148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1903. terugkomen op hun besluit. Inwilliging van het ver zoek is best mogelijk en ook groote bezwaren kunnen door goeden wil worden overwonnen. Ten zeerste beveelt spreker overweging biervan aan. De heer Hijlkema is overtuigd, dat, wanneer de heer Schoondermark lid was van de gasc om missie, bij niet zoo zou hebben gesproken. Dit verzoek is indertijd in de gascommissie uitvoerig besproken en de overtuiging was, dat verlenging van den schafttijd met het oog op de werkzaamheden niet mo gelijk was. Die werkzaamheden grijpen zoo in elkaar, dat, wan neer verlenging werd toegestaan, de werktijd verlengd moet worden. Dit nu was niet de bedoeling der werklieden en na den directeur geboord te hebben, heeft de gascommissie aan burgemeester en wethouders geadviseerd bet verzoek van de hand te wijzen. De goede wil van burgemeester en wethouders is reeds gebleken, daar de werktijd in den wintertijd met een half uur is verkort. De heer Schoondermark heeft van den wethouder ver nomen, dat inwilliging van het verzoek niet mogelijk is, omdat dan de werktijd moet worden verlengd. En daarna hoort spreker, dat de werktijd met een half uur is ver kort. Wie van 712 uur werkt, verdient niet alleen 1W2 uur rusttijd, maar bovendien zijn zijne krachten daarna grooter. In Engeland is het bewijs geleverd, dat door inkrim ping van werkuren de werkkracht is toegenomen Daarom herhaalt spreker zijn verzoek met aandrang. De heer Duparc is van oordeel, dat ook reeds op een werktijd van 6| 12 uur een halfuur rusttijd dient te worden verschaft. Daardoor zouden de werklieden na den hoogst zwaren arbeid nieuwe krachten voor den verderen arbeid kunnen putten. De heer Oosterhoff meent nog te moeten medcdcelen, dat, toen verlenging van den schafttijd gevraagd werd, de leden der commissie dit verzoek niet onbillijk vonden, maar dat zij, toen het bleek, dat tegen de inwilliging van het verzoek bezwaren bestonden, beter vonden den werktijd op andere wijze met een half uur te verkorten. Zij vonden hiertoe te meer aanleiding, nadat hun was medegedeeld, dat do meeste werklieden, vóór dat de schafttijd verstreken is, zijn teruggekeerd, rustende in het grasveld op het terrein van de fabriek, of indien het koud is, in de stokerij. De heer Jansen verklaart door het antwoord van den lieer Hijlkema niet te zijn bevredigd. Dat do werkzaam heden zoo in elkaar grijpen, is waar, dat is overal het geval, waar machines werken. Wanneer nu blijkt, dat die werklieden een uur kunnen worden gemist, waarom dan geen anderhalf uur Verlenging van schafttijd is niet gevraagd door de machinisten en stokers. Zjj gebruiken daarvoor de oogen- blikken, dat zjj niet bij de machines en retorten zijn en schaften naar omstandigheden. Het zijn dus alleen andere werklieden en nu zegt de heer Oosterhoff, dat zij reeds binnen het uur weer terug zijn. Spreker kan dit moeilijk gelooven. Stel, dat een werkman woont aan het Vliet of de Landbuurt, dan kan hij onmogelijk in één uur schaften en heen en weer loepen en dan nog een kwartier, al is het slechts vijl minuten, overhouden. Die daar dan in het gras liggen, zijn stellig anderen en de losse werklieden die aan de gasfabriek dienst doen. Spreker gaat dus geheel mee met den heer Schoon dermark, die de verlenging van het schaftuur zoo warm verdedigt. De heer Baart de la Faille schaart zich met overtui ging aan de zijde der hoeren Schoondermark en Jansen en gelooft, dat een langere rusttijd voor de werklieden noodig is, daar deze bovendien aan hunne werkkrachten ten goede komt. Zij kunnen dan nog een halfuurtje langer in het gras liggen. De heer Hijlkema herhaalt, dat ook de gascommissie dit verzoek billijk vond en dat onderzocht is, of een schafttijd van anderhalf uur ook aan de gasfabriek mo gelijk was. Na verhoor van den directeur bleek echter, dat dit niet wel mogelijk was. Nu wordt er wel gezegd, de werklieden kunnen een uur krijgen om te schaften, waarom ook geen anderhalf uur, maar waar is dan 't einde Er moet toch ook eene grens zijn. Het werk kan aan eene gasfabriek niet stilstaan, op Zondagen en 's nachts moet er ook gewerkt worden. Dat zag men algemeen ook gaarne veranderd, maar de fabrieken kunnen niet worden stopgezet. Al is nu dit verzoek niet toegestaan, toch wordt er zooveel mogelijk met billijke wenschen rekening gehouden. Zoo werkten de stokers vroeger 12 uren thans 8. De heer Oosterhoff misgunt den werklieden niet an derhalf uur rusttijd, maar heeft die feiten alleen aan gehaald, omdat beweerd werd, dat een uur niet voldoende was om te eten