208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 December 1904.
De lieer van Ketwich Verschuur spreekt den wensch
uit, dat dan ook de teekeningen gedrukt zullen worden.
Zonder deze kan men toch weinig over de zaak oordeelen.
De Voorzitter zal ook dit in de vergadering van
Burgemeester en Wethouders ter sprake brengen.
Ook dit punt wordt aan de orde gesteld voor een vol
gende vergadering.
Ten slotte heeft de Voorzitter nog een mcdedeeling te
doen, dat hjj zieli op grond van artikel 55 van het
reglement van orde tot de commissie van rapporteurs in
zake de bestemming der bouwblokken XVIII en XI
aan de Noordzijde van het .Nieuwe Kanaal heeft gewend,
met het volgende schrijven
„in de Raadsvergadering van 20 October 1903 werd een
door Burgemeester en Wethouders overgenomen motie
van Ketwich Verschuur aangenomen, om hun aanhangig
voorstel tot uitgifte van bouwterreinen aan de Noordzijde
van het Nieuwe Kanaal voor zoover betrof het gedeelte,
dat betrekking had op de blokken XV111 en XIX en
het amendement-Kom ter-Jansen, beoogendc om die blokken
geheel vol te bouwen en niet ook voor plantsoen te reser
veeren, in de secties te onderzoeken.
„Nu liet besluit is genomen, het terrein aan de Span
jaardslaan, door den heer Rengers geschonken, voor
wandelpark aan te leggen, zou ik er prijs op stellen het
door u uit te brengen rapport ten spoedigste te mogen
ontvangen."
Van den heer Sehoondermark, rapporteur der 3de
sectie, ontving spreker, mede namens diens mederapporteurs,
een antwoord, waarin zij te kennen geven, dat zij het
wensehelijk achten, de aangelegenheid opnieuw naar de
secties te verzenden ten tine van onderzoek, in verband
met den aankoop van het huis der familie van Asperen,
de aan te leggen nieuwe straat en de indeeling van het
daar achter gelegen terrein.
Ook Burgemeester eu Wethouders is het voorgekomen,
dat een nader onderzoek wensehelijk is, zoodat zij zich
met nadere voorstellen zullen wenden tot den Raad.
IV. De heer Beucker Antlreae verkrijgt het woord
tot het uitbrengen van rapport omtrent bezwaarschriften
tegen aanslagen in den hoofdei ij ken omslag, dienst 1904,
welk punt nog voor deze vergadering aan de orde gesteld
wordt.
De heer Schoontlermark, die een rapport heeft uit te
brengen, verkrijgt verlof dit te doen na de behandeling
van het eerstvolgende punt der agenda, waarmee dit
rapport verbani houdt.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
V. Voorstel can Burgemeester en Wethouders inzake
tien home can bergplaatsen voor een slangeuwagen en voor
brandladders..
I)e conclusie van dit voorstel, dat verband houdt met
de door den sehoolbouw Achter de Hoven noodig geworden
verplaatsing van aldaar bestaande bergplaatsen, strekt om
Burgemeester en Wethouders te machtigen den bouw
aan te besteden van bergplaatsen aan de Emmakade
Zuidzijde, onmiddellijk bij de eerste Kanaalsbrug, naast
het brugwachtershuisje en een plek grond daar dadelijk
nevens, achter de huizen van den erkorte Weg, welke
beide terreinen in eigendom behooren aan de Gemeente.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Feddema verkrijgt het woord, liet blijkt uit
du stukken, zegt spreker, eu als het er niet in stond, zou
het toch ook reeds de aandacht van den opmerkzamen
lezer getrokken hebben, dat de bergplaats voor de slan
genwagen daar aan de Emmakade slechts tijdelijk geplaatst
zal worden. Nu staat wel in de toelichting van den
Directeur van Gemeentewerken, dat de kosten van ver
plaatsing gering zullen zijn, maar twijfel lijdt het toch
niet of kosten zullen er aan zijn verbonden. En dat de
plaatsing bier tijdelijk zal zijn, blijkt nog uit de adver
tentie, die de hoeren gelezen zullen hebben, dat het aan
grenzende terrein van den heer Corbeleyn Battaerd als
bouwterrein te koop wordt aangeboden. En al gaat het
hier nu maar om een som van honderd gulden, dan bljjft
het toch jammer, dat die uitgegeven wordt voor oen doel,
waarvan men vooruit weet, dat het van tijdelijken aard is.
Er moet toch al dadeljjk weer uitgezien worden naar
een nieuwe standplaats. Spreker heeft zich daarom eens
de moeite gegeven te zoeken of niet reeds nu een geschikt
plekje te vinden zou zijn.
Bij den overweg over de spoorlijn is een berm gemeente
grond vrijgelaten voor een eventueele stoomtramljjn, die
echter, zooals zooeven bleek uit voorgelezen stukken over
een ander punt, nog heel lang kan uitblijven. Dat zou
een zeer geschikte plek zijn om de bewuste bergplaats
neer te zetten. Er is ook nog wel terrein beschikbaar
over den overweg tegen den tuin van den heer Reeling
Brouwer, liet staat toch voorop,dat deze bergplaats aan
gene zjjde van de le Knnaalbrug moet blijven, want de
bewuste slangen wagen dient tot bescherming van het
stadsgedeelte buiten de brug en, als spreker het goed
heeft, mag die wagen zelfs niet binnen de gracht komen.
