Vepgaderiog van Dinsdag 22 November 1904.
198 Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 November 1904.
De Voorzitter brengt hierop het voorstel van den heer
Baart de la Faille in stemminghet wordt verworpen
met 16 tegen 5 stemmen, die van de heeren van Ketwich
Verschuur, Haverschmidt, Menalda, Schoondermark en
den voorsteller.
De artt. 2 en 3 worden hierna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Art. 4.
Hij smeert, telkens zoodra zulks noodig is de wrijvende
deelen der uurwerken, met daarvoor door hem zelf te
leveren ingrediënten.
Al de gebreken aan de uurwerken zal hij dadelijk
herstellen, zonder daarvoor andere betaling te erlangen,
dan voor de daarbij te leveren nieuwe onderdeelen, welke
hij zelf moet aanbrengen en die hij in overleg met den
Directeur der gemeentewerken aankoopt.
De heer Koopmans meent, dat de zinsnede„Al de
gebreken aan de uurwerken, zal hij dadelijk herstellen,
zonder daarvoor andere betaling te erlangen enz.", den
aannemer een groote risico oplegt.
In verband hiermede zou spreker gaarne van Burge
meester en Wethouders hooren, dat, indien aan de uur
werken bij de aanvaarding abnormale toestanden worden
geconstateerd, hierin van gemeentewege zal worden voorzien.
De heer Hijlkema acht de opmerking van den heer
Koopmans alleszins gegrond. Burgemeester en Wethouders
zullen zeker niet nalaten, om, vóór de aannemer het
onderhoud op zich neemt een onderzoek naar abnormale
toestanden bij de uurwerken te doen instellen, en indien
zij aanwezig worden bevonden, ze vooraf te doen verbeteren.
Op voorstel van den heer Tromp wordt besloten, het
uitheemsche woord „ingrediënten" in de eerste alinea, te
doen vervangen door hot Nederlandsche „benoodigdheden".
De heer Menalda wijst er op, dat de woorden in de
eerste zinsnede, „met daarvoor door hem zelf te leveren
ingrediënten" niet beslissen, of deze laatste ook door hem
moeten worden bekostigd. Daarom zou spreker hier willen
bijvoegen „en op zijne kosten".
De heer Beekhuis zou, naar aanleiding van de opmer
king, door den heer Menalda gemaakt, de zinsnede aldus
willen lezen
,,met door hem zelf te leveren en te bekostigen benoo
digdheden."
Art. 4, aldus gewijzigd, en vervolgens artt. 5 7 worden
zonder hoofdelijke stemming of discussie aangenomen.
Art. 8.
Indien een der uurwerken voor herstelling naar de
werkplaats moet worden medegenomen, wordt daarvoor
dadelijk op kosten van en door den aannemer een ander
gelijksoortig goed uurwerk ter vervanging geplaatst.
De heer van Messel maakt de opmerking, dat het den
aannemer wel onmogelijk zal zijn, voor een te herstellen
torenuurwerk „een ander gelijksoortig uurwerk" tijdelijk
in de plaats te stellen, gelijk dit artikel beveelt.
Spreker zou gaarne willen weten, op welke wijze
Burgemeester en Wethouders dit denken te regelen.
De heer Schoondermark acht de opmerking van den
heer van Messel gegrond. Als het niet de bedoeling van
Burgemeester en Wethouders is, den aannemer ook te
verplichten, een torenuurwerk tijdelijk door een ander te
vervangen, acht hij redactie-wijziging gewenscht.
De heer Hijlkema zegt, dat met deze alinea kleine
uurwerken worden bedoeld, omdat het natuurlijk niet is
te vorderen, dat de aannemer een torenuurwerk beschik
baar heeft. Om dit duidelijk aan te geven zou achter
„geplaatst" kunnen worden aangebracht„uitgezonderd
torenuurwerken".
De redactie wordt hierna aan Burgemeester en Wethou-
houders overgelaten en de artt. 8 en 9 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Art. 10.
Bij ontstentenis zorgt hij ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders voor een plaatsvervanger.
