166 Versla^ van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1904.
7. Alsvoren tot den aanleg van een openhaar wandel
park op de kad. perceelensectie C. nos. 1431)988 en
!)89 aan de Spanjaardslaan.
liet voorstel van Burgemeester en Wethouders is van
den volgenden inhoud
Aanleg Wandelpark.
Aan den Raad.
Mijne Heeren
Toen in liwe zitting van den 14en Juni 1.1. ons voor
stel werd ter tafel gebracht om voor eene som van/15.955
tot den aanleg van een wandelpark over te gaan op het
door den heer en Mevrouw Rengers geschonken terrein
aan de Spanjaardslaan, werd door uw medelid, den lieer
Schoondermark, medegedeeld, dat door hem werd voorge
staan eene andere wijze van aanleg dan door ons was voorge
steld hij verzocht dit plan, nadat door den Directeur
der Gemeentewerken daarvan eene begrooting zou zijn
opgemaakt, tegelijk met het onze ter visie te leggen.
In afwachting daarvan werd voorloopig de behandeling
van den parlcaanleg aangehouden.
Inmiddels is van den lieer Copijn, wiens project wij
U als het fraaiste en minst kostbare hadden aanbe
volen, nog een nieuw plan ngekomen, waarbij de kosten
thans zijn verminderd op ƒ12330 of ƒ12930, al naar
mate de op te brengen hoeveelheid grond.
Gelijk IJ uit de bijbehoorende teckeningen met be
schrijving zal blijken is hier de bezuiniging in de eerste
plaats gezocht in het verkleinen der waterpartij het
voorste gedeelte van den vijver tot waar in het eerste
plan het bruggetje was gedacht is weggelaten, terwijl
liet tweede gedeelte een eenigszins anderen vorm krijgt;
in verband hiermede is ook in het net van wandelpaden
eenige wijziging aangebracht.
doorsneden en aldus steeds een zooveel mogelijk droog
terrein zullen opleveren, voor allerlei openluchtspelen
en soms tegen vergoeding beschikbaar te stellen terwijl
de omringende weg voor toeschouwers en wandelaars is
bestemd.
De kosten met inbegrip van twee toegangen aan de
zijde der Spanjaardslaan en een bij de Bleekerstraat zullen
slechts ƒ12425, de jaarljjksche uitgaven van onderhoud
ƒ740, bedragen.
De voorstanders van dit plan zullen zeker niet nalaten
het licht te werpen op deze voordeden van geldelijken
aard, die het heeft boven het nieuwe ontwerp-Copijn.
Het moge zoo zijnzonder veel moeite had men er
wellicht in kunnen slagen een nog goedkooperen aanleg
te ontwerpen. Maar er mag dan toch op worden gewezen
dat de Raad zich eenmaal tegen den aanleg als sport
terrein heeft uitgesproken, op grond dat de nabijheid
der begraafplaats het terrein daardoor minder geëigend
maakt en ook omdat Leeuwarden als attractie voor vreem-
delingen en renteniers meer zou hebben aan een wan
delpark dan aan eene gelegenheid voor openluchtspelen
de behoefte hieraan werd niet zoozeer gevoeld. En bo
vendien ware het handelen tegen de bedoeling waarmede
de schenking kennelijk is geschied, zoo niet zou worden
besloten tot parkaanleg, die op bevredigende wijze voor
een bedrag van slechts 2009 boven hetgeen beschikbaar
j is gesteld kan worden uitgevoerd.
üp grond van bovenstaande beschouwingen en met
referte voorts naar de gronden van ons voorstel van 14
Juni 11., dat wederom bij de stukken is gevoegd, hebben
wij mitsdien de eer L" voor te stellen te besluiten
tot den aanleg van een openbaar wandelpark op het
terrein aan de Span jaardslaan, kadastraal bekend gemeente
Leeuwardensectie C nos. 1439, 988 en 989, met in
begrip thans van de verèischte toegangen aan de zijde
der Spanjaardslaan en de Bleekerstraat voor een bedrag
van ƒ14430, een en ander nader in de stukken omschre
ven en gelijk op de bijgevoegde teekening is aangeduid.
