11. Idem tot vernieuwing der hnurovereenkotnst met
IJ. W. Tijsma van de zat he en landen achter Camhuur.
164 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1903.
Daarom zou spreker de gezondheidscommissie niet
willen hooren.
De heer Wolff zou den heer Beekhuis willen vragen,
wiens schuld het zou zijn, wanneer vertraging van hot
hooren der gezondheidscommissie het gevolg was
Wanneer de stukken gisteren in handen der commissie
waren gesteld, had heden het advies kunnen zijn ingeko
men, zoodat dit bezwaar hem niet mag worden tegen
geworpen.
Reeds straks wees spreker op het verband, dat er be
staat tusschen de voorgestelde wijzigingen en de volks
huisvesting waarom spreker blijft aandringen op het
hooren der gezondheidscommissie, alvorens tot de behan
deling over te gaan.
De Voorzitter wijst er op, dat in gevolge artikel 6 der
gezondheidswet de besluiten en verordeningen betreffende
de volkshuisvesting niet worden vastgesteld aangevuld
gewijzigd of ingetrokken dan na ingewonnen advies der
gezondheidscommissie.
Het hooren der commissie zou dus alleen kunnen wor
den nagelaten, als vaststond, dat dit ontwerp de volks
huisvesting niet betreft.
Nu de heer Wolff het tegendeel heeft betoogd en hier
niet kan worden bewezen, dat hij ongelijk heeft, kan
spreker geen vrijheid vinden tegen het voorstel van den
heer Wolff in te gaan.
De heer Jansen begrijpt dus, dat dit voorstel zal wach
ten op het advies der gezondheidscommissie en dus liet
verzoek der eigenaars om gasaanleg niet afzonderlijk zal
worden behandeld.
Voor deze verhuring wil spreker echter eene uitzon
dering maken, daar blijkens het rapport van deskundigen
de plaats in goeden staat van cultuur is gehouden.
Spreker wil burgemeester en wethouders echter eene
vraag doen.
In het rapport der deskundigen is door hen de huur
waarde getaxeerd op 3610.per jaar, terwijl Tjjsma
in zijn adres de plaats onderhands vraagt te huren op
dezelfde conditiën, dat zou zijn voor den tegenwoordigen
huurprijs van 3100.
De vraag is nu, of de huurder door burgemeester en
wethouders hiermede in kennis is gesteld, en of hij met
deze verhooging genoegen neemt?
De Voorzitter antwoordt toestemmend en wijst er
bovendien op, dat Tijsma niet gevraagd heeft hem de
landen in huur af te staan op dezelfde voorwaarden,
maar op dezelfde wijze. Adressant heeft zeker geen
oogenblik gedacbt, dat hij de plaats opnieuw voor den
zelfden huurprijs zou kunnen huren.
De heer Jansen heeft met genoegen kennis genomen
van het gunstige rapport der deskundigen, dat eene uit
zondering is bij opnemingen van landen, aan de gemeente
behoorende.
Verleden jaar was het rapport over andere, verder
gelegen ook bij Tijsma in gebruik geweest zijnde landen
ook niet gunstig en spreker meent, dat Tijsma het hem
eenigszins kwalijk heeft genomen, datspreker daarop de
aandacht heeft gevestigd.
Welnu, thans kan Tijsma zien, dat nu de landen in
goeden staat zijn bevonden, spreker gaarne zijne stem
zal geven aan dit voorstel, om de plaats voor een billijken
prijs wederom aan hem te verhuren.
De Voorzitter antwoordt, dat dit niet mogelijk is, daar
juist het voorstel tot wijziging der verordening het prae-
advies op het adres vormtkomt dit niet in behande
ling, dan blijft dus ook het adres buiten beschouwing.
De heer Beekhuis zou het voorstel willen splitsen en
nu afdoen het verzoek van adressanten.
Spreker gevoelt veel voor hunne bezwaren en ieder
uitstel is in hun nadeel.
