180 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Zaterdag 20 October 1004. Op grond van het aangevoerde geeft spreker den heer Jansen in overweging, geen amendement op de omschrij ving van dezen post voor te stellen, daar ze geheel in overeenstemming is met de bestaande verordening. Volgno. 170 wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgno. 171. Uitgaven ter bestrijding van besmettelijk hoofdzeer 1000. De heer Tromp heeft hierover, zooals aan do meeste leden bekend is, in de vergadering van 23 Juni 1903 het woord gevoerd. Toen heeft hij in het licht gesteld, dat de motiveering van de crediet-aanvragc hem onvoldoende voorkwam, omdat men den werkelijken omvang van het kwaad niet kende. De cijfers door de commissie van toezicht op 't L. O. gegeven, waren van geenerlei waarde. Niettemin heeft spreker in die aanvraag berust, omdat het algemeen belang er inderdaad bij was betrokken, terwijl bovendien een nader onderzoek werd beloofd. De heer Duparc zeide wel in de bovengenoemde vergadering (blz. 86:) „liet getal lijders aan de kwaal is onrustbarend toe genomen, dit slaat vaat" terwijl indien de heer van Ketwich Verschuur van spreker zeide, dat hij misschien bang was, dat het crediet zou worden aangewend tot genezing ook van niet besmettelijke hoofdhuidlijders, hij zich kan verzekerd houden, dat de commissie zich stipt aan de opdracht zal houden. Thans echter blijkt uit het jaarverslag 1903, bladzijde 33 (en dezelfde zegt, op blz. 85 dat hij kan verzekeren dat volgens de deskundige leden de commissie het grootste deel van de in hare missive bedoelde 5 pCt. lijdt aan besmettelijk hoofdzeer,) dat van de 83 behandelde patiën ten slechts 25 leden aan fuous. Nu vraagt spreker nog maals, of de motiveering van de aanvrage inderdaad voldoende was? Nog geen 30p('t. blijkt te lijden, aan de zuktevoor de bestrijding maarvau het, geld tronlt toegestaan. Op grond van welk algemeen belang worden nu die andere ruim 70 pCt. behandeld? Op grond van welke verordening treedt do gemeenteraad hier behandelend op Wenscht de gemeenteraad op dezen weg voort te gaan, dan zullen tal van andere ziektetoestanden vééleer vallen onder gemeentelijke inmenging dan de in 't verslag gepubliceerde niet besmettelijke hoofd huidziekten. Geenszins ligt het in de bedoeling, het werk van de des kundige leden der commissie van toezicht op het L. O. af te breken en nog minder het werk van den lieer dr. de Jong, maar om te waarschuwen en om te raden zich rekenschap te geven van de gevolgen die een dusdanig optreden noodzakelijk met zich zullen sleepen. Spreker constateert, dat zijn op 23 Juni 1903 geuit vermoeden ten volle bewaarheid is, dat men hem toen slechts niets zeggende cijfers heeft voorgehouden. De heer Duparc acht zich verplicht, nu de heer de la Faille nog niet ter vergadering aanwezig is, er op te wijzen, dat toen van den gemeenteraad in 1903 een crediet werd gevraagd tot bestrijding der kosten, noodig om de uitbreiding van hoofdzeer bij de leerlingen der openbare lagere scholen, tegen te gaan, het woord besmettelijk niet werd genoemd. En ook in het daarop gevolgde raadsbesluit was dat zoo. Spreker die als lid der gezondheidscommissie, deel uitmaakte van de uit leden dier commissie, en uit leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs samen gestelde sub-commissie, kan de verklaring afleggen, dat aanvankelijk ook van nooit anders sprake was dan alleen van hoofdzeer gevallen zonder meer. De lieer Baart de la Faille verschijnt ter vergadering. heeft gemaakt tusschen favus en