Vergadering van Dinsdag 13 October 1903 118 Verslag van de handelingen van den gem ;e:iteraad omdat daarmee geconstateerd wordt, dat vreemdelingen in de hoofdstad van de provincie veelal het mikpunt zijn der straatjeugd. Waar burgemeester en wethouders al het mogelijke doen, vroeg spreker zich af, of het wat zou baten, wan neer die zaken hier ter sprake komen? Hij meent van wel, onderwijzers en ouders kunnen de liederlijke taal, die een groot gedeelte van onze jeugd gebruikt, helpen te keer gaan, zoodat niet langer jonge meisjes daarmede op straat worden lastig gevallen. Spreker wil wijzen op de buurten bij het Nieuwe Ka naal, waar de bewoners klagen, dat de straatjeugd die buurt schijnt uitgekozen te hebben om de voorbijgan gers met onkiesche praatjes lastig te vallen, zoodat zij hunne dochters en dienstboden 's avonds niet meer dur ven uitzenden. Spreker hoopt, dat door hier op die feiten de aandacht te vestigen er althans eenige verbetering zal komen. Het ongerief, dat winkeliers ondervinden, die op stoe pen etaleeren, waartoe spreker zelf behoort, zal hij hier onvermeld laten het zou den schijn hebben, of hij voor eigen belangen pleitte, maar de schade, die door diefstal, vernieling enz. aan de eigendommen der neringdoenden wordt toegebracht, is aanzienlijk. Spreker hoopt, dat de politie er in zal slagen aan die losbandigheid paal en perk te stellen. van Leeuwarden van Dinsdag 22 September 1903. Ook de Voorzitter hoopt van harte, dat hetgeen de heer Lautenbach heeft gesproken den goeden invloed moge hebben, dien die spreker daarvan wenscht. Als hoofd der politie zijn de klachten over de bande loosheid der straatjeugd spreker eene dageljjksche zorg. De politie doet daarentegen wat zij kan, maar en spreker weet, dat ook andere gemeenten onder hetzelfde euvel gebukt gaan zij is niet altijd opgewassen togen de verregaande baldadigheid van de jeugd. Spreker zal andermaal de aandacht van den commis saris van politie vestigen op hetgeen de lieer Lautenbach heeft in liet midden gebrachtook zijn oprechte wensch is het, dat liet goedgezinde publiek met het gesprokene zijn voordeel zal doen en de maatregelen der politie zal steunentot dusverre toch valt de medewerking ook van het volwassen publiek, getuige zijne houding bij den onlangs alhier gehouden fietstocht, slechts weinig te roemen! VII. In verband met de behandeling van punt 3. llapport der commissiebelast geweest met het on derzoek van reclames tegen het primitief kohier van den hoofdelijken omslagdienst 1903 wordt de openbare vergadering door den V oorzitter gesloten. Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az., Leeuwarden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1903. 119 Tegenwoordig de heerenOosterhoffLautenbach Schoondermark, Beekhuis, Boucker Andreae, Wilhelm ij, van Messol, Ivoopmans, Fcddema, van Kotwich Verschuur, Duparc, Haverschmidt, Komter, Middelkoop, Troelstra, Hijlkema, Tromp, Wolff, Baart de la Faille, Menalda. Afwezig de hoeren: Tigler Wijbrandi, Jansen en Feitz. Voorzitter: Jhr. Mr. A. Rüell, burgemeester. I. De notulen van de op Dinsdag 22 September j.l. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid der heeren Tigler Wijbrandi en Jansen 2. dankbetuiging van Moj. J. Oosterlo voor hare be noeming tot onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3 3. adres dd. 23 September 1903 van N. van Minte e.a., uitmakende het dageljjksch bestuur der afdeeling Leeuwarden der S. 1). A. P., houdende verzoek de cokes der gemeenteljjke gasfabriek voor de ingezetenen ver krijgbaar te stellen tegen geen hoogeren prjjs dan de productiekosten bedragen. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wet houders ten fine van praeadvies. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Begrooting van het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1904. Wordt gesteld in handen der heeren van Ketwich Verschuur, Haverschmidt en Tromp, ten line van onder zoek en rapport. 2. Begrooting der Stads-Bank van Leening, dienst 1904. In handen der heèren: Tigler Wijbrandi, Menalda en Feddema, ten fine van onderzoek en rapport. 3. Aanbeveling voor de benoeming van een secretaris boekhouder der Stads-Armenkamer wegens periodieke aftreding van den heer J. A. Janssen. 4. Voordracht voor de benoeming van eene onder wijzeres in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. 