Vergadering van Dinsdag 14 April 1903. 52 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Maart 1903. omdat deze regeling aan de directie wordt overgelaten. Volgens artikel 20 van de ontwerp-verordening is dat de directeur der gemeentewerken, maar dat kan ook een opzichter zijn, die het hiermede niet zoo nauw neemt. De voorzitter wees wel op de straatmakers, maar spre ker kan het zich ook voorstellen in andere vakken. Spreker blijft dan ook aandringen op opneming van zulk eene bepaling. De heer Middelkoop is het eens met den heer Wolff en stelt voor het volgende amendement: de drie laatste regels van artikel 3 te laten vervallen en aan het artikel toe te voegen een 2e en een 3e lid van den volgenden inhoud „Niet meer dan 20 pCt. der werklieden mogen inge volge het bepaalde bij de vorige alinea beneden de ge stelde loonminima bezoldigd worden. „Werklieden beneden 14 jaren worden op het werk „niet toegelaten. Dit amendement, ondersteund wordende, komt in be handeling. De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Middelkoop tweeërlei voorstelt en daaronder juist wat burgemeester en wethouders willen koeren, blijkens hunne memorie van toelichting. De directeur der gemeentewerken is van meening, dat daarvoor geen regel kan worden gesteld en dat, waar dit in de verordeningen van andere gemeenten is ge schied, aan burgemeester en wethouders liet verleenen van ontheffing is voorbehouden, llij wijst voorts op den brief van burgemeester en wethouders van Zaandam, die schrijven „Daar toch in den regel iedere stratenmaker met een „jongen werkt, is het in de practjjk gebleken, dat liet „voor die categorie onmogelijk is, vast te houden aan „de hoogstens 20 pCt. werklieden beneden 21 jaar." Daarom is dit artikel door burgemeester en wethou ders aldus geredigeerd, omdat dat percentage afhangt van den aard van het werk en soms meer, soms minder dan 20 pCt. zal bedragen. De heer Middelkoop meent, dat valide werkkrachten die personen zijn, die boven de 20 jaren oud zijn. Die van 1520 jaren zijn geen vol werkman. Bovendien meent spreker, dat de arbeid, dien kinderen van 14 jaren verrichten als hulp bij het straatmaken, voor hen veei te zwaar is. Daarom geeft spreker er de voor keur aan hen uit te sluiten. De Voorzitter blijft op grond van de ervaring, elders opgedaan en van de missive van den directeur der ge meentewerken, opneming van een percentage ontraden. Do beraadslaging wordt gesloten en op voorstel van den Voorzitter wordt besloten het amendement-Middel koop te splitsen. Alinea 1 betreffende het vaste percentage wordt ver worpen met 12 tegen 9 stemmen, die der heeren Ha- verschmidt, Oosterhoff, Lautenbach, Vilhelmjj, Kuipers, Duparc, Feitz, Jansen en Middelkoop. Alinea 2 betreffende het niet toelaten op het werk van personen beneden 14 jaren, wordt door burgemeester en wethouders overgenomen. Artikel 4 wordt zonder discussie of hoofdelijke stem ming vastgesteld. Artikel 5. Den aannemer wordt mede de verplichting opgelegd Stoomdrukkerij van C. .1 zijne werklieden niet langer te doen werken dan een door burgemeester en wethouders bij het bestek vast te stel len aantal uren per etmaal. Op dit artikel is door de heeren Ilaverschmidt, Kon ter en Wolff een amendement ingediend, luidende: te laten vervallen de woorden bij het bestek. Bij te voegen als 2e lid: Het bij artikel 2, 2e, 3e, 4e en 5e lid ten aanzien van het minimum-loon bepaalde is mede van toepassing op de vaststelling van den maximum-werktijd. De heer Beekhuis kan zich niet vereenigen met het voorstel om uit dit. artikel de woorden: bij het bestek, te doen wegvallen. Het bestek toch is het contract voor dat werk tusschen aannemer en directie opgemaakt en daarom moeten deze woorden blijven bestaan. Het kon anders aanleiding geven tot verwarring, wan neer de loonlijst tusschentjjds gewijzigd werd en de aan nemer zich gebonden kon achten aan