26 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Februari 1904.
De Voorzitter antwoordt, dat in dit artikel de vakken
zijn genoemd in de volgorde van artikel 2 der wet. Of
eerst Engelsch en daarna de andere talen zullen worden
onderwezen is een quaestiedie bij het leerplan moet
worden opgelostdatvolgens artikel 21 door burge
meester en wethouders en den districtsschoolopziener
moet worden goedgekeurd.
De Raad bepaalt alleen de vakken, die op de school
zullen worden onderwezen.
Artikelen 5, 6, 7 en 8 worden ongewijzigd goedge
keurd.
Art. 9.
De hoofden van de scholen der eerste klasse, der tweede
klasse a en der vierde klasse moeten de bevoegdheid be
zitten, onderwijs in de Fransche taal te geven.
Do onderwijzers aan de school der vierde klasse moeten
de hoofdacte bezitten.
Op dit artikel wenscht de heer Koopmans een amen
dement in te dienen, door te lezen voor de le alinea:
„De hoofden van de scholen der eerste en der tweede
klasse a moeten de bevoegdheid bezitten onderwijs in
de Fransche, die der vierde klasse in de Fransche,
Hoogduitsche en Engelsche talen, te geven.
Dit amendement ondersteund wordende, komt in be
handeling.
De heer Schoondermark herinnert er aan, dat hij er
de vorige maal in de geheime vergadering op heeft
gewezen, hoe door het niet verplichtend stellen voor het
schoolhoofd het bezit van acten voor vreemde talen, die
aan zijne school zullen worden onderwezen, liet karakter
van het lager onderwijs wordt miskend en dit meer
nadert tot het middelbare en gymnasiale onderwijs.
De wetgever heeft duidelijk willen doen uitkomen
dat li ij, die aan het hoofd van eene lagere school staaf,
is hoofd en geen directeur, zooals aan een burgerschool,
waar alle acten dezelfde waarde hehben.
Bij het lager onderwijs moet het hoofd toezicht hou
den op het onderwijs en daarom heeft hij een hoogere
acte. Nu zul aan deze school onderwijs worden gegeven
in Fransch, Duitsch en Engelsch, terwijl het hoofd alleen
de acte Fransch bezit.
Nu is er wel later bepaald, dat alle onderwijzers de
hoofdacte moeten bezitten, maar daardoor straalt in deze
regeling meer de geest van liet middelbaar en gymna
siaal onderwijs door.
Alzoo wordt het hoofd meer directeur, en spreker
acht het niet wenscheljjk, dat hij geen oordeel kan vellen
over liet onderwijs aan zijne school gegeven in vakken,
waarvoor hij geen acten bezit.
liet amendement-Koopmans lacht den heer Duparc
wel toe. II ij acht de voorgestelde bepaling voor het
vervolg wenscheljjk.
Wordt dit amendement aangenomen, dan zal er echter
eene overgangsbepaling noodig zijn, inhoudende dat de
nieuwe bepaling niet van toepassing is op het onlangs
benoemde hoofd der school, dat de vereischte acten niet
bezit.
Dat de school meer het karakter van middelbaar of
gymnasiaal onderwijs zou krijgen, moet spreker den heer
Schoondermark betwisten. De vakken toch die onder
wezen zullen worden, zijn alle uitdrukkelijk genoemd in
de wet op het lager onderwijs en hebben met middel
baar onderwijs niets gemeen.
Volgens de wet op het lager onderwijs mogen alleen
talen worden onderwezenniet de letterkunde van die
talen. Hiermede is de grens aangewezen, hoever liet
onderwijs aan een lagere school in dit opzicht kan gaan.
Spreker acht dit echter meer een punt van uitvoering,
die aan burgemeester en wethouders moet worden over
gelaten.
De heer Haverschmiilt steunt het amendement.