De Voorzitter acht dit bezwaar niet overwegend. De
voorzitter der gezondheidscommissie en twee leden daar
van zijn leden dezer vergadering en wanneer dezerzijds
op spoed wordt aangedrongen, dan kan liet advies der
gezondheidscommissie misschien zoo tijdig inkomen, dat
liet voorstel in de volgende vergadering kan worden af
gedaan.
De heer Baart de la Faille, voorzitter dor gezond
heidscommissie, zegt toe, dat die commissie met spoed
haar advies zal inzenden.
De algemeene beschouwingen worden gesloten en zon
der hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van den Voorzitter besloten dit voorstel aan te
houden tot eene volgende vergadering en inmiddels het
advies der gezondheidscommissie in te winnen in gevolge
artikel 6 der gezondheidswet.
De heer Wilhelmij verklaart in principe geen voor
stander te zijn van onderhandsche verhuringen vanwege
de gemeente.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
I. aan Ynte Wiepkes Tijsma, landbouwer alhier, met
ingang van den 5 Maart 1904, wat de landen betreft,
en van den 12 Mei daaraanvolgende, wat de huizinge
cum annexis aangaat, onderbands voor den tijd van vijf
jaren en alzoo tot gelijke tijdstippen in 1908 te verhu
ren de zatlie en landen achter Camhuur, volgens het
kadaster groot 34 H.A. 78 are en 55 centiare, of na
genoeg 95x36'/4 are, tegen eene jaarlijksche huursom
van f 3.610 en verder op de voorwaarden, vermeld in
het contract d.d. 24 Maart 1899, den 25 dier maand
geregistreerd, evenwel met vervanging van artikel 7 door
het nieuwe door de deskundigen voorgestelde artikel 7,
met deze wijziging, dat de daarbedoelde taxatie door
drie deskundigen zal plaats hebben, waarvan van iedere
zijde een en de derde door den kantonrechter te Leeu
warden zal worden benoemd
II. langs het Kalverdijkje, ten westen en ten oosten
van den watermolen, tien boomen aan iedere zijde te
doen rooien.
Y. De heer van Kelwich Verschuur vraagt en verkrijgt
het woord naar aanleiding van punt 6 der agenda.
Zooeven toch verleende de raad pensioen aan den heer
Menkema, aan wien op zijn verzoek met ingang van 1
Januari a.s. eervol ontslag is verleend als commies ter
secretarie en spreker had gedacht, dat een der oudere
leden van den raad daarin aanleiding zou hebben gevon
den een woord tot dien ambtenaar te richten. Nu dit
niet is gebeurd, wenscht spreker hulde te brengen aan
dien aftredenden ambtenaar, die gedurende 42 jaren ten
stadhuize werkzaam is geweest, voor de wijze, waarop
en de toewijding, waarmede hij zijne betrekking heeft
waargenomen en liem danken voor de bereidvaardigheid,
waarmede hij steeds ieder lid van dezen raad ten dienste
stond, die zijne hulp inriep.
Nu de heer Menkema gemeend heeft, dat voor hem
j de tijd van heengaan is gekomen, meent spreker de tolk
Verslag van de handelingen
van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 24 November 1903.
165
van den raad te zijn, wanneer hij hem toewenscht een
gelukkigen ouderdom, die voor hem zal zijn een otium
cum dignitate.
De Voorzitter verklaart, dat burgemeester en wethou
ders deze stem uit den raad met groot geuoegen heb
ben vernomen.
Zij kunnen niet ontkennen, dat het ook hun ter harte
gaatAvoortaan den heer Menkema te moeten missen, maar
zij moesten zjjn verzoek om ontslag eerbiedigen, daar hij
op zijn gevorderden leeftijd, ook met het oog op zijne
andere bezigheden, naar rust verlangde.
Van ganscher barte stemmen zij daarom in met de
hulde en goede wenschen, door den heer van Ketwich
Verschuur aan dien verdienstelijken ambtenaar gebracht.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Stoomdrukkerij, C. Jongbloed AzLeeuwarden.