Vergadering van Dinsdag 24 November 1903
I
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1903. 161
Tegenwoordig de lieerenJansen, Schoondermark,
Oosterhoff, Beucker Andreae, "Wilhelmij, Beekhuis, Kom-
ter, Wolft', Haverschmidt, Baart de la Faille, van Ket
wich Verschuur, Duparc, Troelstra, Tigler Wijbrandi,
Hijlkema.
Afwezig de heeren Feitz, MenaldaTromp, Feddema,
van Mossel, Middelkoop, Lautenbach en Koopmans.
VoorzitterJhr. Mr. A. Röell, burgemeester.
I. De notulen van de Dinsdag 10 November jl. ge-
houden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat zijn ingekomen berichten van afwezigheid van
de heeren Feitz, Menalda en Tromp
2. missive dd. 11 November 1903 van Jhr. H. van
Baerdt van Sminia, houdende bericht, dat hij zijne be
noeming tot voogd der Stads-Armenkamer aanneemt
3. idem van dr. E. O. Houtsma, houdende bericht,
dat hij zijne benoeming tot lid der commissie van toezicht
op het lager onderwijs aanneemt
4. idem dd. 19 November 1903 van dr. H. F. Th.
Ringnalda van denzelfden inhoud
5. idem dd. 16 November 1903 van Jonkvrouwe Q.
J. van Eijsinga, houdende bericht, dat zij hare benoe
ming tot voogdes van het Nieuwe Stads-Weeshuis aan
neemt
6. idem dd. 8 November 1903 van den heer G. Gra-
tama, houdende bericht, dat hij zijne benoeming tot voogd
van het Nieuwe Stads-Weeshuis aanneemt
7. adres dd. 16 November 1903 van L. J. W. Iv.
Thomson e. a., bewoners van huizen aan den Westersingel,
houdende verzoek een pontveer te leggen in de gracht
langs genoemden singel
8. idem dd. 20 November 1903 van het bestuurder
vereeniging „de Ambachtsschool' alhier, houdende ver
zoek het subsidie van ƒ4,000.—, aan genoemde veree
niging toegekend, te verhoogen tot ƒ8,000.
beide adressen worden gesteld in handen van burge
meester en wethouders ten fine van praeadvies.
De heer Schoondermark hoopt en vertrouwt, dat bur
gemeester en wethouders evenals altijd ook nu zullen
toonen hart te hebben voor het onderwijs.
Aan dien wenscli wil spreker echter een paar wenken
toevoegen, die hij gaarne zou zien, dat burgemeester en
wethouders bij hun praeadvies ter harte namen.
Wordt dit verzoek toegestaan, dan worden de uitgaven
weder zeer bezwaard, maar dat neemt niet weg, dat spreker
zijne stem aan een voorstel om dit subsidie te verleenen
gaarne zal geven. Hij meent echter, dat de gemeente
daarvoor hare voorwaarden mag stellen en dat het niet
meer dan billijk is, dat aan haar eenige invloed op de
ambachtsschool wordt toegekend.
Dit zou kunnen geschieden door aan de commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs ook het toezicht
op te dragen tot zekere hoogte over het onderwijs aan
de ambachtsschool of wel, dat het bestuur aan de gemeente
rekenplichtig werd.
Spreker geeft deze denkbeelden aan burgemeester en
wethouders ter overweging hij het uitbrengen van hun
praeadvies.
9. idem dd. 16 November 1903 van T. Ringnalda,
waarbij hij opkomt tegen de verhuring van een perceel
gardeniersland aan R. E. van der Weide, dat vroeger
bij hem in huur was
wordt voor kennisgeving aangenomen;
10. resolutie dd. 12 November 1903 no. 16, 2e
Af'd. van Gedeputeerde Staten, houdende mededeeling, dat
bij Koninklijk Besluit dd. 28 October 1903, no. 52
1. aan deze gemeente tot 1 December 1908 vrijstel
ling wordt verleend van de verplichting tot het in stand
houden van eene burgerdagschool
2. wordt bepaald, dat aan de burgeravondschool alhier
onderwijs zal worden gegeven in de wiskunde, de begin
selen der Nederlandsche taal en het hand- en rechtlijnig
teekenen, mede in toepassing op het ambacht.
Naar aanleiding van deze mededeeling wil de heer
Duparc er op wijzen, dat nu eindelijk na een langen strijd
van 21 maanden de wensch is vervuld, jaren geleden reeds
in dezen raad uitgesproken, om de burgerdagschool op
te heffen.
Dat dit nu eindelijk is geschied, is een reden, om zich
te verblijden.
Toen spreker onlangs bij de behandeling van de nadere
voorstellen ter voorziening in het onderwijs de vrees
uitsprak dat de nieuwe organisatie in 1904 misschien
nog niet in werking zou kunnen treden, achtte de Yoorzit-
ter die vrees echter minder gegrond, daar er, zooals hij zei,
uitzicht bestond, dat de leerlingen, voor de nieuwe school
bestemd, desnoods in hulplokalen werden ondergebracht.
Spreker veroorlooft zich daarom thans de vraag te doen,
of er gegrond uitzicht bestaat, dat dit het geval zal zijn
De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wet
houders zich, nadat het raadsbesluit van 13 October
gevallen was, in verbinding hebben gesteld met de com
missie van toezicht op het lager onderwijs, ten einde
te verkrijgendat met het einde van het schooljaar,
de zevende leerjaren aan de scholen zouden kunnen wor
den opgeheven en in verband hiermede met het onder
wijs aan de nieuwe dagschool een aanvang kon worden ge
maakt, natuurlijk aanvankelijk gehuisvest in hulplokalen.
Nader zou zijn te overwegen, of die aanvang zou moeten
worden bepaald op 1 Mei of na de groote vacantie in 1904.
De commissie heeft voorloopig toestemmend geant
woord, zoodat door burgemeester en wethouders een
bevestigend antwoord op de vraag van den vorigen spreker
kan worden gegeven.
De heer Duparc dankt voor de ontvangen inlichtingen.
De heer van Ketwich Verschuur kan aan deze mede
deeling nog toevoegen, dat de schoolcommissie eene
afzonderlijke sub-commissie heeft benoemd om haar van
advies te dienen over de vragen, door burgemeester en
wethouders naar aanleiding van de voorgenomen reor
ganisatie tot haar gericht.
Deze sub-commissie bestaat uit de heeren Kolff, Ariëns
Kappers en spreker en zal morgenavond vergaderen om
onder meer ook de maatregelen te beramen, noodig om
na Mei 1904 de nieuwe school te kunnen doen aanvangen.
11. dat zijn verkocht
aan A. Dijkstra, K. Wits Wzn. en E. W. Wits
bouwblok Vla tegen den prijs van 4 per M?, bouw
blok VI/" tegen den prijs van ƒ3.50 en ƒ3.51 per M',
ter gezamenlijke grootte van 2720 M totaal voor,
eene som van 3- ƒ8,957.47, na aftrek der toegestane
korting
11. aan J. Scholte alhier een gedeejte van bouwblok
Vie tegen den prijs van 3.50 per M ter grootte van
157 M-2, voor eene som van ƒ549.50;
III. aan A. Riddersma en H. Hettema alhier een
gedeelte van bouwblok Yle tegen den prijs van ƒ3.50
per M2, ter grootte van 74 M?, voor eene som van
259.—
III. Wordt ter tafel gebracht