II ij ziet er niets onaangenaams in voor het benoemde
hoofd. Deze weet trouwens wel, dat bij de keuze zjjn
persoonlijkheid en zijn tegenwoordigen werkkring den
doorslag gaven.
Men wenscht voor deze school superieur personeel
waarom dan ook geen superieur hoofd. Spreker zegt dit
zonder te kort te doen aan de verdiensten van dit hoofd.
In andere steden vraagt men de drie taalactenhier
enkel Fransch en ook geen wiskundeeene bevoegheid
die dit hoofd trouwens bezit.
Spreker vreest geen moeilijkheden want (wee onder
wijzers aan school 4 hebben de drie taalacten; maar hij
kreeg toch bij lezing van art. 9 den indruk dat men
de eischen in overeenstemming heeft gebracht met de
bevoegdheid van liet reeds benoemde hoofd.
Do heer Schoondermark bemerkt door den heer Duparc
verkeerd te zijn begrepen. Ilij stelde het lager onder
wijs niet gelijk met liet middelbaar, maar wees er alleen
op, dat het lager onderwijs eene hoogere ontwikkeling
vordert bij het hoofd eener school dan het middelbaar
onderwijs.
Aan de hoogere burgerschool b.v. zijn alle acten gelijk
en één is leeraar-directeur.
Het is verkeerd dit door te voeren bij het lager
onderwijs, aldus ontstaat de republikeinsche school.
De heer van Ketwich Verschuur meent, dat door aan
neming van dit amendement de raad in strijd komt met
de in de vorige vergadering gedane benoeming.
Het moet den benoemde ook niet aangenaam zijn te
leven onder eene verordening, die meer acten eisclit dan
hij bezit.
Daarbij komt, dat, wanneer de verordening het bezit
eisclit van acten voor de drie talendaaruit bjj eene
vacature moeieljjkheden kunnen ontstaan; 't is dan toch
mogelijk dat de sollicitant, die overigens zonder twijfel
de meest geschikte zoude zijn wegens gemis van ééne
taalacte niet benoemd zoude kunnen wordende raad
zou zichzelf alzoo in een moeilijk parket kunnen bren
gen en zich onnoodig aan banden leggen.
Daarom zou spreker het artikel onveranderd willen
aannemen; door de daarin opgenomen minimum eischen
blijft men zoo vrij mogelijk in de keuze eii dat is nood
zakelijk wil men den beste kunnen benoemen ook al
mist die een taalacte.
De Voorzitter is het eens met den heer van Ketwich
Verschuur en acht aanneming van het amendement on-
raadzaam. I!jj aanneming zal het voorkomen, dat bij
vacature een overigens aangewezen persoon, die zich b.v.
meer op wiskunde en kennis der natuur heeft toegelegd,
moet worden voorbijgegaan, omdat li jj een der taalacten
mist.
Gewoonlijk gaan de taalacten met die voor wiskunde
c.a. niet samen, en men kan toch ook behoefte hebben
aan een hoofd, dat hierin eene specialiteit is.
Bij de bestaande onzekerheid omtrent de toekomst der
school, hebben burgemeester en wethouders de eischen
in de verordening niet bepaald willen omschrijven, ten
einde bij vacature den gescliikste te kunnen voordra
gen. Het moet niet noodig zijn, dat, om een bepaald
persoon te kunnen krijgen, de verordening moet wor
den gewijzigd. Hij de oproeping kunnen bovendien in
elk voorkomen geval de eischen worden gesteld.
De heer Duparc wil er op wijzen, dat de raad thans
bezig is te organiseeren. De nieuwe verordening zal,
als ware hot, zijn de grondwet voor het lager onderwijs
de vaststelling dient te geschieden zonder aanzien des
persoons. Vóórop dient te staan het belang van do
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Februari 1904. 27
nieuwe school, en daarnaar mag alleen worden gevraagd.
