50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Maart 1004. Til-— iimbmiii 11—b—«hmiiiiii ■MUM init m» mar»,nifii vim «in au im i miaiim ■mniiiiMwmiwwiiMii—ii»ij——a—nman nun Wat de afschrijving en aflossing aangaat, dit zou een dubbele maatregel zijn, waardoor de exploitatierekening onnoodig wordt bezwaard. Als op de leening wordt afge lost uit de inkomsten van het abattoir, dan behoeft toch uit diezelfde inkomsten niet weer te worden afgeschreven op de waarde van liet gebouw. Overigens heeft de heer Middelkoop alle eer van zijn werk: hij heeft de financieele zijde zóó donker weten te schilderen, dat er geen enkel lichtplekje over blijft, en elk abattoir op een debacle zou moeten uitloopcn. De ondervinding, in andere plaatsen opgedaan, heeft echter bewezen, dat in de meeste gevallen, 11a eenigen tijd, inkomsten en uitgaven équivaleeren. Mocht er in den beginne onverhoopt ook al een klein nadeelig saldo zijn te constateeren, daartegenover staat dan toch liet groote hygiënisch belang, dat wordt bevorderd. Spreker ziet bovendien in de stichting van het abattoir een économisch belang. 14ij de groote veemarkt toch, waarop wij in Leeuwarden kunnen bogen, is een slacht huis eene behoefte. Men verlieze toch dit indirect voor deel niet uit het oog. Elk lid dezer vergadering zal zjjne stem wel hebben bepaald; ieder weet wel of hij een abattoir wil of niet. Alleen de heer Tromp zit als 't ware nog op den rand. De heer van Messel heeft reeds getracht, dezen te lokken naar den kant der tegenstanders, spreker hoopt echter dat de heer Tromp optimistisch genoeg zal zijn 0111 met vertrouwen zijn stem te geven aan het voorstel van burgemeester en wethouders. De lieer Tromp erkent, dat van een hygiënisch stand punt beschouwd, veel voor een abattoir valt te zeggen. Doch 1111 is bij hem twijfel ontstaan, of de hygiënische voordeden wel opwogen tegen de financieele nadoelen. Door den wethouder van financiën is tot nu toe nog geen weerlegging gegeven van de argumenten, die de oppositie heeft aangevoerd. E11 wat de hygiënische voor- deelen betreft, de algemeene rapporteur dr. Baart de la Faille heeft, niettegenstaande hedenmiddag door den heer Schoondermark op liet twijfelachtige nut bij parelziekte van het vee is gewezen, hetgeen door spreker is beaamd en uitgebreid met de trichinose, dit niet weerlegd en ge meend met toe te passen „la mort sans phrase" at te kunnen. Dit is wel wat al te gemakkelijk opgevat. Spreker heeft zijn leermeester, prof. Fokker, diens opinie gevraagd over een abattoir, en liet antwoord was: dat lo in Nederland vleeschvergiftigingen te w einig voor komen, 0111 uit dien hoofde tot de stichting van een abattoir over te gaan en 2. dat het middel bij parelziekte illusoir is. Spreker's hoofdmotief van hygiënische zijde, bij de oprichting van een abattoir is, dat de openbare reinheid bevorderd wordt, door particuliere slachthuizen te ver bieden. Van dit standpunt ging men indertijd te Rot terdam ook uit. Up grond daarvan is het abattoir te Rotterdam er toen gekomen. Heeft de algemeene rapporteur de medische zjjde der kwestie nog geheel niet verdedigd, de andere rapporteur der meerderheid, mr. Wolff, ging zelfs zoo ver de hygiene te verwaarloozen, toen hij den heer lvomter antwoordde dat de nieuwste machines niet behoefden te worden aangeschaft voor een abattoir, aangezien de concurrentie aldaar ontbrak. De geachte spreker zag echter over het lioofd, dat de verbeterde machines meestal worden inge voerd, omdat zij in hygienischen zin verbetering aan brengen. Waar spreker dus niet gerustgesteld is omtrent de financieele zijde der zaak en geene verdediging heeft gehoord van de hygiënische motieven, komt liet hem voor, dat de financieele bezwaren te licht worden geteld en de hygiënische voordeelen overdreven. Hij aarzelt dus op onvoldoend toegelichte motieven niet te berekenen financieele oilers van de gemeente te vragen. De lieer