10. Iclem tot wijziging en aanvulling van de bepalin gen omtrent overname van particuliere straten in de ver ordening tot wijziging enz. van de bouwverordeninggem. blad no. 7 van 1898 (Bijlage no. 32). 162 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1903. 1. Voordracht voor de benoeming van een onderwij zer aan gemeenteschool no. 11, vacature-O. Reitsma. 2. Aanbeveling voor de benoeming van oen lid der commissie tot wering van schoolverzuim, ter vervulling van de vacature, ontstaau door het bedanken van O. Reitsma. 3. Idem voor de benoeming van een curator van het gymnasium ter vervulling van de vacature, op 1 Janu ari a.s. ontstaande door periodieke aftreding. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan S. Schaaf alhier de bediening der Oosterbrug op te dra gen voor den tijd van drie jaren. 5. Idem om opnieuw vast te stellen de verordening tot heffing van bruggelden voor het afdraaien of ophalen van de Vlietsterbrug, de Hoornbrug, do ijzeren Ophaal brug, de Blauwebrug en de Poppebrug. 6. Idem tot af- en overschrijving op de gemeente- begrooting, dienst 1903. 7. Idem om J. de Roos, aannemer van het onder houden der schouwtjes, behoorende bij de verschillende draaibruggen, schadevergoeding te geven voor door hem geleden stormschade. Punt 5 te doen drukken als bijlage van 's raads han delingen en evenals die sub 14, 6 en 7 te behandelen in eene volgende vergadering. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1Rapport der commissiebelast geweest met het onder zoek der begrooting van de Stads-Banlc van Leeningdienst 1904. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten de begrooting der administratiekosten van de Stads-Bank van Leening voor het jaar 1904 goed te keuren tot het voorgestelde bedrag van 5,820. 2. Benoeming van twee leden der commissie van toe zicht op het Middelbaar Onderwijster voorziening in de vacaturesontstaan ten gevolge van het aan den heer G. A Escher verleend eervol ontslag en de periodieke aftre ding op 1 Januari a.s. van den heer Mr. T. van Hettinga Tromp. Aanbevolen worden a. voor de vacature-Escher 1. de heer R. J. Castendijk, 2. A. Ebbens Sissingh, 3. E. H. Sikkes b. voor de vacature-van Hettinga Tromp 1. de heer Mr. T. van Hettinga Tromp, 2. Mr. H. Binnerts, 3. n Mr. J. II. K. Enderlein. De uitslag der gehouden stemmingen is, dat benoemd worden de heer R. J. Castendijk met 11 stemmen, terwijl op de hoeren Sissingh en Sikkes ieder 2 stemmen worden uitgebracht, en Mr. T. van Hettinga Tromp met algemeene (15) stemmen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan T. Zandlevenkoopman in verfwaren en vensterglas alhier op te dragen de vernieuwing van ruiten in de verschillende gemeentegebouwen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan T. Zandleven, koopman in verfwaren en venster glas alhier, op te dragen het vernieuwen van ruiten in verschillende gemeentegebouwen gedurende de jaren 1904, 1905 en 1906 onder bijlevering van alle daartoe benoo- digde materialen, gereedschappen, arbeidsloonen enz. voor de prijzen, vermeld in de acte van 8 Maart 1901, aan gevuld met een bedrag van ƒ5.per vierkanten meter voor groen paternglas en volgens de voorwaarden, opge nomen in bestek no. 2 van 1900, gewijzigd overeenkom stig de bijlage der missive dd. 22 October 1903, no. 1039/46 van den directeur der gemeentewerken. 4. Idem om aan S. R. Rolf alhier opnieuw in huur af te staan eene kast in het beurslokaal. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan S. R. Rolf alhier onderhands te verhuren voor den tijd van drie achtereenvolgende jaren, in te gaan den 12 Mei 1904, eene kast, staande in het beurslokaal, uitsluitend bestemd voor den verkoop van sigaren en schrijfbehoeften, tegen eene jaarlijksche huursom van acht gulden en verder op de bestaande voorwaarden. 5. Idem om aan Mej. G. Elskamponderwijzeres aan gemeenteschool no. 5, op haar verzoek eervol ontslag te verleenen uit genoemde betrekking. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt beslo ten aan Mejuffrouw G. Elskamp, onderwijzeres aan ge meenteschool no. 5, eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking op haar daartoe strekkend verzoek, met in gang van 1 Januari 1904. 