Voorts kan mede nog
eene besparing op den post zandgrond en grind, oor
spronkelijk 3825 geraamd, worden gevonden.
Door een en ander kan de oorspronkelijk door Copijn op
15955 gestelde som op ƒ12930, resp. 12330 worden
teruggebracht, zonder dat, naar ons oordeel, nu voor de
beplanting een gelijk bedrag als bij het vorig plan blijft
uitgetrokken, dit aan den indruk van het geheel noe
menswaard behoeft te schaden.
Wij mogen het betreuren dat door de aanleggers niet
eerder met dit plan is gekomen en dat bepaaldelijk aan
leg voor de beschikbare som van ƒ12500 aanvankelijk
als niet wel mogelijk, werd ontraden nu blijkbaar het
onderwerp door hen nogmaals is ter hand genomen en
opnieuw de becijfering is opgezet, met het resultaat dat
voor genoemde som toch wel een zeer voldoende uit
voering aan de bedoeling der schenkers is te geven, mee-
nen wij ons voorstel tot park-aanleg, maar nu naar de
omstandigheden gewijzigd, te moeten handhaven.
En dit ondanks de bijkomende kosten (deze waren ook
bij het plan van 15955 buiten beschouwing gelaten) van
ingangen aan de Spanjaardslaan en de Bleekerstraat door
den Directeur der Gemeentewerken op ƒ1900, van toe
zicht op f 590, en van de jaarlijks terugkeerende uit
gaven van onderhoud en bewaking op ruim 1800 ge
raamd en ondanks het goedkoopere plan van den heer
Schoondermark.
Zooals do daarbij behoorende teekening aangeeft en in
de toelichting en het advies van den Directeur dor
Gemeentewerken, dat wij omtrent beide projecten heb
ben ingewonnen, is omschreven, wordt in het plan Schoon
dermark het terrein als liet ware in twee groote gras
perken verdeeld en omgeven door een met hoornen
beplant, verhoogd en verhard voetpad van 5 M. breedte.
De bedoeling is, zooals de naam „sportterrein aangeeft,
de grasvlakten, die door draineerbuizen zullen worden
Leeuwarden 11 Oct. 1904.
Burgemeester en Wethouders.
De heer Schoondermark heeft omtrent liet door hem
voorgestane plan tot aanleg van een sportterrein op de
genoemde perceelen land het volgende schrijven aan den
Raad gericht.
TOELICHTING tot het plan, ingediend door J. A. A.
Schoondermark, lid van den Raad der ge
meente Leeuwarden, om de schenking van
Mr. W. J. van Weideren baron Rengers en
Echtgenoote, aan het doel te doen beant
woorden.
Bij het bestudeeren van deze kwestie, zat bij onder-
geteekonde voor deze bedoeling, dat de schenkers tevreden
zouden zijn, en de gemeente Leeuwarden niet duurder
uit dan noodzakelijk, en kon het zijn, dat, met de inge
komen gelden, een park was tot stand te brengen, dat
het nuttige met het aangename kon vereenigen.
Ondergeteekende hoeft daarvoor bijgaand plan doen
opmaken. De slooten rondom het geheele terrein zullen
worden verbreed; zij zullen, op zomerpeil gemeten, 5
meter breedte hebben met een talud van »/4 op 1. De
uitkomende aarde zal dienst moeten doen, om een dijk
te leggen rondom het geheele terrein, welke dijk eene
bovenbreedte van 10 Meter zal verkrijgen. Ter weers
zijden op dezen dijk denkt ondergeteekende een bovenrij
van hoog opgaand geboomte, van iepen. Langs den bui
tenkant, dus langs de slooten, denkt hij zich een mantel
van heesters, waarvoor ook wilgen zeer in aanmerking
komen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1904. 167
De weg, tusschen de boomenrij, 10 Meter breed, zou
lijj aangelegd willen zien als kunstweg met kalkgriut,
geschikt om dienst te doen als wandelweg, fietsvveg, en
weg voor kinder- en sportwagens.