de loonlijst, op 1 Januari vastgesteld. Zooals het artikel thans luidt, is het in ieder geval duidelijker. De heer Konter verklaart er niets tegen te hebben, dat de woorden blijven staan, wanneer dit strekken kan om kwesties tusschen burgemeester en wethouders en den aannemer te voorkomen. De heer Troelstra wil de woorden „bij het bestek" in het artikel behouden. Wanneer er nu bij een of ander werk buitengewone haast is, dan moet er vaak langer ge werkt worden en wanneer dan de uren volgens de amendementen zijn vastgesteld, dan ontstaan er overuren, terwijl feitelijk de dagtaak verlengd is. Deze verorde ning beoogt wel de dagtaak te beperken, maar niet do werklieden van overuren te doen profiteeren. Door verhooging van loon voor overwerk wil men dit te keer gaan. Wanneer nu het aantal werkuren in plaats van op 11 op 12 moet worden gesteld, dan moet daartoe gelegen heid blijven bestaan. Ook hier kan spreker niet meegaan met de voorge stelde amendementen. Het amendement-Haverschinidt c.s. wordt aangenomen met 15 tegen (i stemmen, die der heeren Beucker An- dreae, Beekhuis, Troelstra, van Mossel, Feddema en Hjjlkema. De lieer Van Ketwich Verschuur stelt, met het oog op het vergevorderde uur, verdaging der behandeling voor. Spreker weet, dat nog verscheiden amendementen op verschillende artikels zullen worden voorgesteld en acht gezette overweging daarvan wenschelijk. Spreker doet te eerder dit voorstel, daar er bij het tot stand komen der verordening geen dringende haast is. De Voorzitter heeft tegen verdaging der verdere be handeling geen bezwaar; hij doet opmerken, dat de eerstvolgende vergadering valt op den Dinsdag na Paschen. Aangezien hij meent, dat de vergadering dan verre van voltallig zijn zal, is hij voornemens op 28 April e.k. de verdere behandeling van het ontwerp aan de orde te stellen. De vergadering wordt hierna door den oorzitter gesloten. igbloed Az., Leeuwarden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1903. Tegenwoordig de heerenBeucker Andreae, Wilhelmij, Oosterhoff, Schoondermark, Lautenbach, Duparc, Troelstra, Konter, Feitz, Menalda, Van Messel, Kuipers, Haver- schmidt, .Middelkoop, Tromp, Wolff, Baart de la Faille, Feddema, Hylkema, Beekhuis. Afwezig de heeren: van Ketwich Verschuur, Jansen en Tigler Wijbrandi. Voorzitter: Jhr. Mr. A. Rüell, Burgemeester. I. De notulen van de Dinsdag 24 Maart j.l. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van de heeren: van Ketwich Verschuur en Jansen; 2. verslag van de commissie, belast geweest met het afnemen van het eind-examen aan de Burgeravondschool aan het einde van den cursus 1902/'03; 3. dat door Qed. Staten zijn goedgekeurd bij besluit dd. 25 Maart 1903 no. 30 het raads besluit van 10 Maart j.l. tot verkoop van grond aan het Zwitserswaltje aan H. Drijfhout b. bij besluit van 25 Maart 1903 no. 63 het raads besluit van 24 Maart j.l. tot verkoop van bouwterrein aan Ebbens en de Jong; c. bij besluit dd. 2 April 1903 no. 40 het raadsbe sluit van 24 Maart j.l. tot verkoop van grond aan den Noorderweg aan de Erven Koumans Smeding, d. en het raadsbesluit van 24 Maart j.l. tot aan koop van eene bleek aan het Noordvliet van II. G. Brouwer; 4. dat zijn verkocht <i. aan J. van der Werff Jzn. een gedeelte van bouw blok XI, groot pl. m. 37* Ms tegen f 5 per M2., alzoo totaal voor pl. m. f 187.50; b. aan F. Iloogmei gedeelten van bouwblok XIV, pl. m. 15 M2 tegen 4 en pl. m. 188 M2 tegen f 4.50 per M2., alzoo totaal voor pl. m. f 903.82"- c. aan P. Vonk een gedeelte van bouwblok Ili?, groot pl. m. 730 M2. voor den prijs van f 6.50 per M2., alzoo totaal voor pl. m. f 4745. d. aan M. Meijer een gedeelte van bouwblok XIV, groot, pl. in. 182 M*. tegen f 4.per M2., alzoo totaal pl. m. f 728.— III. Wordt ter tafel gebracht 1. Rekening en verantwoording van het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1902; wordt gesteld in handen der heeren Menalda, Jansen en Kuipers ten fine van onderzoek en rapport. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan J. A. Brassinga als onderwijzer aan gemeenteschool no. 9. 3. Idem om in gemeenteschool no. 9 eene kamer te laten maken voor het hoofd van die school. 4. Idem om IL Kuipers te ontslaan van de huur van een aan de gemeente in eigendom behoorend stuk land aan de Huizumerlaan. 5. Idem tot verkoop van een stukje grond van bouw blok I aan het Nieuwe Kanaal aan den heer A. J. Fed dema alhier. 6. Praeadvies van burgemeester en wethouders op het verzoek der Friesche Tuinbouwvereeniging orn sub sidie. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening, regelende den rang, het getal, j de bezoldiging en de wijze van benoeming van de amb tenaren en bedienden, belast met de exploitatie der ge- meentelijke gasfabriek (gem. blad no. 21 van 1881). 8. Idem naar aanleiding van een adres van J. Tiche laar e.a., bewoners der Cichoreibuurt, om verbetering van het voetpad en verlichting van die buurt. f). Idem tot wijziging en aanvulling der verordenin gen omtrent het verleenen van pensioen aan ambte naren, bedienden en werklieden in dienst der gemeente of van gemeentelijke instellingen (gem. bladen no. 32 van 1893 en no. 12 van 1899). 10. Adres ongedateerd, ontvangen 14 April 1903, van het bestuur der Ambachtsschool alhier, houdende verzoek aan genoemde vereeniging te verkoopen de halve sloot met talud, loopende langs bouwblok III der bouw terreinen wordt gesteld in handen van burgemeester en wet- i houders ten fine van praeadvies. Deze punten te behandelen in eene volgende verga dering en die sub 7 en 9 te doen drukken als bijla gen van 's raads handelingen. IV. Rapport wordt uitgebracht dooi den heer Oosterhoff namens de commissie, belast ge weest met het onderzoek van de rekening en verant woording der dienstdoende schutterij over 1902 wordt besloten de conclusie van dit rapport te behan delen in eene volgende vergadering. V. Wordt overgegaan tot de behandeling van do op den oproepingsbrief vermelde punten I. Benoeming van onderwijzers en onderwijzeressen aan gemeentescholen nos. 7 en H. Voorgedragen worden I. voor de benoeming van twee onderwijzeressen aan gemeenteschool no. 7 wegens uitbreiding van personeel: a. 1. Mejuffrouw II. van der Wal te Warns. 2. IJ. Bakker te Poppingawier. 3. G. Leopold te Grouw; b. 1. Mejuffrouw A. Kink te Leeuwarden. 2. IJ. Bakker te Poppingawier. 3. A. I. van Dijk te Leeuwarden. De uitslag der stemming is, dat benoemd worden mej. II. van der Wal met algemeene (20) stemmen en mej. A. Kink met 19 stemmen, terwijl 1 stem wordt uitgebracht op mej. van Dijk. 11. Voor de benoeming van een onderwijzer aan ge meenteschool no. 7 ter vervulling van de vacature, ont staan door het verleenen van eervol ontslag aan den onderwijzer A. Baarsma: 1. T. Steenstra te Eestrum. 2. J. Zwaagstra te Marssum. 3. P. van der Molen te Irnsum. De uitslag der stemming is, dat benoemd wordt T. Steen stra met algemeene (20) stemmen. III. Voor de benoeming van eene onderwijzeres aan gemeenteschool no. 8 ter vervulling van do vacature, ontstaan door het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres W. Posthuma: 1. Mej. S. van der Net te Leeuwarden. 2. C. van Dijk te Sneck. 3. 1). Bearda te Huizum (dorp). De uitslag der stemming is, dat mej. van der Net benoemd wordt met algemeene (20) stemmen. IV. Voor do benoeming van twee onderwijzers aan gemeenteschool no. 8 wegens uitbreiding van personeel: a. 1. W. Carelse te Dronrijp. 2. AV. J. van Dijk te Makkum. 3. J. Keuning te Makkum. 4. J. Veenstra te Roordahuizum. De uitslag der stemming is, dat benoemd wordt AV. Carelse met algemeene (20) stemmen; b. 1. C. Swarts te Sint Jacobi-Parochie. 2. T. Hesselius te Nijehaske. 3. AV. Kreger te Leeuwarden. 4. II. J. AVesterhuis te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 1