Dus moet men zich houden aan die buurt. Misschien
ook zou de Staatsspoorweg-maatschappij wel faciliteiten
willen toezeggen om de bergplaats op te richten op haar
grond bij den overweg naast het wachtershuisje.
Spreker komt echter vooral op tegen het doen eener
uitgaaf, die men weet, dat onnoodig is. llij zou de zaak
daarom aan Burgemeester en Wethouders in nadere over
weging willen geven, tenzij deze vergadering reeds mocht
kunnen besluiten om één der door spreker aangeduide
plaatsen aan te wijzen, tegen den tuin van den heer Ree
ling Brouwer of op den berm bij den overweg.
De heer Beekhuis kan den geaehten vorigen spreker
mededeelen, dat, zooals reeds blijkt uit don datum, dien
liet voorstel van Burgemeester en Wethouders draagt, bij
hot doen van dit voorstel nog niets bekend was omtrent
den verkoop van het terrein vóór aan de Zuidzijde van
de Emmakade. Nu dat wel het geval is, zou dit aanlei
ding kunnen zijn, om tot een andere conclusie te geraken
en dat Burgemeester eu Wethouders de zaak nog eens
tot zich namen.
Maar vooreerst is liet nog niet zeker of niet ook bij de
bestemming van den grond tot bouwterrein dit huisje zou
kunnen blijven staan. Het zou komen geheel op ge
meentegrond en niet op de plaats, waar waarschijnlijk een
weg zal worden geprojecteerd. En mocht dit later toch
wel het geval blijken te zijn, dan zijn de kosten van ver
plaatsing uog niet heel hoog.
En waar nu door den heer Feddema andere punten
zijn aangewezen, liggen deze al weer verder al van
een bepaald centrum, want deze slaugenwagen zou ook
bijv. kunnen dienen voor den Grachtswal, waarmee men
bij het spreken van een betrekkelijk centrum in dit stads
gedeelte rekening moet bouden.
Waar ook brandmeesters zich met de aangewezen plaats
vereenigden, komt het spreker voor, dat men niet te gauw
tot het bepalen van een andere plaats moet besluiten.
Om nu de zaak niet om te koeren, meent de heer
Feddema, want de sehoolbouw kan niet worden uitgesteld
en de bergplaats moet dus nu spoedig verplaatst worden
zou het misschien het best zijn, dat de Raad uit zijn
besluit elke bepaling van de plaats, waar het huisje voor
de slangenwagen moet komen, wegliet, met verzoek aan
Burgemeester eu Wethouders om, indien zij meegaan met
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 December 1904. 209
3 bezwaren tegen de aangeduide plaats, het te bouwen
waar het 't meest geschikt zal blijken te zijn.
Nu de heer Eeddema er reeds op wijst, zegt de heer
Beucker Antlreae, dat de zaak eigenlijk geen uitstel kan
lijden, omdat de nieuwe school gebouwd moet worden op
de plaats waar het huisje nu staat en dit dus spoedig
naar een andere plaats overgebracht moet worden, dient
de zaak inderdaad zoo spoedig mogelijk in orde gebracht
te worden. En na de mededelingen van den heer Eed
dema meent spreker, dat diens voorstel ondersteund kan
worden, om n.l. Burgemeester en Wethouders vrij te laten.
Wat spreker persoonlijk aangaat, ziet hij wel niet zoo
groot bezwaar in het aanwijzen eener tjjdclijke plaats,
daar de kosten toch niet zoo groot zijn en men dan later
tijd heeft om de definitieve plaatsing nader te overwegen,
maar spreker kan er zich ook zeer goed mee vereenigen,
de plaatsing aan Burgemeester en Wethouders over te
laten.
De Voorzitter brengt dank aan den heer Feddema,
voor de welwillende wijze, waarop deze de zaak tot oplos
sing heeft willen brengen. Waar brandmeesters er over
gehoord zijn zouden Burgemeester en Wethouders toch
altijd eerst weer met dezen overleg moeten plegen. De
heer Eeddema kan er zeker van zijn, dat Burgemeester
en Wethouders met zijn opmerkingen rekening willen hou
den. Eu mocht dan de bergplaats eindelijk toch niet komen
op één der door den heer Eeddema aangeduide plaatsen, dan
zal hij daarin zeker geen daad van onwil van Burgemeester
en Wethouders tegenover hem willen zien, dan zal de
keuze eener andere plaats een gevolg zijn van het niet
verkrijgen van overeenstemming over één der door den
heer Feddema aangewezen plaatsen tussehen Burgemeester
en Wethouders en het college van Brandmeesters. Maar
hoe het besluit dau ook uitvalle, met de wenken van den
heer Feddema zal daarbij rekening gehouden zijn.