De kruin van dezen dijk moet zijn 2 Meter boven
Friesch zomerpeil.
De hoeken in dezen weg denkt hij zich belangrijk af
gerond, in staat om daarop te plaatsen rustieke banken
en zoodoende een aardig kijkje biedende op het gazon,
door den dijk omsloten.
Op deze wijze verkrijgt men na een 4-tal jaren, mooie,
breede, met hoog opgaande iepen beplantte, en door kort
hout gedekte lanen, die, op een hoogte, boven het groote
grasperk gelogen, een mooi uitzicht geven over het ge
heele sportterrein. Deze lanen zullen op den duur wor
den heerlijke, koele en beschutting gevende wandelwegen
dus op zich zelf reeds vormende een wandelpark of laan.
liet terrein zelf moet vlak gemaakt en onder eenzelf
de hoogte worden gebracht. Daartoe zou ondergeteekende,
waar noodig, de zoden willen afnemen, om met grond
en zand de vcreischte hoogte te verkrijgen. Een diepe
greppel, tusschen gazon en dijk, kan het water wel op
vangen, terwijl eene eenvoudige draineering en rioleering
voorziet, respectievelijk in den afvoer van het water naar
de greppel, en van de greppel naar de sloot.
Tot toegang denkt hij zich twee dammen met hekken
aan de Spanjaardslaan, en één aan de Bleekerstraat.
Aldus gedaan te Leeuwarden, den 22 Augustus
1904, door:
SchoondermarkLid van den Raad.
Nadat de beraadslaging is geopend houdt de heer
Schoondermark de volgende rede
Zooveel hoofden zooveel zinnen zegt 't spreekwoord
en 't wordt in deze aanhangige kwestie maar weer al te
zeer bewaarheid.
In de geheime zitting van 15 Maart j.l. waren er
toch niet minder dan vier stroomingen wat men met de
schenking van den heer van Weideren baron Rensers
en echtgenoote zou doen. Zeker was het voor de schen
kers aangenamer geweest, indien men toen tot een besluit
had kunnen komen, doch dit neemt niet weg dat ge
noemd echtpaar het zal moeten appreciëeren, dat elk raads
lid zijn opinie openhartig uit als hij moet beslissen over
een zaak, die de gemeenschap raakt.
Zooals ik zei waren er vier stroomiugen. 't Eerste
stroompje was zeer klein, ik meen 2 of 3 wilden dat
bevaren.
De drie overigen waren vrijwel evenredig verdeeld.
Ze waren: 1ste sportterrein, 2de halve aanleg tot park,
3e geheele parkaanleg.
Eigenaardig bij deze bespreking was dat in het
College van Burgemeester en Wethouders al deze drie
ideën vertegenwoordigd waren.
Nu stond op den oproepingsbrief besprekingendoch
men ging m. i. foutief' verder en ging tot stemmen over.
t Resultaat was, dat de meerderheid was voor halven
aanleg en wachten met verderen aanleg tot tijd en wijle
de finantieële toestand der gemeente gunstiger zou zijn.
De meerderheiddie altijd denkt gelijk te hebben, had
echter mis gezien, want de deskundige besliste dat zulk
een plan onuitvoerbaar was. Ten einde raad komen nu
Burgemeester en Wethouders met een bezuinigd plan,
denkende dat dit 't meest in den smaak zal vallen. Ik
had gaarne eens luistervinkje willen spelen toen Burge
meester en W ethouders deze zaak moesten beslissen want
ook daar was het: „Zooveel hoofden, zooveel zinnen".
Eindelijk zijn zij 't toch eens geworden en komen met
een plan.
Uit de verdediging kan men al voelen, dat er op dit
uogenblik of liever in deze materie geen kracht uitgaat
van het college, dat het in het onderhevige geval niet
eens is.
Burgemeester en Wethouders beginnen al met vrees.
