54 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1003. De heer Schoondermark is bevreesd, dat de raad eene benoeming zal doen tegen zijn eigen verordening in. Artikel 18 der wet op het lager onderwijs zegt o. m., dat de gemeenteraad de vakken bepaalt, waarin onder wijs zal worden gegeven boven de in artikel 16 genoemde en uit de betrekkelijke verordening blijkt, dat'die vakken zijn fraaie handwerken, handteekenen en gymnastiek. Voor zoover spreker beeft kunnen nagaan, wordt aan bet voorschrift betreffende de fraaie handwerken voldaan, aan dat betreffende het handteekenen niet. Uit het jaar verslag der gemeente over 1902 blijkt, dat dit onderwijs aan alle scholen moet worden gegeven, terwijl aan school no. 5 dit vak onderwezen wordt door een onbevoegde. Uit artikel 74 der wet op bet lager onderwijs in verband met artikel 17!) der gemeentewet volgt, dat de schoolcommissie en burgemeester en wethouders verant woordelijk zijn voor de uitvoering dezer verordening. Wanneer nu de raad een onbevoegde benoemt, dan wordt richtige uitvoering voor die colleges ondoenlijk. Evenzoo is het gelegen met bet onderwijs in de gym nastiek, dat ook op sommige scholen door onbevoegden wordt gegeven. Zoo heeft spreker de zekerheid gekre gen, dat dit geschiedt aan gemeenteschool no. 6, waar onderwijs gegeven wordt in de gymnastiek (vak s.) door een onderwijzer in het bezit van de acte voor vrije en ordeoefeningen (vak j). Dit zijn verschillende vakken, die door de wet worden onderscheiden. Waar nu ook zoo duidelijk is onderscheiden door den raad blijkens het jaarverslag, waar de toelage voor gym nastiekonderwijs met vette letter staat gedrukt, daar moet thans benoemd worden een onderwijzer in het bezit van de akte voor gymnastiek (vak s). De Voorzitter vertrouwt, dat de raad, als hij dit noo- <lig oordeelt, met den ten slotte door den vorigen spreker gegeven wenk zijn voordeel zal doen. De door dezen gemaakte opmerkingen betroffen leemten, die zouden bestaan ten aanzien van de scholen nos. 5 en 6, terwijl thans eene benoeming aan school no. 8 aan de orde is. Burgemeester en wethouders zijn dan ook niet voor bereid op de beantwoording van opmerkingen, die een zaak betreffen, welke eigenlijk buiten de orde is. Spre ker wil evenwel toezeggen, dat zal worden nagegaan, welke rekening met bet door den heer Schoondermark gesprokene zal moeten worden gehouden. De uitslag der stemming is, dat benoemd wordt C. Kwarts met 16 stemmen, terwijl 1 stem op T. Hesselius en 3 stemmen op II. J. Westerhuis worden uitgebracht. 2. Rapport rler commissie, betast, geweeit met het on derzoek ran eene wijziging der gemeente begroot iiig, dienst 1902. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de voorgestelde wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1902, goedgekeurd. 3. Idem der commissiebelast geweest met onderzoek van wijzigingen der gemeentebegrootingdienst 1903. Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de voorgestelde wijzigingen der gemeentebegrooting, dienst 1903, goedgekeurd. 4. Voorstet van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting dienst 1902. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de gevraagde machtiging tot het doen van af- en over schrijvingen op de gemeentebegrooting, dienst 1902, ver leend. 5. Rapport der 'commissiebelast geweest met het on derzoek der rekening van den Prinsentuindienst 1902. De beraadslaging wordt geopend. Naar aanleiding van de opmerkingen, die de commissie aan de conclusion van baar rapport laat voorafgaan, wil de heer Hijlkema een en ander in het midden brengen. Zij zegtEven wed rees bij ons de vraag, mede naar „aanleiding van de in de raadszitting van 10 Maart jl. „gedane vraag, of do kosten voor het schoonmaken van „den vijver niet bestreden konden worden uit de kas van „den tuin en het daarop gegeven antwoord, of het wel „wensehelijk is met het beheer op denzelfden voet voort „te gaan en of het niet beter ware, dat voortaan alle „baten en lasten