6. Idem om aan den heer J. H. Menkemadie met ingang van 1 Januari 1904 eervol ontslagen is als com mies ter secretariepensioen toe te kennen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan den heer J. II. Menkema, commies ter secretarie dezer gemeente, met ingang van 1 Januari 1904, den datum, waarop hem uit genoemde betrekking eervol ont slag is gegeven, een pensioen te verleenen van 903. per jaar. 7. Idem om aan E. Sonnegadie met ingang van 1 Januari 1904 eervol ontslagen is als schatter aan de Stads- Bank van Leeningpensioen toe te kennen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan den eervol ontslagen schatter aan de Stads-Bank van Leening, E. Sonnega, overeenkomstig der verorde- ning (gem. blad no. 32 van 1893), met ingang van 1 Januari 1904, een jaarlijksch pensioen toe te kennen, groot f 527. 8. Idem om aan R. Koopal, eervol ontslagen politie dienaar der 3e klasse, pensioen toe te kennen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan R. Koopal, eervol ontslagen politiedienaar der 3e klasse, met ingang van 1 Januari 1904, een jaarlijksch pensioen toe te kennen van 230. 9. Idem tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening tot aflossing van de in 1902 gesloten tijdelijke geldleening. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be sloten Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1903. 163 burgemeester en wethouders te machtigen, eene tijde lijke geldleening aan te gaan tot een bedrag van ten hoogste 121,400.— in afwachting van het sluiten eener leening op langen termijn, uiterlijk voor den tijd van één jaar, tegen eene rente hoogstens gelijk staande met i/f» pCt. boven het disconto van promessen bij de Neder- landsche Bank en zoo noodig tegen eene provisie van ten hoogste 1/4 pCt. van het opgenomen bedrag en verder op de wijze en onder zoodanige voorwaarden en be palingen, als zij in het financieel belang der gemeente liet meest nuttig en noodig zullen achten. De algemeene beschouwingen worden geopend. Bij de bestudeering der stukken is bij den heer Wolff de vraag gerezen, of dit punt wel kon worden behandeld, zonder dat daarover eerst was ingewonnen het advies der gezondheidscommissie, in gevolge artikel 6 der gezond heidswet. Spreker voor zich is gekomen tot de slotsom, dat dit wel noodig is, omdat het hier betreft, zooals reeds het opschrift der verordening 110. 7 van 1898 zegt, het wijzi gen van eene verordening, die betrekking heeft op het bouwen van woningen en daarover moet in gevolge boven genoemd artikel de gezondheidscommissie worden gehoord. Dat ook de voorgestelde wijzigingen der verordening op het bouwen en inrichten van woningen betrekking hebben, wenscht spreker nog nader toe te lichten. Het voorgestelde artikel 3bis stelt een termijn, waar binnen de wegenaanleg moet zijn voltooid. Die termjjn kan eenmaal worden verlengd, waarna bij niet-voltooiing de vergunning vervalt. En wanneer dan gebouwd is, kunnen burgemeester en wethouders in gevolge artikel 180 der gemeentewet het gebouwde doen afbreken en opruimen, zoodat dit artikel van invloed wezen zal op de volkshuisvesting. Maar ook is het voorgestelde artikel 6bis van invloed op het bouwen van woningen, daar ook van dit artikel het gevolg kan zijn, dat van het bouwen van woningen wordt afgezien. Op deze gronden doet spreker het verzoek alsnog het advies der gezondheidscommissie over deze wijzigingen in te winnen. Spreker wil daaraan toevoegen het verzoek hiertoe niet over te gaan, alvorens geheel gereed is het ontwerp- bouwverordening, dat in gevolge de 'woningwet moet worden gemaakt, want het is niet goed in deze incidenteel eene beslissing te nemen, zonder dat men het verband met de geheele verordening kan overzien. En mochten burgemeester en wethouders hiertoe niet willen overgaan, dan zou spreker in allen gevalle in overweging willen geven artikel 3bis niet ongewijzigd aan de gezondheidscommissie voor te leggen. Dit artikel toch behelst in zijne consequentie een paardenmiddel. Wanneer toch aan den termijn niet wordt voldaan, kan, zooals