Zij zeggen n.l.de voorstanders van het plan Schoonder
mark zullen in de eerste plaats liet licht laten vallen op
de voordeden van geldelijken aard, en zeggen daar tegen
over let welzonder veel moeite had men er wellicht in
kunnen slagen een nog goedkooperen aanleg te ontwer
pen. Men houdt mij ten goede dat wij door goedkoope
ontwerpen van Burgemeester en Wethouders niet ver
wend worden. Maar bovendien gaat liet toch niet aan
dat ik met een voorstel zou komen, waardoor de gemeente
nog eens apart eenige duizenden guldens in den zak stak.
De toelichting van Burgemeester en Wethouders ver
der vervolgende, lezen wij, dat de raad zich heeft uitge
sproken tegen sportterrein. Is dat nu ernst? Wij weten
toch allen, hoe het met die stemming ging. Ik zelf heb
gestemd vóór het plan Beekhuis, omdat een ieder voor
zag, dat anders geen der plannen meerderheid zou krijgen,
zóó stonden de zaken M. d. V.
En dan durven Burgemeester en Wethouders nog we
de motieven op te geven, waarop die beslissing gevallen is.
lste nabijheid begraafplaats.
Door een paar leden werd daarop gewezen, terwijl ons
geacht medelid Dr. Baart de la Faille de geopperde be
zwaren zóó duidelijk weerlegde dat niemand daarop meer
repliceerde.
Ik wil aan die gesproken woorden nog wat toevoegen
Zondag acht dagen was er een voetbalwedstrijd tusschen
Groningen en Leeuwarden. Honderden monschen waren
op 't terrein aan het kanaal. Meer dan een half uur
heb ik gewandeld in de Vredeman de Vriesstraat om te
hooren hoever 't geluid daar doordrong. Niets dan een
gegons was waar te nemen, üp een straat dus vlak er
naast, door een weinig boschage gescheiden. Stelt men
zich nu voor het terrein door baron en baronesse Rengers
geschonken, gescheiden van het kerkhof door een breede
dijk, aan den kant van het kerkhof dicht begroeid met
struikgewas, is 't dan niet duidelijk dat de bezoeker van
het kerkhof niets zal hooren van liet geluid, dat gestuit
wordt door hoogeren weg, struikgewas en nog eens struik
gewas op den rand van het Kerkhof?
2de motie volgens Burgemeester en Wethouders door
den raad aangehaald
„Een park bevordert meer de attractie van vreemde
lingen en renteniers".
M. d. V.Wat noodig is voor attractie van vreem
delingen laat zich in enkele woorden weer geven.
Elke stad, elk dorp, elke landstreek heeft zijn of hare
attractie. Friesland b.v. door zijn water, vlak laud,
klecding etc.
De Hartz door zijn Broeken, ruwe bergen, bosschen
en eigenaardige met bellen klingendo koeien. Nu moet
men in Friesland geen bergen trachten te maken en in
de Hartz vlak land of in Atenahr kieviten kweeken en
in Leeuwarden forellen, neen men moet de attractie voor
den vreemdeling gaande weten te houden door dat type
Ie /a-houden. En nu is Leeuwarden geen type van nutuur-
schoon, kunstmatig zal 't dat ook nooit worden, zóó dat
t daardoor attractie zou verkrijgen voor een vreemdeling.
Maar voor de komende renteniers dan M. d. V. wij
hebben een praehtigen Prinsentuin en welke renteniers
komen daar? Men kan ze eiken morgen op de bank bij
liet bruggetje zien zitten, een 8 a 19 tal. Zou men nu
werkelijk denken, dat er zich één rentenier in Leeuwar
den zou vestigen als de schenking-baron Rengers park
werd
Ik stel me ook zoo voor M. d. V. als het plan van
Burgemeester en Wethouders verwezenlijkt wordt, dat
wij allen dan dat park eens zullen doorloopen. Hoe dik
werf zal dat bezoek echter herhaald worden
Ten slotte beweren Burgemeester en Wethouders dat
bij den raad de behoefte aan openluchtspelen niet zoo
zeer gevoeld wordt. Slechts één vraagwie gevoelt die
behoefte niet? Zoo er een is, hij vervoege zich bij Leeu
warders jeugd, de toekomt van ons Vaderland.