Eene overgangsbepaling is echter noodig, zooals spreker
straks zei. Bij de aanstelling later van een nieuw hoofd
moet alles voor de aan dat hoofd te stellen eischen zjjn
geregeld.
De heer Middelkoop heeft de geheime vergadering niet
bijgewoondwaarin de benoeming van het hoofd der
nieuwe school is besproken, maar uit betgeen hij thans
hoortmaakt hij op dat er eerst een onderwijzer
is benoemd en daarna de eischen zjjn vastgesteld, waar
aan de benoemde behoort te voldoen. Spreker acht do
omgekeerde volgorde meer logisch.
Waar die school zal belmoren tot diewaar lager
onderwijs wordt gegeven, is het voor den goeden gang
van het onderwijs noodig, dat het hoofd de acten bezit
voor de vakken die daar zullen worden onderwezen en
in de eerste plaats voor de talen. Spreker wil het geval
stellendat een onderwijzer in een vreemde taal over
hoop ligt met het hoofd en deze tijdens hot onderwijs
in die taal de klasse bezoektdan kan het geval zich
voordoen, dat hij door de leerlingen voor den gek wordt
gehouden, zonder er iets van te merken.
Bij eene vacature zal het kunnen voorkomen, dat een
sollicitant niet alle acten bezitb.v. niet die voor wis
kunde, maar dit bezwaar is niet zoo groot als het gemis
van taalactenomdat voor 't verkrijgen der hoofdacte
kennis van wiskunde vereischte is, evenals van de kennis
der natuur.
Spreker betreurt het, dat de verkeerde volgorde is
genomen en niet eerst de verordening is vastgesteld
om daarna sollicitanten op te roepenwelke aan die
eischen voldoen.
Wordt het amendement aangenomen dan is dit het
gevolg er vandat de thans benoemde niet voldoet aan
de eischen, bjj verordening vastgesteld, en zou de be
scheidenheid vorderen, dat hij alsnog voor de benoeming
bedankte.
De heer Koopmans heeft dit amendement voorgesteld
als leek, daar toeli bjj de eenvoudige lezing van de artt.
5 en 9 het groote verschil reeds dadelijk opvalt. Ken
nis van vreemde talen is voor hem, die in de wereld
vooruit wil, een eerste levensbehoefte en dat onderwijs
is hier nog meer gewenscht, omdat de nieuwe school een
voortzetting zal zjjn van de openbare lagere scholen en
juist deze leerlingen voor een groot gedeelte die taal
kennis noodig zullen hebben, daar de mensch tegenwoor
dig cosmopolistisch is. Gaarne wil spreker hieraan toe
voegen, dat hij bjj het voorstellen van dit amendement
niet gedacht heeft ook maar eenigzins invloed uit te
oefenen op de reeds gedane benoeming van het hoofd
van school no. 12, maar alleen om gewaarborgd te zjjn,
dat in de toekomst, liet te benoemen hoofd die capaci
teiten zal bezitten. Daarom is het beter deze wijziging
nu aan te brengen in plaats van later.
De heer Troelstra acht het niet wenscheljjk dit amen
dement aan te nemen, op gronden door den heer van
lvetwich Verschuur en den Voorzitter aangevoerd. Het
artikel stelt een minimum eiscli en spreker gelcoft, dat
het practisch beter is bjj latere oproepingen in geval van
vacature te vermelden welke acten tot aanbeveling strek
ken.
Spreker herinnert, dat aan het hoofd van een gymna
sium of van een hoogere burgerschool ook niet iemand
staat, die akten heeft voor alle vakken, die daar onder
wezen worden. Voor elk vak worden bepaalde leeraren
benoemd, en zoo zal het ook gaan aan deze school. Er
zal voor gezorgd moeten worden dat elk vak van onder
wijs goed bezet wordt; deze onderwijzers zjjn' in de eerste
plaats de verantwoordelijke personen.
