Vergadering van Dinsdag 23 Juni 1903. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Juni 1903. 81 Tegenwoordig de heerenOosterhoff, Troelstra, Mid delkoop, Lautenbachj Komter, van Messel, Haverschinidt, Feddema, Beekhuis, Schoondermark, Kuipers, Baart de la Faille, Tromp, Duparc, Menalda, Tigler Wijbrandi, Feitz, van Ivetwich Verschuur. Voorzitter: de heer J. Troelstra, loco-burgemeester. I. De notulen van de op Dinsdag 9 Juni jl. gehou den vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van de heeren Wolff, Beucker Andreae, Hijlkema 2. dat aan den burgemeester een verlof tot afwezig heid is verleend van 20 Juni tot 12 Juli 3. adres dd. 19 Juni 1903 van Gr. Jansen, houdende verzoek de De Wet- en de Bothastraat van hem in eigendom, onderhoud en beheer over te nemen 4. idem dd. 20 Juni 1903 van J. A. Janssen, secre taris-boekhouder der Stads-Armenkamer, houdende ver zoek om verhooging zijner jaarwedde met adhaesiebe- tuiging van de voogden dier instelling. Deze beide adressen in handen van burgemeester en wethouders ten fine van praeadvies 5. dat aan den landbouwer Gr. IJ. Greidanus vergun ning is verleend van den Harlinger trekweg gebruik te maken tot vervoer van hooi, uiterlijk tot 1 October 1903; 6. dat bij besluit van Gedeputeerde Staten dd. 4 Juni 1903, no. 4, is goedgekeurd het raadsbesluit d.d. 26 Mei 1903 tot het aangaan van eene overeenkomst met de vereeniging „het Bureau voor animale vaccinatie" tot het vestigen van erfdienstbaarheden; en bij besluit dd. 18 Juni 1903, no. 3, de raadsbesluiten dd. 9 Juni 1903 a. tot verkoop van het huis Üldegalileën no. 45 aan W. Buising; b. tot het verleenen van vergunning aan E. J. de Vries een kiosk te hebben op het Stationsplein c. tot het toestaan van eene vermindering der pacht som aan FI. Dolstra, pachter van het pontveer bjj het Stads-Ziekenhuis; cl. tot het verleenen van vergunning aan N. A. Was senaar twee loopbruggetjes te leggen over de sloot langs den Stienser weg e. tot den verkoop van een gedeelte van bouwblok IIc aan K. E. Hoekstra tot den verkoop van eene oppervlakte water der Potmarge aan de Naamlooze Vennootschap „Leeuwarder Stroocar tonfabriek' 7. dat zijn verkocht aan J. H. Stoett een gedeelte van bouwblok IK, groot 544 M2 tegen den prijs van ƒ6.50 en een gedeelte van bouwblok XIVc, groot 712| M2 tegen den prijs van 4.25 per M2, totaal vooreene som van ƒ5,907.71^; aan S. van der Zaag een gedeelte van bouwblok Xle, ter grootte van ongeveer 257 M2 tegen den prijs van ƒ4.per M2, voor eene som van ƒ1,028.70; 8. dat de aanplakborden en -zuilen voor den tijd van 3 jaren zijn verpacht aan de firma X. Miedema Co. voor ƒ300 per jaar; 9. missive van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijshoudende mededeeling van de dagen, waarop het openbaar examen aan de Middelbare School voor meisjes zal worden gehouden; tot bijwoning worden uitgenoodigd de heerenTigler Wijbrandi, Kuipers en Tromp. 10. adres dd. 17 Juni 1903 van de vereeniging „Medicorum Vinculum", houdende verzoek spoedig over te gaan tot de oprichting van een ziekenhuis voor be smettelijke ziekten. De Voorzitter stelt voor dit adres voor notificatie aan te nemen. De heer Duparc wil wat dieper op de zaak ingaan. De vorm, door het bestuur van „Medicorum Vinculum" gekozen, om de opmerkzaamheid te vestigen op deze kwestieis zeer bescheiden. De bedoeling is echter duidelijk, n.l. om verbetering in den bestaanden toestand te krijgen. Daarom zou spreker in overweging willen geven, het adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ten einde daarop zooveel noodig te letten bij de beantwoording van de interpellaties, achtereen volgens van de heeren Tromp en Baart de la Faille over de zaak van het hulpziekenhuis. De Voorzitter verklaart tegen het voorstel van den heer Duparc geen bezwaar te hebben, al meent hij, dat het op hetzelfde zal neerkomen, als wat door hem werd voorgesteld. Hij neemt het voorstel dus over, waarna dienovereen komstig wordt besloten. 11. dat de uitbreiding van gemeenteschool no. 11 gegund is aan den laagsten inschrijver M. Tijnis te Sappemeer voor de som van ƒ37,980. De heer Feddema heeft het verslag van de raads vergadering van 25 Februari 1902 gelezen toen is be sloten gemeenteschool no. 11 uit te breiden met 4 lokalen. Kaar aanleiding van de door den voorzitter gedane mede deeling der gehouden aanbesteding wil spreker mededee- len, dat hem bij inzage van het bestek bleek, dat behalve dat de school met 6 lokalen vergroot zal worden, er bo vendien nog eene werkvrouwenwoning bij zal worden gebouwd. Spreker heeft nergens gezien, dat de raad tot den bouw dezer woning een besluit heeft genomen en daarom ver zoekt hij dienaangaande eenige inlichtingen; misschien dat het besluit zijne aandacht is ontgaan. Z.i. behoort de beslissing over het bouwen van zulk eene woning tot de competentie van den raad en boven dien het bouwen daarvan kan moeielijk gebracht worden onder uitbreiding van eene school. De Voorzitter, op deze vraag niet voorbereid zijnde, kan moeielijk een afdoend antwoord geven. Toch twij felt spreker geenszins, dat bij het maken van het bestek is gehandeld overeenkomstig het in de maand Februari van het vorig jaar omtrent de uitbreiding van gemeente school no. 11 genomen raadsbesluit. Dit moet wel worden aangenomen, daar ook de commissie voor openbare wer ken is gehoord en het bestek door den districtsschoolop ziener is goedgekeurd. Verder meent spreker zeker te zijn, dat de raad ook is gekend in het bouwen van eene woning voor de werk vrouw. Hij weet niet beter, of in den betrekkelijken be- grootingspost is die woning uitdrukkelijk genoemd. De heer Beekhuis wil hieraan toevoegendat de woorden in het raadsverslag van 25 Februari 1902 „uitbreiding met 4 lokalen" eene verkorte uitdrukking is voor alle werken, die voor de vergrooting van gemeente school no. 11 noodig waren. Deze plannen zijn behoorlijk onderzocht door de com missie voor openbare werken en door den districtsschool opziener goedgekeurd. Daarna zijn zij met de teeke- ningen en bijbehoorende stukken in den raad behandeld en goedgekeurd. Aan alle voorschriften, meent spreker, is dus voldaan. De heer Feddema heeft den wethouder van openbare werken hooreu zeggen, dat dit eene verkorte indrukking is, maar dan komt het spreker wel wat heel kort voor. De voorzitter verklaarde, dat de raad in de plannen was gekend, maar dit is zeker zoo niet, wijl uit het raads-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 1