hoofdzeer in het alge meen. Dat geachte lid meende alleen voor de bestrijding van favus zijn stem te kunnen geven aan het voorstel. Toch kan slechts na wetenschappelijk onderzoek de di agnose worden vastgesteld, dat een kind lijdt aan favus. Blijkt dit het geval te zijn, dan wordt de lijder niet op school toegelaten, maar ook, wanneer zich hoofdzeer ver toont. In beide gevallen wordt de behandeling voortgezet tot dat het kind genezen is. Nog dagelijks gaan van het Diaconessenhuis kinderen naar het lokaal waar do behandeling plaats heeft. Naar sprekers meening bestaat er alleszins reden, om 1000 te besteden, zoolang nog kinderen aan hoofdzeer of favus lijden. Den heer Tromp blijkt het, dat de heer Baart de la Faille niet gevoelt, waar de schoen wringt. Dit komt omdat de heer de la Faille nog afwezig was toen dit volgno. aan de orde kwam. Hij veroorlooft zich dus nogmaals zijne bezwaren te uiten en nu zal de lieer de la Faille toch wèl begrijpen, waarom de wetenschappelijke diagnose zoo dringend door hem wordt gevraagd. Nooit heeft spreker de geldkwestie aangeroerd. Munt waar van 88 patiënten slechts 25 blijken te lijden aan favus, daar meent hij de volgende vragen te moeten stellen lo. Is het algemeen belang betrokken bij de resteerende 70 p('t. der gevallen 2o. Js de Raad bevoegd op te treden als hij thans doet 3o. Kan men op dezen weg voortgaan Spreker meent, dat de Raad zich niet bewust is, waartoe zij, den ingeslagen weg volgende, zal komen. Wat het door den heer Duparc gesprokene betreft, spreker begint ernstig aan diens gehoor te twijfelen. Spreker heeft niet gevraagd, wat de heer Duparc hem in de mond legt n.l. „wat is met dat geld gedaan Niet één dier woorden is gebezigd De geldkwestie laat spreker in deze volkomen koud, liet gaat hem hier om de beginselkwestie. En waar dat geachte lid gelooft dat het geld indertijd ook beschikbaar werd gesteld voor de bestrijding van andere ziekten dan favus, weet spreker zeker, dat dit niet het geval is. Du heer van Ketwich Verschuur zeide toch meer dan eens, dat men niet behoefde te twijfelen, dat het bedrag alleen voor de genezing van favus was bestemd. Doch men gelieft telkens van den hoofdweg af te dwalen en tracht spreker met een kluitje in het riet te sturen. De heer Duparc kan de heer Tromp de verzekering geven, dat hij diens met heldere stem uitgesproken woor den zeer goed verstaan, en hun beteekenis goed begre pen heeft, llij zal het echter wel met spreker eens zijn, dat een debat over de diagnose der ziekte hier al heel vruchteloos moet zijn, daar toch door den Raad hierover moeilijk kan worden beslist. Dat moet aan deskundigen worden overgelaten, Misschien echter zal de heer Ilavor- schmidt, als lid der Commissie van Toezicht op het L. den heer Tromp nader inlichtingen over den loop dei- zaken kunnen geven. De heer Haverschmitlt begrijpt niet de oppositie van den heer Tromp. Is het omdat hij vreest, dat de patiënten aan den huisarts worden onttrokken Dit is niet het geval, men is geheel vrij, maar de gemeente geeft daartoe kos teloos de gelegenheid. En of het nu een favus-geval is of een hardnekkig eczema of pediculosis, het eene al even hinderlijk als het andere, en door den medicus soms eerst na miscroscopiseh onderzoek te herkennen, de genezing blijft een weldaad voor de kinderen. Wordt de bestrijding der kwaal geregeld en krachtig voortgezet, dan zal men op den duur met een geringer bedrag kunnen volstaan. De heer Baart de la Faille herinnert zich zeer goed De heer Tromp wijst er op, dat de vorige sprekers dat de heer 1 romp indertijd nauwkeurig onderscheid zich op zijwegen begeven. Spreker's vraag is enkel, of Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Zaterdag 29 October 1904. 