Vergadering van Dinsdag 11 üetober 1904. 154 Verslag van de handelingan van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 September 1904. schillende zijden is hem medegedeeld, dat die ordebewaar ders dien avond zeer ruw zijn opgetreden. Zoo zijn eenige jongelieden niet uit den tuin gezet, doch daaruit gegooid op cone wijze, die bij het weldenkend publiek verontwaardiging opwekte. Spreker zou gaarne weten wat hieromtrent aan het dagelijkscli bestuur bekend is. De heer Hijlkema kan in de eerste plaats den heer Schoondermark mededeelen, dat de zaak nog in een stadium van onderzoek verkeert, zoodat nog geen oordeel kan worden geveld. Spr. weet echter genoeg, om de tuin- politie in bescherming te kunnen nemen. Het staat vast, dat op den bcwusten avond eenige jongelieden verre gaand baldadig zijn geweest, meisjes gemolesteerd hebben enz. Nu bepaalt de verordening voor den tuin, dat per sonen, die zich wanordelijk gedragen, daar uit moeten worden verwijderd. Dit nu heeft plaats gehad en nu is het wel aan te nemen, dat zoo'n „verwijdering", de omstandigheden in aanmerking genomen, wel eens hard handig geschiedt. Hoe het zijde zaak is in onderzoek, de noodige attentie zal er aan worden geschonken. De Vergadering wordt hierna door den Voorzitter ge sloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 October 1904. 155 Tegenwoordig de heeren: Tromp, Troelstra, Oosterhoff, Komter, Wilhelmij, Duparc, Beucker Andreae, Schoon dermark, llavcrschmidt, Menalda, Koopmans, Fcddema, Peitz, Beekhuis, van Ketwich Verschuur, van Messel, Wolff, Baart de la Faille, Wijbrandi, Lauteubach en Hijlkema. Eene vacature. Afwezig de heer S. Jansen. Voorzitter de heer J. Troelstra, wethouder, waarne mend burgemeester. I. De notulen van de op Dinsdag 27 September 1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. Bericht van afwezigheid van den heer Jansen. 2. Koninklijk besluit d.d. 14 September 1.1., no. 87, waarbij is goedgekeurd het raadsbesluit van den 2(i Juli 1.1, no. 4, tot afschaffing der heffing van schoolgeld voor onderwijs aan de burgerdagschool. 8. Dankbetuiging van de bevolkings-agenten II. Sier- sma en J. Goor, voor de verhooging der maxima hunner jaarwedden. 4. Adres van den heer A. G. van der Mejj, betref fende een bouwplan voor de stichting van werkmanswo ningen op de kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden sectie G nos. 8481 en 5909, gelegen tusschen het Vliet en bouwblok VII aan de Emmakade. 5. Adres van J. Rietstra e.a. tot verplaatsing van een hek, staande op een gedempte sloot aan den Stienserweg. 6. Adres van G. Stelstra namens T. G. do Jong, weduwe van den overleden fitter aan de gemeentelijke gasfabriek IJ. J. Stelstra, om eene toelage in het levens onderhoud. 7. Adres van G. Wolters, om hem eervol ontslag te verlcenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 9. 8. Adres van II. Bergenia, boekhouder der gemeente- lijke gasfabriek, om zijne jaarwedde op het maximum ad 2000.te brengen. 9. Adres van inej. 11. van der Wal om eervol ont slag als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 7. De stukken, genoemd onder de nummers 49, worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten line van prae-advieshet adres sub 0 zal alsnog worden onderteekend door do weduwe Stelstra of oen behoorlijke volmacht daarbij worden overgelegd. 10. Voorstel van de heeren Duparc en Haverschmidt tot wijziging van art. 3 der Verordening op den genees-, heel- en verloskundigen dienst en in verband daarmede do benoeming van den heer van Eden op heden aan te houden. Het voorstel is van den volgenden inhoud Aan den Gemeenteraad. Ondergeteekenden hebben de eer den Raad voor te stellen lo. Art. 2 van de verordening op den genees-, lieel- en verloskundigen dienst voor behoeftigen in de gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad no. 16 van 1892), te lezen „De artsen worden door den gemeenteraad benoemd, „geschorst en ontslagen. „Een aanvraag om ontslag moet ten minste drie maan- „den vooraf worden ingediend. 