Wolff heeft niet beweerd, dat ineen abattoir geene nieuwe machines behoeven worden aangeschaft; hij zeide alleen, dat niet zoo angstvallig op het nieuwe en betere van de machines behoeft te worden gelet als bij fabrieken, waar steeds de concurrentie dreigt. Up de levensvatbaarheid van een abattoir hadden nieuwe machines niet dien invloed, als bij eene fabriek. De eenigc kostbare machine is de stoommachine voor het koelhuis die zal ongetwijfeld lang dienst kunnen doen, zelfs al wordt eene verbetering uitgevonden; de hygiënische waarde van de bestaande inrichting zal, ook al wordt zij op ouder- wetsche manier gedreven, blijven bestaan. Den heer Troelstra blijkt het, dat de financieele kwestie de overhand heeft. Spreker wenscht een en ander aan te roeren dat hier in het debat ter sprake is gebracht. Up een vraag van den heer Schoondermarkt, of de in richting hoofdzakelijk als openbaar slachthuis dan wel als export-slagerij zou worden gedreven, is geantwoordals abattoir, dat echter tevens kan dienen voor liet slachten voor uitvoer. Dit antwoord is juist. De bedenking rees dan echter, of daarom de inrichting niet grooter zou moeten worden dan overigens noodig zou zijn. Daarop antwoordt spreker ontkennend. Te Nijmegen is bij de stichting van het abattoir gerekend op eene bevolking van GU.U00 zielen en voor Leeuwarden op 40.000 zielen zooals uit de stukken blijkt. Er zal dus ruimte genoeg zijn voor het slachten voor export. De varkenshal zal ruimte bieden voor een zeer groot aantal varkens tegelijk, en in de slachthal voor rundvee kan men, zooals ook elders, het getal windassen gemakkelijk vermeerderen. Men bedenke voorts, dat elke slachting van een rund binnen 1 uur kan afloopen. 14jj een voldoend aantal windassen is er dus spoedig plaats voor andere beesten. Het getal slachtingen kan dus toenemen, zonder dat uitbreiding behoeft te geschie den. Dat zou alleen noodig zijn bij groote uitbreiding van slachting voor export, maar dat verwachten immers velen niet! Er is nog iets. Rij het bestaan van een koelhuis zullen de slagers meer onafhankelijk zijn van den tijd van slachten; zij zullen bij lage prijzen allicht meer vee aan- koopeu dan noodig is; zij zijn dan niet gebonden aan den betrekkelijk korten termijn, binnen welken vleesch in gewone omstandigheden moot zijn verbruikt. Vooral in den zomer is dat een belangrijk voordeel, doch dit maakt dan ook, dat het getal dagslachtingen, waarop bij de ruimte der hallen gerekend moet worden, lager kan worden gesteld. Er is gewezen op de noodzakelijkheid, 0111 op de ma chines tamelijk veel af te schrijven; maar in een abattoir is eigenlijk maar één machine. Voor het koelhuis is eene stoommachine benoodigd, die tevens voor de elec- trische verlichting kan worden benut. Andere belangrijke werktuigen kent spreker niet. De afschrijving behoeft dus niet zoo groot te zijn; voor de gebouwen, als die goed w orden onderhouden, behoeft geen 2 pet. afgeschre ven te worden. Een afschrijving van 2 pet. voor het gelieele stichtingskapitaal is zeker ruim voldoende. De opmerkingen van den heer Komter kwamen spre ker nog het meest steekhoudend voor. Deze bemoeit zich niet met schadeloosstelling aan de slagers, doch heeft meer den blik gevestigd op het bedrijf zelf. De heer Komter baseerde zjjne berekening op eene uitgaaf van 3UU.ÜÜ0, daarvan af te trekken de waarde van den grond. Maar onder die 3 ton zijn ook begrepen rente voor het eerste jaar, het leeningsbedrag beneden pari enz.; daarop behoeft toch niet te worden afgeschreven wegens waardeverlies I11 totaal zal er ongeveer op een bedrag van 200.UUU afschrijving moeten plaats hebben. De heer Komter meent, dat 2 pet. niet voldoende is voor afschrijving op de gebouwen. Maar het koelhuis ook zal solide gebouwd worden eu weinig onderhoud vencischen. De heeren Koopmans, Middelkoop en van Messel heb ben in den breede de eventueele nadoelen uitgemeten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Maart 1904. 