeuwarden zeer nadeelig voor het vleesch is