2o. In afwachting van de op dit ouder lo. vermeld voorstel te nemen besluit, het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om don hoer P. 11. van Eden weder te benoemen tot geneesheer-directeur van het Stads-Ziekcn- huis voor een tijdvak van drie jaren, aan te houden. A. DUPARC. N. T. HAVERSCHMIDT J.Hz. 11 October 1904. De Voorzitter geeft den heer Duparc het woord, om het voorstel nader toe te lichten. De hoer Duparc acht, na wat in een vorige vergadering tegen een tijdelijke benoeming van bevolkingsagenten en ambtenaren van de gemeentewerken is gezegd, toelichting eigenlijk onnoodig. Meer dan eens is door spreker op wijzi ging der bepaling aangedrongen, het laatst nog toen het de herbenoeming van den heer van Eden betrof, nu drie jaar geleden. Vroeger bestond gelijke bepaling voor de benoeming van den directeur en den boekhouder der gemeentelijke gasfabriek en voor den directeur der stadsreiniging. Spreker heeft er krachtig toe medege werkt om de bepaling te doen intrekken. leder ambtenaar, hoe laag ook geplaatst, die zjju plicht doet, verdient waardeering. Men vergete echter niet, dat het hier geneeskundigen betreft; het is, volgens spre ker, reeds veel te lang in strijd geweest met de waarde van hun stand, om hun de verplichting op te leggen, telkens na drie jaren weder tot den raad te komen, om te worden herbenoemd. De stadeartsen moeten steeds zoo veel vertrouwen genieten, dat zij niet eerder ontslag krijgen, dan wanneer zij zeiven vragen. Wat heeft bo vendien de geschiedenis ten aanzien van andere gemeente ambtenaren geleerd Dat, al was de raad overtuigd, dat de functionairis niet verdiende te worden herbenoemd, andere overwegingen zicli hebben laten gelden, zoodat de ambtenaar toch zijn betrekking behield. Die benoemin gen voor een zeker getal jaren beantwoordden dus toch niet aan het doel, waarvoor zij in het leven waren ge roepen. Het voorstel wordt hierop gesteld in handen van Bur gemeester en Wethouders ten fine van prae-advies, ter wijl in verband daarmede punt 4 der agenda, voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herbenoeming van den heer P. II. van Eden, tot nader wordt aangehouden. 11Adres van de wed. Bootsma e.a houdende ver zoek om verbetering van de Ayttasteeg. Wordt gesteld iti handen van Burgemeester en Wet houders ter afdoening. 12. dat bij de aanbesteding van verfwerken aan gemeentegebouwen zijn gegund: perceel. 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 10 en 12 aan G. de Beer resp. voor 137, 236, 142, ƒ87, ƒ58, ƒ192, 97, ƒ162, ƒ177; perceel 4 aan B. de Boer voor 189; perceel 6, 11 en 13 aan J. S. de Jong voor 28, ƒ48 en ƒ48. III. W ordt ter tafel gebracht 1. Voordracht voor de benoeming van een onderwij zer aan gemeenteschool no. 2 (vacature II, Dijkstra) en van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 10 (vacature K. Fokkema). 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van het westelijk gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden sectie G no. 4436 aan Pietersburen van den heer P. F. Vcrgonet. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake een adres van don Bond van Inspecteurs van Ge meentelijke Politie in Nederland betreffende het vaststel len van eene pensioenregeling voor de weduwen en wee zen van Politie-lnspecteurs.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 1