181 het standpunt waarop men zich ten opzichte van de ge nezing van het niet besmettelijk hoofdzeer plaatst, wet tig is? Nogmaals zij het gezegd: het geld is bijzaak. Spreker vraagt alleen, op welken grond de gemeente zich bemoeit met kinderen wier ziekte niet besmettelijk en dus niet gevaarlijk is voor de anderen? De heer Baart de la Faille bemerkt, dat de heer Tromp zich op een theoretisch standpunt plaatst. Om consequent daarnaar te handelen, zou van alle kinderen, lijdende aan hoofdzeer, eerst de diagnose moeten worden vastge steld. Bleken zij niet te lijden aan favus, dan moesten zij worden teruggezonden. Maar spreker acht het beter, bij twijfel ze niet terug te sturen. Nu worden door de goede zorg van het gemeentebestuur èn besmettelijk èn niet-besmettelijk hoofdzeer bestredenwaardoor in elk geval genezing van favus wordt bereikt. Practiseh valt hier toch alles voor te zeggen. De Voorzitter zegt, dat de heer Tromp heeft gevraagd naar de wetigheid dezer uitgave. Deze vindt haar grond hierin, dat de uitgaaf op de begrooting is geplaatst, even als ten vorigen jare. Op denzelfden grond wordt ook do/'10U voor de crèches uitgekeerd. Worden deze posten goedgekeurd, dan is de uitgave wettig. Dan meent de heer Tromp verder dat er ten deze sprake zou zijn van beperking der grondwette lijke vrijheid. Dit gelooft spreker niet. De maatregel is genomen in 't belang der algemeene gezondheid. En nu is met het oog hierop bepaald, dat besmette kinde ren de school niet mogen bezoeken. Of ze zich willen laten genezen of niet, dat is hun zaak of wel die der ouders. Ook kunnen ze tot geneesheer kiezen dien ze willen. Maar nu komt de gemeente hen te gemoet, dooi de gelegenheid te scheppen voor gratis geneeskundige behandeling, vooral van belang voor kinderen van on- en minvermogende ouders. Reeds eenige jaren geleden heeft hier het feit, dat een groot aantal kinderen aan besmettelijk hoofdzeer leed tot het nemen van maatregelens tot krachtige be strijding van het kwaad geleid en daar het nog steeds bestaat, is naar aanleiding van een schrijven van de com missie van Toezicht op het lager onderwijs voor 1994 en ook nu weer 10ÜÜ op de begrooting uitgetrokken. Nu komt het spreker voor, dat niet angstvallig be hoeft te worden onderzocht of een patient aan besmette lijk hoofdzeer lijdt. Do hoofden van scholen zullen be ginnen met ecu kind, dat aan hoofdzeer lijdt, tijdelijk niet tot de school toe te latenzij toch zullen niet kunnen be- oordeelen, of de ziekte besmettelijk is of niet. Welnu, is het dan niet rationeel en meest praktisch dat de ge neesheer, door de commissie met de behandeling belast, ook de genezing op zich neemt van niet besmettelijk hoofdzeer Spreker herhaalt, de ouders kunnen tot geneesheer kiezen dien zij willen zij kunnen zelfs hunne kinderen niet laten genezen de individueele vrijheid wordt niet verder beperkt dan het algemeen belang eisclit. De heer Oosterhofr vraagt of het niet besmettelijk hoofdzeer kan ontaarden in de besmettelijke favus. Is dit het geval, dan acht spreker liet gevaarlijk, liet niet- besmettelijk hoofdzeer onbehandeld te laten. Gaarne ontving spreker van deskundige zijde antwoord op zijn vraag. Den heer Tromp spijt liet, nogmaals over deze kwestie het woord te moeten voeren. 