en heen en weer te loopen van de fabriek naar huis. Overigens meent hij nog te moeten mcdedeclen, dat, toen de commissie eene deputatie uit de werklieden heeft gehoord, van Hinte heeft medegedeeld, dat het eigenlijk te doen was, om ook voor de andere werklieden een achturigen werkdag te verkrijgen. De heer Schoondermark blijft aandringen op eene toezegging. De heer Troelstra is van meening, dat aan adressanten door burgemeester en wethouders geen ander antwoord kon worden gegeven, dan is gedaan. De gascommissie heeft de zaak onderzocht en de ver klaringen van den directeur waren pertinent. Van hun advies kon dus niet worden afgeweken. Iedereen gunt den werklieden een schafttijd van an derhalf uur, maar burgemeester en wethouders konden toch niet afwijken van de bij hen ingekomen gemoti veerde adviezen. Zoodra de gascommissie en de directeur mededeelen, dat de schafttijd op anderhalf uur gesteld kan worden, zullen natuurlijk burgemeester en wethouders zoodanigen maatregel goedkeuren. De heer Schoondermark verklaart nog niet tevreden te zijn. De heer Troelstra zei, dat de zaak van alle zijden was onderzocht, maar men zal het spreker ten goede houden, wanneer hij zegt, dat dit wel meer gebeurd is, dat eene zaak van alle kanten is bekeken met het be kende gevolg. De heer Troelstra is zelf wel eens van opinie veranderd, getuige de kwestie van de terreinen aan het Nieuwe Kanaal. leder begrijpt dit, het geldt hier eene dubbeltjeskwestie en de zaak is te regelen. Spreker zou willen vragen, hoe is dit elders geregeld? En als 't daar kan, dan kan het ook hier. Daarom her haalt hij zijn verzoek. De heer Troelstra zegt, dat de algemeene rapporteur hier eene zaak te berde brengt van geheel anderen aard. Wanneer spreker eene of andere zaak zelf kan onderzoe ken en daarover een zelfstandig oordeel kan vellen, dan is hij niet zoo stijfhoofdig om niet op zijne meening te rug te komen, wanneer hij door nader onderzoek tot andere gedachten is gekomen. Maar hier geldt het eene zaak, waarover burgemeester en wethouders niet kunnen Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1903. 149 oordeelen, zij moeten daarbij kijken door de oogen van andere personen, die speciaal met het onderzoek belast zijn en verantwoordelijk geacht moeten worden voor hun advies. De heer Hijlkema kan zich voorstellen, dat de heer Schoondermark zijne vraag nog eens herhaalde, wanneer de gascommissie niet tegenwoordig was geweest. Thans heeft die commissie hem zelf' het antwoord gegeven en daaruit blijkt, dat er aan de zaak niets kan worden ver anderd. Vok/nn. 140 wondt hierna ongewijzigd goed gekeurd. Evenzoo volgnos. 141 Lib. Volgno. 140. De heer van Ketwich Verschuur vindt hier aanleiding tot het doen van eene vraag. Het is burgemeester en wethouders bekend, dat in April door den directeur der gemeentewerken advies werd uitgebracht over de uitbreiding der veemarkt en dat daar over door de commissie voor openbare werken in Juli uitvoerig werd gerapporteerd. Sedert heeft spreker van dat plan niets meer gehoord. Publiek en privaat wordt er reeds lang geklaagd over veel te weinig ruimte voor de varkens, alsook over het gering aantal weegtoestellen en daarom had-spreker ge dacht, dat, nu Juli al zoo lang achter den rug is, er met het oog op de naderende drukte der weekmarkten wat meer haast mede zou zijn gemaakt. Spreker wijst op een ingezonden stuk, getiteld De bargeweagerij to Ljouwert" in het Nieuwsblad voor Fries land van 5 September jl., geteekend W. J. Koopmans te Akkruin, waarin wordt aangedrongen op verbetering en gewezen wordt op het groote tijdverlies, dat gevolg is van den onvoldoenden toestand, wat het wegen betreft. Ook in het Eriesch Weekblad no. 1(17 komt een stuk voor, geteekend D. de Gavere, Oosterend, waarin wordt aangedrongen op vermeerdering van weegtoestellen. Uit het onderzoek der commissie voor openbare werken bleek, dat er thans ruimte is voor 1000 Hinke varkens. De aanvoer nu was het laaste jaar reeds zoo groot, dat ver scheiden schapenhokken moesten afgestaan worden aan de varkens en tal van schapen op de hoofdwegen en zijpaden op de markt moesten verblijven, wat groote belemmering gaf in het verkeer. Spreker heeft een en ander eens nagegaan en eenige cijfers gevraagd aan den marktmeester. En nu blijkt, dat het aantal varkens in het najaar steeds stijgt, vandaar veel verwarring en dikwijls ruzie op de markt. Den 9 October 11. werden aangevoerd 1420 varkens, den 16 October 1515, den 23 October 1359 en nu vraagt spreker, die evenals zijne modeleden gewis eene goed inge richte veemarkt op Imogen