Met algemcene stemmen wordt besloten overeenkomstig
de als volgt gewijzigde conclusie van het voorstel
Burgemeester en Wethouders te machtigen, den bouw
van bergplaatsen voor een slangen wagen en voor brand
ladders en andere werken, op de wijze, als nader op de
teekeningen is aangeduid en ter plaatse, door Burgemeester
en etliouders te bepalen en waarvan de uitvoering is
geraamd op 550.openbaar aan te besteden, onder de
daarvoor door Burgemeester en Wethouders vast te stel
len voorwaarden.
De heer Schoondermark brengt thans rapport uit namens
de commissie, belast geweest met het onderzoek eener
wijziging der gemeente-begroeting dienst 19U4.
Dit punt wordt aan de orde gesteld voor een volgende
vergadering.
2. Benoeming can ecu ambtenaar van den burgerlijken
stand.
He heer <J. L. 11. J. Eeitz wordt benoemd met 13
van de 18 stemmen. Be heer Komter vereenigt 3, de
heer Beerends 1 eu de Burgemeester 1 stem op zich.
3. Benoeming van ecu lid der Commissie eau Toezicht,
op het Middelbaar Ouderwijs.
Met 18 (algemcene) stemmen wordt de heer dr. J. A.
Romer herbenoemd.
4a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders lot het
ver leem n van eercol ontslag aan den heer Jhr. Jl. van
Baerdt van Sminiaals voogd der tStads-Annenkamer.
Besloten wordt het gevraagde eervol ontslag te verloeuen
met dankzegging voor de bewezen diensten.
4b. Benoeming van twee voogden der htads-'Armenkamer.
In de eerste vacature wordt benoemd de heer N. H.
van der Meulen met 13 van de 18 stemmen. De heer
L. A. Tromp vereenigt 3, de heer A. Vonek 1 en de
heer J. Nolet 1 stem op zich.
In de tweede vacature wordt benoemd de heer J. H.
Beucker Andreae met 13 van de 18 stemmen. De heer
Üosterhoff vereenigt 4 stemmen en de heer van Sminia
1 stem op zich.
5. Prae-advies ran Burgemeester en. Wethouders naar
aanleiding ran het verzoek ran. A. Waldijkweduwe ran
den overleden litter der gemeentelijke gasfabriek Do
renstouterom. eene jaarlijbsche toelage uit de gemeentekas.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Koopmans zal geen voorstel doen, zooals in
de vorige vergadering, maar in het prae-advies komt de
uitdrukking voor, dat de dood van Dorenstouter niet in
eenig verband zou staan met zijn vak. Die bewering
nu vindt spreker nergens door gestaafd. Is er ooit een
onderzoek gebeurd zoo ja, dan legt spreker er zich bij
neer, zoo niet, dan vindt hij die clausule een dooddoener,
die als geen onderzoek heeft plaats gehad in het
prae-advies beter niet opgenomen ware.
De heer Hijlkema meent, dat de vorige spreker het
prae-advies verkeerd gelezen moet hebben. Zoo is althans
de bedoeling niet. Misschien heeft de heer Koopmans
het oog op het advies der gascommissie. Maar ook hier
is niet uitgedrukt en niet bedoeld, wat de heer Koop
mans zegt.
Dorenstouter, dat is de bedoeling, is gestorven in zijn
dienst, omdat bij oud was, versleten. Er is geen bepaalde
omstandigheid aangewezen, waardoor de dood is veroor
zaakt, geen bepaald ongeluk of letsel. Daarom verkeert
Dorenstouter in hetzelfde geval als Stelstra en daarom
adviseerde de gascommissie geheel overeenkomstig als in
het geval van Stelstra.
Met algemcene stemmen wordt daarna overeenkomstig
de conclusie van het prae-advies besloten:
In overeenstemming met het gevoelen der commissie
voor de gasfabriek aan adressante in antwoord op haar
verzoek te kennen te geven, dat op het adres afwijzend
moet worden beschikt.
6. Prae-advies van Burgemeester eu Wethouders naar
aanleiding van een verzoek tot. afkoog van de zakelijke
rechten der gemeente op hel kadastrale perceel gemeente
Leeuwardensectie B. ito. 201)7 (eigenaar B. Eassenberg).
Zonder beraadslaging wordt met algemcene stemmen
besloten overeenkomstig de conclusie van het prae-advies
Adressant toe te laten tot den afkoop bij onderhandsche
akte van de zakelijke rechten, die de gemeente op zijn
grond, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie B,
uo. 2097, kan laten gelden, tegen de betaling eener som
groot 30.ten kantore van den Gemeente-ontvanger
op eerste aanmaning na toekening der akte te voldoen.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over
te. gaan tot de onbewoonbaarverklaring van de woningen
Pkterseliéwattje hos. 28, 30, 32, 31, 30, 30, 40, 42, 44,
40', 48, 50, 52 en 54.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Beerends heeft niet- op liet voorstel tot on-
bewoonbaarverklariug bemerking, maar wel op de con
clusie, waar de voor de ontruiming gestelde termijn
bedoeld bij het 4e lid van art. 18 van de XVouiiigwet,