51 Als men deze hoeren hoort, zou men denken, dat het abattoir een ramp voor de gemeente zou worden Maar in hunne voorstelling der zaken schuilt groote overdrij ving. Spreker gelooft, dat de meeste leden van den raad dit met hem zullen erkennen. De lieer Koopmans meent zelfs dat hef gebouw wel 4 ton zal kosten in plaats van 3, zonder echter eenigen redelijken grond voor die mce- ning op te geven. Volgens dezen bestaat er bij burge meester en wethouders geen ernst. En 0111 nu den leden van den raad nog meer schrik aan te jagen, worden de gemeentefinanciën als zeer on gunstig voorgesteld. De lieer Koopmans vergeleek den financieelen toestand der gemeente zelfs bij een jonge meid met een blos op de wangen, maar de kanker in de maag. 't Kan zijn, dat dan die spreker een specialiteit is, die die kanker ge nezen zal. lloe dit zij, spreker wil herinneren, dat voor gewone uitgaven nog nooit is geleend en dat opdejaar- lijksehe begrootingen nagenoeg nimmer door den raad aanmerkingen van eenige beteekenis worden gemaakt. Het is waar, de 11. U. is sedert 1881 verhoogd; maar daarin staat Leeuwarden niet alleen; meest alle groote gemeenten verkeereu in hetzelfde geval. De oorzaken daarvan moeten als bekend verondersteld worden. Dat aan de gemeenten ruimer inkomsten moeten verzekerd worden, erkent ook de Regeering door het benoemen eener Staatscommissie, die middelen overweegt, 0111 in dien toestand verbetering te brengen. Moge ook het abattoir in den beginne der gemeente een kleine som kosten, dat kan naderhand beter worden. Overigens, men kan onmogelijk vergen, dat met zekerheid de bedrijfsresultaten worden opgegeven. Burgemeester en wethouders hebben slechts bij den Raad den indruk willen vestigen, dat de inrichting zich zelf kan bedruipen. Dat er bij het dagelijkseh bestuur geen ernst zou bestaan bij het doen van voorstellen, waarbij de financiën betrok ken zijn, is een verwijt dat spreker terug werpt op hem die het heeft uitgesproken. De heer Koopmans noemde het Nieuwe Kanaal een gelegenheid 0111 er in te vissollen. Getuigt dat soms van ernst? kan dat taal genoemd wor den van een ernstig man I11 Utrecht heeft men eveneens gehandeld; ook daar heeft men op den voorgrond gestold, dat een abattoir zich op den- duur zelve moet bedruipen, en daarmede staan de nadere voorstellen van het gemeentebestuur tot eenige verhooging der slacht- en keurloonen in verband. Spreker wenscht 1111 nog eenige losse opmerkingen te maken. Het uitvoerig en geleerd betoog, dezen morgen dooi den heer Middelkoop geleverd omtrent de wetgeving in Duitschland en wat verder door hem werd aangevoerd voor het verleenen van schadeloosstelling aan de slagers, is reeds beantwoord. Spreker wil alleen nog maar her inneren, dat in de memorie van antwoord wordt gezegd dat de slagers de schade, zoo die werkelijk mocht bestaan, zelve op de consumenten kunnen verhalen. E11 dit behoeft niet in één jaar te geschieden, maar kan over meerdere jaren worden verdeeld, zoodat de vleeschprijzen daarom niet noemenswaardig behoeven verhoogd te worden. De heer Middelkoop stelt het getal paarden, dat hier geslacht wordt, lager dan burgemeester en wethouders, die op 500 rekenden. Toch zijn beider opgaven uit dezelfde bron geput. Wat is 1111 waar De opgave van het rundvee is van den rijksontvanger, dus volkomen te vertrouwen. Het aantal varkens is hoogstwaarschijnlijk oorspronke lijk te laag opgegeven, zooals in de memorie van ant woord is aangetoond. Overigens kunnen de cijfers mee- of afvallen. Van het koelhuis is gezegd, dat het zich niet kan bedruipen. Naar den maatstaf van Nijmegen zal dit wél het geval zijn, zooals spreker uit het verslag over 19U2 voorleest. De heer van Ketwich Verschuur wilde wachten. Maar wat geeft dat? liet Leeuwarder abattoir zal het eerste niet zijn in Europa; wij hebben vergelijkingen genoeg kunnen maken en voldoende gegevens