prijs stelt, of die toestand langer zoo mag voortduren. Daarom dringt spreker aan op eenigen spoed bij het maken der plannen tot uitbreiding. Twee weeginrichtingen, als er thans bestaan, zijn te weinig in getal bij zulk een aanvoer vandaar ook voor een goed deel het ontstaan van een onhoudbaren toestand. Onlangs las spreker van weegtoestellen, in gebruik te Hamburg en Stettin, die gelijkvloers liggen en waar de dieren slechts over heen loopen; de weging heeft dan plaats als die van beladen wagens op de openbare wegen. Wanneer dit systeem ook hier kon gevolgd worden, dan was dat induwen in het weeglmk en het terugtrekken hij staart en ooren niet meer noodig, dan kon alles wat vlugger geschieden en kwam er tevens een einde aan het oorverdoovend leven, dat het wegen en noteeren van t gewicht zeer bemoeilijkt. De heer Duparc is door de woorden van den heer van Ketwich Verschuur versterkt in de meening, dat eene speciale commissie voor de veemarkt wenschelijk is. Voor de beurs en de waag bestaan reeds lang commis sion. Het Imoge belang van de Leeuwarder veemarkt, dat spreker hier wel niet nader zal behoeven uiteen te zetten, maken de instelling van zoodanige commissie met eigen verordening, zelfs noodzakelijk. Wel is de marktmeester alleszins berekend voor zijne taak, maar grondige adviezen over zaken, als door den heer van Ketwich Verschuur werden genoemd, kunnen het best worden verwacht van eene commissie van vak mannen. Evenals vroeger met de waagcommissio is geschied, zouden er ook deskundige loden van buiten Leeuwarden in de commissie kunnen worden opgenomen. De Voorzitter wil er den heer van Ketwich Verschuur aan herinneren, dat, toen de commissie voor openbare werken haar advies heeft uitgebracht over liet plan van den directeur der gemeentewerken tot uitbreiding van de veemarkt, de meest geschikte tijd om die werkzaamheden ter hand te nemen was aangebroken, omdat de markt in den zomer het minst druk is bezocht. Zooals de heer van Ketwich Verschuur tevens intusschen weet, week het advies der commissie voor openbare wer ken op verschillende gewichtige punten af van het plan van den directeur, zoodat het voor burgemeester en wethou ders moeilijk was aanstonds te bepalen, aan welke zijde zij zich wilden scharen. Daarbij kwam, dat ook de districts veearts zijne wenschen omtrent de uitbreiding kenbaar maakte en burgemeester en wethouders het noodig acht ten eenige voorname handelaars in varkens en schapen te hooren om ook het gevoelen van de marktbezoekers te leeren kennen. Naar aanleiding van deze samensprekingen zijn bur gemeester en wethouders omtrent do uitbreiding tot eene conclusie gekomen en is aan den directeur opgedragen, in overeenstemming daarmede, zijn plan om te werken en eene begrooting van kosten op te maken. Deze stukken zijn bjj burgemeester en wethouders nog niet ingekomen. V anneer deze stukken ingekomen zjjn, kan de raad een voorstel verwachten; dat dezen zomer de uitbreiding niet is tot stand gekomen, is enkel een gevolg van het verschil van inzichten, dat over de onderdeden bestond. Wat de uitbreiding van het aantal weegtoestellen betreft, kan spreker mededeelen, dat burgemeester en wethouders vrijheid vonden, in het vertrouwen op de nadere goed keuring van den raad, den 31 Augustus 11. telegrafisch een nieuw weegtoestel te bestellen, dat einde dezer maand zal worden geplaatst. Het is eene losse bascule, die ook in het vervolg dienst kan doen als reserve-weegtoestel, als de nader aan te brengen vaste zullen zijn geplaatst. Daardoor zal 1 November aan liet grootste bezwaar, dat thans wordt ondervonden, zijn tegemoet gekomen. Spreker wil hieraan toevoegen de toezegging, dat met een en ander zooveel mogelijk spoed zal worden gemaakt; wanneer de uitbreiding der veemarkt eenmaal zal zijn tot stand gekomen, kan des hoeren Duparc's denkbeeld om eene veemarktcommissie in het leven te roepen, wor den overwogen. De heer van Ketwich Verschuur dankt voor de gege ven inlichtingen. Er waren diepgaande verschillen tus- schen de commissie voor openbare werken en den di recteur der gemeentewerken, maar zij betroffen niet de ruimte, voor varkens bestemd. De uitbreiding van de veemarkt naar den kant van de Huidenmarkt, het bouwen van een centraal privaat en de materialen, waaruit de varkenshokken zouden vervaardigd worden, dat waren de groote verschilpunten. liet is bovendien eene niet ingewikkelde en spoedig te bespreken kwestie van geld, of de bevloering der var kenshokken zul bestaan uit opstaande klinkers, zooals dc

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 5