90 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 31 Mei 1904. b. tot het aanleggen van een riool en demping van een sloot. 13. Praeadvies van burgemeester en wethouders op het adres van O. Schilstra e. a.houdende verzoek om wijziging van liet plan van uitbreiding van de veemarkt. Deze punten te behandelen in eene volgende verga dering; de punten 1 3 te doen drukken als bijlage van 's raads handelingen. IV. Rapport wordt uitgebracht door den heer Duparc, namens de commissie belast geweest met het onderzoek van de rekening en verantwoording van de administratie van de Stads Bank van Leening over 1903. Dit rapport te behandelen in eene volgende vergadering. V. Alvorens tot de behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten over te gaan wenscht de Voorzitter een voorstel van burgemeester en wethouders in behandeling te brengen betreffende een lid van deze vergadering. Het zal niemand onbekend zijn, dat de nestor van den raad, op wien dikwijls om zijn lioogen leeftijd een beroep wordt gedaan, een zeldzaam feest heeft gevierd, dat voor zoover spreker kan nagaan, hier nog niet eerder is voorgekomen, n.l. het feest van zijn 46- jarig lidmaatschap van den raad. Burgemeester en wet houders hebben gemeend, dat dit feit niet onopgemerkt mocht voorbijgaan, dat de grootste belooningdie de Raad toekennen kan, den heer Duparc moest worden verleend voor al hetgeen hij, als lid van den raad en van vele commission in en buiten den raad, voor de belangen van Leeuwarden heeft gedaan, n.l. de zilveren eerepen ning, ingesteld bij raadsbesluit van 14 November 1836 als blijk van erkenning zijner bijzondere verdiensten tegenover de gemeente. Zij stellen voor het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeentt Leeuwarden Overwegende, dat de heer Arie Duparc op den 26 Mei j.l. veertig achtereenvolgende jaren lid van den Raad van Leeuwarden is geweest, gedurende welken tijd hij zich met groote toewijding en on vermoeiden ijver aan de belangen der gemeente heeft gewijd üehoord het voorstel van burgemeester en wethouders; Besluit lo. aan den heer Arie Duparc voornoemd toe te ken nen den grooten zilveren gedenkpenning, ingesteld bij raadsbesluit van 14 November 1836, 2o. afschrift van dit besluit tegelijkertijd met den penning uit te reiken aan den begiftigde. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt onder toejuiching aldus besloten. De Voorzitter overhandigt daarna den eerepenning en afschrift van dit besluit aan den jubilaris en spreekt hem aldus toe: „Uit de algemeeiie instemming, waarmede het voorstel ,is ontvangen, blijkt, dat de Raad zich daarmede ver- lenigt. Ik geloof, dat ik niet veel behoef toe te voe- „gen aan de korte termen, waarin het raadsbesluit is vervat. Burgemeester en wethouders hebben voorgesteld „U dit eerebljjk toe te kennen voor alles wat (rij voor „deze gemeente hebt gedaan. Wil dit zeldzaam uitge reikt eerebljjk aanvaarden met den hartelijken wensch, „dat (jjj, hoewel oud van jaren, nog jong van hart en „vooral helder van hoofd en onvermoeid in Uwe werk zaamheden, nog menig jaar werkzaam moogt zijn in het „belang dezer gemeente". De heer Duparc beantwoordt deze toespraak ongeveer aldus: „Ik dank u zeer, mijnheer de voorzitter! voorde hartelijke woorden, door U, ook namens het college van burgemeester en wethouders tot mij gericht, en evenzeer de leden van den raad en den secretaris voor de in stemming daarmee betuigd. liet was ter gelegenheid van mijn 25-jarigen dienst als i lid van den raad, dat ik het voorrecht had, met waardee- rende woorden te worden toegesproken door een Uwer ambtsvoorgangers, den heer Lyeklama a Nijeholt, en vóór tien jaren door uw onmiddellijkeii voorganger, den heer van Harinxma tlioe Slooten, die voor mij en zeker voor allen onvergetelijk zal blijven. Wat ik destijds antwoordde, kan ik nu slechts herhalen, n.l. dat, wat gij en anderen mij als verdiensten hebt toegerekend, in mijn oogen niets meer was dan het volbrengen van een plichtwaarvan ik de vervulling vrijwillig op mij had genomen. Vóór alles heb ik het beschouwd als een zeer groot voorrecht, dat mij de kracht was gegeven, zooveel jaren werkzaam te kunnen zijn ter bevordering van de belangen der ge meente, die mij zoo lief is, en van de ingezetenen, onder wie ik vroeger zooveel