Daarom behoeft men niet van de meening uit te gaan
dat het hoofd acten moet hebben in alle vakken, die aan
die school onderwezen worden en spreker vreest niet dat
het hoofd, wanneer hij in een klasse komt, waar een
vreemde taal wordt onderwezen, die hjj niet kent. daar
voor den gek zal worden gehouden.
De heer Middelkoop heeft van den heer Troelstra ver
nomen dat dit artikel stelt een minimum-eischdat is
dus de hoofdacte en de acte Fransch. Wanneer nu
acten in andere talen geen vereischte isdan kan de
acte Fransch ook wel worden geschrapt.
Het bevreemdt spreker, dat het hoofd niet met onder
wijs zal worden belast, en do onderwijzers geheel zelf
standig zjjn in de vakkenwaarin zjj onderwijs geven
daardoor gaat het karakter van eene school voor lager
onderwjjs verlorenzooals onder anderen de heeren
Schoondermark en Duparc uitvoerig betoogden en 'waar
door de school gaat ljjken op het Gymnasium en de
Hoogere Burgerschool.
Daar kan de rector of directeur niet de bevoegdheid
hebben in alle vakken te doceeren, omdat het mensche-
ljjk weten nu eenmaal beperkt is en het hebben van al
die akten onmogelijk is. Maar dat is bij de vakken voor
het lager onderwjjs geëischtniet het gevaldoor
studie kunnen die acten door één man verkregen worden,
althans zeker wat de talen betreft.
De argumenten van den heer Troelstra hebben dus
hoegenaamd geen waardeen zien alleen op 't middel
baar onderwijs en niet op het lager.
En wanneer de heer Troelstra beweert, dat jongens
geen schoolhoofd zullen bespotten, die bljjkt geen Duitsch
of Engelsch te verstaan, dan antwoordt spreker alleen,
dat de heer Troelstra de schooljongens niet kent.
Het amendement in stemming gebracht, wordt aange
nomen met 15 tegen 7 stemmen, die der heeren Beucker
Andreae, van Ketwich Verschuur, Troelstra, Komter,
Beekhuis, Hjjlkema en Menalda.
De artikelen 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 worden
ongewijzigd goedgekeurd.
Aan artikel 17 stellen burgemeester en wethouders
voor een alinea toe te voegen, luidende;
„De bepaling van artikel 9, le alinea geldt niet voor
het benoemde hoofd van school no. 12."
De heer Middelkoop kan met deze toevoeging niet
meegaan. Hjj acht haar pas noodigwanneer het nu
aangestelde hoofd der nieuwe school verklaartook on
danks de toevoeging aan artikel 9 zjjne benoeming aan
te neincn en daarom wil spreker dit eerst afwachten,
liet kan immers best gebeurendat de heer Boersma
meent aan de nieuw gestelde eischen niet te kunnen
voldoen en zich terugtrekt.
De Raad kan dan burgemeester en wethouders mach
tigen eene nieuwe oproeping te doen en dan kan d j
meest geschikte sollicitant worden gekozen.
De heer Schoondermark wil zich verklaren vóór het
amendement van burgemeester en wethouders.
Onlangs is de lieer Boersma door den Raad met over-
groote meerdorli dd benoemd en toen was het reeds te
bemerken, dat men den weg op wilde, die aangewezen
werd door het amendement-Koopmans.
De raad toonde toen vertrouwen te hebben in den
heer Boersmaook ondanks de nieuwe bepaling in de
verordening.
Wanneer er nu geen overgangsbepaling wordt ge
maakt dan ligt er in het nieuwe artikel 9 een soort
aanmaning om heen te gaan en dit strookt niet met de
overgroote meerderheid van stemmen, waarmede de raad
te kennen gaf, dat de heer Boersma wel geschikt is.
De lieer Baart de la Faille verklaart bijna van het
woord te kunnen afzien na het welsprekend pleidooi
door den heer Schoondermark gehouden. Spreker had