ter onzer beschik king. Spreker vreest niet, dat de uitkomst veel van de raming zal afwijken. Wat de oprichtingskosten aangaat, valt nog eene enkele opmerking te maken 11.1. wat de ringmuur betreft, die volgens den heer Middelkoop ook wel noodig zou zijn. Te Mi rastricht en Nijmegen zijn dit de scheidingen van den publieken weg, maar hier heeft men een sloot tot afscheiding en is een ringmuur dus niet noodig. Volgens laatstgenoemd lid moeten de gelieele kosten van aan schaffing van het terrein ten laste van het abattoir komen. Dat kan spreker niet inzien. Waarom kan het niet- benoodigde gedeelte niet als greide verhuurd worden 'Thans brengt het f Gü per pondemaat op. Gok hier weer een streven, 0111 de zaken donker voor te stellen. Tot staving van ons beweren, dat afschrijving of aflos sing voldoende is, hebben wij ons in de Memorie van antwoord beroepen op de Memorie van toelichting op het aanhangig wetsontwerp tot wijziging der gemeentewet. Volgens den heer Middelkoop hadden we daartoe niet het recht, omdat het ontwerp nog niet tot wet verheven is. Spreker begrijpt zoodanige redeneering niet. Mag men zich tot staving van eigen meeuing niet beroepen op het oordeel der Regeering? Of is de Regeering geenerlei autoriteit op eenig gebied, zoolang een ontwerp geen wet is en wordt ze het al, wanneer een wet is aange nomen Of overigens een ander op goede gronden liet bedoelde betoog geleverd had, stel de heer Middelkoop, zou men zich dan niet op zijn oordeel mogen beroepen Burgemeester en wethouders wisten wel, dat in Nij megen en Maastricht niet voor export wordt geslacht, maar in Groningen wel en naar de toestanden hier mag ook rekening gehouden worden met export. De heer van Messel haalde het gehakt er bij, waarvan de herkomst moeilijk zou zijn vast te stellen. Maar als er een abattoir is, is de verbruiker zeker dat het hier geslachte vee zoo nauwkeurig mogelijk is gekeurd en dat geeft tocli oneindig meer zekerheid dan 1111 bestaat. Wiu ir is het dat andere levensmiddelen, b.v. groenten en melk, eveneens gevaar voor de gezondheid kunnen ople veren. Maar dat is geen reden 0111 vleeschkeuring na te laten. Door zoo te redeneeren bevestigt men slechts het spreekwoord, dat het betere de vijand van hot goede is. Zoo hebben verschillende sprekers verschillende bere keningen omtrent de financieele uitkomsten, die onderling nog al veel verschillen, ofschoon zij alle komen tot een tekort. In tegenstelling met die leden is liet sprekers over tuiging, dat een abattoir niet zal blijken een financieele ramp te zijn, maar dat zonder wezenlijk bezwaar de inkomsten de uitgaven zullen kunnen dekken. Mocht toch onverhoopt werkelijk blijken, dat de rekening, zooals die door burgemeester en wethouders is opgezet, voortdurend met een tekort sloot, welnu, dan zou onge- twjjfeld toch een slechts kleine verhooging van het slacht- en keurloon dat bezwaar kunnen opheffen, een verhooging, die den prijs van het vleesch nog niet boven de 1 j cent per. kilogram behoefde te doen stijgen. De heer van Vessel releveert, dat de lieer Troelstra zijn bezwaar omtrent samengestelde vleeschproducten als gehakt enz. niet heeft weerlegd. Indien dus niet met zekerheid kan worden geconstateerd, dat dit uit het abattoir afkomstig is, dan opent men de gelegenheid tot ontduiking en smokkelarij. at het koelhuis betreft, de opmerking van dr. de Jong, van Leiden, is zeker van grootbelang. Spr. meent ook in verband met de twijfelachtige rentabiliteit van het koelhuis, dat zelfs uit het gesprokene van den wet houder van financiën diens min gunstige gedachte over de geldelijke uitkomsten valt op te maken; en dan rijst bij spreker de vraag: mag 1111, bij den poveren staat der gemeentelijke geldmiddelen, een kostbare inrichting wor den gebouwd, waarvan de noodzakelijkheid niet eens bewezen is Y> ant liet hygiënisch voordeel, dat dan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 10