30 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Februari 1904. In de praktijk echter zal voor deze steeds het volle schoolgeld moeten worden betaald, daar hurgemeester en wethouders niet kunnen beslissen wie in andere gemeen ten tot de on- en minvermogenden belmoren. Sub c en d worden daarna ongewijzigd aangenomen evenals de wijzigingen der verordening op de invordering. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna het geheeïe voorstel aangenomen en mitsdien is besloten De Raad der gemeente Leeuwarden, Overwegende, dat in verband met zijn besluit van 25 Februari 1902 tot oprichting eener nieuwe dagschool voor herhalings- en voortgezet lager onderwijs met drie-jarigen cursus, de verordeningen (Gemeenteblad no. 2 van 1900) a. tot het heffen van schoolgelden voor bet openbaar lager ouderwijs, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 October 1899 en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 24 Januari 1900, no. 36, b. op de invordering van de schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs, mede vastgesteld bij raadsbe sluit van 10 October 1899, wijziging en aanvulling behoeven Gelet op de artikelen 46 en 48 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs Besluit De boven aangehaalde verordeningen opnieuw vast te stellen met de navolgende wijzigingen I. Wat betreft de heffingsverordening a. artikel 1 wordt gelezen „Het schoolgeld bedraagt per jaar voor de scholen der eerste klasse 36. scholen tweede a - 22. scholen b - 3.50 scholen vierde (dagschool voor voortgezet onderwijs) -30.— Het onderwijs op de scholen der derde klasse wordt kosteloos gegeven. b. In artikel 2, le lid, wordt voor de woorden „of wel de school der tweede klasse gelezen „de school dei- tweede klasse a of wel de school der vierde klasse." c. Artikel 3 wordt gelezen „Kinderen en onvermogende pupillen van onvermo- „genden kunnen zonder betaling van schoolgeld op de „scholen der le klasse, der 2e klassen en der 4e klasse „worden toegelaten. „Kinderen en minvermogende pupillen van minver- „mogenden kunnen worden toegelaten „op de scholen der le klasse en der 2e klassen voor „de helft der bedragen, in art. 1 bepaald, „op de school der 4e klasse voor een schoolgeld van 20, 10 of 5 per jaar. „Burgemeester en wethouders beslissen, of de aanvra gers om kosteloos onderwijs of verminderd schoolgeld „en de pupillen waarvoor het gevraagd wordttot de „on- of minvermogenden belmoren en bepalenwat de „school der vierde klasse betreftvoor de minvermo genden het juiste bedrag van het schoolgeld, naar gelang „van de omstandigheden. „Het bepaalde bij artikel 2 is op het verminderde „schoolgeld van toepassing. „Bij gebrek aan ruimte op de scholen der 3e klasse „zijn burgemeester en wethouders bevoegdde commis sie van toezicht op het Lager Onderwijs gehoord, leer lingen kosteloos toe te laten op de scholen der tweede „klasse b d. Artikel 8 wordt gelezen „Deze verordening treedt in werking met den lsten „Mei 1904." II. Wat betreft de verordening op de invordering a. In artikel 1 wordt gelezen voor „de hoofden der scholen van de eerste en tweede klasse", „de hoofden der scholen van de eerste, tweede en vierde klasse." b. Artikel 7 wordt gelezen „Deze verordening treedt in werking met den lsten Mei 1904." 10. Bespreking can den aanleg van het terrein aan de Spanjaardslaan. De Voorzitter wensclit dit punt te behandelen in besloten vergadering. De heer Baart de la Faille stelt, met het oog op hot reeds late uur, voor, de bespreking tot nader aan te houden. De Voorzitter zou wenschen, dat er een eind aan deze zaak kwam. De heer Feddema meent, dat, waar het slechts eene bespreking geldt, althans daarmede heden een aanvang zou kunnen worden gemaakt. De heer Baart de la Faille doet hierop het voorstel om punt 10 tot eene volgende vergadering aan te houden. De heer Troelstra wil hierin wel toestemmen, als voor dit punt dan eene buitengewone raadsvergadering wordt belegd. Het voorstel van den heer Baart de la Faille wordt hierop aangenomen met 16 tegen 6 stemmen, die der heeren Jansen, llaversehmidt, Feddema, Lautenbach, Duparc en Tromp. De Voorzitter zal dus den Raad buitengewoon bijeen roepen op een nader door hem te bepalen dag. VI. De heer Duparc wenscht een enkel woord te spreken over een ambtenaar, die eerstdaags ons gaat verlaten. Het is een ambtenaar, die, niet als onze, weldra van ons heengaande secretaris, vier en dertig jaren, maar slechts twee jaren in ons midden is werkzaam geweest, doch gedurende deze betrekkelijk korten tijd heeft ge toond, voor zijn taak uitnemend berekend te zijn geweest. Het is mr. de Bas, die in deze twee jaren liet in den raad gesprokene steeds niet alleen met groote nauwkeu righeid, maar ook met de meeste objectiviteit op papier heeft gesteld. Ieder, die slechts eenigszins bekend is, met het moeilijke van zoodanige taak, in het bijzonder als er bijna steeds voor de vuist wordt gesproken, zooals hier het geval is, zal, zegt spreker, haar zeker niet licht achten. Hem komt daarvoor dan ook lof toe. Niet minder ook dank voor de welwillendheid en voorkomendheid, die de raadsleden gedurende deze twee jaren van hem mochten ondervinden, als zij ook in andere opzichten met hem in aanraking kwamen en zijn goede diensten vroegen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Februari 1904. 31 Spreker is er van overtuigd, de tolk van al zijn me deleden te zijn, als hij aan het gesprokene nog den wensch toevoegt, dat het hem in zijn nieuwe betrekking aan de gemeente-secretarie van 's-Gravenhage steeds wel moge gaan, als hij hem eindelijk nog verzoekt, daar de groeten van alle raadsleden te willen overbrengen aan zijn ambtsvoorganger alhier, mr. van Randwijck, en niet minder ook aan zijn aanstaand nieuw hoofd, die jarenlang, eerst als raadslid en wethouder aan 's raads werkzaamheden deelgenomen, en daarna, gedurende zeven jaren als burgemeester de raadsvergaderingen heeft ge leid op een wijze, die bij allen in de aangenaamste herinnering voortleeft. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. Stoomdrukkerij van C. Jongbloed Az., Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 7