vrienden had en ook thans nog mag bezitten. Laat u allen dit korte woord genoeg zijn. in één opzicht stem ik echter geheel in met de door u gesproken woorden mijnheer de voorzitter, n.l. dat ik gezond van lichaam en geest, nog vele jaren met u allen zal mogen medewerken ter bevordering van de belangen van Leeuwarden. Niet weinig getroffen ben ik ook voor het stoffelijk blijk van waardeering van wat ik naar uwe ineeuing gedurende veertig jaren voor de gemeente en haar inge zetenen heb mogen verrichten. Ik zal het bewaren als een kleinood. Moge het zijn nog tal van jaren voort durend gezond naar lichaam en geest De openbare vergadering wordt thans tijdelijk door den Voorzitter gesloten. Na heropening wordt overgegaan tot AI. de behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van leden, der stembureaux zoo noodig voor de stemming en herstemming van leden voor de Pro vinciale Stalen op 16 en 27 .Juni 1604. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de stemming niet voer ieder lid afzonderlijkmaar voor alle leden en bloc te doen geschieden. De uitslag der gehouden stemming is, dat alle leden, die ter benoeming door burgemeester en wethouders zijn voorgesteld, worden benoemd met algeineene (21) stemmen. Alzoo zijn benoemd Ie stemdistrict (stadhuis), waarvan voorzitter is de burgemeester, tot plaatsvervangend voorzitter Mr. I. Wolff. Leden: Mr. A. Menalda, P. Atteina Dzn., 4e lid (art. 9ter Prov. wet) Z. S. Feddemaplaatsverv. ledenD. Lautenbach, F. Bakkers, H. Gorter, Mr. J. D. v. d. Plaats, G. P. H. Zimmerman. lie stemdistrict (Gymnasium), voorzitter: S. II. lljjl- kema; leden: S. Jansen II. Arcnds, 4e lid (art. 9ter Prov. wet) A. Duparc, plaatsverv. leden: S. J. van Mos sel, I. Nauta Andreae Jr., II. A. Vosman, I). de Vries, J. G. Wester. Ille stemdistrict (Beurs), voorzitter: II. Beucker An dreae ledenD. 1 igler \V ijbrandi, J. C. Kutscli Lojenga; 4e lid (art. 9ter Prov. wet) Z. Middelkoop; plaatsverv. leden: G. W. Koopmans, B. Blank, E. Komter, G. R. Pel, S. Vinken. IVe stemdistrict (Gymnastieklokaal Groote Kerkstraat), voorzitter: T. Komter, leden: P. A. Wilhclmij, A. D. Boercnds; 4e lid (art. 9ter prov. wet) N. T. Haver- schmidt J.Hz.plaatsverv. leden: J. A. A. Schoonder- mark, H. van Belkum, K. E. Brunger, II. Feddema Az., W. II. Taconis. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders a. tot onderhandschen aankoop van een strook grond in de Menno van Coehoornstraut van de vereeniging vde Ambachtschool". b. om in de Menno van Coehoorn-de Clues Bodies Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 31 Mei 1904. 91 Balck-, de Pieter Feddes- en de Bote van Bolswertstraten den rijweg op eene breedte van 7 M. en de trottoirs elk op eene breedte van 2]l% M. aan te leggen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt dien overeenkomstig besloten a. tot onderhandschen aankoop van de vereeniging „de Ambachtsschool" alhier van een strook grond, lang 67 M., breed 1 M. aan de Meuao van Coehoornstraat kadastraal bekend gemeente Leeuwardensectie G no. 6669 voor den prijs van 253; b. in de Menno van Coehoorn-, Claes Bockcs Balck-, de Pieter Feddes- en de Bote van Bolswertstraten, gelijk op de overgelegde situatieteekening is aangegeven den rijweg op eene breedte van 7 M. en de trottoirs elk op eene breedte van 2</2 M. aan te leggen en het voor de bestrating benoodigde geld ad f 2506.74 te brengen ten laste van volgnummer 154 der begrooting van uitgaven „voortzetting der werken langs het Nieuwe Kanaal." 3. Idem om aan mevr. Van Wapeningen te Arnhem tot wederopzegging toestemming te verleenen tot het hebben van een bruggetje van haar land naar den Harlinger trekweg en vvn een uitweg langs dien weg naar het dorp Deinum. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt be slotenaan Mevrouw J. G. van WageningenRomein te Arnhem, tot wederopzegging toestemming te verleenen tot het hebben van een bruggetje van haar perceel land, kadastraal bekend gemeente Deinum, sectie B no. 176 naar den Harlinger -trekweg en van een uitweg langs dien weg naar het dorp Deinum, ten behoeve van de be woners van eene op dat land te stichten woning, onder voorwaarde, dat adoor adressante of hare rechtverkrijgenden voor het hebben van bedoeld bruggetje en den daardoor tij delijk te- verkrijgen uitweg, jaarlijks voor of op 12 Mei voor het eerst op 12 Mei 1905, ten kantore van den gemeenteontvanger van Leeuwarden worde betaald eene recognitie van 5. b. de uitweg over den trekweg niet anders dan door voetgangers worde gebezigd. 