Vergadering van Dinsdag 8 November 1904. 190 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 November 1904. De Burgemeester, hierop den voorzitterszetel ingeno men hebbende, zegt het volgende Mijnheer de Wethouder! Geroepen om thans bet voorzitterschap dezer verga dering, hetwelk zoo geruimen tijd aan uw beproefde hand was toevertrouwd en waarvoor u weinige dagen geleden, te dezer plaatse den welverdienden dank werd gebracht, van U over te nemen, wensch ik in de eerste plaats hier mijne eerbiedige erkentelijkheid uit te spre ken voor het bewijs van Koninklijk vertrouwen mij geschonken, toen het Hare Majesteit behaagde injj te benoemen tot burgemeester dezer stad, eene erkente lijkheid welke ik ook gevoel jegens Harer Majesteit's Regeering, die mij tot dit ambt voordroeg. Gij hebt, mijnheer de wethouder, welwillende en tegemoetkomende woorden weten te vinden, om mij welkom te heetcn aan deze plaats en ik zeg u daarvoor van ganseher harte dank. Ik waardeer die woorden te meer omdat het mij niet onbekend is gebleven, hoezeer niet alleen gij, maar ook uwe medeleden in het Dage- lijksch Bestuur en in den Raad, mijn ambtsvoorganger hebt op prijs gesteld en hoezeer zijn heengaan naar liet eervolle ambt dat hem werd toevertrouwd, betreurd werd in breede kringen van de burgerij. Gjj zult er u des niettemin in hebben verheugd dat zjjn bekwaamheid en zijne nauwgezetheid in het vervullen der hem opgelegde plichten, ook elders ten goede zullen komen aan het algemeen belang. liu behalve deze mijn onmiddellijke ambtsvoorganger gingen, in betrekkelijk nog zoo kort tijdsbestek, aan mij als burgemeester vooraf een reeks van mannen, dragers van Friesche namen, die door eeuwen heen op roemvolle wijze zjjn verbonden geweest aan de geschie denis van dit gewest en waarvan wij ons gelukkig mogen rekenen er één, wiens naam in deze zaal, waar hij nog zoo kort geleden weerklonk, ik niet behoef te noemen, ook nu nog als onzen medeburger te zien wonen in de stad, die zooveel aan hem is verplicht. Van mij, mijne heeren, is u niet meer bekend dan wat de plaatselijke pers u, ik mag 't met erkentelijkheid zeggen, met eene welwillende pen heeft medegedeeld. In hoeverre ik in staat zal zijn te beantwoorden aan verwachtingen, die mogelijk mochten zjjn opgewekt, valt thans niet te beslissen. Ik doe slechts een beroep op uw aller toegevendheid. Waar ik vreemd ben aan deze stad en aan de belan gen die haar burgers vereenigen, vreemd ook aan al wat hen onderling zou kunnen verdeelen, zal ik uwe voor lichting- en steun, maar ook dikwijls uwe welwillende beoordeeling mijner tekortkomingen behoeven. Ik ben overtuigd dat gij, mjjne heeren, mjj, die schen ken zult, want nimmer tevergeefs vroeg daarom hjj, die den ernstigen wil had zjjn plicht te doen. Ik reken ook op de toewijding van alle ambtenaren der gemeente die, in welken rang of positie ook ge plaatst, toch ongetwijfeld overtuigd zullen moeten zjjn dat veel van wat in het algemeen belang tot stand gebracht kan worden, afhangt van hun jjvcr en van hun plichtsbesef. Moge op ons aller gemeenschappelijken arbeid God's onmisbare zegen rusten tot heil der stad onzer in woning. Hiermede, mjjne heeren, verklaar ik het voorzitter schap van den Raad der gemeente Leeuwarden te hebben aanvaard. De vergadering wordt hierop door hem gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 November 1904. 191 Tegenwoordig de heeren Jansen Schoondermark Beucker Andreae, Oosterhoff, Wilhelmij, Koopmans, Komter, Hijlkema, Feddema, Lautenbach, van Messel, Feitz, Duparc, Baart de la Faille, van Ketwich Verschuur, Haverschmidt, Troelstra, Beekhuis, Wolff, Beerends, Tromp en Menalda. Afwezig de heer D. Tigler Wijbrandi. Voorzitter de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester. I. De notulen van de op 1 November j.l. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. Bericht van afwezigheid van den heer Tigler Wijbrandi. 2. Bericht van T. Dijkema te Gersloot, dat hij zijne benoeming tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 10 aanneemt. 3. Dankbetuiging van J. Taconis te Tolbert voor zijne benoeming tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 5. 4. dat aan J. Steinvoorte in koop is afgestaan een gedeelte van blok XX der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal, ter grootte van 225 M'. voor f 1125. 5. Adres van A. Waldijk, wed. J. Dorenstouter om eene toelage in haar levensonderhoud. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethou ders ter fine van prae-advies. III. De Voorzitter stelt voor over te gaan tot de beëediging en installatie van den heer A. D. Beerends en verzoekt den secretaris den nieuwbenoemde binnen te leiden. Nadat deze is binnengetreden, deelt de Voorzitter mede dat is ingekomen een afschrift van de Resolutie van Gedeputeerde Staten d.d. 3 November 1.1. no. 28, waaruit blijkt, dat er geene bezwaren bestaan tegen de toelating als raadslid van den heer Beerends, welke daarna in handen van den Voorzitter aflegt de belofte van zuivering en daarna die bedoeld bij art. 39, eerste lid der Ge meentewet. De Voorzitter wenscht den benoemde geluk met het vertrouwen, door zijne medeburgers blijkens zijne verkiezing in hem gesteld en verzoekt hem, zijn zetel in te nemen, waaraan door hem wordt voldaan. IV. Wordt ter tafel gebracht 1. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der Commissie van administratie der Stads Bank van Leening. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verlaging der pacht van het pontveer over de Stadsgracht langs de Willemskade N. en Zuidzijde. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot openbare verhuring van het gardeniersland aan Oldegalileën bij de Eestraat, kad. bekend gem. Leeuwarden, sectie F, no. 2106 (gedeeltelijk) en no. 2107 (gedeeltelijk.) 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake het adres van de wed. Stelstra om eene tegemoet koming in haar levensonderhoud. 5. Alsvoren in zake het adres van H. Bergema, boek houder der gemeentelijke gasfabriek om verhooging van zijne jaarwedde tot het maximum. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver huring van de herberg „de Bleek" met daarbij gelegen weiland voor den tijd van 3 jaren aan de wed. Klopma. 7. Alsvoren om aan de Friesche tuinbouwvereeniging in gebruik af te staan een lokaal van de Hulpschool aan den Wissesdwinger. 8. Alsvoren, om den heer P. H. van Eden wederom voor den tijd van drie jaren te benoemen tot geneesheer directeur van het Stads-Ziekenhuis. 9. Alsvoren in zake een adres van J. Rietstra c.s., om wijziging der voorwaarden, verbonden aan de demping van eene sloot aan den Stienserweg. 10. Alsvoren tot onttrekking van een gedeelte van bouwblok XX aan den koop. De stukken sub 19 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld het voorstel sub. 8 zal worden gedrukt als bijlage tot het verslag van 's Raads handelingen, terwijl dat onder no. 10 ter visie heeft gelegen om nog heden te worden behandeld. Y. De heer Jansen brengt rapport uit namens de Commissie belast met het onderzoek van de begrooting van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1905. De heer van Ketwich Verschuur brengt rapport uit namens de Commissie, belast met het onderzoek der be grooting van de Stads Bank van Leening, dienst 1905. Deze beide rapporten zullen eveneens in eene volgende vergadering worden behandeld. VI. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een lid der commissie van beheer over het Stads-Ziekenhuis. De uitslag der gehouden stemming is, dat met alge- meene stemmen wordt benoemd de heer H. G. W. Sprenger, aftredend lid. 2. Alsvoren van zes leden der Commissie van Toe zicht op het Lager onderwijs. De uitslag der gehouden stemmingen is, dat worden benoemd de heeren mr. H. D. van Ketwich Verschuur, N. T. Haverschmidt JHzn., Mr. W. Kolff, Mr. J. M. van Hettinga Tromp, P. H. van Eden, en W. C. de Groot, aftredende leden, resp. met 21, 21, 22, 22 en 21 stemmen. Op ieder der heeren J. A. A. Schoondermark en Mr. F. C. Barbas wordt eene stem uitgebracht. 3. Alsvoren van eene voogdes en een voogd van het Nieuwe Stads Weeshuis. De uitslag der gehouden stemmingen is, dat worden benoemd mevr. Burger- Suringar, aftredende voogdes, met 20 stemmen, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd de heer H. Beucker Andreae, aftredend voogd, met 18 stemmen, 4 briefjes zijn in blanco ingeleverd. 4. Alsvoren van twee voogden der Stads-Armenkamer. De heer E. H. Sikkes, aftredend voogd, wordt be noemd met 18 stemmen op elk der heeren F. A. Lief- rinck en B. L. C. de Haan wordt eene stem uitgebracht een briefje is in blanco ingeleverd. De heer dr. B. de Bruin wordt benoemd met 18 stemmen op elk der heeren A. E. Sissingh en J. F. Rueb wordt eene stem uitgebracht, terwijl een briefje in blanco is ingeleverd. 5. Alsvoren van een leeraar in de geschiedenis aan het Ggmnasium. De beraadslaging wordt geopend. De heer Wolflf wenscht eene opmerking te maken naar aanleiding van de wijze van aanbeveling door curatoren. Spreker is getroffen door de soberheid van het advies. Slechts de sollicitatiestukken en de bewijzen van goed gedrag zijn overgelegd. Overigens ontbreken alle inlich tingen omtrent sollicitanten en is noch in het advies van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1904 | | pagina 1