11 jj kan den heer Ooster- hoff mededeelen, dat tusschen favus en andere hoofdhuid ziekten een principieel verschil is. Beide ziekten hebben alleen de localisatie gemeenzij kunnen niet in elkaar overgaan. De vraag komt hoofdzakelijk hierop neer, of men een wettig standpunt innam, door te handelen als men deed, of de gevolgde wijze van handelen niet in strijd is met de vrijheid, bij de Grondwet aan iederen burger gewaarborgd. De Voorzitter herhaalt nog, dat geen enkel kind ge dwongen wordt tot de behandeling. Onderwerpt het zich daaraan echter niet, dan wordt het niet tot de school toegelaten, leder is volkomen vrij. De heer Havei'SChmidt deelt ten slotte den inhoud mee van de kennisgeving aan de ouders, waaruit o.a. blijkt, dat de schoolcommissie hare bevoegdheid ontleent van de verordening van 29 April 1896, gemeenteblad no. 9, (voorkoming, wering en beteugeling van besmettelijke ziekten) en aan die van 9 Maart 19U3, gemeenteblad no. 5, (hinderlijke onreinheid). Yolgnos. 171179 worden hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgno. 180. Kosten van politie f 35500. De heer Jansen weet, dat de politic-maatregelen minder tot de bevoegdheid van een raadslid belmoren, dan wel tot die van den Burgemeester. Toch zou spreker gaarne een vraag aan den burgemeester willen richten; wellicht ware het beter, haar tot een meer geschikte gelegenheid uit te stellen, doch ook bij de begroeting acht hij haar niet misplaatst. Het betreft n.l. de omstandigheid, dat in deze gemeente den fietsrijders niet is voorgeschreven, bij avond met een lantaarn te rijden. In Leeuwarderadeel en in meer ge meenten is dit wel het geval; uit een oogpunt van voor zichtigheid is er alles voor te zeggen. Botsingen kunnen bij het soms onbesuisd rijden van jongens thans vaak niet worden vermeden. Daarom zou spreker gaarne in overweging willen geven, te bepalen, dat ieder wielrijder na zonsondergang met een brandenden lantaarn moet rijden. De Voorzitter acht deze vraag zeer goed van pas. H ij moet den heer Jansen echter onder het oog brengen, dat niet de Burgemeester doch de commissie van het ont werpen van strafverordeningen deze aangelegenheid moet voorbereiden. Zonder een bepaald voorschrift in de politieverordening zal de Burgemeester niet kunnen optreden. Volgnos. 180 —259 worden hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgno. 200. Pensioenen 10,230. De heer Baart de la Faille wenscht een enkele op merking te maken naar aanleiding van het antwoord van Burgemeester en Wethouderz aan rapporteurs in zake het overleggen van eene geneeskundige verklaring bij aan vragen om invaliditeits-peiisioen. Zij zeggen daarbjj o.a. „Bjj ontslag wegens gevorderden leeftijd kan dit in vele „gevallen overbodig worden geacht, lutusscheu zullen Burgemeester en Wethouders gaarne aan den uitgedruk- „ten wensch, om in die gevallen, waarin dat wenschclijk „moet worden geacht, een bepaald geneeskundig onder hoek door een gemeentelijken geneesheer te doen instel den, voldoen enz. Gaarne zou spreker worden ingelicht omtrent de uit drukking: gevallen, waarin dit „wenschclijk" wordt ge acht. Men dient een bepaald systeem te volgenof de vroegere gewoonte te volgen, dat bij eene aanvraag om pensioen wegens invaliditeit eene verklaring van den huis arts worde overgelegd of steeds eene verklaring van een gemeentelijke geneesheer te vrageu. Een enkele maal kan er natuurlijk reden van uitzondering zijn, dat Bur gemeester en Wethouders bij het verlcenen van pensioen wegens ouderdom geen geneeskundige verklaring noodig achten. De Voorzitter merkt op, dat men te onderscheiden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 4