4. Idem tol vaststelling van eene verordening tot hef fing van markt- en weeggelden voor het gebruik der vee markt en van de daarop geplaatste weegtoestellen en eene verordening voor de invordering dezer rechten Bijlage no. 11). Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de afzonderlijke artikels goedgekeurd, daarna de ontwerpen in hun geheel vastgesteld. 5. Idem tot wijziging der verordening omtrent den dienst op de veemarkt en het personeel voor de inning der ■markt- en weeggelden. Bijlage no. 13). Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden de voorgestelde wijzigingen aangenomen, daarna het ontwerp in zjjn geheel vastgesteld. 6. Idem tot verleening van. eervol ontslag aan den heer J. van Belkum als leeruur aan het gymnasium, met in gang van 1 September a.s. De heer Van Ketwich Verschuur zegt, dat de heer Van Belkum gemeend heeft op 65-jarigon leeftijd zijne betrekking te moeten vaarwel zeggen. De curatoren hebben met leedwezen zijn besluit vernomen. De heer Van Belkum toch is sedert tal van jaren, n.l. sedert 1 April 1864 steeds een uitstekend docent geweest; hij heeft over 't algemeen groot succes gehad met zijn leerlingen, zoodat een groot aantal leerlingen de beste vruchten van zijn onderwijs hebben mogen plukken. Spreker stelt daarom namens curatoren van het gymnasium voor aan het voorstel toe te voegen de woordenonder dankbe tuiging voor de in die betrekking gedurende tal van jaren betoonde toewijding en bewezen diensten. Dit voorstel wordt door burgemeester en wethouders overgenomen. liet aldus geamendeerde voorstel wordt zonder discus sie of hoofdelijke stemming aangenomen. 7. Idem tot wijziging der verordening tot het heffen van veergeld voor het gebruik maken van door de gemeente aangelegde pontveren. (Bijlage no. 12). Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de wijziging goedgekeurd, daarna het ontwerp in zijn ge heel vastgesteld. 8. Idem tot afbraak van de woningen nos. 108 en 110 aan den Oostersingel. Heeft ter visie gelegen om heden te worden afgedaan. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt beslo ten a. tot afbraak van bedoelde woningen; b. de daarvoor vereisehto kosten tot een bedrag van ƒ175 te brengen ten laste van volgnummer 157 der be grooting van uitgaven „Onderhoud van Gebouwen". 9. Idem tot vaststelling aan eene Verordening tot aan wijzing van stemlokalen voor de stemdistrietenwaarin de gemeente Leeuwarden voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal en de Provinciale Staten is verdeeld. Heeft ter visie gelegen om heden te worden afgedaan. Zonder discussie of hoofdelijke -stemming wordt dit voorstel aangenomen, en aldus is besloten met intrekking van 's Raads besluit van 11 Mei 1897, waarbij is vastgesteld de Verordening tot aanwijzing van stemlokalen voor de stemdistrictenwaarin de gemeente Leeuwarden voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal is verdeeld, als stemlokalen voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leeuwarden voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal en die der Provinciale Staten is verdeeld, aan te wijzen voor het le stemdistrict een lokaal in het stadhuis, voor het 2e stemdistrict een lokaal in het Gymna siumgebouw, voor het 3e stemdistrict het bovenlokaal van het Beurs en Waaggebouw, voor het 4e stemdistrict het Gymnastieklokaal in de Groote Kerkstraat. VII. De heer van Ketwich Verschuur vraagt en ver- krijgt het woord voor een onderwerp vreemd aan de orde van den dag. Deze wijst er op, dat de oostenwind de zeesluizen heeft doen sluiten en dat de warmte in de laatste dagen het grachtwater weder zoodanig in beweging heeft gebracht, dat velen op zeer onaangename wijze weder hebben ken nis gemaakt met de daaruit opstijgende geuren, mede veroorzaakt door het daarin stroomende afvalwater van de stoomstroocartonfabriek. Deze omstandigheid geeft spreker aanleiding om te wijzen op voorwaarde 13 van het op deze zaak betrek kelijk K. B. van 19 December 19U2, no. 13, luidende aldus

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 2