in de •gemeenterekening worden opgeno- „men evenals dit met andere gemeentelijke inrichtingen „het geval is." Spreker is zoo vrij dadelijk op te merken, dat daar toe wijziging der verordening noodig zou zijn. In de vergadering van 10 Maart jl. is toen ook ge vraagd, of de kosten van het dempen met zand van den vijver niet bestreden kan worden uit hyt fonds van den Prinsentuin. Spreker- wil de commissie verwijzen naar artikel 8 der verordening (gemeenteblad no. 27 van 1887). Dit werk zou dan moeten worden gebracht onder c „tot het aanbrengen van versieringen en die werken, welke „strekken tot het genot der abonnés Maar de vraag mag dan toch gesteld worden, of dat dempen daaronder gebracht mag wordenin ieder geval zal dat dan toch een indirect genot zijn, terwijl op die wijze elke wijziging of verandering daaronder gebracht zou kunnen worden, omdat elke verbetering, ook aan gebouwen, in zekeren zin het genot der abonnés kan verhoogen, doch op die wijze zou het fonds spoedig uit geput zijn. Wat betreft den wensch der commissie om alle baten en lasten op te nemen in de gemeenterekening, verwijst spreker naar artikel 4 der verordening, waar staat, dat alleen de pachtsom in de begrooting der gemeente wordt verantwoord. Wil men ook de abonnementsgelden op nemen, dan zou wijziging der verordening noodig zijn. Bovendien wil spreker er nog op wijzen, dat de ver ordening steunt op de historie. Uit het archief blijkt, dat den 29 Mei 1819 bij acte van overdracht de tuin door den koning aan de gemeente is teruggegeven, terwijl in 1855 het fonds voor den tuin werd gesticht, waarbij de thans geldende regel werd vastgesteld, waarvan spreker gedeelten voorleest. Daarom moet men nu niet aan bet oude vasthouden, wanneer het nieuwe beter blijkt te zijn, maar dit juist betwijfelt spreker, of de regeling, zooals de commissie die wenscht, beter is. Spreker ziet wel bezwaren daarin, maar geen voordeelen boven de thans geldende regeling, op grond waarvan de commissie haar voorstel aanbeveelt. De beer Oosterhoff wil in de eerste plaats doen op merken, dat de kwestie van het dempen van den vijver door de commissie in haar rapport niet is besproken; alleen naar aanleiding daarvan wenscht hij te vragen, of er geen betere regeling betreffende de financiën ware te treffen. De commissie was zich zeer wel bewust, dat voor het geen zij wenscht, wijziging der verordening noodig is, maar zij stelde haar vraag ook hierom, omdat er toch iets onregelmatigs in gelegen is, dat b. v. de entrees in de rekening van den tuin, terwijl de pachtsom en het salaris van de plantsoenwachters in de gemeenterekening worden opgenomen. Dat is een hinken op twee gedach ten en daarom acht de commissie het Deter, dat of alles opgenomen wordt in de gemeenterekening of alles op de rekening van den Prinsentuin. De heer Duparc zegt, dat het punt, door de commissie Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1903. 55 ter sprake gebracht, niet nieuw is. Sinds jaren is over de rekening van den Prinsentuin hier van gedachten ge wisseld. In bet wezen der zaak heeft de commissie vol komen gelijk, dat alle ontvangsten en uitgaven behooren te loopen over de gemeenterekening. Maar er is een Fransch spreekwoord, dat zegt„c'est la légalité qui tue", en dit is hier van toepassing. Want indien men al deze ontvangsten volgens de wet wilde behandelen, dan ware er eene belastingverordening noodig op bet gebruik van den tuin, koninklijk goedgekeurd. Dat zou de weg zijn, doch hoe omslachtig zal ieder begrijpen. Spreker brengt in herinnering, dat ten vorige ja re dooi de regeering aan de Tweede Kamer is ingediend een ontwerp tot wijziging der gemeentewet, dat in gevallen als het onderwerpelijke voorziet door aan de gemeente besturen faciliteiten toe te staan. Misschien is, als het volgende jaar de rekening van den tuin weder wordt aangeboden, de wet reeds van kracht. Daarom zou spreker de commissie willen aanraden nog een jaartje geduld te hebben. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten lo. goed te keuren de rekening en verantwoording van den Stads- of Prinsentuin over 1902, sluitende in ontvang met een bedrag van /'8125.64s in uitgaaf met - 4033.83 dus met een voordeelig saldo van /'4091.8D; 2o. burgemeester en wethouders 's raads dank te be tuigen voor hun nauwgezet beheer. De wethouders werken niet mede tot het nemen van dit besluit. 6. I horstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van pensioen aan den eervol ontslagen metervul- ler aan de gemeentelijke, gasfabriek.7. E. Schr'euder. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan J. E. Schreuder voornoemd, met ingang van 15 April 1903, een jaarlijksch pensioen te verleenen, groot /'lil. 7. Idem om geen gebruik te malan ran hef recht om ile gebouwenwaarin de Ambachtsschool is gevestigd, tegen betaling der verkoopswaardeminus f 4800.in eigendom over te nemen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten om bijaldien uitvoering wordt gegeven aan de aan bieding, door het bestuur van bet Sint Anthony-Gasthuis te Leeuwarden aan de verecniging de Ambachtsschool alhier gedaan, geen gebruik te maken van het recht, der gemeente toekomende blijkens acte den 2 Augustus 1892, gepasseerd voor den heer Allert Ottema, notaris alhier, om de tegenwoordige gebouwen van de Ambachts school, in eigendom over te nemen tegen betaling der verkoopswaarde, door drie deskundigen te bepalen, ver minderd met de som van /'4S00.— 8. Idem om aan J. de .longpachter der buffetten in den Prinsentuinvergunning te verleenen in het koffiehuis eenige tijdelijke verbouwingen te doenten einde het te kunnen bewonen. Heeft ter visie gelegen 0111 heden te worden afgedaan. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan Jarig de Jong, pachter van de buffetten in den Prinsentuin, vergunning te verleenen voor zijne reke ning in het koffiehuis c.a. kamers te maken volgens de door liem overgelegde teekening en die lokalen zoowel gedurende de zomer- als de wintermaanden te bewonen onder de door burgemeester en wethouders vastgestelde voorwaarden. 9. Idem inzake de schenkingen roor den aanleg eener openbare wandelplaats. Heeft ter visie gelegen om te worden afgedaan. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten I. de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeu warden in sectie C nos. 1439, 988 en 989 tot 1 Novem ber e. k. publiek te verhuren II. de huuropbrengst, zoomede het door één onbe kende geschonken bedrag van 1000.te bestemmen voor betaling voor de aan het Rijk verschuldigde rechten III. burgemeester en wethouders een crediet te ver leenen voor de overige nog op de aanvaarding der schen king van Mr. \Y. J. van YYeldoreu baron Rengers en eclitgenootc vallende kosten I V. burgemeester en wethouders te machtigen tot den aanleg van eene openbare wandelplaats op de sub I genoemde perceelen, volgens een nader in overleg met den schenker vast te stellen en goed te keuren ontwerp, onder voorwaarde, dat de kosten van de uitvoering daar van een bedrag van 12,500.niet te boven gaan. In verband met de behandeling van punten 10. rapport der reclame-commissie over reclames in beroep tegen het primitief kolder, dienst 1902; 11. idem over reclames tegen de suppletoire kohieren van den hoofde lij ken omslagdienst 1902 12. primitief kohier van den hoofdei ijken omslag dienst 1903 wordt de openbare vergadering geschorst. Na heropening wordt besloten I. het kohier van den hoofdeljjken omslag naar het inkomen ten behoeve dezer gemeente over bet dienstjaar 1903 na daarin aangebrachte wijzigingen vast te stellen op een totaal der cijfers van aanslag ad 6512237 en met een totaal van aanslagen ten bedrage van ƒ225,161.02 II. te bepalen, dat van iederen aanslag zal worden inge vorderd 97.8 procent, in verband waarmede het te innen. edrag zal zijn eene som van /'220.207,19. De Voorzitter sluit hierna de vergadering. Stoomdrukkerij. C. Jongbloed Az. Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 2