De heer Menalda maakt de opmerking, dat met „hij",
in verband met het voorgaande artikel taalkundig de
persoon wordt bedoeld die eventuëel met het opwinden
en dagelijks onderhouden is belast.
De heer Beekhuis zegt, dat dit slechts op den aanne
mer kan slaan.
De heer Duparc wijst op de beteekenis van het woord
„ontstentenis," hetgeen wil zeggen „niet bestaande."
Hoe kan nu iemand, die niet bestaat, voor een plaats
vervanger zorgen Spreker is van meening, dat de aan
nemer alleen in de zaak heeft te voorzien bij afwezigheid
of ongesteldheid, doch dat dit door Burgemeester en
Wethouders zal dienen te geschieden in geval van ont
stentenis.
De Voorzitter kan namens Burgemeester en Wethouders
mededeelendatnu zij 's Raads bezwaren ten opzichte
van de redactie kennen, zij in dien geest haar zullen
wijzigen.
Hierna wordt art. 10 zonder stemming en daarna het
voorstel in zijn geheel met 20 stemmen tegen 1 stem
aangenomen, die van den heer Schoondermark.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
Stoomdruk N. Miedema Co., Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 November 1904.
199
Tegenwoordig de heeren: Oosterhofl', Duparc, AVilhel-
mij, Schoondermark, Haverschmidt, Jansen, Feitz, Baart
de la Faille, Beerends, Troelstra, Beekhuis, Feddema,
Menalda, van Messel, Beucker Andreae, Ivoopmaus, Hijl
kema, van Ketwich Verschuur en Wolff.
Afwezig de heeren: Komter, Tigler Wijbrandi, Tromp
en Lautenbach.
Voorzitter de heer A. E. Zimmerman, burgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 8 November 1.1.
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. Bericht van afwezigheid van de heeren T. Komter
en D. Tigler Wijbrandi wegens ongesteldheid, en den
heer L. A. Tromp.
2. Berichten van Mevr. Burger-Suringar en van den
heer 11. Beucker Andreae, dat zjj de benoeming tot
voogdes en voogd van het Nieuwe Stads-Weeshuis aan
nemen.
3. Berichten van de heeren: P. II. van Eden, N. T.
Haverschmidt en Mr. W. Kolff, dat zij hunne benoeming
tot lid der Commissie van Toezicht op het L. O. aan
nemen.
De berichten onder 13 worden aangenomen voor
kennisgeving.
4. Bericht van den heer Jhr. II. van Baerdt van
Stninia dat hij wegens vertrek zijne functie als voogd
der stadsarmenkamer niet meer kan waarnemen.
Wordt in handen gesteld vau Burgemeester en Wet-
houders om prae-advies.
5. Adres van de Christ. Protestautsche Timmerlieden-
bond e. a. om te bepalen dat het verwerken van het
voor den bouw van gemeenteschool No. 12 benoodigdc
materiaal op het terrein Achter de Hoven of iu de
daarvoor bestemde loodsen moet plaats liebbeu.
Wordt iu handen gesteld vaii Burgemeester en Wet
houders ter afdoening.
6. Aanbeveling van de Commissie van Toezicht op
het AI. O. van een lid dier Commissie.
Wordt aan de orde gesteld voor de volgende verga
dering.
7. Dat bij de inschrijving van de 3^ pCt. geldleening
dezer gemeente, groot 239.000 op Woensdag 16 Nov.
1.1. is gegund
Aan de firma Oppeuheim en van Till te 's-G raven-
hage 99.000, a 96.94 pCt.
Lentjes en Drossaerts te 's-llertogenbosch f 50.000 a
97.25 pCt., 30.000 a 97 pCt.
G. Alesdag te Groningen 10.000 a 97.25 pCt.
Wurfbain en Zn. te Amsterdam 50.000 a 98.50 pCt.,
en dat de gemiddelde koers der gegunde inschrijvingen
bedraagt 97.35 pCt.
8. dat door Z.Ed, den Alinister van Binnenlandsche
Zaken is goedgekeurd het Raadsbesluit van den S Nov.
1.1., waarbij de heer I). van Doorn is benoemd tot lecr-
aar aan het Gymnasium, voorloopig voor den tijd van
één jaar.