spreker boven aantoonde, het gevolg daarvan zijn, dat eene gansche buurt afgebroken wordt en dat gaat zijns inziens te ver. S preker wil in overweging geven dit artikel in dien zin te wijzigen, dat er wel een termijn gesteld blijft voor de voltooiing, maar dat de poenale sanctie hierin bestaat, dat de huizen niet eerder mogen worden betrokken, voor en aleer de straat is voltooid. Sprekers hoofddoel echter was het hooren van de ge zondheidscommissie en daarop dringt hij nogmaals aan. De Voorzitter erkent gaarne, dat in de commissie voor de strafverordeningen de vraag niet is ter sprake geko men, of artikel 6 der gezondheidswet op deze voordracht van toepassing was en dit is merkwaardig, omdat een lid dezer commissie tevens in de gezondheidscommissie zitting heeft. De reden zal wel hierin gelegen zijn, dat het verband tusschen dit voorstel, dat de overdracht van particuliere straten betreft, en de volkshuisvesting, zoo dit al bestaat, zéér ver is te zoeken. Nu de vraag echter door den heer Wolff is opgeworpen en het hooren der gezondheidscommissie door dien spre ker is verdedigd, kan hier moeilijk anders worden ge daan, dan op het denkbeeld van den heer AVolff ingaan, daar anders wellicht Gedeputeerde Staten, wanneer in het raadsbesluit het advies van de gezondheidscommissie niet is vermeld, bezwaar zouden maken daarvan do ont vangst te berichten. Daarom stelt spreker voor de behandeling aan te hou den, ten einde burgemeester en wethouders in de gele genheid te stellen alsnog de gezondheidcommissie te hooren. De heer Wolff meent, dat hiervan het gevolg zal zijn, dat niet voldaan wordt aan de wenschen der bewoners. W anneer aan sprekers wenk gevolg wordt gegeven, dan wordt het voorstel teruggenomen en wordt er mis schien gewacht tot de volledige nieuwe verordening aan de orde komt. Het zou misschien aanbeveling verdienen te handelen overeenkomstig het advies der gaseommissie. Daarom zou spreker gaarne zien, dat een voorstel con form dit advies in de volgende vergadering weder werd aan de orde gesteld en aan de bewoners dier straten dan aansluiting aan de gasleiding werd gegeven. De Voorzitter meent, dat deze toezegging van de zijde van burgemeester en wethouders moeilijk kan worden gegeven. Deze bepalingen zijn juist ontworpen 0111 eene beslis sing in den zin der gaseommissie te voorkomen en spre ker verwacht dan ook, dat een voorstel in dien geest noch bij burgemeester en wethouders noch bij de veror deningscommissie steun zal vinden. De heer Duparc meent, naar aanleiding van de opmer king van den Voorzitter, dat een lid der commissie voor de strafverordeningen, tevens lid is der gezondheidscom missie, hetgeen alleen op hem kan slaan dat de gezondheidscommissie over het ontwerp niet behoefde te worden gehoord, en in die meening stond hij niet alleen. Ook andere leden waren van gevoelen, dat er slechts een zeer verwijderd verband bestaat tusschen de wo ningwet en deze voorgestelde wijzigingen, daar het hier eigenlijk slechts voorschriften omtrent stratenaanleg be treft. Die voorschriften zouden ook bij afzonderljjke verordening kunnen worden vastgesteld. Na het gesprokene door den heer Wolf!'komt het ook spre ker wcnschelijk voor alsnog de gezondheidscommissie over de wijzigingen te hooren. Dan is alle gevaar geweken, dat Gedeputeerde Staten de verordening aan den raad zouden kunnen terugzenden, waarop de Voorzitter reeds wees. De heer Beekhuis is er anders altijd voor, wanneer er twijfel bestaat, of- de gezondheidscommissie al dan niet gehoord moet worden, dit wel te doen. Maar thans moet spreker toch adviseeren dat niet te doen, want hij zou niet kunnen begrijpen, dat de ge zondheidscommissie op dit voorstel ongunstig zou kunnen adviseeren, en waar nu de bewoners reeds zoo lang op eene beslissing wachten, daar moet de zaak niet noodeloos worden uitgesteld. Bovendien is de termijn van 1 Maart 1904, in het voorstel gesteld, vrij kort, en het hooren der gezondheids commissie geeft vertraging, zoodat de beslissing dienten gevolge eenigszins op de lange baan zal worden ge schoven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1903 | | pagina 2