10, vacature-Mej. W. Amiabel. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver koop van grond aan J. de Boer aan de Schoolstraat alhier. 6. Idem tot verhuring der bovenwoning Prins Hen drikstraat no. 13. 7. Idem tot verlenging van den huurtijd, waarvoor het terrein aan den verschwatervijver achter gemeente school no. 11 aan E. Jongstra is verhuurd. 8. Idem in zake de missive van de voogden der Stads- Armenkamer over de besteding der revenuen uit het fonds-Gravius. 9. Idem in zake het verzoek van C. Groenendijk om verlenging van den termijn, waarvoor hem voorkeur is verleend op een stuk land aan den Groninger straatweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in sectie F no. 2193. 10. Idem tot verhuring aan D. L. Dijkstra van het perceel land aan den Groninger straatweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in sectie E no. 2193. 11. Idem tot verhuring van het perceel gardeniersland, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in sectie G no. 4877 aan It. E. van der Weide. 12. Praeadvies van burgemeester en wethouders op het verzoek van den gemeente-ontvailger om verhooging zijner bureaukosten. 13. Idem op het verzoek om subsidie der Commissie tot oprichting en instandhouding eener kinderbewaarplaats te Leeuwarden. 14. Idem op het verzoek van bestuurders der werk- liedenvereeniging „Ons Belang" 0111 eene verordening te ontwerpen, waarbij pensioen wordt toegekend aan weduwen en weezen van gemeentewerklieden. 15. Idem op de verzoeken van onderwijzeressen in de nuttige en de nuttige en fraaie handwerken om verhooging van jaarwedde. 1G. Idem naar aanleiding van eene missive van cura toren van het gymnasium tot wijziging van artikel 2 der verordening gem. blad no. 8 van 1891. Do punten sub 15 en 16 te doen drukken als bijlage van 's raads handelingen en evenals die sub 314 in eene volgende vergadering te behandelen. IV. Rapporten worden uitgebracht door: den heer Wühelmij namens de reclame-commissie over reclames tegen het primitief kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1903 den heer Komter namens de commissie, belast geweest met het onderzoek van wijzigingen der begrootiug van het Nieuwe Stads-Weeshuis, dienst 1903 beide rapporten te behandelen in eene volgende ver gadering. den heer Schoondermark namens de commissie van rap porteurs over de ontwerp-gemeentebegrooting, dienst 1904. Dit rapport zal als bijlage van 's raads handelingen worden gedrukt, aan de leden worden rondgezonden en in de vergadering van 27 October e.k. worden behandeld. V. De Voorzitter stelt voor op Dinsdag 20 October aanstaande op het gewone uur eene buitengewone ver gadering te houden met het oog op het groote getal aangebrachte stukken en rapporten, die onmogelijk in één vergadering met de begrooting kunnen worden afgedaan. Tevens zal dan aan de orde worden gesteld het voorstel in zake de uitgifte van terreinen aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal en het daarop door den heer Feddema ingediende amendement. .Met bekwamen spoed is het amendement door dezen ingediend, maar door het onderzoek en het liooren der commissie voor openbare werken is de zaak nog niet zoo ver gevorderd, dat zij heden kon worden afgedaan. Overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter wordt besloten. VI Wordt overgegaan tot de behandeling der op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan O. ïleitsmaonderwijzer aan gemeenteschool no. 11. Heeft ter visie gelegen om heden te worden afgedaan. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt besloten: aan O. Beitsma, onderwijzer aan gemeenteschool no. 11, eervol ontslag te verleenen uit deze betrekking met ingang van 1 November 1903, op zjjn daartoe strekkend verzoek. 2. Idem om aan .8'. van der Zaagaannemer alhier vergunning te verleenen tot het maken van een inrit in het trottoir vóór een door hem te slichten pakhuis aan de Emmakade zuidzijde. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan S. van der Zaag, aannemer alhier, vergunning te verleenen tot het maken van een inrit in het trottoir vóór een door hem te stichten pakhuis aan de Emma kade zuidzijde, onder voorwaarde 1. dat de inrit ten genoegen van burgemeester en wethouders door en op kosten van adressant worde ge legd en bestraat in keperverband van eerste soort nieuwe

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 1