9. Dankbetuiging van U. Jensma voor zijne benoe
ming tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 2.
10. Dat door Ged. Staten dezer provincie zijn goed
gekeurd bij resolutie van den 17 November 1.1. uo. 5
de raadsbesluiten d.d. 25 October 1904 nos. 3 en 4 be
treffende
a. aankoop van P. F. Vergonet van het westelijk
gedeelte van liet kad. perceel sectie G no. 4436;
b. verkoop aan AV. AVielinga van een deel van het
kad. perceel gem. Leeuwarden sectie G no. 6088
c. bij resolutie van den 17 Nov. 1.1. no. 46 het raads
besluit van den 8 Nov. 1904 tot wijziging der geineeute-
begrooting, dienst 1904.
11. Bericht van den heer dr. B. II. de Bruijn, dat
hjj zijne benoeming tot voogd der Stadsarmenkamer niet
kan aannemen.
12. Dankbetuiging van de heeren P. Atterna Dzn.
cn P. Koolstra voor de beschikking op hun adres, om
ontslagen te worden van hunne verplichtingen als borgen
van den aannemer der onderhoudswerken II. v. d. Leen.
De stukken onder nos. 7—12 worden alle aangenomen
voor kennisgeving.
III. AVordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake
den bouw van bergplaatsen voor een slangenwagen en
voor brandladders.
2. Als voren naar aanleiding van het verzoek van A.
Waldijk, weduwe van den overleden fitter der gemeen
telijke Gasfabriek J. Dorenstouter, om eeiie jaarlijksche
toelage uit de gemeentekas.
3. Alsvoren om over te gaan tot de onbewoonbaar-
verklaring vau de woningen Pieterseliewaltje nos. 28, 3D,
32, 34, 36, 38, 4U, 42, 44, 46, 48, 50, 52 en 54.
4. Alsvoren tot afkoop van de zakelijke rechten der
gemeente op liet kadastrale perceel gemeente Leeuwarden,
sectie B no. 2097, (eigenaar 15. Vossenberg).
5. Aanbeveling voor de benoeming van een ambte
naar van den burgerlijken stand.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der voorwaarden waaronder aan J. Koopmans
vergunning is verleend tot het leggen van eeue klinker-
bestrating met smal spoor voor zijne fabriek aan het
Noord vliet.
Al deze stukken zullen in eene volgende vergadering
behandeld worden.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging der gemeentebegrooting, dienst 1904.
Wordt gesteld in handen van de heeren Schoonder
mark, Komter en Oosterhofl' ten line van onderzoek en
rapport.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op
den oproepingsbrief vernielde punten.
1. Voorstel van de heeren Duparc en Haverschmidt
tot wijziging der verordening op den genees-, heel- en ver
loskundigen dienst voor behoef tigen in de gemeente Leeu
warden(gein. blad no. Ui van 1S'J2), zooals die later is
gewijzigd en, in verband daarmede om den heer P. H. van
Eden met ingang van 1 Januari I voor onbepaald en
tijd h' benoemen tot geneesheer-directeur van het Stads
ziekenhuis, (bijlage no. 34).
Volgens het voorstel van de heeren Duparc en Haver
schmidt zou niet alleen de geneesheer-directeur, maar
zouden ook de beide stadsartsen voor oubepaalden tijd
benoemd worden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders strekte
er toe om wel den geneesheer-directeur voor oubepaalden
tijd te benoemen, maar voor de beide stadsartsen de be
noeming voor den tijd van 3 jaar te laten voortbestaan.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Duparc verkrijgt het woord. Ziju medevoor-
steller, de heer Haverschmidt, en spreker zelf, zijn
dankbaar, maar niet voldaan; dankbaar, wat betreft het
door Burgemeester en Wethouders voorgestelde ten
aanzien van den geneesheer-directeur van het Stads
ziekenhuis; niet voldaan omdat Burgemeester cn
AVethouders de bestaande bepalingen willen blijven
toepassen op de twee Stads-artsen.
Het argument, dat Burgemeester en Wethouders daarvoor
aanvoeren, zegt spreker, is al heel weinig krachtig. Het
is een argument, ontleend aan de bewering van een lid